KERK NIEUWS.
Het proces Dreyfus.
Reeds vermeldden wij Maandag met een
enkel woord dat mr. Labori des morgens
op weg naar het Lyceum door een onbe
kend gebleven haveloos gekleed man in
den rug geschoten is. Picquart die den
advocaat vergezelde was den dader nog
vlug achterna gesneld dooh kon hem
niet inhalen, de dader verdween in het
kreupelbosch en zal wel niet meer ge
vonden worden. De wond schijnt niet
gevaarlijk; de dokters, onder wie zjjn
vriend en partijgenoot Reclus, voorspellen
een spoedige genezing.
Intnsschen is later op den dag de rechts
zitting in 't proces Dreyfus voortgezet.
Eerst werden Mercier en Casimir Perier
te zamen gehoord op punten waarin hunne
getuigenissen verschillen. Dc laatste ont
kent dat hij bekentenissen van kapitein
Lebrun Renaud ontvangen heeft op den
dag der degradatie en verklaart niet te
Willen antwoorden op sommige verdacht
makingen van Mercier, die destijds hem,
het hoofd van den staat, ongehoorzaam is
geweest. Zoo heeft Mercier eens 60,000
man met verlof gestuurd, zonder dat Perier
er over was geraadpleegd.
Ook zegt Perier ik herinner mij zeer
goed dat Mercie.' mij destijds verklaard
heeft dat de in het borderel genoemde
artikelen van geen belang waren.
Mercier houdt echter vol dat zij wel van
belang waren.
En dan verklaartPerier al wat Mercier
over dien gedenkwaardigen nacht verteld
heeft, waarin zij vol angst op een telegram
uit Duitschland zaten te wachten, met
oorlogsgevaar, totaal fantasie is. De minis
ter van oorlog had niet tusschenbeide te
komen en heeft het ook niet gedaan. Ik
zegt Perier heb in deze geheel alleen
gehandeld en uit mijn onderhoud met
graaf Münster heb ik een volmaakte ge
moedsrust behouden.
Toen had er nog een Leuk incident plaats
naar aanleiding van een vraag van mr.
Demange in betrekking tot deze zaak.
Mr. Demange. Op dit punt een vraag
aan generaal Mercier. Deze heeft daareven
gezegd dat generaal De Boisdeffre den
krijgsraad zal inlichten nopens de bevelen
die Mercier hem den 6 Januari had gege
ven. Maar ik heb in de enquête gelezen
in de verhooren van de heeren Gonse en
Cavaignac dat generaal De Boisdeffre den
6 Januari afwezig was.
Generaal Mercier (heftig). Hij was
dien avond te Parijs, hij zal het zelf getui
gen ik kan mij echter in den datum ver
gissen.
Casimir Perier. Het diplomatieke incident
is voorgevallen op Zondag 6 Januari om
1 uur's middags. Ik verzoek den krijgsraad
enkel dien datum te onthouden en dat
generaal Mercier zich herinnert dat generaal
De Boisdeffre er was.
Als Demange aan Mercier vraagt, waarom
deze bij het dossier van 1894 de twijfel
achtige vertaling van het telegram van
Panizzardi niet gevoegd heeft, antwoordt
de generaal, dat hij dat stuk als zijn eigen
dom beschouwde, daar het voor zijn ge
bruik gemaakt was, en het daarom heeft
vernietigd.
Demange. Dat is vreemd. Had u soms
redenen, om te wenschen, dat het dossier
verdween
In dezen toon hadden soms pikante tus-
schenspraken plaats.
Voorts werd oud-minister Billot gehoord
welke niets nieuws vertelde en 't praatje
herhaalde omtrent een in een koffiehuis
afgeluisterd gesprek tusschentwee Duitsche
officieren waaruit zou gebleken zijn dat zij
Dreyfus schuldig wiéten waarop Dreyfus
opstaat en het heele verhaal voor een len
gen verklaart.
Hoe zegt u vraagt de president.
En de beklaagde herhaalt wat hij zeide.
Oud-minister Cavaignac heeft vervolgens
van tijd tot tijd loopen de mannen e n paar
honderd passen naast- de paarden, steeds
groeit zijne macht aan, en om 5 uur v. m.
van Nieuwjaarsdag is Cronjé met 250 man
te Krugersdorp-Arnhem. fly had in een
etmaal 27 uren gaaus afgelegd, zoo ver
als Wezel van Amsterdam.
Behalve na eene neerlaag, of ten gevolge
van paniek, komt wellicht in de krijgsge
schiedenis geen sneller marsch van een
gewapenden troep voor; alleen groote liefde
voor de onaf hankelij kheid kon er den Trans-
vaalschen Boeren de kracht toe geven.
Cronjé seint zijne aankomst naar Preto
ria, en vereenigt zich om 10 uur v. m.
met Malan.
Van Jameson was nog niets te ontwaren.
Hij kwam tegen 1 uurn. m. in de nabijheid
der Transvaalsche positie, en had in 60 uur
38 uren gaans afgelegd. Welwaren onder
weg een aantal versche paarden verkregen,
die op den te volgen weg, onder voorgeven
van eene op te richten coach-maatschappij
waren bijeengebracht, maar hij marcheerde
door vijandelijk land, had geschut, munitie
en leeftocht mede te voeren, en een Engelsch-
man heeft van leeftocht meer noodig dan
een Transvaler.
Cronjé, Malan en commandant Potgieter,
die met de hoofdmacht der Krugersdorpers
nog tijdig was komen aanrukken, namen bij
genoemde batterij stelling. Jameson opent
om 3 uur n. m. het artillerievuur, maar
de Boeren, in eene vrij uitgestrekte linie
opgesteld, weten zich uitmuntend te dekken
en lijden nagenoeg geene verliezen.
Tegen 6 uurn. m. naderde een Engelsche
patrouille van een 30 man de Transvelers,
maar spoedig worden zoovele Engelschen
gesproken, die volhardt in zijn meening om
trent Dreyfus' schuld en aantoont dat 't
verraad moet gepleegd zijn door een offi
cier van den staf, die bij de bron zaten
zoo al Esterhazy t borderel schreef moet
Dreyfus hem hebben geholpen.
Dreyfus hoorde dit getuigenis met groote
zenuwachtigheid aan. Aan 't einde merkte
hij op verbaasd te zijn, „dat de man, die
op de tribune van de Kamer het valsche
stuk van Henry heeft overgelegd, hier de
overtuiging kan uiten, dat ik schuldig ben
en dat op grond van handelingen, waar
over het Hof van Cassatie zich reeds heeft
uitgesproken."
Ook andere generaals legden verklaringen
af dat zij geloofden aan Dreyfus' schuld,
doch bewijzen deden zij niets. Generaal
Zurlinden een der jongste oud-ministers
was zelfs zeer verward en zwak in zijn
antwoorden; zelfs wist Demange hem de ver
klaring te ontlokken dat niets in het borde
rel Dreyfus als den schuldige aanwees: en
dat men eerst na de veroordeeling van Drey
fus bemerkt heeft, dat de wijze, waarop het
borderel geschreven was, dezen als den
schuldige aanwees.
Ten slotte zegt deze oud-minister, dat men
eigenlijk de vier nota's, brieven van den
schrijver van het borderel, waarop dit
borderel doelt, doch welke jniet gevonden
zijn; alleen 't borderel is gevonden. Als
men die had, zegt ^Zurlinden naïef, zouden
wij de geheele waarheid hebben. Juist, gene
raal, valt Dreyfus hem in de reden, de
geheele waarheid en daar is het mij ook
om te doen.
Ten slotte kwam Perier terug op den
brief van Dreyfus. Demange erkent 't feit.
Dreyfus heeft alzoo geschreven doch
zegt Demange dat was mijn schuld. Ik
heb hem in den waan gebracht dat de
president heeft kunnen beloven dat de
deuren van het proces van 1894 niet zouden
gesloten worden. Heb ik die hoop bij
hem wekkende, te veel hoop gegeven
Het is mogelijk. Hij was een beklaagde
en het behoort zoowat tot onze taak zulke
menschen te troosten en te bemoedigen.
Hoe is de zaak. Dreyfus hoort in 1898 per
regeeringstelegram dat het revisieverzoek
door het hof van cassatie ontvankelijk is
verklaard. Hij schrijft toen den brief
waarvan de heer Casimir Perier een uit
treksel heeft, want gij hebt nu den brief
ontvangen door mijne bemiddeling. Hij
is aan de regeering gericht en Dreyfus
doet er een beroep in op generaal De Bois
deffre om te verkrijgen dat zijn tweede
proces met open deuren zal plaats hebben.
Hij vermeldt er in op grond van her
inneringen die niet volkomen juist zijn
maar waarlijk, na die vier jaren kan men
het hem vergeven dat er een belofte
aan hem gedaan is en verhaalt in de
termen die de heer Casimir Perier u straks
heeft voorgelezen, van den slap dien ik in
1894 gedaan had. Wel, ik wil daarvan de
volle verantwoordelijkheid op mij nemen,
want ik zou niet willen dat iets daarvan
ten laste kwam van den ongelukkigen
kapitein.
Ik betuig dus mijn leedwezen aan den
heer Casimir Perier en verzeker hem dat
er nooit sprake geweest is van onderhan
delingen tusschen kapitein Dreyfus en den
president der Republiek. Ik verbaas er mij
echter over dat een brief dien kapitein
Dreyfus aan den gouverneur der kolonie
gericht heeft, de brief waarvan wij zooveel
moeite gehad hebben het origineel terug te
vindenzich bevonden heeft in de handen
van een getuige, generaal Mercier, en
vooral dat hij openbaar gemaakt isin een
blad als de Eclairwat ik betreur juist
omdat men er een wapen tegen den heer
Casimir Perier uit heeft willen smeden.
Perier. Ik betuig mijn dank aan mr.
Demange die mij volledig voldoening heeft
gegeven.
LABORI.
Labori had den vorigem dag twee brie
ven ontvangen waarin hij met den dood be
dreigd werd; doch daar hij in de laatste
paar jaren dozijnen dreigbrieven ontvangen
had, lette hij er niet op. Hy woondeniet
zooals Demange, in een hotel, maar had
een huis gehuurd in de stad, om rustiger
heen en weer te kunnen gaan naar het Ly
ceum. Hij moest dus een in den vroegen
ochtend zeer eenzame wijk door.
Maandagochtend om 6 uur verliet hij zijn
woning alleen; zijn vrouw die alle zittin
genvan den krijgsraad bijwoont, zou eenige
oogenblikken later vertrekken. Onderweg
ontmoette hij Picquart en diens zwager
Gast. Daar hoorde men plotseling een
pistoolschot, Labori riepOh la 1 en viel.
Picqusrt en Gast legden Labori tegen den
rand van het trottoir en lieten hem alleen
liggen, teneinde den moordenaar te vervol
gen, van welke gelegenheid twee onbeken
den gebruik gemaakt schijnen te hebben door
onder voorwendsel van hulpbieding den
gekwetste van een portefeuille te berooven,
waarin belangrijke brieven zaten.
Labori is na den aanval bewusteloos
neergevallen doch kwam spoedig weer bij
en zeide onder anderen tot zijn vrouw die
inmiddels gekomen was en zijn hoofd
tusschen hare handen namZeg aan gene
raal Mercier dat ik hem van morgen vragen
heb te stellen; ik zal naar de zittinggaan.
Zeg aan genenal Chamoin dat ik hem zal
ondervragen over een nieuw stuk van het
geheime dossier. En hij voegde er bij„Dat
doen wij tenminste niet! onze tegenstanders
vermoorden."
Inmiddels werd de zitting van den krijgs
raad geschorst, waar Demange de tijding
van den oorlog bracht. Daarop begaf deze
zich naar zijn vriend die perdr-iagbaar naar
zijn woning gebracht w,.sdeza weinigpijn
en zei tot he n: Oude, ik zal misschien
sterven maar Dreyfus is gered.
Picquart en Gast liepen inmiddels den
m .ordenaar na. Diar waren een pa™r man
nen bezig aan het lossen van een schuit.
Een hunner, Picquart ziende loopen, roe
pende: Moordenaar! sprong toe en hield
den moordenaar staande, doch deze dreigde
met zijn revolver, roepende ik heb Dreyfus
vermooord. De werkman liet hierop los,
de moordenaar verdween in 't bosch e»
Picquart kon hem niet inhalen.
De N. R. C. schrijft: De moordenaar,
of zij die hem het wapen in de hand heb
ben gegeven, hebben wel geweten wat zij
deden toen zij mr. Labori als slachtoffer
uitkozen. Het zou heden een andere zit
ting zijn geweest, wanneer Labori aan de
tafel der verdediging had gestaan en met
zijn ontembaren moed, de onwrikbaarheid
van zijn ouertuiging, zijn hardnekkig vol
houden, hem zoo gemakkelijk gemaakt door
het door en door kennen van de Zaak, het
in zijn hoofd hebben van alle leugens, alle
tegenspraken, alle sluippaadjes, de beschul
digende oud-ministeis onder het snelvuur
van zijn vragen had gehouden, die vragen
welke, wij weten het uit het proces Zola,
elkander kunnen opvolgen met een ver
nietigende kracht. Wat heeft Zola's ver
dediger niet gehaald uit het proces van
Februari van het vorige jaar, hoewel daar
de vraag niet mocht gesteld worden.
De laatste berichten omtrent Labori luiden
zeer gunstig. Het verband is nog niet
van de wond af. De wond is derhalve
nog niet onderzocht. Men hoopt echter dat
er niets bij komt, dan zou hij naar
menschelijke berekening de volgende week
weer op zijn post kunnen zijn.
Demange heeft Maandag de afwezigheid
van Labori zeer gevoeld. Zijn debat was
mat. En Mercier, de groote leugenaar, die
een pak zou kunnen gehad hebben, dat hem
voor goed de lust tot getuigen ware ver
gaan, heeft niets gehad en kon triomfan
telijk na het geven van een inli hting op
een paar onnoozele vragen zich naar zijn
leuningstoel terug begeven, ongedeerd,
indienja een zyner medegetuigen hem
niet een paar malen, blijkens bovenstaand
verslag, had te pakken gehad.
En de overige generaals! Hoe Labori
ze zou hebben aangesproken, vooral Zur
linden zou hebben te kijk gezet in hunne
logens er. ounoozelheden, maar nu
Demange erkende het zelf! konden zij zelfs
als nieuwe beschuldigers optreden in plaats
van als getuigen!
Als de kat van huis is, dansen de muizen I
zegt het spreekwoord.
Men zegt dan ook dat Demange schorsing
tot de volgende week vragen zal, opdat
Labori van de zaak kunne kennis nemen.
Het zou verstandig zijn, want hij kan diens
machtigen steun niet missen. En dit is geen
schande. Immers de taken waren verdeeld.
Labori had de détails te volgen, Demange
't slotwoord voor zijn rekening te nemen.
CU ER IN.
Het drama van de ontdekte samenzwe
ring te Parijs dreigt een blijeir.dend treur
spel te zullen worden.
Onder de verdachte hoofdpersonen is ook
de voorzitter van den Anti Semietenbond
Guerin. Hij heeft zich echter met veertig
getrouwen, waaronder enkele slagers, ver
schanst in zijn woning die door de politie
wordt belegerd en bewaakt. De woning
is in staat van tegenweer gesteld. Vele
wapens en kogels zijn aanwezig, en levens
middelen en wijn. Van top tot teen ge
wapende mannen zitten op 't dak. Uit alle
ramen der naburige huizen kijken gezichten
een groote massa menschen sympathiek
gezind voor de belegerden staat in de straat.
Een kolonel die er voorbij reed, kreeg een
ovatie, een generaal werd uit zijn rijtuig
gehaald en in triomf rondgedragen.
Vlak achter de groote voordeur van
het huis die met ijzeren bouten is afge
sloten, staan tien mannen met karabijnen
en bijlen.
Intusschen heeft de minister, na onder
houd met den prefect van politie (Lépine)
besloten niemands leven te wagen voor de
inhechtenisneming van Guérin en dezen de
keus te laten tusscher. vrij willige opsluiting
en arrestatie.
16 Augustus '99.
Groote belangstelling kenmerkte gisteren
de verkiezing te Leiden voorleden van de
Kamer van Arbeid. Gekozen werden 4
leden patroons vcor de drukkerebedry ven,
onder welke de bekende A. W. Sijthoff,
allen met slechts één stem 1
Een telegiam van den Gouverneur
van Curasao, 13 dezer verzonden, luidt:
„Heden bericht dat op den zevenden
dezer over St. Eusiatiuseen orkaan gewoed
heeft. Vijftig woningen verwoest. Een
doode. Hulp gezonden."
De heer mr. Waterschoot v. d. Gracht,
lid der provinciale staten van Noord-Hol
land die ten vorigen jare door het district
Haarlem werd uitgeworpen, is thans te
Alkmaar gekozen door de antir. en kath.
met 1775 stemmen tegen 1764 op den
liberalen candidaat mr. Ter Spill.
Bij kon. besluit is benoemd tot notaris
binnen het arr. Middelburg, ter standplaats
de gemeente Oostburg P. G. Immink, can-
didaat-notaris te Strijen.
Koningin Wilhelmina is benoemd tot
„zwaï enbroeder" van de „Illuatre Lieve
Vrouwe Broederschap" te 's flertogenbosch.
Toen op 16 Mei 1895 H. M. een bezoek
bracht aan die stad, bezocht zij ook de
Broederschap en werd zij door de Broeders
vereerd met een zilveren reproductie van
de tinnen schenkkan, welke Willem de
Zwijger als zwanenbroeder had gebruikt.
Woensdag heeft zich nu een commissie
uit de Broederschap, bestaande uit de hm.
A. van Alphen, regeerend proost uit de
Protestantsche lijn, jhr. mr. P. van Meeu
wen, toeziend proost uit de R. K. lün, mr.
J. A. Bosch, rentmeester, en jhr. mr. F. van
Ryckevorsel, griffier, naar de Koningin op
„het Loo" begeven, om haar het insigne en
publiek met rust, hetzij uit schaamte, hetzij
ten gevolge van de vele betuigingen van
sympathie voor de Boeren na het afslaan
van den schandelijken aanslag, waardoor
Transvalere gedood en verwond waren,
groote onsteltenis in de Republiek ontstond,
omtrent 8000 gewapende burgers zich met
buitengewone inspanning uit een land zoo
groot als Groot-Britannië en Ierland op 4
Januari bij Pretoria vereenigd hadden en
een bloedige oorlog in Zuid-Afrika had kun
nen ontstaan. Engelaud breidde in die ja
ren zijn gezag ook langs de noordelijke grens
der Republiek uit, terwijl het aan zijne
machtige pers maar al te wel door eenzij
digs berichten gelukte de sympathie voor
de Transvalere te doen dalen.
In dit jaar wakkerde de begeerte naar
het goudland weder levendig op; de ge
moederen in Johannesburg werden opnieuw
opgeruid en de Transvaalsche rsgeering
zonder ophouden bedild en verontrust.
Sinds eenige weken acht Engeland den
tijd gekomen voor een nieuw bedrijf. De
list van den vorigen aanslag wordt ver
vangen door 'oedreigii g met openlijk ge
weld. Door het samentrekken van troepen
zet men de zwakke republiek die niet meer
Transvalere telt dan de bevolking van Den
Haag, als htt ware het pistool op de borst
en eischteen zeer nitgebreid stemrecht voor
de uitlanders.
Dat het stemrecht, waarvoor vele uitlan
ders vrij i nverechillig schijnen, geen doel,
maar alleen middel is, blij kt ten overvloede
uit de EDgelsche Economist, die na nauw
keurige lezing van eene depêche van Sir
A. Milner, den hoogen commissaris, den in
druk verkreeg, dat voor dezen het beperkt
het diploma aan te bieden.
Uit het Huis van Oranje is de eerste
zwanenbroeder Willem de Zwijger geweest.
Na hem waren het koning Willem II en
Willem III die dezen eeretitel droegen.
Ned. Herv. Kerk.
Bedankt voor Oud Vosmeer door ds. A.
Dekker te Nieuwpoort.
Beroepen te Vlieland ds. H.Bax te Hippo-
litushoef te Marsumds. G. D. Goedhuis
te Loppersum te Huins ds. A. de Pecker
Jr. te Spijkenisse.
Aangenomen naa: Zegveld door ds P.
Kuylman te Oud Al bias; naar Slijk
Ewijk door ds. J. C. Klo np te Lunteren.
Bedankt voor Maasland door ds. J. W.
H. Kalkeman te Woerden;voor Tzum
door ds. H. Haselager te flarich; voor
Jaarsveld door ds. J. C. Klomp te Lunteren
Ritthem. De heer J. H. Ruijsch van
Dugteren, candidaat, zal Zondag 17 Sept.
a. des morgens bevestigd worden door ds.
C. L. Ruijsch van Dugteren, predikant te
Strijen, en des namiddags intrede doen.
Geref. Kerken.
Beroepen te Anjnm ds. J. J. Mielema
te Charloi8.
De synode te Groningen is bijeen-
Maandag werd een ure des gebeds ge
houden waarin ds. Van Andel voorging)
met een rede naar Jeremia 6 16m „En
vraagt naar de oude paden, waar toch de
goede weg zij en wandelt daarin".
Dinsdag in de morgenzitting (Ebbinge-
kerk) opende ds. Westerhuis die met de
ar dei e pastores loei (Kouwenhoven en
Langhout) op 't platform gezeten was,
waar straks het moderamen zitting zou
nemen, met gebeden toespraak, lezing van
Psalm 48 en 't laten zingen van Ps. 68:14
Daarna werd het moderamen gekozen.
President werd ds. Van Andel uit Go-
rinchem met 26 stemmen, tegen 13 op ds.
Hoekstra uit Arnhem. Vicepresident werd
ds. Hoekstra met 21 stemmen tegen 12
op dr. v. Goor, 2 op ds. Bos en 1 op ds.
v. Schelven.
Ie Secretaris werd dr. H. H. Kuy-
per uit Leeuwarden met 19 stemmen tegen
18 op ds. Westerhuis.
2e Secretaris werd ds. JWesterhuis,
uit Groningen, met 27 stemmen tegen enkele
stemmen op ds. Breukelaar en anderen.
Na de door opstaan betuigde instemming
der leden met de Belijdenis, werd de Synode
geopend verklaard en ging de voorzitter
voor in gebed. Hij heette voorts allen wel
kom, ook de adviseurs: de professoren Ba-
vinck, Biesterveld, Geesink, Lindeboom,
Noirdtzij en Rutgers (Wielingais ouderling
lid en A. Kuyper is nog niet aanwezig).
Voorgesteld werd eene commissie ter re
geling van zaken te benoemen, voorkomende
op de agenda a toto oin met het moderamen
commissiën voor verschillende zaken te
benoemen.
Professor Lindeboom verklaarde zich daar
tegen. Hij waarschuwde niet alles in handen
te geven van commissiën zoodat de leden
der Synode niets anders te doen hebben dan
te spreken over de conclusiën der rapporten.
Spr. is er sterk voor dat de keraen zich
uitspreken; door het benoemen van com
missiën wordt men onvrij.
De president handhaafde zijn voorstel in
't belang der goede orde. Prof Wielinga
steunde zijn voorstel op uitdrukkelijke voor
waarde, mede door ds Littooij gesteld, dat
in belangryke zaken als opleiding, zending,
emeriti-kas, enz. vooraf de provinciën als
kerken zich uitspreken. Dit wordt goedge
vonden, de prof. Rutgers en Noordtzij wor
den aangewezen met 'tmoderamen debepaalde
benoemingen en voorstellen voor te beieiden.
Met geestdrift wordt besloten op voorstel
van prof. Noordtzij om een telegram te zenden
aan Kruger; en met adhaesie een voorstel
van dr. Wagenaar om een telegram te zen
den aan dr. Kuyper.
stemrecht in de Transvaal een slagboom uit
maakt tegen de vereeniging van Zuid-Afrika
waarschijnlijk met een onregelmatige
noordelijke grens, welke zich voor een ge
deelte tot de Middellandsche Zee uitstrekt
onder Britsch Oppergezag (N. R. Ct. van
20 Juni 1899, Tweede Blad.)
De Transvalere zonder steun of sympathie
van eenige mogendheid de trouwe Oranje
Vrij staat uitgezonderd die nog onlangs
eene aanwijzing als niet onafhankelijk ont
vingen, die machtige rijken voor Engeland
zien buigen, door eene overmacht, met
een zeer moorddadig geweer ge wapend, be
dreigd, de fiere Transvalere van 1881 en 1896
hebben ook gebukt, en den Engelschen eisch
nagenoeg geheel ingewilligd door aan
duizenden, voor een groot deel vijandig
gezinde Engelschen staatkundige rechten te
geven, ze mede te laten waken voor de
reeds zoo moeilyk te handhaven onafhan
kelijkheid.
Nieuwe voorstellen van Engeland toonen,
dat Engeland het doel nog verre van ver
zekerd acht, maar of daarom tot het uiterste
middel, tot geweld zal besloten worden is
te betwijfelen.
De reeds op de Republiek behaalde voor-
deelen geven kans op natuurlijke wijze tot
oppergezag te geraken, dooreen oorlog zou
den die voordeelen kunnen teloor gaan.
Intusschen kunnen vele bewijzen van sym
pathie met het verdrukte volk, niet nalaten
grooten indruk op het edele hart van milli-
oenen Engelschen te maken, en daardoor
invloed op Engeland's beslissing oefenen.
N. R. Ct.
gewond en gedood, dat de overigen op de
vlucht gaan. Een tweede patrouille tracht
daarop meer noordelijk vooruit te komen.
Blijkbaar onderschatte Jameson desterkte
der Transvalere. Hoe had hij ook kunnen
vermoeden, dat er reeds meer dan 600
Boeren westwaarts van Krugersdorp opge
steld waren. De 3 districten, waarait de
Boeren in een etmaal waren samengekomen,
vormen eene uitgestrektheid zoo groot als
ons land, met eene gezamenlijke bevolking
van waarschijnlijk geen 10.000 zielen. Ja-
meson verkeerde mede in de dwaling, dat
de telegraafdraad tusschen Zeerusten Preto
ria was verbroken, wat door nalatigheid
van ondergeschikten niet was geschied. Het
eerste bericht van den inval ware dan over
Lechtenburg gekomen en de gevraagde op-
hildering ook wat vrtraagd.
Van de tweede patrouille keerde niemand
terug. Zy werd gedood of gevangen ge
nomen.
Jameson wykt bij het vallen van den
avond zuidelyk uit en overnacht by...
ongeveer Nijmegenbeschermd door zy tie
kanonnen en maxims.
Toen het den volgenden morgen aan
Jameson bleek, dat de Boeren tegenover hem
eene sterke stelling achter aardwerken van
den in aanbouw zynden spoorweg naar
Potchefstroom hadden ingenomen, waagde
hy het niet hen krachtig aan te vallen.
In zijn bijzonder geval was het niet noodig
eefst de verdedigers te verslaan, alvorens
het vijandelijk land in te rukken. Hij be
sloot den linkervleugel der Transvalere in
een wyden boog om te trekken, en aldus
Johannesburg-Emmerik, en mogelyke hulp
vandaar, te naderen.
De Boeren moesten niet eenvoudig weder
stand bieden, maar een bereden troep, van
geschut voorzien, die door wilde dringen,
telkensin den weg staan, en zoo mogelyk
vangen. Zy deden dit op bewonderenswaar
dige wijze.
Cronjé volgt meteen deel zyner mannen
den vijand, maar moet daarby ver rechts
uitwyken, daar Jameson den aftocht met
artillerievuur krachtig dekt.
Potgieter snelt met een zestigtal Kru
gersdorpers en 180 man, meest van Cronjé,
langs de koorde van den boog, dien Jameson
volgt, dezen vooruit en bezet by Doornkop-
Kranenburg, (halfweg Nymegen en Kleef)
loodrecht op een oud pad eene goede stel
ling. Daar men bij den aftocht van Jameson
onzeker was, waarheen hy trok, bleef Malan
vooreerst in positie.
Jameson stuit op depositie by Doornkop-
Kranenburg, en doet, na de Boeren eenigen
tyd met zyn geschut beschoten te hebben,
eene krachtige poging om door te dringen
maar de dap iere Boeren slaan den aanval
af, en brengen den vrybuiters veel verlies
toe.
Weldra konen van de linkerzyde vele
Transvalere, en ook de staatsartillerie onder
Ma'an enTriehardt aansnellen, tetwyl Cronjé
den rechtervleugel van Jameson bedieigt.
Jameson geeft zich aan Cronjé over.
Brhalve geweren, maxims, kanonnen en
tienduizenden patronen, vielen 400 gevan
genen den overwinnairs in handen.
Cronjé had bovendien op oudejaarsavond
een ernstig gewonden zoon naar Krugers
dorp Arnhem o rergebracht, maar
's nachts was hy weder op het gevechtsterrein.
Een drietal jaren liet Engeland de Re-