BANK,
Gulden,
varkens
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Middelburg
ER, Goes.
Dinsdag 8 lugusfus.
dertiende
I
DEN BOSCH,
MEID
denstbode
"-ONDERWIJS.
lo. 181.
eel geplaatst.
jnen,
ir verband op
aarde. Brieven franco
reau van dit blad te Goes.
plaatsen van
land te verkri\-
>B DUIJVIS.
VERSCHIJNT
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Nederland en Transvaal
z---m
Wï
m
fning van administratie-
smarkt no. 32, te Breda
[E RONDE BRESSER,
AN HEEL Co., te
GEN en den Heer L.
bij den heer Mr. J. C.
LE& ZOON te Zieriksee.
Koog a. d. Zaan.
DE KORTE, Bigge-
Ie GOES,
liet geven van PRl-
i 1. o. en in de FRAN"
GELSCHE TAAI,.
MAT JA ARS Wz.
S eroosker ke,
ier
YERHAGE,
jmmeweeie Middelburg.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers 0,025.
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKERK, te Goes
en
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Aan het Volk vanCroot-Brittannië I
Het bestuur van de Nederl. Zuiü-Afr.
Fereeniging zond ons onderstaand Manifest
aan het volk van Groot-Brittannië.
Er zijn in den laatst,en tijd reeds vele
stemmen opgegaan om het Engelsche Volk
het onrecht, den Transvalere aangedaan
onder de aandacht te brengen.
Wij Nederlanders, begaan met het lot
onzer Stamverwanten in Zaid-Afrika, heb
ben te toonen, dat onze harten warm klop
pen voor de verdrukten, en hun de helpende
hand in tijd van nood te willen reiken.
Tot dusver bleef het bij woorden, laat
ons na overgaan tot de daad, de gelegenheid
daartoe wordt thans geboden.
Wij wekken allen met ernst op, te tee
kenen op de op verschillende plaatsen
nedergelegde lijsten, of onderstaand manifest
uit te knippen en, onderteekend door één,
twee, drie of vier personen, aan ons adres
zoo spoedig mogelijk toe te zenden, en voorts
anderen aan te sporen ook zoo te doen.
Om aan het adres meerdere kracht te
geven, mogen daarop de handteekeningen
van Neêrlands vrouwen niet ontbreken.
Voor lezers te Middelburg ligt het mani
fest bij den uitgever van ons blad den heer
F. P. D'huij ter teekening.
Voor lezers te Goes ligt de lijst bij den
heer G. M. Klemkerk uitgever te Goes,
ter teekening.
Mogen velen van de nu geboden gelegen
heid om de petitie een zoo algemeen moge-
dijk karakter te geven gebruik maken
Aan het Volk van Groot-Brittannië
Wij Nederlanders, verwant aan U door
«een gemeeenschappelijken oorsprong, door
overeenkomst in geschiedenis en traditiën,
ontleenen aan deze verwantschap, waarop
wij trotech zijn, de vrijmoedigheid om uit
drukking te geven aan den onweêrstaanba
ren aandrang van ons hart en de diepe
overtuiging van ons verstand, dat er bij
velen uwer een sterke neiging bestaat een
schromelijk onrecht te begaan jegens het
volk der Zuid-Afrikaansche Republiek, eene
loot van onzen gemeenBchappelijken Ger-
maanschen stam, een volk zwak in aantal,
maar sterk door de deugden, welke door
alle Angelsaksers op den hoogs ten prijs
•worden gesteld: moed, onafhankelijkheids
zin, zelfbewustzijn en godsdienstzin.
Wij doen een beroep op uw dieper besef
"van rechtvaardigheid en edelmoedigheid,
"wanneer wij U toeroepen
Laat af van de pogingen, door sommigen
uiwer geldmannen en Staatslieden beproefd
om dit volk te belemmeren in de geleide
lijke ontwikkeling van eigen aard en aanleg
en te onderwerpen aan uwen wil.
Laat af van het zoeken en aangrijpen
van aanleidingen en voorwendsels om U te
mengen in zijne aangelegenheden, omdat
het deze op andere wijze regelt, dan U
redelijk en wenschelyk schijnt.
Laat overigens dit yolk zich natuurlijk
ontwikkelen, zelf den geest des tig ds onder
gaan, die onvermijdelijk voortdrijft op den
weg van vooruitgang in stoffelijk en geeste
lijk opzicht en elke gewelddadige stoornis
veroordeelt, omdat zij de geleidelijke ont
wikkeling veeleer vertraagt dan bevordert.
Wij vragen u dit dringend, niet alleen
omdat eene andere politiek leiden moet tot
geweld, bloedstorting, broedermoord; maar
ook omdat daardoor het recht geschonden,
de naam van Britsche rechtvaardigheid ge
schandvlekt, van Britsche scherpzinnigheid
ondermijnd en die van Britsche grootmoe
digheid tot een spotternij gemaakt wordt."
Naam Maatsch. positie.
Pompen.
In dezen drukken examentijd mag wel
even even, doch niet te lang: 'tis te
warm! worden stilgestaan bij de klachten
over de in lagere, middelbare en hoogescholen
in zwang gekomen in pomp- en klaarmaak-
plaag voor onze studeerenden.
Van grootelijks bevoegde zijdeis al sinds
meer dan een kwarteeuw geklaagd over de
overlading op de lagere schol :n. Vooral
bg het uitgebreid lager onderwgs, is 't
leerplan in uitgebreidheid en omvang niet
evenredig aan den leeftijd der leerlingen.
En wat wordt er hun niet veel opgegeven,
dat hun nimmer in het leven zal te pas
komen.
Onpractisch,ondoelmatig, geleerde weet
nieten kweekend, dit is de klacht, ook
zelfs van onderwgzers die zeiven zich er
aan schuldig weten doch die nu eenmaal
met het stelsel van onzen tgd hebben te
rekenen.
Doen zij anders, dan worden hnn leer
lingen voor alle mogelgke toelatingsexa
mens afgewezen. Zg zgn derhalve welver
plicht die hoofden te vullen met allerlei
geleerdheid om den schgn van onweten
schappelijkheid te ontgaan.
Van de Hoogere Burgerschool gaat de
zelfde klacht. Veel te veel vakken, veel
te veel stof om te verwerken. Veel te veel
hallast die terstond na het gunstig afgelegde
eindexamen voor altgd wordt weggedaan.
Veel te veel onpractische boekengeleerd
heid, veel te veel dat eer in den weg staat
dan medegaat op den weg naar het practi-
sche leven.
Niet minder geldt deze klacht voor de
hoogescholen.
Vraagt het hun allen rechters en
dokters, predikanten en letterkundigen, zg
klagen allen over het te veel tegenover
het te weinig dat beklgft en te pas komt
bg de beoefening van het beroep, waar
voor de universiteit ze heeft Klaargemaakt.
Dat de opleiding onzer aanstaande rech
ters en advocaten niet deugt, in elk geval
onvoldoende is, wordt door de grootste en
beste juristen toegegeven.
Op de ainstaaude vergadering der Ne
derlandsche Juristanvereeniging 1 en 2
September, a., zal dit onderwerp ernstig
besproken worden: Moeten voor de toelating
tot de rechtspractijk en de magistrotuur
andere dan de bestaande eischen en waar
borgen worden gesteld, en zoo ja welke
Op verzoek van het bestuur gaven een
paar professoren en een ond-professor, allen
oud-magistraten (Simons, Eyssell, A. F. de
Savornin Lohman, Van Bolhugs) hunne
praeadviezen, welke alle hierin overeen
stemmen dat verbetering dringend noo-
dig is.
En nu zullen wg het advies van mr.
Lohman eens ter zgde laten, dewijl deze
vrg-antirevolutionair is maar de liberale
heeren zal men toch wel willen hooren?
Mr. Eypsell zegt - „Zelfs zijn theoretische
kennis zal hij nog moeten aanvullen enpracti-
sche bedrevenheid mist de pas gedoctoreerde
geheel."
Prof. Simons meent: „Het doctoraat in
de rechten, het eenige vereischte dat de
Staat feitelijk stelt, geeft generlei waarborg
van geschiktheid om bg voorbeeld als pro
cureur op te treden.
Mr. Van Bolhuys meent dat zij „kunnen
beginnen".
Terwijl oud Prof. De Snvornin Lohman
gelooft „dat men thans zoomin met het oog
op de wetenschappelijke ontwikkeling als
met het oog op de practische vorming met
de verkregen resultaten tevi eden is."
En dat komt niet, dewgl de studenten
niet gewerkt hebben, zg hebben gezwoegd
lang en veel. Maar aan veel wat hg er
in gepompt heeft, heeft hg niets, terwijl
hetgeen hem noodig is, zeer vluchtig slechts
ter kennisse kwam, of niet als zgn eigen
dom door hem wordt gebruikt.
Wat al vakken!
Ziedaar de klacht in alle geledingeu van
het onderwijs.
Welke waarde op dif wijze te hechten
zij aan de examens, retor de praktijk, laat
zich begrijpen.
Wel een bewijs dat er én bij het lager
én bij het middelbaar èn bij het hooger
onderwijs op verandering van systeem, op
vermindering van leerstol, op meerdere
voorbereiding voor 'tleven moet worden
aangestuurd.
Het isdegroote klacht over onze 18jarige
onderwgzers dat zg een indrnkwekkenden
schat van boekenkennis in 't hoofd hebben
over velerlei en toch vaakjde meest onbeholpen
menschen zgn waar 't een oordeel geldt
over het meest voor de hand liggende, het
meest eenvoudige.
Omtrent menigen jongen die eindexamen
deed bg 't middelbaar onderwijs wordt ge
klaagd dat hg zoo heelemaal niet deugt voor
den werkkring waarin hg werd opgenomen,
dat hg bg zijn geoote geleerdheid nog zoo
weinig verstand heeft van 't geen in zgn
vak het meest noodig is, dat de degelijkheid
ontbreekt.
Van de leerlingen der ambachtsschool,
schoon niet meer zooveel als vroeger, wgl
dit onderwgs juist zoo belangrgke verbete-
teringen allerwegen ondergaat, heeft dezelfde
indruk lang gegaan, dat zg zoo tegenvielen
bij de e rste kennismaking.
En de resultaten der hoogescholen men
kon het dezer dagen nog in Het Handels
blad lezen --zij zijn zeer bedroe lend
niet dat de wetenschappelgke opleiding
ontbreekt, maar dat zij helpt de practgk te
beoefenen, zeodat de jonge advocaat pas na
zgn studietgd daaraan kan gaan denken,
tot groote schade van zijn cliënten, slacht
offers van diens „oefeningen incorpore vili."
Of al deze jongelui dan geen goed exa
men maken?
Zeker wel; maar zg zgn afgericht ge
worden. Het inpoinpstelsel hebben zij,
vooral in de laatste maanden, ondergaan.
Het is si repeteeren geweest, en apho-
ristisch inprenten, wat kan 't anders zgn
bg zooveel verschillende vakken als moes
ten worden bggebouden
Een andere richting moet gekozen. Een
anderen kant dient het op. Dat zien hoof
den van scholen en leeraars even goed in
als professoren. Het is maar de vraag
wie begint
getuigt dus niet voor, maartegen de Pausen.
Ap.stelen des vredes zynzg nooit geweest.
Den kryg hebben zg meer dan andere
vorsten ontketend en nu nog, op dit
oogenblik, is de Paus druk bezig ver
deeldheid te zaaien in Frankryk.
De openbaarmaking der correspondentie
tusschen onze koningin en den Paus, heeft
ook in het buitenland verbazing gewekt.
Een der gedelegeerden vroeg aan den oor
respondent van de Koln. Zeitung ot er
verkiezingen op til waren, en of onze re
geering daarbg den steun der katholieken
noodig had.
Een meer anti-Roomsch karakter draagt
de klacht van De Nieuwe Zondagsbode.
„Men weet dat de Paus nog altoos zit te
moKken omdat hg niet ten Vredes-Confe-
rentie is genoodigd, als ware hg een
wereldlyk vorst die er een leger op na houdt.
Nu, aan het eind der Conferentie big kt
het, dat er iets gedaan is om den teleurge-
stelden grysaaru wat te kalmeeren. Op de
laatste vergadering werd een brief voorge
lezen door onze Koningin op 7 Mei aan
den Paus gericht, en ook een vriendelyk
antwoord daarop van 29 Mei
Onze Koningin mag natunrlyk brieven
schrgven en zenden aan wien zg wil,
maar het bedroeft ons toch dat tweemaal
in dien brief een mensch „Uwe Heiligheid"
en ook „Doorluchtige Hooge Priester"
wordt genoemd.
Mogelyk heeft een of andere hoveling
de Koningin wysgemaakt dat het zoo be
hoort, maar dan is het toch ergerlgk dat
iemand zulke woorden aan eene protestant-
sche vorstin inde pen durft geven, om de
grenzelooze verwaandheid van den Paus
te vleien. Geen wonder dat er een ant
woord op gekomen is, dat van die ver
waandheid blijk geeft. Het spyt ons dat
de Koningin het aanzoek om zulk een
brief te schrijven niet met protestantische
fierheid heeft van de hand gewezen".
De Midd. Crt. schryft naar aanleiding
hiervan onder meer:
De briefwisseling met den Paus.
Het Ckr. Hist. Ned. Dagblad heeft ein
delgk ook gesproken over de corresponaen
tie tusschen de Koningin en den Paus.
Waarom de correspondentie in zake de vre
desconterentie openbaar gemaakt? vraagt zg
Eenige officieele opheldering betreffende
het niet uitnoodigen van de Transvaal was
veel meer gepast en meer nationaal ge
weest. Het schrgven der Koningin schgnt
te hebben moeten dienen om de pil te
vergulden. De Paus was niet uitgenood! gd
en nu vraagt de Koningin hem toch zgn
moreel n steun, maar Zg had toch vooraf
wel kunnen berekenen, dat de Pans zich
zou haasten Haar te zeggen, dat hij ook
nog wel andere dan zedelyke hulp had
kunnen verleenen. In zgn antwoord zet
da Paus dan ook nog eens duidelyk de
gewone aanspraken van den Pauselyken
Stoel uiteen, om over alle volken en
vorsten te heerschen, en ofschoon niemand
zich meer aan die aanspraken stoort, lag
het toch niet op den weg van de Regeering
om eene dergelijke manifestatie uit te
lokken en die nu nog eens te gaan publi-
ceeren. De geheela brief des Pausen is
bovendien voi tegenstrijdigbe len. Dat hg
zelf persoonlyk vredelievend is, nemen wg
gaarne aan, maar zgn kerk en zgne poli
tiek zijn dat niet. En zoo de Paus zich
op zgne voorgangers en op de traditie be
roept, willen wg hem even herinneren,
dat die voorgangers niet alleen den vrede
hebben gepredikt, maar ook den kruistocht
tegen Mohammedanen, Albigensen, Wal
denzen en Stadingers, wier grootste mis-
dryf was, dat zg zich tegen het pauseigk
gezag hadden verzet. De geschiedenis
De eerste opmerking vinden wQ al zeer
kleingeestig.
Men mag toch van eene Koningin ver
wachten dat zij de vormen in acht neemt en
dus ook een Paus de hem verschuldigde
en toekomende titels geeftevenzeer als Z. H.
onze Koningin als H. M. zal betitelen.
En wat nu de overige vrij stekelige opmer
kingen betreft, men verlieze toch niet uit het
oog, dat de positie van den Paus niet te
vergelijken is met die van eene of andere
gezaghebbende in de Protestantsche kark.
Z. H. staat aan het hoofd van de Roomsch
Katholieken, over de geheele wereld
verspreid. Vroeger was hij souverein en in
1871 iB uitgemaakt dat hij zijn souvereini-
teit behield.
Maar afgescheiden daarvan, niemand, tenzij
hij zieude blind is, zal toch mogen ontken
nen dat ae macht van dan Paus zich verder
uitstrekt dan die van eenige Protestantsche
kerk dat Z. H. invloed Kan uitoefenen over
een groot deel der aarde; dat zijne kerk een
kolossale macht is.
Protestantsche lierheid behoeft nog niet
mee te brengen dat men de waardigheid
en de waarde van Z. H. miskent En als
Vorsrin van het land, waarin de vredes
conferentie plaats had, mocht onze Konin
gin den Paus, het hoofd van een groot en
sterk lichaam, gerust vragen om medewer
king voor een verheven, gfoot beginsel, waar
van de bevordering ligt op den weg van een
kerkvorst, die de beginselen van Christus
moet voorstaan.
H. M. zal aan haar Protestantsch geloof
trouwens zij is toch ook koningin over
andere geloovigen en ook over niet-geloovigen
in Nederland door haar brief niets te
kort hebben gedaan; en alleen Protestantsche
kortzichtigheid kan opmerkingen als die van
de Zondagsbode iemand in de pen
geven, een kleinzieligheid, die toch al zooveel
kwaad brouwt.
Laat men liever aan die zijde meewerken
om, met ons, Home te bestrijden, waar het
zijn maent wli aanwenden, en o. i.mi bruikt,
om de staatkunde dienstbaar temaken aan
het bereiken van kerkelijke oogmerken en
de vrijzinnige denkbeelden en beginselen te
fnuiken: een uitvloeisel van den invloed,die
zich in de laatste halve eeuw het meest op
de Pausen doet gelden.
Maar de waarde an den Paus als Kerk
vorst en zjjn grootën invloed als zoodanig
erkenne men en trachte men niet te ver
kleinen.
Nu voelen wg niets voor het beuzel
achtig gepraat van christelijk historische
bladen als bovengenoemde, dat Nederlani
een protesiantseh land is. Met dat „pro
testantsch" wordt toch een anti-Roomsch,
allegaartje bedoeld.
En in menigerlei opzicht bestaan wg den
Roomschen, vooral den antirevolutionairen
onder hen vry wat nader, dan den protestan
ten. Vooral de protestanten van den pro
testantenbond, de vryzinnige protestanten
geven wg gaarne voor de principiëele
Roomschen in ruil.
Daarom komen wg er ook tegen op dat
de Midd. Crt. protestanten en antirevolu
tionairen onder één naam samenvat. Dien
protestantschen naam geve zg aan hare
eigen geestverwanten en wie hun ook
volgens dr. Bronsveld het naast staan
de Christelyk historischenen 't is dan
ook niet, om de Zondagsbode te verdedigen,
dat wg ons in deze quaestie mengen.
En 't is ook niet om er een kibbelparty
van te maken. Er valt toch met de Middel-
burgsche Courant niet principiëel te rede
neeren daar zij van daag akelig
ouwerwetsch en acbterlyk en morgen on
verstandig nieuwe-tyd-achtig is, al naar 't
noodig is.
Toch mag, naar aanleiding van hare
pbilippica aan 't adres van haar collega
Zondagsbode wel gevraagd of de Midd.
Crt. loslaat ie grondgedachte van den neu
tralen Staat.
We dachten dat zg die grondgedachte
nogal vasthieldby voorbeeld in de School.
En dan valt er voor de gebezigde titula
tuur al heel weinig te zeggen.
Noch voor de Koningin persoonlgk,
noch voor het hoofd van een staat, van
den neutralen staat, is er plaats voor de be
naming van Groote Hooge Priester ea
Heiligheid.
Voor een heel groot deel harer onderdanen
moge de Paus dat geacht worden te zgn,
een even groot deel acht het afgodery
en ook uit naam dezer laatsten is de brief
geschreven.
Den Paus moge alle eer gegeven worden,
die hem als gentleman, als philantroop,
als grgsaard toekomt, in geene andere
qualiteit behoort onze Regeering hem te
erkennen.
Dit te miskennen heeft een politiek doel
behoort tot de gedienstigheden der practgk.
En daar moest eene regeering, opge
treden als vrucht eener samenwerking juist
van die „protestantsche" lees anti-
Roomsche menschen typen Middelburg-
sche Courant en Zondagsbodeeene Regee
ring die onder de leus „Los van Rome!"
op het kussen kwam, niet aan mee willen
doen.
En waar de Midd. Ct. op hoogen toon
beweert, doch niet bewystdat „Rome
zijn macht misbruikt om de staatkunde
dienstbaar te maken aan het bereiken van
kerkelijke doeleinden, daar nemen wg het
voorde Roomschestaatsparty ten onzent op,
die wel door haar onder dit voorwendsel is
bestreden geworden; doch nog geen zweem
van kerkelijke doeleinden openbaarde, dan
misschien alleen op dit eene punt, waarop
zelfs de Middelburg sclieCouranChaax by valt:
het protest der Kamerleden tegen Pan-
selyke uitsluiting ter Vredes-Conferentie.
En het strekt de Nederlandsche ministers
niet tot eer, dat zij terpaaiïng of lgming
of uit welke staatkundige De weegreden
ook, aan deze grief zgn tegemoet gekomen.
Indien wg een mini-tecie-Kuyper-
Schaepman hadden gehad, zeg zelf, of juist
van die zgde niet bet hardst zou geroepen
zgn over zgn buigen voor Rome, zgn gaan
naar Canossa, over Pausen-verheerlykingen
wat dies meer zg.