NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK- sr
HISTORISCH
Middelburg
129.
3H0UDSTER,
akersknecht,
le, Hulst-Vlake.
(Donifecifag 8 Ëugusfus,
Mimde Inargang.
resterschelde.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Eene Werkstaking.
Buitenlandsck Overzicht.
met een kind ver-
e een
jaar. Adres
EENPOEL te Schore.
tond een
HEULER, Seisstraat,
Middelburg.
STOOMBOOT
lt Rotterdam.
Aug.
Van Rotterdam.
WoenBd. 2'smid 12 u
9 'smor. 6
n j' Jj'
Donder. 24 6
Woensd.30 10
AMUIENST.
-MIDDELBURG,
gen Zeilm. vm. 4,50 r
11, 11,45; nm. 12.30
30, f4.15, 5,10, |5,55
-9,15, 10,15.
Remise.
burg (Markt) vm. 5.22
11,50, nm. f12.35, 1,55
4,20, f5,15, 6, f7, 7,25,
11.
jen goederen.
iOOTDIENS'i
DDELB.-ROTTER1) A M
QgUStUS.
onderd des Zondags, van
van Middelburg 8,45;
u.
OORBOOTDIENST
OF DE
OOTDIENST.
n naar Vlake vm. 5,20
Walsoorden onmiddellij k
den correspondeerenden
).31, 2,16, 5,15 uur.
SNDIENST.
Walsoorden vm. 7,
5 uur.
onmiddellijk na aan-
>ngeveer vm. 9,en
6,15 uur.
100TDIENST
slburg «n Zierikzot.
ierikzee Spoorweg Goei
Aug.
Van Ziarikzaa:
>idd 'smorg.s midd
45
15
45
30
30
30
30
30
30
45
45
45
45
45
45
30
50
30
30
30
30
45
45
Dins. 1
Woen 2
n. Cortgene7,50
ter. n. Zzee 9,15
Woen 2
n.Middelb.11,30
Dond. 3 6,30
Vrijd. 4
Zater. 5
Zond. 6
Maan. 7
Dins. 8
Woen. 9
Dond.10
Vrijd.ll
Zater.12
Zond. 13
Maan.14
Dins. 15
Woenl6
Dond.17
Vrijd.18
Zater.19
Zond. 20
Maan.21
Diosd22
Woen23
Dond.24
Vrijd.25
Zater.26
Zond. 27
Maan.28
Dins. 29
Woen30
Dond.31
7,50 3,15
7,50
7,50
6,
7,50
7,50
7,50
6,-
7,50
7.50
6,-
7,50
7,50
7,50
6,30
7,50
7,50
6,-
7,50
7,50
7,50
0,
7,50
7,50
6-
7,50
7,50
7,50
6.30
3,15
3,15
3,15
4,45
3,15
3,15
3,15
3,15
3,15
3,15
4,45
3,15
3,15
3,15
3,15
3,15
3,15
4,45
3,15
3,15
3,15
3,15
3,15
3,15
4.45
3,15
3,15
3.15
3.15
,55a) nm. 3,25 en 6,206
2,25a) nm. 3,55 en 6,50
0,25 nm. 1,55a) en 4,45
>,40 2,15a) en 5,05
11,55a 3,25 en 6,206)
12,15a 3,45 en 6,40f
0.
0.
iar Breskens ten hoog'*0
ssingen naar Borssel*n
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Een jaar geleden trok de staking der
Rijnschippers de aandacht in ganseh Rot
terdam, en wekte de belangstelling can dui
zenden daar buiten.
Het was dan ook een merkwaardige
strijd.
Aan den eenen kant eenige bonderden
binnenschippers, moe en vermoeid van den
strijd om het bestaan, gebukt onder de
zorg van grooten achteruitgang en bena-
dealing, waartoe de zoogenaamde tussehen-
hand, de bevrachters voor het meerendeel
kroeghouders, het hare bijbracht.
Aan den anderen kant de machtige bond
van patroons factors, bandelaars en
andere vracbtgevers weinig van nabij
met de knoeieryen en jarenlange achteruit
zetting op de hoogte of blind voor de
ongerechtigheden die de bevrachters- kroeg
houders jegens de schipperij pleegden,
welke zij uitzogen op alle manier.
En toch hebben deze binnenschippers
het bestaan tegen den machtigen stroom
van handelaars en bevrachters op te
roeien, of liever door zich in dien stroom
te werpen, een dam tegen hem te vormen.
Zij hebben den strijd aangebonden en
gewonnen.
Sedert dien tijd is de algemeene binnen-
Bchippersbond in ledental zeer vooruitge
gaan, hij telt nn reeds ruim vyfduizend
leden, en heeft op 22 scheepvaartplaatsen
eigen agentschappen, tracht in alle plaatsen
van eenige beteekenis beter en zuiverder
bevrachtingsconditiën te verkrijgen en
bevordert overal waar hij kan de belangen
der binnenschippers.
De grond voor de werkstaking dezer
binnenschippers was deels stoffelijk, deels
zedelijk.
Stoffelijk, voorzoover de schipperij betere
bevrachtingsconditiën verlangde, zedelijk,
waar zij tegen contractbreuk opkwam en
de bevrachters dwong met de heiligheid van
het eens gegeven woord te rekenen.
Maar wijl nn in de maatschappij het een
aan het ander vastzit, alle bedrijven scha
kels zijn van de eene groote keten, zal wel
niemand er aan denken de bewegipg dezer
eenvoudige, ongeleerde binnenschippers als
een op zichzelf staand iets te beschouwen.
Aan deze beweging was eene andere
voorafgegaan: die van de Rijnschipperij.
En thans volgt er weer een andere op:
die van de Rijnsieepbootmachinisten.
Ons land drijft betrekkelijk grooten
doorvoerhandel. Zijne veelvuldige kanalen
en riviermondingen maken het daartoe in
de eerste plaats geschikt.
Amsterdam en Rotterdam, Harlingen en
Ylissingen hebben geen kosten ontzien om
hunne havens en hunne verbinding met
de binnenvaart naar de eischen van den
handel te verbeteren. Rotterdam werd het
aantrekkingspnnt, dank zij zijn kostelijken
Nieuwen Waterweg. En wel gingen de
spoorwegen met een groot deel van den
buit strijken. Maar er schoot nog genoeg
over voor de schipperij.
Doch de vooruitgang en het kapitaal
legden 't toe op haar ondergang. Het
spoorwegvervoer werd meer gezocht, dank
zij de uitbreiding van het spoorwegnet,
de snellere wijze van vervoer, de betere
kans van ongeschonden overbrenging.
Daarbij kwam de betere toepassing van
het stoom ook op onze rivierbooten, zoodat
eigenaars ven groote stoombooten bij dezelfde
of mindere kosten als de schipperij tot
vijfmaal grootere vrachten konden bezorgen.
Kapitalisten sloegen de handen ineen en
bouwden groote schepen tot dat doel, en
zoo werd eene hopelooze mededinging in
het leven geroepen, waarvan de kleine
schipper de dupe werd; en waarbij alleen
de eigenaar van een groot zeilschip het
hoofd boven water houden kon.
Nij zij hier de opmerking ingelascht dat
«en kring va,n personen die door de con
currentie dreigt onder te gaan, niet per se
{jehoeft geholpen te worden om staande te
blijven, wanneer een gezonde en rechtvaar
dige sociale hervorming niet anders kan
tot stand komen dan door den arbeid van
dien kring overbodig te maken.
De maatschappeiyke vormen zoo
schreef de redactie van Patrimonium eens
zeer terecht wijzigen zich met den
loop der tijden. Tal van bedrijven, die
in de eene eeuw bloeien, zijn in een vol
gende ondergegaan of bestaan alleen in ge
wijzigde vormen voort.
Maar voor tal van schippers behoefde de
ongeluksdag niet te komen.
Nog zouden velen een behoorlijk stuk
brood kunnen verdienen, indien, ook bij
de zware concurrentie, alles maar eerlijk
toe wou gaan en waarborg overbleef dat
de verdiende boterham dan ook geheel, en
gesmeerd en wel, in de broodkast van den
schipper terecht kwam.
En juist dit laatste geschiedde niet, dank
zij het ongerechtige stelsel der bevrachters.
Dat zijn die lieden, zeker ook zelfs in de
kleinste handelsplaatsen wel bekend en
berucht geworden, die het er op toeleggen
zooveel mogelijk van den armen schipper
te „snokken" alvorens hem met een vrachtje
te begunstigen.
Die bevrachters, of tusschenpersouen zijn
in den regel menschen die een herberg hou
den of wier verwanten of huisgenooten
kroeghouders of winkeliers, ot ook beide,
zijn; en van' deze omstandigheid gebruik
maken om den schipper af te zetten.
Wij behoeven die geschiedenis niet in
den breede op te halen. Ieder die wel
eens met schippers sprak heeft de grief
kunnen vernemen. Een schipper die een
vrachtje zoekt, moet er hard voor loopen
en dikwijls terugkomen en veel slechte
glaasjes bier of liever veel glaasjes slecht
bier komen koopen en veel borrels bestel
len, onverschillig of hij ze uitdrinkt of niet;
somwijlen nog wel met de kans dat een
ander die meer dan hij bij den bevrachter
kroeghouder-winkelier besteden komt, de
vracht voor zijn neus weg kaapt en hij zijn
geld voor niets heeft uitgegeven.
En de gewetenloozen onder deze be
vrachters maakten daarbij misbruik van de
omstandigheid dat de schipper achteruit
ging, zoodat hij lage loonen accordeerde en
toch hooge loonen bij den handelaar of
factor in rekening bracht.
Klagen hiertegen was onmogelijk; dit
wisten de schippers wel, en de bevrachters
wisten het nog beter. Hadden zij het hart
over dergelijke dingen op het kantoor te
klagen, indien zij niet afgescheept werden
met een onverschillig woord, wat voor hen
toch eigenlijk nog maar het beste was,
werden zij toch bij den tussohenmanals de
spelbrekers geteekend, aan wie wel nooit
meer een vrachtje zou worden gegund.
Nu verscheen er in Januari van het
vorige jaar een koninklijk besluit, hou
dende voorschriften betrekkelijk de uitvoe
ring van het Wetboek van Koophandel,
omschrijvende de voorwaarden van lossen
en laden en de rechten en plichten van
den Rtjnschipper.
Door dit koninklijk besluit werd de
mogelijkheid geopend dat paaien perk werd
gesteld aan de gewoonte der bevrachtersom
de schippers op sleeptouw te nemen, dat
wil zeggen ze dagen aaneen te laten wach
ten onder verschillende voorwendsels, voor
welk schadelijk wachten de schipper geen
vergoeding ontving.
De expediteurs staken hierop de hoofden
bijeen en maakten een ganseh stel van be
palingen en voorwaarden die de voordeelen
van het koninklijk besluit geheel opwogen,
zoodat de schipper nu toch weer de oude
knecht bleef en kind van de rekening werd.
Deze voorwaarden werden goedgekeurd
en in de krant gezet en als een wet van
Meden en Perzen den schippers, en dat
zonder hen te hebben gehoord, opgelegd.
Een maatregel die wel een weinig over
eenkomt met sommige van denEgyptischen
koning die het volk Israel als slaven be
handelde.
De schippers begrepen echter terstond
dat nu de koe bij de horens gevat moest,
dat slechts eendracht het kwaad kon keeren
zij richten den Rijnschippersbond op, stelden
zeiven de voorwaarden vast, waarop zij
voortaan zouden varen, en dwongen de be
vrachters een contract te teekenen waarbij
zij zich aa.i de voorwaarden onderwierpen.
Kort daarop verbraken de bevrachters
dit contract en dit gaf aanleiding tot de
werkstaking, welker geschiedenis nog versch
in 't geheugen ligt en welke bekroond werd
met een echoone overwinning.
Alle factors, vele graanhandelaren en
cargadoors teekenden de Beurseonditién,
overeenkoa e ide met de bevrachtingscon
ditiën, waarbij heter loon en schadevergoe
ding en meer andere voordeelen gewaar
borgd zijn, doch waarbij de bevrachter
tevens winkelier-kroeghouder blijven kan.
Op dit punt zal natuurlijk mettertijd de
strijd opnieuw dienen te worden aange
bonden.
Maar al hadden de schippers niet alles
verkregen, in veel was hun toch tegemoet
gekomen.
Vooral was het zedelijk voordeel dezer
weikstaking zqo gioot. Immers het recht
van werkstaking vond niet meer zoo groote
tegenkanting; de noodzakelijkheid vau aan
eensluiting werd ingezien, de moed tot
solidair optreden kwam er in, en tot eene
organisatie werd de grond gelegd, die de
schipperij over het geheele land zal om
vatten.
In verband hiermede heeft dan ook de
opstand der machinisten en stokers der Rijn-
sleepbooten groote beteekenis.
Het groot kapitaal heeft stoomschepen
gebouwd die in constructie en vermogen het
verre van de zeilschepen winnen.
De sleepbooten verdienen aan dezen niet
het meest.
Maar dit geeft den eigenaars van de sleep
booten niet hét reeht hunne stokers en ma
chinisten te behandelen, als leefden wij nog
in een tijd toen men den mensch voor het
verlengstuk der machine hield.
Zondagsrust schijnen deze menschen nooit
te hebben; en ook hunne nachtrustJaatnog
te wenschen over.
Nu hebben ook zij zich vereenigd en
eiechen regeling hunner Zondagsrust en een
nachtrust van minstens vijf uren.
Te Rotterdam en Dordrecht liggen heele
rijen schepen stil.
Bootjes varen op de rivieren om wie nog
niet staken den doortocht te beletten.
Reeds werden hooge loonen aangeboden,
van f30 en meer per week, voor stokers
die zich beschikbaar stellen; maar zij willen
of durven niet.
Wel waren reeds in 1897 deze Zondags
en nachtrusten op bevredigende wijze
geregeld geworden. Doch de overeenkomst
werd geschonden, ten koste van het nu
stakend personeel en zoo trad allengs
weder de toestand in gelijk die te voren was.
Eenzelfde aanleiding dus. Den patroons
moet geleerd worden woord te houden.
Contractbreuk meet onschadelijk gemaakt.
De rechten van den werkman op een vrijen
Zondagen behoorlijke nachtrust, moeten op
hechtere grondslagen gevestigd worden.
Daarom is de volgende regeling door de
machinisten voorgesteld
Zondagsrust van Zaterdagavond 6 uur
tot Maandagmorgen 4 uur; ook onder de
vaart te genieten en zoo mogelijk op een
veilige reede van waar ieder de plaats be
reiken kan waar hij zijn Zondag wenscht
door te brengen.
Verboden wordt aan het machinekamer-
personeel elke werkzaamheid op Zondag,
ongevallen uitgesloten.
Onder de vaart een nachtrust van 5 uur;
niet meer aanmaken op den dag van aankomst.
Het loon voor een machinist sal bedra
gen voor een boot van 35 p. k. f 11, voor
elke 10 p. k. meer f 1 hooger. Dat van
de stokers zal bedragen vau Rotterdam
naar Keulen f 13, boven Keulen nader
overeen te komen.
Machinisten of stokers, zes maanden aan
boord zijnde, mogen gedurende de winter
maanden uiet worden ontslagen.
Op bepaalde booten moet er een stoker
bij, wijl 't werk voor een machinisten een
stoker alleen te zwaar is.
Toen nn op deze billijke vordering geen
antwoord kwam, besloten de vragers te
staken.
Thans hebben zij hunne eischen nog
eenigszins gewijzigd door vast te stellen
Zaterdagsavonds tot een uur voor zonson
dergang mag worden doorgevaren en 's Maan
dagsmorgeus een uur na zonsopgang mag
worden begonnen, de afvaart van Rulir-
ort onafgebroken tot Rotterdam mag wor
den voortgezet; indien tijd van aankomst
later is dan 10 uur 's ochtends op Zondag
dan zal die dag niet als Zondag worden
beschouwd, maar de Maandag daar op
volgende daarvoor worden beschouwd.
In een vergadering der leden ran de
Rijnsleepvereeniging is dit voorstel bespro
ken, en uit de smeltkroes der besprekingen
is een nieuw voorstel opgekomen, door of
namens enkele reeders ingediend De ge
heele Zondagsrust zal worden ingevoerd
met dien verstande dat met inachtneming
van de nachtrust ook des Zondags worde
afgevaren het geheele jaar; en opvaardig
kan gelegen worden op de reis des Zondags
in de maanden. Maart tot Augustus.
In dit voorstel zoo goed als geen sprake
van Zondagsrust en dit is dan ook op
't oogenblik het eenige beletsel tot den
vrede. Op slle andere punten zijn reeders
en stakers het eens geworden.
Te Rotterdam is het aantal geladen, op
stroom liggende rijnschepen wier sterk
toegenomen. Zij alle wachten er op om
met spoed naar boven gesleept te worden.
Op het oogenblik liggeu daar 27 Rijnsleep-
booten stil, ook te Ruhrort liggen er ver
scheidene, het personeel waarvan op't oogen
blik dat te Rotterdam en Dordrecht per
soonlijk kwam steunen.
De Algemeene Rij nschippersbond is al
vergaderd geweest en heeft sympathie
betuigd met deze staking, een boot ter be
schikking gesteld en geldelijke hulp aan
geboden.
Het wordt ingezien dat éénzelfde belang
heide bonden bindtdat de rechten der
Rijnschippers die det binnenschippers, der
binnenschippers ook die der stokers en
machinisten van Rijnsleepbooten zijn.
Te Ruhrort vonden de stakers reeds
menig gewillig oor. Reeds traden verschil
lende patroons toe tot 't contract waarbij
betere werk- en rustverdeeling wordt ge
waarborgd.
In ieder geval zal ook deze staking
vruchten opleveren voor de schipperij.
De reizen der groote kantoorsehepen
zullen er met nagenoeg twee dagen per
week door worden vertraagd; nu het Zon
dagsvaren ophoudt en de nachtrust langer
wordt. Dat zal natuurlijk ten goede komen
aan de particuliere Rijnvaart.
Langs onbloedigen, betrekkelijk vreed-
zamen weg zal weer een verbetering wor
den verkregen, die ten slotte het publiek
weer wel betaalt, doch waarvan het al heel
■veinig voelen zal.
De staking in de kolenmijnen, nu eenige
jaren geleden, heeft de positie der mijnwer
kers veel verbeterd, de kolen ziju er duur
der op geworden; doch niemand heeft daar
meer hinder van.
En een heele kring van arbeiders, en een
breede rij arbeidersgezinnen is er goed mee.
Heden viert on;e beminde oud-Regentes
de Koningin Weduwe haar 41eten ver
jaarsdag.
God spare Haar nog lange, tct eer van
Zijn Naam, tot heii onzer Koningin en tot
blijdschap van miljoenen onderdanen.
Het Belgische ministerie Yandenpeere-
boom heeft zijn ontslag ingediend, de Koning
heeft dit ontslag aangenomen en De Smet
de Naeyer de samenstelling van t en nieuw
ministerie opgedragen.
Wat tot voor enkele maanden onmoge
lijk geacht werd, is dan geschied. Het
ministerie dat zich nog voor eenige jaren
sterk waande in zijn onneembare vesting
en gedragen werd door een kamermeerder
heid van drie vierden, is gevallen. Hoe
Door zijn eigen zwaarte, topzwaarte, zegt
de een; door zijn o vermoed zegt deander;
een derde zoekt de oorzaak in verdeeldheid,
of in de onbekwaamheid van den premier,
of in de tegenwerking des Konings of in
de revolutionaire woelingen van liberalen
en socialen.
Zij kunnen allen gelijk hebben.
Het was inderdaad een topzwaar mini
sterie. Evenals de Nedeilandsche liberalen
veertig jaren lang tot 1888, eene meerderheid
in de Kamer bezaten en toch de minderheid
hadden in het land, hebben de Belgische
clericaien nn vijftien jaar iang eene veel
te groote Kamermeerderheid gehad. Wal
schijnt België, ook bij de toepassing van het
evenredige stelsel, het stelsel dat de waar
heid het meest nabijkomt, de meerderheid
onder 't volk en dus ook in de Kamer
te hebben. Doch een derde der clerieale
Kamerleden dankt zijn zetel aan 't stelsel
der meervoudige districten. Yooi Brussel,
Antwerpen eu Gent te zaam hebben een
dertigtal afgevaardigden met kleine meer
derheid gekozen, zitting; en nu spreekt
het van zelf dat een ministerie op een
dergelijke meerderheid steunend, moreel
niet sterk kan zijn.
Te avond of morgen moest het vallen,
en moest ook bet ongerechtige districten
stelsel vallen. Dat het geschied is door
middel van Kamerkabalen en Straatdwinge
landij, en door de zelfwegwerping der libe
rale partij, die, kieskeurig noch vies waar
wat te halen valt, met de socialisten en
de oproermakers en steenengooiers gemeene
zaak maakte, blijft eene compiomitteerende
bladzijde in de geschiedenis dier party
doch dat neemt het feit niet weg dat het
clerieale ministerie, schijnbaar van ijzer
ook tegen deze slagen zon bestand ge
weest zijn Kruger in Transvaal heeft
wel voor heeter vuren gestaan! indien
het niet, staande op zijn leemen voeten,
zijn innerlijke zwakheid had verraden.
De kopstukken in het ministerie konden
'tlmgopde been doen blijven. Doch ook
in de opvolging viel krachtsvermindering
te bespeuren.
Er was afdaling in talent by de reeks
premiers die geacht werden den toestand te
beheerschen.
Yan Malou, over Beernaart en de Burlet
naar Yandenpeereboom loopt een afdalende
reeks. En de overige leden van het kabi
net vertoonden denzelfden trek. Hoe kan
't ook anders?
Malou, Jacobs en Yandenpeereboom had
den zich in 't parlementaire strijdperk met
Orban, Buis, de Brouckère kunnen meten.
In die school gevormd hadden zij het regee-
ren geleerd.
Doch de tegenwoordige ministers Schol-
laert en Liebaert en Cooremans, schoon
bekwaam en gewillig, misten de parlemen
taire ervaring, terwijl ook de gelegenheid
en de prikkel tot krachtsontwikkeling ont
brak in den kamp tegen een Janson, een
Lorand, een Demblon en hoe zij meer hee-
ten mogen, de mindere goden en leven
makers uit den jongsten tijd.
Te naaste aanleiding tot bet aftreden
van dit ministerie ligt echter in het echec
dat 'tleed met zijn kiesrechtvoorstellen.
De socialisten hadden dit ontwerp heftig
aangevallen en toen zij zich onmachtig
zagen het „kwaad" te keeren, het volk
opgeruid en straatkabaai uitgelokt, en meer
dere streken uitgehaald, daarbij den per
soon des Konings nietontziendë, waardoor
deze zich gedwongen achtte het ministerie
tot de orde te roepen.
Gevolg is geweest voorloopige intrek
king van het regeeringsontwerp en een
nader onderzoek der verschillende stelsels
door een commissie van vijftien.
Deze commissie, uit alle partijen bij
eengebracht, stemde alle ingediende ontwei"