CHRISTELIJK- NIEÜWSBLAD HISTORISCH VOOR ZEELAND. KERKNIEUWS. lo. 118. 1899. Merifag 8 ML (Dertiende laargang VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN SCHOOLVERZUIM. F.LKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maandep franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel meer 10 cent. Nu de tijd van schoolverzuim wegens drukken arbeid weer is aangebroken, dient ook ons blad op dit ziekteverschijnsel te wijzen om zoo 't kan enkele middelen aan de hand te doen, waarmede men dit kwaad kan beteugelen. En dan staat op den voorgrond dat de ouders bet best zullen waardeeren, wat zij zei ven betalen. Het is een der fouten van den schoolwetgever in 1878 geweest, dat hij zelfs voor den vermogende de gelegenheid open stelde om zijn kind kosteloos onderwijs te doen geven. De ervaring leert dan ook'dat door de ouders, vooral inzake het geestelijk voed sel hunner kinderen, het minst gewaar deerd wordt, wat hun niets kost. Een mid del dus om het schoolverzuim tegen te gaan is, dat men schoolgeld heffe. Natuur lijk een schoolgeld naar vermogen. Wel zal men daardoor het schoolverzuim wegens ziekte, slechte wegen of ongu stig weer niet doen verminderen; maar éene zaak zal men toch gewonnen hebben: dat het schoolverzuim zal zijn getroffen in hen die het dichtst bij de school wonen. Want het komt vaak voor dat die ver af wonen trouwer de school bezoeken, ian zij die dichter bij wonen; en dat deze laatsten zich eerder dan eerstgenoemden door weer en wegen laten bewegen om thuis te blijven. Ook wordt wel eens ziekte voorgewend, omdat meu weet, dat sehoolverznim wegens ziekte niet wordt gerekend. Zeker zijn er onverbeterlijken, tegen wie .de liefste maatregel al even machteloos zal blijken als de strengste. Lieden bij wie de prikkel van het eergevoel dermate is verstompt, dat zij zich het schoolverzuim hunner kinderen met de gevolgen daarvan niet aantrekken; doch niet dezen geldt het op treden der commissiën tot getrouw school bezoek. Hun zorg gaat voornamelijk over ouders, die hunne kinderen thuis houden wegens drukken arbeid; hetzij di t zij hen op hun broertje laten passen of dat zij hen noodig hebben in huis of bij den veldarbeid. Reeds heeft dr. v. d. Bergh in zijn leven dezulken herinnerd aan het woord: „Want de kinderen moeten niet schatten vergaderen voor de ouders, maar de ouders voor de kinderen (2 Cor. 12 145.)" Zulke ouders dienen met behulp van anderer ervaring tot het besef gebracht te worden,dat het weinige geldelijke voordeel, hierdoor behaald, niet opweegt tégen de zedelijke en tengevolge da.rvan ook stof felijke nadeelen die hunne kinderen zullen ondervinden. Dat schoolverzuim tot steun voor de huishouding heeft al wat kwaad gedaan. Veldarbeid bracht reeds menigmaal de kinderen in slecht gezelschap, waardoor zij tot grove misdrijven kwamen. Nog anderen (men denke vooral aan den arbeid in huis of infabrieken) werden in hunne gezondheid benadeeld; dragen hun leven lang een ge knakt gestel of een misvormd lichaam met zieh of sterven een vroegen dood ten gevolge van herhaalde overmatige inspanning. Groot is het getal onontwikkelde jongens en meisjes, die buiten de school opgevoed, met geen hoogere autoriteit tot leermeester dau zichzelven, met politie en justitie, of met de gevangenis kennis maakten. Van die verwilderde naturen, welke de rust der omgeving verstoorden, of de veiligheid der maatschappij in gevaar brachten. Op al deze schrikbarende verschijnselen moetende ouders, die 't noodig hebben, gewezen worden; ook dient hun daarbij aanhoudend te worden voorgehouden, dat de jeugd de beste leertijd is; dat de liefde voor in- spannenden geestes-arbeid in de school ge wekt, door gedurig schoolverzuim wordt gedood; dat de kinderen door hunne komeet achtige wijze van schoolkomen ten laatste een afkeer van de school hebben en spijbelen zullen als men ze eindelijk eens heuschnaar de school zendt; en dat goed onderwijs een kapitaal is, dat hun eerst na hun 12de jaar, maar ook dan terdege, rente geeft, enz. Er zijn ook nog andere redenen van school verzuim, die moeten worden tegengegaan, als daar zijn het bijwonen van feesten, het bezoeken van familieleden in of buiten de gemeente, huiselijke wanordelijkheden als lang slapen of „kapotte" schoenen, gepaard met hooghartige weigering omzedoor klompen te vervangen, en tal van andere dwaasheden, ouders en onderwijzers bekend. Ook deze moeten bestreden, maar met wijsheid,zonder te kwetsen, de zwakkeren ontziend en te gelijk bestraffend. Met ouders, in wie de vreeze Gods woont zal men weinig of geen last hebben. 't Is waar, sommige ouders zullen allicht kunnen zeggen, en met recht, dat zij hunne kinderen in bun bedrijf niet kunnen missen. Er zijn omstandigheden die de bestrijders van schoolverzuim tot lankmoedigheid moeten steramen; maar is wel al het moge lijke, ja zelfs het onmogelijke beproefd? Als bet kind ziek is, kan het toch ook niet gebruikt worden; en moest de school niet met het ziekbed op éen lijn gesteld worden om de pas af te snijden voor allen buiselij- ken arbeid in de schooluren Moest niet de overweging: mijn jongen is ziek, das kan lig nu niet voor mij wer ken; even zwaar wegen als de overwe ging dat hij niets tehuis kan doen, dewijl hij naar sehool moet? Men zegge toch niet te spoedig dat deze of die zijn jongen niet missen kan. Gij hebt gelijk, hoor ik menigeen zeggen. Mijn jongens zullen niet licht de school ver zuimen. Ik zeg maar: zij moeten vooruit. Maar mijn meisjes, dat is een andere zaak. Die behooren zooveel niet te weten of te kunnen. Een weinig lezen en schrijven, een sommetje maken en een paar handwerkjes, ziedaar wat zij noodig hebben. Voor een meisje genoeg. Dwazen die zoo spreekt. Zoudt gij dan terug willen naar den voor-Christelijken tijd, toen de vrouwen in de samenleving nauwelijks geduld, meestal als koopwaar behandeld, ter nauwernood tot vrijheid ge roepen werden? Of tot den voor-Reforma- tischentijd toen eeu meisje's hoogste ideaal was den potte kunnen koken en kinderen te mogen hebben. Wenscht gij den tijd terug dat men zeg gen zal: 't Is maar een meisje!? Hebt gij dan geen oog voor het gewicht der moedertaak Moeten niet aan den schoot der moeder de eerste lessen worden ontvangen. Moet niet daar de eerste wijs heid worden opgedaan Kent gij Salomo's beschouwingen over eene verstandige huis vrouw dan niet, en moet het niet het stre ven der ouders zijn, hunne dochters tot deze heerlijke betrekking te bekwamen? Wie dit toestemt zal het met ons eens zijn dat deze bestemming niet met een half on derwijs zal worden bereiktal geeft men terstond toe, dat de toekomstige huismoeder vele zaken die bij bet voortgezet onderwijs worden aangeleerd zal kuunen ontberen. Die dan ook zijn zoon tot het 14e le vensjaar op school liet,' die zal voor zijn dochter misschien wel met een jaar minder kunnen volstaan maar schoolverzuim is voor de meisjes al even schadelijk als voor de jongens. Ook voor haar geldt: Geen overladiDg met leerstof, maarzij leeren, zij goed. Daar is in onze dagen een streven om het menschelijk gezag te ondermijnen. Kleine jongens leeten het elkander reeds dat men om de vermaningen der ouders niet behoeft te geven. Zou dit mede geen gevolg kunnen zijn van ie schending van Gods wet op schoolgebied? Ouders die Gods gebod in zake de opvoeding hunner kinderen krach teloos maken, dienenj met hun klacht over de losbandigheid hnnner kinderen tot zich zeiven in te keeren. Immers zij ont houden aan hunne kinderen den huu van God gegeven leertijd. En voor zoover hunne kinderen op eene christelijke school gaan, zijn die ouders oor zaak dat de goede naam der school in op spraak komt en de Naam des He eren wordt gelasterd. De vijand toch zegt zoo licht. dat kind gaat daar al zooveel jaar ter school en bet kent nog niets. Ook werkt het schoolverzuim schadelijk op den goeden gang van het onderwijs. Vraagt het maar aan de onderwijzers. Besturen onzer christelijke scholen hebben door woord en voorbeeld tegen al deze mis bruiken te getuigen. Hst is hunne zaak. Op hen rust de verplichting het schoolveizuim te bestrijden in overleg met het hoold der school. Geven zij dit deel hunner roeping uit de hand, en laten zij hun werk dooreene commissie doen, zoo die zoo goed wil zijn; d m hebbe ieder lid van het Schoolbestuur zich wel af te vragen, of niet traagheid in het benaarstigen hen daartoe dreef. Wij achten 't noodig dergelijke zeker algemeen bekende wenken onder de aan dacht te brengen, 't zijn zedelijke middelen, die wij elkander in de eerste plaats hebben aan de hand te doen. De zachte drang der overreding, niet de ijzeren arm der wet, zal hier iets vermogen, Dat is in den loop der jaren gebleken. Wij blijven onvoorwaardelijk tegen's mi nisters leerd wang wetsontwerp ons verzetten doch gaan inmiddels voort op 't zoeken naar steeds meerdere middelen tot bevordering van getrouw schoolbezoek aan te dringen. Zelfs de wet zal de onwilligen niet tref fen. Dit troost ons bij de wetenschap dat ook door zedelijke middelen de kwaal van 't betrekkelijke schoolverzuim niet geheel zal worden uitgeroeid. De mannen van den Christelijken Histo- risohen Kiezersbond zijn in 't Nederlandsch Dagblad door V. (een bekend initiaal!) aangemaand om te stemnen, tegenover een algemeen geacht antirevolutionair notaris, te Amsterdam, den heer Ruijs, op den radicaal Muller. Muller is dan ook met ruim 100 stem med meer gekozen. Dergelijke mededeelingen zijn goed om te bewaren. Dr. Kuyper, dr. Lieftinck en dr. Ver meulen, kamerleden van verschillende po litieke kleur, laten deze weekden Armeen- sehen professor Minas Tscheraz, den tolk der verdrukte Christenen in Aziatisch Turkije, den aanklager van den moordenaar te Constantinopel, namens 300 duizend op diens last gedoode mannen, vrouwen en kindertjes, te Amsterdam optreden. Een kranige daad, die loffelijk afsteekt bij de laffe houding der Nederlandsche regeering welke, zwichtend voor den aan drang van den Turk, den Armeniër het spreken verbood en voor den moordenaar en tegen diens slachtoffer partij kiezend, den driehonderdduizend vermoorden chris tenen een slag in 't aangezicht gaf. Laat de volkseonscientie toch open blijven. De Sultan is onze naaste buurman; onze mededinger, ja onder den vriendelijksten schijn onze grootste vijand in onze Oost Indiën. Hem te weerstaan is Christenplicht. Hier zwijgen de politieke geschillen voor 't gemeenschappelijk belang, het recht des christelijken geloofs in Azië, straks ook in Europa op vasten bodem te grondvesten. Een Afrikaner schrijft aan het Handels blad het volgende dat den gemoedstoestand kenschetst en de vrees rechtvaardigt. „Mijn grootmoeder stamde af van eene Eransche gravenfamilie, mijne moeder van Duitscbe ouders, mijn grootvader van be roemde Hollanders. Onze Duitsche voorou ders zijn met roem bekend in de Duitsche geschiedenis. „Ik weet niet of uwe krant misschien ook verkocht is aan de kliek van Rhodes. Doch als domme Afrikaner te oordeelen naar enkele berichten in uwe krant overgenomen, geloof ik dit niet. „Dat de Engelsche kapitalisten graag dit land willen hebben nu de waarde der onontgonnen goudplaatsen door heü zelf is gewaardeerd op minstens 400 milliard pond sterling, is u reeds bekend. Dat zij daartoe allerlei gemeens, goddelooze stre ken en listen gebruiken, weet ieder. Dat die bende roovers Engeland en het Engel sche volk als een werktuig daarvoor be schouwen is ook bekend. Dat Chamberlain c. s. zich daartoe voor eenige millioenen hebben laten koopen, is te bewijzen. De middelen om ons, Transvalere, slecht te maken, grenzen aan het ongelooflijke. Lie gen is aan de orde van den dag. Gloeiend heet, wordt ijskoud genoemd, en al brandt men de handen ér aan, toch razen de Jingo bladen, dat Eet niet heet, doch ijskoud is. Dat Engeland, of liever de omgekochte Engelsche regeerders dit .volk met dumdum kogels en andere onmenBchelijke ammunitie willen vermorselen, is zeker. Doch. het Engelsche volk weet van dit alles niets af. Van de 100 Engelschen hier zijn er min stens 80 tegen den oorlog. De Engelsche beschaafde natie weet zeker niet, dat de wilde Kafferstammen, zooals de Swazies, de Basutos, de Bekunis en de Magatos zijn opgezet.door agenten van Rhodes en Cham berlain om als de oorlog uitbreekt, de oude mannen, de vrouwen en kinderen der Boeren, die thuis gebleven zijn, te dooden en zoodoende dit volk uit te roeien. De wreedheden van Bunu, den jongen Swazi-koning, zijn bekend. Do Transvaal verzette zich daartegen. De allerchristelijk- ste regeering van Engeland vond dit ver keerd van onze Regeering, en hielp Bunu. Als er thans oorlog komt, zal Bunu onze vrouwen slachten, onder bescherming van Engeland. Als gij deze ontvangt en de oorlog is uitgebroken, wat de Algoede God verhoede, weet dan, dat op de Afrikaansclie vlakten nood-, angst- en vertwijfelingskreten zullen opstijgen van de oude mannen, vrouwen en kinderen, maar vooral van de jonge doch- teren van de vrije Boerennatie, welke op last van het Engelsche volk en onder de bescherming van de Engelsche vlag zullen worden onteerd en gemarteld, op eene wijze, waarbij de martelingen der Turken en van de woeste stammen van Tibet kin derspel zijn. Doch Europa komt dat niet te weten, en het Eugelsche volk evenmin; ook koningin Victoria niet, en de Regeering van hetperfide Albion zal het ontkennen, het Christelijk Europa gelooft alleen Cham berlain, anders zouden zulke dingen niet gebeuren. Publiceer dit, opdat het Engelsche volk wakker wordepubliceer dit. opdat het beschaafde Europa paal en perk stelle aan zooveel schandelijks, zooveelonmensche- lijks, zooveel onteerends, ter wille van den gouddorst van bloedhonden. Dit is de waarheid. Onderzoek het en gij zult vinden, dat het nog veel erger is." Onder 't opschrift Hulp aan blinde kiezersschrijft de Nieuwe Prov. Gron. Crt. iets wat ook in het Zuiden wel mag onthouden worden. Er schijnt hier en daar nog twijfnl te bestaan, of blinde kiezers gerekend moeten worden tot degenen, die lichamelijk hulp behoevend zijn nn zich dus kunnen laten bijstaan. Dit is echter uitgemaakt, tenzij de tegenwoordige Minister van Binnenland- sche Zaken hierover eene andere opvatting heeft dan zijn voorganger. Dit is echter niet te denken, aangezien de heer Van Houten, als de vader der kieswet, in dit opzicht de meest bevoegde uitlegger is. In 1897 bij de eerste stemming voor de Tweede Kamer was er in Bedum een blinde kiezer, die met zijn geleider op het stem bureau kwam en vroeg om geholpen te mogen worden. De Voorzitter antwoordde dat de leidsman hem mocht brengen aan den lessenaar, hem het potlood in de hand mocht geven, maar hem verder aan zijn lot moest overlaten. Natuurlijk was dit voor een blinde geen voldoende hulpde kiezer ging dan ook heen zonder gestemd te heb ben. Doch de voorzitter der antirevoluti onaire kiesvereeniging te Bedum vroeg niet slechts aanteekening in het procesverbaal van dit feit, doch telegrafeerde onmiddellijk naar Den Haag, antwoord betaald, om inlichtingen aan Zijne Excellentie den Mi nister van Binnenlandsche Zaken. Het antwoord kwam nog in den loop van den dag en luidde„De Minister kan aan particulieren geen inlichting geven omtrent invoering van wetten;" (de bedoeling zal wel geweest zijn „uitvoering.") Nog dien zelfden dag ging er toen een rekwest op zegel naar Den Haag om te verzoeken, dat het Zijne Excellentie mocht behagen langs officieelen weg aan den Voorzitter van het stembureau te Bedum te verklaren, dat de blinde kiezers niet slechts half, doch geheel mochten geholpen worden. Na een paar dagen kwam toen het antwoord, dat aan dit verzoek was voldaan. Reeds bij de her stemming stond de Voorzitter dan ook aan denzelfden blinden kiezer toe, dat deze zijn geleider den naam van zijn candidaat in fluisterde en dat de geleider voor hem de stip zwart maakte. Volgens deze officieele uitlegging behooren dus de blinden wel degelijk tot de lichamelijk hulpbehoevenden. 7 Juli '99. H.H. M.M. de Koninginnen zijn gisteren te Amsterdam aangekomen, Zij bezochten onder anderen het diaconessenhuis der Ne der!. hervormde gemeente. Uit goede bron verneemt het Dagbl. dat met 1 Augustus gereed en voor het publiek verkrijgbaar zullen zijn de nieuwe postzegels met den nieuwen heeldenaar van de Koningin en in de internationale kleuren. Bij kon. besluit zijn benoemd in het bestuur van den polder Westkerke, tot dijkgraaf H. van Strien en tot gezworen A. Weyns; en tot gezworen: voor den polder Deurloo, G. C. M. Geluk; voorden Reigersbergschen polder, A. Buteijn voor den polder Borrenbrood, J. Gast Cz.voor den polder Oost-Nieuwland, A. J. van Da len en voor den Molenpolder, A. Zuydweg Een Hulde aan Hugo de Groot. De Amerikaanse e delegatie ter Vredes conferentie wenschte op den „onafhankelg k- heidsdag" een plechtige hulde te brengen op het graf van Hugo Grotius en zulks in opdracht van de regeering der Vereenigde Staten. Daarvan kweet zij zich Dinsdag te Delft, waar het voetstuk van het stand beeld van Hugo de Groot, op het kerkplein met de Amerikaansche en Hollandsche vlaggen versierd was. Daarbij hield de eerste gedelegeerde van Amerika, de heer Andrew White, de feest rede, waa 'in hij de groote verdienste van Grotius op het gebied van het volkenrecht deed uitkomen. Hij wees er op hoe misschien nergens Grotius meer geëerd en het volken recht meer beoefend wordt dan juist in Amerika. Daarna legde hij namens den Presid ent, het volk der.Vereenigde Staten van Amerika, en de Amerikaansche commissie op het graf van Grotius dit eenvoudige huldeblijk. Het vereenigt den eik, het symbool van burgerdeugd, met den lauwer symbool van de overwinning. Het bevat de volgende inscriptie (in het Engelsch): „Ter nagedachtenis aan Hugo Grotius uit eerbied en dankbaarheid van de Ver eenigde Staten van Amerika, bij gelegenheid van de internationale Vredes-conferentie te 's Gravenhage, 4 Juli 1899." Het bevat twee schilden, een met de wapens van het Huis van Oranje en Ne derland, het andere met de wapens van de Vereenigde Staten. Red. Herv. Kerk. Bedankt voor Burgh door C. J. F: Hopster csnd te Terheyden. Beroepen teStevensweertds. H. S.Meuser te Callantsoog te Weidum en te Kloo ster ter Apel A. de Jonge cand. te Gro ningen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 1