iddelburg
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Irukkerij.
CHRISTELIJK- sr
HISTORISCH
ill, Goes.
denstbode
Knecht
inde MEID
lo. 113.
dinsdag Tl Iniii.
PTOOIJ Az.,
evraagd.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Een belangrijke dag.
Buitenlandsch Overzicht.
eekende heeft de
te deelen, dat
STOOM-
E R IJ gevoegd
(VN SCHENK
Lie vóór eenigen
r stede voor eigen
sgon, zal nu voor
ling en in mijne
erij werkzaam
ge aflevering en
al de prijs zeer
eld worden,
eveling,
oogachtend,
dw. dienaar,
19 Juni 1899.
«H
d op een dorp,
METSELEN verstaande,
desverlangend met kost
ennismaking kan vast
dres Boekh. D1IUIJ.
terstond een
Landbouwer te
's Heer Abtskerke.
November eene
ian hnis. Zich persoonlijk
iderdagavond van 810
LITTOOIJ, Middelburg.
ken kan bij D. LOEIER,
titvlot, Middelbure-
UOTDIENST
DDELB.-ROTTERDAM
iJuli.
Van Van
MLiddelb org. Rotterdam.
,30
9,15
H
9-
,30
8.45
9,-
.30
8,45
j)
9-
',30
8,45
n
9,-
,30
9,15
9,-
,30
8,45
77
9-
lve
des Zondags,
van
Zater.24
Zond.25
Maan.26
Dinsd27
Woen28
Dond.29
Vrijd.30
van Middelburg 8,45;
u.
Juli van Middelburg te
JOOTDIENST
siburg en Zierikzo®.
ierikzee Spoorweg Goti
iniJuli.
Van Zierikzea:
lidd 'smorg. s midd
30
,45
,45
,45
45
45
45
45
30
30
30
30
30
,30
,45
,45.
,45
,45
,45
45
,45
,30
,30
30
30
30
30
45
45
45
45
45
Zater.
Zond.
Maan.
Dins.
Woen
Dond.
Vrijd.
Zater. 8
Zond. 9
Maan. 10
Dins. 11
Woenl2
Dond.13
Vrijd.14
Zater.15
Zond. 16
Maan.17
Dins.18
Woenl9
Dond.20
Vrijd.21
Zater.22
Zond.23
Maan.24
Dins. 25
Woen26
Dond.27
Vrijd.28
Zater.29
Zond. 30
Maan.31
6,30
6-
7,50
7.50
7,50
6.30
7,50
7,50
6.—
6,-
7,50
7,50
6-
6,30
6,30
6-
7.50
7.50
7,50
6,30
7,50
7,50
6,-
7,50
7,50
7.50
6»
7,50
6-
5,
7,50
7,50
7.50
6,30
7,50
7,50
7,50
3.15
4.45
3,15
3.15
3,15
3,15
3,15
3,15
4,45
3,15
3,15
3,15
3,15
3,15
3,15
4,45
3,15
3,15
3.15
3,15
3,15
3,15
4,45
3,15
3,15
3,15
3,15
3,15
3.15
4,45
3,15
3.15
3,15
3,15
3,15
3,15
4,45
3,1
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Een belangrij ke samenkomst wordt deze
week te Middelburg gehouden. Het is de
18e jaarlijkBche samenkomst der vereeniging
voor hooger onderwijs op gereformeerden
grondslag.
Dinsdagavond ure des gebeds in de Noor-
derkerk, spreker ds. Klaarhamer.
Woensdag vergadering, voorzitter ds. Van
Schelven; spreker dr. Rutgers; en des na
middags openbare meeting, spreker dr.
Kuyper.
In de gereformeerde kerken is voor deze
samenkomst gebeden.
De pers mag eveneens hare aandacht aan
deze samenkomst niet onthouden.
Wij heeten ze dan ook hartelijk welkom
deze mannon die 't zich tot taak ge
steld hebben de gereformeerde beginselen
ook door het hooger onderwijs tot meerderen
bloei en tot grootere kracht te brenge i
In hen eeren wij de mannen van het
krachtig initiatief, die zich, nu achttien jaar
geleden, opmaakten, om eene vrije univer
siteit op gereformeerden grondslag te stichten,
om, kon het zijn, in de eerste plaats de
eere Gods te mogen bevorderen; en in de
tweede plaats ons volk te begiftigen meteen
stel mannen die, hetzij op den kansel, hetzij
in do rechtszaal, hetzij in de studeerkamer ot
in den katheder zullen pogen die schoone
beginselen naar GodsWoord weer tot eere te
brengen.
Van die oprichters zij n reeds verscheidenen
overleden.
Onder hen zijn Elout en Kenchenius,
Neerlands grooten onder de staatslieden,
Van der Hoop en Oppedijk, leden der
tweede Kamer en Voorhoeve lid van Rot
terdams gemeenteraaden nog zoovele
anderen met kleinere namen maar met groot
geloof en goeden wil om in 't belang van
het Nederlandsche volk, op welks historie
Calvijn zijn stempel had gedrukt, eene
vrije hoogeschool te stichten op gerefor
meerden grondslag, en aan deze hoogeschool
mannen als Kuyper en Rutgers en Gecsink,
Woitjeren Fabius te verbinden omdejeugd
te leiden in 't rechte spoor dat aan de
Staatshoogescholen maar al te zeer uit
't oog verloren was.
Gereformeerd onderwijs is het eenig
FEUILLETON.
„JOHANNES 3:16".
In een straat te Dublin, de hoofdstad van
Ierland, stond op een kouden winteravond
een arme knaap een kleine straatjongen
een zwerver, die geen ouders, geen
tehuis en geen familie had. Hij leidde een
slechten levenswandel en hield slechts om
gang met dieven, die hem op den hreeden
weg des verderfs brachten.
Zy hadden plannen gesmeed om in
den loop van dien nacht ergens inbraak
en diefstal te plegen, en waren met hem
afgesproken, dat hy op dat en dat uur in
die en die straat op hen moest staan wachten,
lerwy 1 hy daar nu zoo stond, klappertandend
van koude, voelde hy plotseling, dat er
een hand op zyn schouder werd gelegd
Het was erg donker: de knaap kon slechts
een hooge gestalte onderscheiden, die tegen
over hem stond, en hij beefde van angst-
maar een vriendelijke stem zeide: Wat
doe je hier, mijn jongen! zoo laat in den
avond Een kind heeft 's nachts niets op
straat te makenga naar huis en naar bed
„Ik heb geen tehuis en geen bed!
„Dat is erg, arme jongen! Maar wanneer
ik je nu eens een huis en een bed aan de
hand doe, wil je erdan heengaan?" „Na-
tuuriyk! dadelijk!" antwoordde de knaap
vol verlangen. „Nu goed; ga dan naar
de Kingstraat, no. 14; daar kan je voor
dezen nacht een onderkomen vinden". Nau
welijks had de vreemde heer dit gezegd,
of de knaap wilde reeds hard wegloopen.
„Wacht eens even!" riep de man hem na;
„hoe wil je er inkomen? Je moet een pas
hebben; niemand komt er zonder pas in.
Ziedaar, neem dit maar; kan je lezen?"
j,Neen!" „Nu, vergeet dan niet, dat het
beste tegengif tegen allerlei dwaling van
on- en bygeloof. Tegen Rome en het Libe
ralisme is de Calvinist met zijn By bel en
Belijdenis sterk.
Dit is oorzaak dat wij de Vrije Univer
siteit met zoo groote sympathie begroeten
en het zoo hoogelijk waardeeren dat de
vereeniging voor hooger onderwijs ook in
ons midden eens vergaderen wil, mag het
zijn opdat ook in Zeeland al meer liefde
voor hare schoone beginselen en voor de
eenige vrije hoogeschool in den lande
worde gewekt.
Tot trouwe opkomst ter vergadering op
te wekken zou een heleediging zijn voor
onze stedelingen en het goede u alchersehe
landvolk dat op den schoonen naam van
Calvinist nog prijs stelt en zyn mannen en
voorgangers wenscht te eeren.
Klaarhamer, Van Schelven, Rutgers. Zy
alle drie vertegenwoordigen een stuk historie
op dit eiland als weinigen. Kuyper, zoon
van den Middelburgschen predikant vau
dien naam, ook hy is onder ons geen onbe
kende! Een liberaal Kamerlid noemde eens
zijn naam de beste samenvatting van al wat
in talent en werkkracht, in beteekenis en
toewijding, in de gave van zyn geh elen
persoon aan 't Nederlandsche volk ten goede
komt.
Daar zal op 27 en 28 Juni te Middelburg
wat te leeren en te genieten vallen.
En wat de stichting aangaat wier belang
ook dit optreden geldt, zy is in achttien
jaren tijd zoodanig uitgegroeid dat daar op
't oogenblik vijf hoogleeraren onderwys
geven aan te zamen 70 studenten waarvan
ruim de helft in rechtsgeleerdheid of letteren.
Reeds een h jnderdtai studenten werden
aan deze Universiteit tot eandidaten in de
Theologie bevorderd, onder hen zyn er
vijf die den doctoralen graa l behaaldenie
heeren Kuyper, Honig, Haniaen Wijminga
in de theologie en Schokking in de rechts
geleerdheid, met wien ook nog aan de vrye
universiteit promoveerden de heeren Lohman,
Esser, Van Andel, Hovy en De Vries; en
in de letteren de heeren Fischer en Breen.
Er wordt met de Vrye Hoogeschool in
den lande steeds meer gerekend.
Laten na de tegenstanders, de principieële
tegenstanders, niet de tegenstanders van
by zaken, maar de tegenstanders om desbe-
wachtwoord is: Johannes III vers 16! Ver
geet het, dan kom je er niet in, en het zou
toch zoo goed voor je zijn"!
Vrooly k ging de knaap zy ns weegs, telkens
weer de woorden herhalend; en weldra vond
hy de straat en het huisnummer, en stond
hy tegenover een groote ijzeren poortdeur.
De moed dreigde hem bijna te ontzinken,
want alles zag er hier zoo groot en zoo
deftig nit: hoe zou hy daar ooit binnen
kunnen komen? Aarzelend 'rok hij aan de
schei. „Wie is daar"? vroeg de portier.
Met bevende stem gaf de knaap tan ant
woord: „Ik ben het! Wees zoo goed, de
deur open te doenik ben Johannes III vers
16"„Goed, kom dan maar binnen
dat is het juiste wachtwoord" Eu de knaap
trad binnen. Spoedig lag hy in een schoon,
warm bed, zooals hy er nog nooit van zyn
leven een gezien had. En vóór hy insliep,
zeide hy by zichzelf: „Die naam schijnt
geluk aau te brengendien zal ik onthouden"
'sMorgens kreeg hy een kom warme melk
en een lekkeren boterham, eer hy weer
weggezonden werddit huis was alleen voor
nachtverblijf.
Hy ging heen, en liep al verder en verder
voort, uit vrees van zijne oude kameraads
te ontmoeten; en ondertusschen dacht, hij
voortdurend aan de gebeurtenissen van den
&fgeloopen nacht en aan zyn nieuwen naam.
Zoo kwam het, dat hy niet genoeg oplette
toen hij door een der drukste straten liep
en door een toeval of laat ons liever
zeggeador een bestiering Gods geraakte
hy onder de wielen van een rijtuig. Dade
lijk ontstond er een volksverzameling; de
bewnstelooze knaap werd op een baar gelegd
en naar het naburige gasthuis ge!ragen,
waar hij spoedig zyn bewustzijn herkreeg.
In de ziekenhuizen te Dublin is het een
ginsels wille, ook in <>nze provincie nu eens
niet langer deze stichting hooghartig voor
bijgaan of liegende allerlei kwaad tegen haar
spreken, maar met toepassing van het „hoor
en wederhoor", komen gebruik maken van
't aangeboden debat over de vrnag op wat
wijze eene Universiteit (dus ook de Staats
universiteiten) aan het woord van God
te binden?
Ahmed Riza, de vertegenwoordiger der
Jong-Tnrksehe party kwam dezer dagen uit
Konstantinopel naar hier om ter gelegen
heid der Vredesconferentie de Nederlanders
te herinneren aan de moorden op de Arme
nische Christenen gepleegd als gevolg van
de dweepzucht der Muzelmannen. Wegens
deze laatste woorden, welke beleedigend
geacht werden voor Turkije, werd Ahmed
Riza, die eerst al wegens sommige uitdrnk-
kingen, blijkbaar op hooger last!doorde
Haagsche politie was bemoeilijkt geworden,
ten laatste door generaal Abdulah Padra
(den Turkschen gedelegeerde ter Vredes
conferentie) uitgedaagd.
Riza gaf den secretaris van den generaal
ten antwoord, dat deze laatste vrij was in
bet openbaar zyne beschouwingen te weer
leggen dat zyn levet' aan zijn vaderland
gewijd is, dat het duel 'in Turkije onbe
kend en in Nederland strafbaar is.
Van Tnrksche zijde wordt de volgende
lezing gegeven van de verwikkelingen.
Er is geen formeele uitdaging tot een
tweegevecht gedaan, want een man van de
eer en positie als de generaal zon zich niet
verwaardigen in correspondentie te treden met
een avonturier.
Generaal Abdulah Pacha, wiens nationa
liteitsgevoel bovendien gekwetst was door
het geheele optreden van Ahmed Riza en
consorten, heeft hem uit zyn naam doen
beleedigen, door hem te verwijten dat hy
een avonturier is, zioh noemt vertegen
woordiger van een party, die absoluut niet
bestaat, dat hy niet eens van Tnrksche na
tionaliteit is en dat hy hem beschouwt als
te zyn geen man van eer.
De heer Ahmed Riza en de andere leiders
der Jong-Turksche part'ï en de uit Oosten
rijk verbannen voormalige Poolsche afge
vaardigde dr. Charles Lewakowski, hebben
vaste gewoonte, onmiddellijk naam, woon
plaats en godsdienst der inkomende zieken
op te teekenen. Men vroeg hem, of hij
Roomsch of Protestantsch was. Dat wist
hy niet precies, zeide hy gisteren was hij
Roomsch geweest, maar vanjiag was hij
Johannes III vers 16, een antwoord dat
den algememen lachlust gaande maakte.
Toen zijne wonden verbonden waren, werd
hij naar een ziekenzaal der chirargische af-
deeling overgebracht; kort daarop kreeg hij
wondkoorts en begon hy te ijlen. Nu hoorde
men hem dikwijls met luider stem zeggen:
„Johannes III vers 16, Johannes III vers
16. Dat zou goed voor mij zijn, en het is
goed voor mij geweest" Deze herhaalde
uitroepen trokken de aandacht der andere
ziekenmen nam het Nieuwe Testament ter
hand, om te zien, hoe die plaats luidde. Wat
kon de zieke knaap toch bedoelen? Weldra
las de een hier, een ander daar de oude,
di rbare woorden: „Alzoo lief heeft God
de wereld gehad, dat Hij Zijn eeniggeboren
Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die
in Hem gelooft, niet verderve, mair het
eeuwige leven bebbe".
„Het zou goed voor mij zijn, en het is
goed voor mij geweest!" riep de knaap,
die, na weer tot bewustzijn te zyn gekomen,
naar alle kanten rondzag. Wat was dat een
groote kamer, en hoe stil was het hier!
Waar was hij? Op hetzelfde oogenblik vroeg
een zieke in het bed naast het zijne: „Wel,
Johannes III vers zestien hoe maakt je het
vandaag?"„Hoe weet ge mijn nieuwen
naam?" „Zou ik dien niet weten Je
mond heeft niet stilgestaan van Johannes
III vers 16 en wat mij betreft, ik zeg
Gezegend zy Johannes III vers 16!"
Dat kwam den knaap al heel zonderling
voor. Gezegend zeide men van hem, om
hierop den Haag verlaten, zij zijn thans te
Parijs, doeh hopen binnenkort terug te
keeren en onder anderen te Amsterdam
hunne protesten te doen hooren.
Zij hebben een zeer beleedigende ervaring
opgedaan, toen de Haagsche politie hen iu
hun hotel kwam opzoeken en niet alleen
hunne papieren verlangde te zien, maar ook
hunne portefeuille om te weten af zij wel
geld bij zich hadden. Zij toonden hierop
eenige banknoten, de politie nam de papie
ren mee doch zond ze later terug, wijl alles
in orde was.
Het schijnt dat al deze manoeuvres door
de Nederlandsche regeering worden gepleegd,
öf om den Turkschen Sultan en zyn fana
tieke raadgevers te behagen of wel omdat
deze op haar zekere pressie uitoefent. De
Islam in Nederland. Het is waarlijk te
betreuren. Rn dat een Nederlandsch
ministerie zooveel zelf weg werping, zooveel
wetsverkrachting, zooveel kniebuiging voor
den ellendigen Turk officieel pleegt of aan
moedigt, pleit niet voor haar groot karak
ter. De eene zwakheid stapelt zij op de
andere, om niet te spreken van erger.
Terecht schrijft de Standaard onder den
titel „Russificatie"
„De grootheidswaanzin sluipt almeer in
Den Haag in. Men droomt er nu al van,
een .(hoofdstad der wereld" te worden.'
En met dien on-Nederlandschen droom-
gaat de Russificatie hand aan hand.
Men herinnert zich wat met Tscheraz
gebeurd is, en nu weer is Ahmed Rizza en
een zijner vrienden op even onaangename
wijze bemoeilijkt.
In het Hotel Central heeft een gezondene
door de politie, als gold het een landlooper,
niet alleen inzage van zyn papieren ge
vraagd, maar zelfs bewijs gevorderd dat hij
geld genoeg bij zich had.
Zelfs ging men zoover, dat deze vreem
delingen genoodzaakt werden, hun porte-
monnaie's en hun portefeuilles open te doen,
om aan den afgezant der politie te laten
zien, dat heuseh het geld er in zat.
's Avonds by de lezing in Diligentia was,
behalve de heer Yan Schermbeek, nog een
inspecteur van politie aanwezig en stonden
twee agenten op wacht bij den ingang, en
onder de meeting mengde de heer Yan
Schermbeek zich in den gang der zaken, om
wien zich niemand bekommerde. „Weet je
niet, dat Johannes III vers 16 een Bijbel
tekst is? Dat zyn woorden uit den Bij bel."
By bel! wat is dat Dat ouderlooze en
verwaarloosde kind had nooit gehoord van
den Bijbel, het Boek der boeken, Gods
Woord, den menschen gegeven. „Lees
het mij eens voor!" verzocht hij. Toen
men het had uitgelegd, en terwijl de woorden
tot zijneooren doordrongen, fluisterde hij:
„O, hoe schoon! Daarin isalleen van liefde
en redding sprake, niet slechts voor één
enkelen nacht, maar voor altijd, want, niet
waar? eeuwig is voor altijd!" Weldra kende
hij den Bybeltekst uit het hoofd, en leerde
hij er ook meer en meer de beteekenis
vun begrijpen. „Ik heb niet alleen een nieu
wen naam gekregen", zeide hij een- en an
dermaal, „maar iets voor eeuwig"
Zoo verliep de eene dag na 'den andere,
maar onze kleine vriend gevoelde zich
gelukkig;hij verheugde zich inzijn Bijbel
tekst en ia de hartelijke woorden, zonder te
vermoeden, hoe spoedig hij ze in praetische
beoefening zou kunnen brengen. Door zijn
eenvoudig geloof zon hij een gezegend werk
tuig worden, zoodat er nóg een ziel in
de groote ziekenzaal voor Christus gewon
nen werd. In een bed in de nabijheid lag
een oud man, die zeer ziek was. Oh zekeren
morgen kwam er een nog naar hem toe en
vroeg „Wel Patrick hoe gaat het vandaag?"
„Slecht, slechtkreunde de oude man.
„Is de priester rtbg niet by je geweest?"
vroeg de non verder. „Ja wel, maar dat
maakt het des te erger, want hij heeft mij
het laatste oliesel gegeven, en wat moet
ik beginnen „Patrick, het doet mij
leed, dat ik je in dezen toestand moet zien",
sprak zy op vriendelijken toon; „hier, neem
dezen rozenkrans, hij is door Zjj-u Hei
den laatsten spreker het optreden te belet
ten, zoo hij niet vooraf zijn papieren toonde.
Is dit nu Nederlandsch, of is het Russisch
En ook, is er iemand die er aan twijfelt
dat hier vreemde invloed drijft?
Het was daarom goed, dat de heer Pyt-
tersen eene interpellatie over deze zaak
aau vroeg.
We raken onzen goeden naam in het
buitenland kwijt, zoo niet ten ernstigste van
alle zijden tegen zulke praptyken geprotes
teerd wordt."
Het nieuwe ministerie in Frankrijk wekt
vertrouwen en dat is al veel gewonnen.
Het is wel een zonderlinge combinatie:
vervolger en vervolgde van voor dertig
jaar, kat en hond heel broederlijk bijeen
te zien. Maar 't verhoogt ook 't besef
van het gevaar van d en toestand van het
oogenblik. Het moet wel erg zyn wan
neer, gelyk in de fabel uit De Duizend en
Een Nachtleeuw en aap en schaap en
slang samen in den kuil met den mensch.
pogingen doen om er uit te komen.
En zoo is 't ministerie Gallifet Mil-
lerandmet Waldeck Rousseau als geestelijk
verbindingslid.
Hier is een heröieke laatste poging
der Republiek om de Reactie van zich
af te schudden en de loerende Revanche
(Wraak) te verpletteren.
Hier spreekt nog eens even weerwat
ook den mannen kort na 1789 niet geheel
ontvallen was, een zeker gevoel voor
het Gezag. Laten wij 't den tyd gunnen
uit te spreken.
Aan de woedende strijdkreten, door de
pers van Rochefort en Déroulède tegen
dit ministerie gericht, kan men wel hooren
dat 't op den goeden weg is.
Zyn eerste daad was dan ook een daad
van rechtde pensioneering van een
officier die zijne plaats tegenover zijn
meerdere, zyn chef, den minister van
oorlog uit het oog had verloren. En, wat
ook iets zegt, het zal de uitspraken in
de Dreyfus-zaak eerlijk uitvoeren. Reeds
is de geueraal Zurlinden, de gouveneur
van Parys die kort geleden een blauwen
Maandag minister van oorlog was, doch
om de goede zaak te verraden, van zyn
ligheid den Paus gezegend geworden en
zal je in vrede helpen sterven!" Zy sloeg
den rozenkrans om den hals van den zieke,
en nam afscheid van h em.
Maar hoe kan een snoer kralen een ster
vende tot rust brengen, die met een nog
onuitgedelgde schuld op den drempel der
eeuwigheid staat? De arme Patrick snikte
luidkeels: „o God! ontferm U over mij!
Ik ben een groot zondaarik ben niet be
reid te sterven; wat moet ik doen? O, wat
zal er van mij worden?" Onze kleine vriend
hoorde zyne angstkreten. „Arme oude man
zeide hij bij zichzelf, „hij moet een pas heb
ben. Patrick!" riep hij, „ik weet iets, dat
je zeer zeker goed zal doen; het is voor
mij ook goed geweest." „Zeg het mij
dan, zeg het mij dadelijkriep Patrick;
„kon ik nog maar iets vinden, dat goed
voor mij wasHier is iets I Luister
Johannes III vers 16 Want alzoo liefheeft
God de wereld gehad, dat Hij zijnen eenig
geboren Zoon gegeven heeft, opdat een
iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve,
maar het eeuwige leven hebbel" Telkens
en telkens weer moest de knaap deze woor
den herhalendaardoor vond Patrick in
zyn sterfuur vrede, en met deze „pas"
ging hij het eeuwige leven in. Weder was
er een ziel door een enkelen Bybeltekst tot
Christus gebracht.
Onze kleine vriend herstelde weder. Lang
was Johannes III vers 16 zijn éénige By
beltekst. God zegende zijn eenvoudig, kin
derlijk geloof; hij kreeg vele vrienden en
werd ter school gezonden. Thans is hij een
trouw en ijverig arbeider in den wijngaard
van onzen Heer en Heiland Jezus Christus.
(Naar het Engelsch.)