NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
lo. n. 1899.
Duisdiii} 9 Met.
Dertiende Inarpng.
De arme Dorpspredikant.
VERSCHIJNT
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
1 feuilleton!
BEKENDMAKINGEN.
ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKERK, te Goes
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Met 43 tegen 39 stemmen besloot de
Tweede Kamer, spijt de praetische waar-
uwing van den voorzitter der commissie
van rapporteurs, om de Ongevallenwet
(rrids maanden geleden noemden wij haar
Omgevallen wet!) van den minister van
waterstaat niet naar de afdeelingen ter
nadere kalme onderzoeking en bespreking
terug te zenden.
Dit is een slag in 't aangezicht van de
vele mannen der practjjk die tegen deze
op meenig punt met de practijk strijdige
wet ernstige, degelijk gemotiveerde
bezwaren hadden ingebracht.
Bijna alle chefs van de grootste inrich
tingen van nij verheid v. Marken, v.
Raalte, Stork en Regout, en vele anderen
de MiddelbuAgsche Courant verklaarde
zelfs vanwege de veelheid der adressen
ze niet alle te willen opsommen/ heb
ben hunne ernstige klachten ingezonden.
En de minister bracht slecnts zeer onbe-
teekenenie wijzigingen in 't ontwerp.
Stork en Regout hebben dan ook bereids
hunne klachten herhaald en gehandhaafd.
Toch is de meerderheid deze grieven
eenvoudig voorbijgegaan. Met een enkele
wat zondering stemde de jjlinkerzijde hier
tegen de rechterzijde alleen de heer Tak,
die goed op de hoogte is met de Schelde
bij voorbeeld, stemde met ^e rechterzijde.
Welnu, dan moeten de verschillende
klachten van de mannen dbr practij k maar
in 't openbaar behandeld.
Fiat, zei dr. Kuyper terecht, wilt gij
dat, dan moet gij 'tzelf weten, maar prac-
tisch is 't niet.
De debatten zullen er door gerekt worden
en de kans blijft onverminderd bestaan dat
het ontwerp halverwege toch steken blijft
en naar de afdeelingen terug moet.
Dat is onder deze regeering met hare
zwakke wetgevende talenten, al meer ge
beurd.
Naar aanleiding van de ook door ons
verspreide mededeeling dat een fourier van
het 2e regiment vesting-artillerie op grond
van eeu voor eenige jaren geleden onder
gane straf, door zijn tegenwoordigeu regi
ments-commandant van de lijst voor be
vordering tot sergeant-majoor is geschrapt
vraagt een inzender in De Tel. of dit niet
In het Engelsche Graafschap Rochester
ligt een stadje, welks predikantsplaats een
zeer rijk kerkelijk inkomen bezit, en waar
de predikant zijn Vicar (hulpprediker of
onderpredikant) niet alleen voor het stadje
zelf maar jook voor al de vele derpen
heeft, die den Graaf van Rochester toe-
behooren. De tegenwoordige predikant
was er dan ook een rijk man geworden,
terwijl zijn Vicars, die voor hem 't werk
deden, in diepe armoede verkeerden. Daar
bij was hij een hardvochtig, gierig en
hebzuchtig mensch, die zich hartelijk
verheugde, wanneer hij de eene guinje
(Engelach goudstuk) na de andere kon op
stapelen. De aanblik van de steeds ver
meerderende goudstukken in zijn kast was
hem zoo verkwikkend, dat hij menigmaal
uren lang daarvoor kon staan en zijn ziel
er in verlustigen, hoewel 't anders onge
twijfeld beter geweest ware, als hij de
zielen van zijn parochie en vooral die van
het stadje meer verkwikt had en zulks
niet alleen met Gods Woord, maar ook
met zijn guinjes, zoodat hij daarmede den
armen ha 1 goedgedaan en zichzelven
vrienden gemaakt door den onrechtvaar-
digen mammon.
Maar zulke gedachten kwamen in zijn
ziel niet op.
Nu gebeurde het dat, als in het Evan
gelie zoo ook hier, de rijke man stierf en
begraven werd, terwijl het desgelijks zeer
in strijd is met het laatste gecursiveerde
gedeelte van onderstaande mededeeling
Op den 31 Augustus 1898 werd aan de
korpsen van het leger bekend gemaakt dat
„ingevolge de wenschen van Hare Maje
steit de Koningin aan de militairen die
cachot-, provoost-, politiekamer- of arrest-
straf ondergaan, kwijtschelding van die
straf wordt verleend, alsmede van alle, ge
volgen van die straffen en van dergelijke
reeds vroeger opgelegde straffen
Tot de vraag bestaat onzes inziens alle
aanleiding. Ook wij begrijpen niet hoe
de Koningin kwijtschelding van alle ge
volgen van opgelegde straffen geven kan
en tegelijk een commandeerend officier toch
nog naar eigen believen deze koninklijke
order krachteloos mag maken.
Volgens het Dagblad is de minister
van buitenlandsche zaken in Rusland,
graaf Mouravieff, benoemd tot ridder
grootkruis in de orde van den Nederland-
schen Leeuw. Een Nederlandschen Leeuw
had deze man van het Vredescongres nu
toch wel niet zoo direot verdiend met
zijn uitsluiting van onze Transvaalsche
taal- en stamverwanten.
Het crediet van f 75000 voor de vredes
conferentie is toegestaan.
Vooraf had de heer Dobbelmanm namens
de Roomscbe leden geprotesteerd tegen de
uitsluiting van den Paus, en de hoer Van
Kol namens de sociaal democraten verklaard
dat deze conferentie aan den vrede niet
zou bevorderlijk zijn, en in verband met
de toenemende oorlogstoerustingen, zelfs
van den Czaar, niet oprecht gemeend sohijnt.
De heer F. v. Bylandt gaf de Regeering
een lieven wensch mee voor 't welslagen
der conferentie.
Alleen de 3 socialisten en de heer Staal
man weigerden aan de crediet-aanvrage
hun stern.
In de verklaring van v. Kol, c.a. was een
kern van waarheid; doch de erkenning waar
van,dunkt ons, geen recht gaf de hoffelijkheid
jegens de buitenlandsche hoven uit 't oog
te verliezen.
Men kan er mee instemmen en toch de
conferentie stil door laten gaan. Op dit
standpunt plaatsten de overige partijen
te betwijfelen staat, of zijn ziel wel in
Abrahams schoot werd gedragenwant
Christus heeft immers gezegd, dat het
lichter is, dat een kemel ga door het oog
van een naald, dan dat een rijke inga in
het Koninkrijk der hemelen.
Gemakkelijk kunt gij nagaan dat, zoodra
de rijke Predikant zijn oogen gesloten had,
de arme Vicars van alle zijden zich op
deden, om zijn opvolger te worden.
De Graaf van Rochester, die de .betrek
king had te geven, was een zeer groot
heer en Minister, die in Londen woonde.
Dagelijks kwamen vele personen tot hem
en wendden al het mogelijke aan, om de
rijke predikantsplaats te bekomen.
In het stadje Rochester zelf was ook een
Vicar, William Brown genaamd, en deze,
die een vrouw en zes kinderen en boven
dien nog zijn ouden vader in huis had,
had mede steeds den honger onder de
oogen gezien, en dat des te meer, daar
hij, uit goedhartigheid, de armen van zijn
kerspel louter om Gods wil bediende.
„William!" zeide nu zijn vrouw tot
hem, zoudt gij ook niet naar zijn Lord
schap in Londen gaan, om mede naar de
predikantsplaats te dingen I
Wij moeten ons toch waarlijk al te zeer
behelpen."
„Ach ja!" zei de Vicar, „Het was wel
te wenschen, dat wij het een weinig beter
hadden. Maar daartoe is weinig of geen
uitzicht. Ik ben eerstelijk met den Lord
geheel onbekend, en bezit in Londen geen
vriend, die voornaam genoeg jjis, om mij
bij den Minister aan te bevelen."
„Maar," viel zijn vrouw in: „De Lord
moet een goed menschlievend man zijn en
zich blijkbaar, en terecht.
Met het protest van Dobbel mann c. s.
hebben wij echter geheel geen sympathie
dewijl immers de Paus van Rome niet
meer behoort tot de wereldlijke vorsten.
Den Statenroof die den Pau3 onttroonde,
hebben alle antirevolutionairen destijds
streng afgekeurd.
Nn 't geval er echter toe ligt, voegde
het niemand den Paus te behandelen, als
ware hij nog wereldlijk vorst.
Waarom hem wel en niet de eveneens
onttroonde vorsten van Hessen en Hanover
zouden behooren gevraagd te worden, is
de vraag die onwillekeurig het protest
der Roomsche Kamerleden in de gedachte
bracht.
Tot op zekere hoogte steunen wij de
bede van den heer F. v. Bylandt maar
hadden aan die bede gaarne nog een en
ander toegevoegd gezien, zooals hoogst
waarschijnlijk nu wijlen Keuchenius het
zoo meesterlijk zou gedaan hebben.
Laat de conferentie nu maar komen.
De beteekenis der verwerping van de
algemeen-kiesrechtmotie-Troelstra is dat
30 vooruitstrevend liberalen met pak en
zak naar de sociaal democraten zijn over-
geloopen.
Zij hebben zich de lijn (de Zeeuwsche
boer zegt „de liene") uit de handen
laten nemen door de vier mannen met
roode neuzen (om in de tale Ketelaars te
spreken); en, zij 'tal meesmuilend, gelijk Pyt-
tersen, of met oen air van groote luchthartig
heid, gelijk Kerdijk, zij hebben den sprong
gedaan, een sprong te gewaagder, en te min
der verantwoordelijk nade heldere uiteenzet
ting der beteekenis van dien sprong in
Troelstra's tweede rede gegeven, aangedikt
door v. d. Zwaag en in de gevolgen zoo
juist geteekend door dr. Kuyper.
Dat tegenover dit feit de Middelburgsche
Courant zich krampachtig vastklemmen zou
aan de rokspanden van haar jongste fami
lielid den Yeendamschen afgevaardigde
die „officieel" te vertellen wist dat ook
antirevolutionaire kiezers te Sappemeer,
c. a. hem gestemd hebben, en ons met
deze mededeeling van haar geestverwant,
jongere linie, om de ooren slaat, was te
verwachten en 't is te vergeven al ver
schillen de feiten nogal wat in qualiteit.
iedereen vriendelijk |ts woord staan en
aanhooren, die verlangt bij hem toegelaten
te worden. Alles schikt zich soms zoo
wonderbaar, en een gang naar de stad is
toch geen groote moeite, al ware die ook
te vergeefs."
Daar de Vicar hiertegen niets wist in
te brengen, zeide hij slechts„Gij hebt
gelijk, Fanny. Het verzoeken staat vrij
en die klopt, dien zal worden openge
daan."
„En die zoekt die zal vinden," voegde
Fanny er terstond vol vertrouwen bij."
Spreek slechts met den Lord, zooals uw
hart het u zal ingeven. Nog geen twee
honderd hulden en zes kinderen, dat is
voor ouders toch een al te zware taak.
En als wij het maar eens zoo verkonden
brengen, dat wij dagelijks met een vroo-
lijk hart ons genoegen konden eten dat
de kinderen er niet armoedig uitzagen,
maar 's winters warme kleeding hadden, en
dat wij het onzen goeden ouden vader wat
beter konden geven, zou dat niet recht
aangenaam zijn, William? Ik zou u dan
van tijd tot tyd ook eens op soep kunnen
onthalen en anderszins goeddoen. Denk
daar eens over, William hoe heerlijk dat
zou zijn 1 Hoe zouden uwe bleeke wangen
die ik niet zonder hartzeer kan aanzien,
weldra een gezonde roode kleur aannemen
en uwe kinderen mochten hopen, zich
tien jaar langer in uwe vaderlijke liefde
te verheugen. Ga daarom lieve man, in
Gods naam 1 Alsj het maar paste, dan ging
ik liever zelve. Zijne Lordschap is immers
altijd voor geringe eu arme lieden zeer
toegankelijk en voorkomend geweest?"
William wist er nu hoegenaamd niets
Bij de interpellatie-Kuyper over het
verzuim der regeering in sake de passeering
der Zuid-Afrikaansche regeeringen voor de
uitnoodiging ter conferentie, hebben alle
liberalen en radicalen in de Kamer een
diep stilzwijgen bewaard.
De liberalen en radicalen in de Pers daar
entegen hebben zich flink uitgesproken.
De liberalen delen het echter voorde
radicalen na de interpellatie.
Dit laatste maakt wel eenig verschil.
Toch zal het ten gevolge hebben dat dit
muisje een staartje hebben zal.
Amsterdammer (De Koo), Hollandsche
Revue (Netsoher), Kroniek (Tak), Vooruit
gang (Treub) gaven geen onzeker geluid.
Wij spreken elkander nader, na de con
ferentie.
Dat is de grondtoon van hun aller
klaagzang.
En de liberale pers zingt wel niet mee,
maar zij luistert toch.
Het beleid van den minister van bui
tenlandsche zaken ligt voor goed geoordeeld.
Transvaal is de droppel, die den boorde-
vollen beker deed overloopen.
De ministers Lely en Goeman Borgesius
hebben gestemd voor de motie-Troelstra
algemeen stemrechten) daardoor een
onherstelbaren slag toegebracht aan de
conservatieven in hunne partij en in het
ministerie.
Troelstra had het hun duidelijk gezegd:
gij moet do conservatieve blokken u van
het been schudden. En zij deden alzoo.
Ook dit muisje zal, zien wij wel, een
staartje hebben!
Goes. De Secretarie der gemeente
zal op a. 8. Donderdag den 11 Mei, uit
hoofde van den Hemelvaartsdag, gesloten zij n.
Tot het doen van aangiften voor den
Burgerlijken Stand zal alleen des voor
middags van 9 tot 9Vs ure gelegenheid
gegeven worden.
Burgemeester en Wethouders van Goes
geven kennis aan de belanghebbenden,
dat voor de gewone onderhoudswerken
de haven van Goes zal gesloten zijn van
Zaterdag op Zondag 11/12 Juni tot en met
Ma— ritnumnMsaga—E—BI m—
meer tegen in te brengen, dan dit eene
woord: „Ja Fanny!" Hij ging daarop naar
zijn kamer, om zich aan te kleeden, en dan
maar aanstonds op weg te gaan naar de
residentie.
Toen hij zijn kleerkast geopend had, om
het eenige gewaad dat hij bezat, er uit te
nemen, versahrikte hij. „De kleederen zien
er toch wat al te kaal uit 1" zeide hij bij
zichzelven, en wierp er een vlnchtigen
blik op.
Ja waarlijk, William Brown, uw klee
deren zijn wel uiterst kaal, als gij het
niet kwalijk neemt, arme Vicar. Men kan
de draden van het laken wel tellen, en
de knieën en ellebogen glimmen van ou
derdom. Intusschen moet ik tot eer uwer
trouwe gade zeggen, dat zij de doorzich
tige plekjes zeer net en knapjes heeft ge
stopt. En al zijn de knoopen niet allen
van 't zelfde soort, maar nu eens groot en
dan weder klein, zij zijn toch allen zwart
en al was de snede van uw rok voor
twintig jaren in de mode, en al zullende
straatjongevs gewis over uwe zonderlinge
panden lachen, wat beteekent dat Er
is toch niets haveloos of gescheurd aan 1"
De Vicar schudde wel is waar eenigszins
droevig het hoofd, kleedde zich toen aan,
bezag zich in zijn kleinen matten spiegel
en zeide „Zijne Lordschap is immers een
vriendelijk en beminnelijk heer? Hij zal
mij om mijn armoedige kleeding niet af
wijzen."
Daarop kwam hij voorzien van hoed en
stok in de kamer zijner huisvrouw. „Fanny",
sprak hij, „ik behoef mij immers in deze
kleeding nog niet tc schamen, niet waar
De huisvrouw onderzocht nu alles met
Zondag 48 Juni a. s., dat het water in
de haven van laatstgenoemden dag tot en
met Zondag den 25 Juni, tot 80 cM. be
neden het peil zal zijn afgelaten en den
26 of 27 Juni e. k. weer op het gewone
peil wordt gebrachten dat wegens het
lichten van Sasleuren gedurende het dan
nog overige gedeelte der maand Juni en
de eerste helft van de maand Juli niet
geregeld kan worden geschut.
8 Mei '99.
De jaarvergadering der Nederlandsche
vereeniging voor evenredige vertegenwoor
diging werd Zaterdag gehouden onder
voorzitterschap van mr. J. A. van Gilse,
die mededeelde dat de vereeniging thans
geacht kon worden gegrondvest te zijn,
zoodat zij naar buiten kon werken voor
het goede beginsel dat zij voorstaat. Uit
mededeelingen bleek dat de heeren mr.
A. F. Vos de Waal en B. J. Gerritson
Jr. aangewezen waren ter vervulling van
in het bestuur ontstane vacatures.
Aangenomen werd een voorstel tot uit
gave van een eigen tijdschrift, dat minstens
viermaal per jaar verschijnen zal, en
artikelen bevatten en mededeelingen doen
zal over de evenredige vertegenwoording en
over de verschillende stelsels, teneinde de
overtuiging te doen veld winnen dat de
tegenwoordige wijze van verkiezing groote
gebreken heeft en niet tot het doel leidt.
Het eerste no. wil men in October, a. s.
doen verschijnen. Een reglement voor
bestuursverkiezingen te houden naar het
Evenredigheidsstelsol werd vastgesteld en
een commissie benoemd van vijf leden
om rapport uit te brengen omtrent de
hoofdbeginselen die ten aanzien van de
toepassing der evenredige vertegenwoordi
ging gelden en op grond daarvan voor
stellen te doen ter aanwijzing van den
meest geschikten vorm voor Nederland.
De thans voorloopig vastgestelde
lijsten van hoogstaangeslagenen noemen
voor de volgende provinciën het volgend
aantal namen en het daarachter geplaatst
kleinste bedrag der gezamenlijke aanslagen
in de rijks directe belastingen (grondbe
lasting, personeele belasting, vermogens
belasting en belasting of bedrijfs- en andere
inkomsten)Noord-Brabant: 339, f 439.45
Gelderland: 341, f735.55; Zuid-Holland:
een nauwkeurig oog en bezag haar man
van alle zijden deed vervolgens eenige
schreden voorwaarts, dan achterwaarts en
bedekte eindelijk, het hoofd schuddende,
haar oogen met beide handen.
„Nn, Fanny, het kan nog wel gaan, niet
waar vroeg de echtgenoot.
Fanny echter zweeg nog eenige oogen-
blikken, maar viel toen, zacht weenende,
haar man om den hals en zeide „William,
laat ons onze armoede met geduld en
lijdzaamheid dragen 1 God heeft tot hiertoe
geholpen, Hij zal ook verder helpen."
„Hoe?" vroeg de Vicar verwonderd.
„Zal ik niet naar Londen gaan
„Neen, dierbare vriend 1" voer de vrouw
voort. „Ook de bitterste armoede in on»
huis geeft niemand recht, ons te bespotten,
maar daar buiten in de koude, voorname
wereld moeten wij onze armoede en ellende
niet ten toon spreiden. Daar buiten vindt
men slechts hardvochtige, meedoogenlooze
zielen. De geringste glimlach van spot
en verachting, die u trof, zou mijn hart
doen breken. William, ik kan het ver
dragen, dat wij in de gansche stad met
medelijden worden beschouwd, waar men
de oorzaak van onzen toestand bent. Ik
kan het verdragen, dat ik na uw dood,
als het God mocht behagen u eerder dan
mij op te roepen, met mijn zes kinderen
in het armhuis zal moeten maar een
smadelijken lach der voorname wereld
over u, over onze armoede, zou als een
worm knagen aan mijn hart. William,
berg de kleederen maar weder in de kast 1
De genadige God zal ons niet van honger
laten omkomen."
Wordt vervolgd