N1EUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH lo. 91. 1899. Dondkifag 4 ilei. Dertiende faorgang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Herhalingsonderwijs, elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. H e R IJ K. lerseke, 4 Mei. Kruiningen, met uitzondering ran Hansweert, 5 Mei. Hansweert, 6 Mei. Krabbendijke, ook voor Waarde, 8 Mei en 9 Mei de. voormiddags. Rilland—Bath, 9 Mei de. namiddags en 10 Mei. Het Christelijk Schoolblad heeft groote sympathie voor het deakbeeld de kinderen langer op school te houden dan nu de gelegenheid is en ook 't herhalingsonder- wijs meent zij behoorde aan al onze kin deren gegeven te kunnen worden. Wat de schoolbanken betreft, heeft de redactie geen bezwaar. Da redactie van het Christelijk School blad heeft alleen in Den Haag en Am sterdam hare kennis van schoolbanken op gedaan. Zij meent waarlijk, gelooven wy dat alle banken in onze Chr. dorpsscholen geschikt zijn voor jongelui zelfs van 20 jaar en daarboven. Nu, wy meenen 't tegendeel; doch blij ven overigeus van de zaak af. Het herhalingsonderwijs, zooals de minister ket thans regelen wil, met zijne gelegenheden tot „kwaaddoen" na de avondschooltijden komt er toch niet. De voorstanders der leerdwangwet heb beneigenlijk aan dergelijke sympathiebe tuigingen niets. In 't afgetrokkene zijn alle tegenstanders van eene zaak voorstanders. Men kan zeggen voor leerplicht tot het veertiende jaar te zijn. Men kan zeggen sterk „voor herhalingsonderwijs te zijn, „los van poli tieke overwegingen." Maar de vraag is niet, zijt gij daar voor, maar zijt ge voor de wet Borgesius zooals zij daar ligt? Zijt ge voor eene regeling die den huisvader onder strafbepalingen stelt, waar hij steeds getoond heeft die i'iet noodig te hebben Zijt gij voor eene regeling die den Staat laat doen wat des Huisvaders is Zijt gij voor de keuring der opgaaf van redenen van schoolverzuim door autoriteiten die zich met uwe huiselijke zaken komen be moeien Zijt ge voor het herhalingson derwijs gelijk de minister dit verlangt Zjjt ge voor vermeerderde schooljaren zoolang de sociale vraag neg zoo fel nijpt in de gezinnen onzer werklieden en arbeiders? En dan, 't herhalingsonderwijs, weet het Chr. Schoolbladdat dit in vele gemeenten van ons land uitwissching beteekent van de lijntn op de Chr. school getrokken Rent het Chr. Schoolblad het verderfelijke van 't openbaar onderwijs Laat de redactie dan maar eens aan de christelijke jongens, die op openbare Nor maallessen gaan, en openbaar avondschool- onderwijs genieten en nog niet door den geest van 't neutrale zijn bedwelmd gewor den, naar deze dingen vragen. Herhalingsonderwijs'tis niet verplich tend gssteld aan onze bijzondere scholen. Wanneer derhalve een Chr. schoolbestuur zegtvan 't herhalingsonderwijs trek ik my niets aan dan kan de wetgever het niet dwingen. Maar dan zegt hij goed dan neem ik het ter handen dan gaan onze jongens de leerlingen der Chr. School, die wy zoo lang mogelijk uit beginsel uit de openbare school hebben uit gehouden vau 't neutrale Geschiedenis- en Natuur kundig- en Staatkundig onderwijs onzer moderne of nog minder dan moderne open bare leeraren profiteeren. Zoo dwingt de wetgever ons, gelyk hij 't ia 1857 deed, rechtstreeks tot een nieuwe exoduseen nieuwen uittocht, een nieuwe schoolstichting, een nieuwen school strijd eerst was het tot redding onzer kinderen van 6 tot 12 jaar straks zal het wezen tot redding onzer kinderen van 13 tot 17 jaar. Een schoolstrijd dien wij nimmer op mogen geven. Het is ons dan ook onmogelijk ons ver zet tegen de leerdwangwet met haar her- halingsonderwjjs te staken. Het is een beginselzaak, gezwegen nog er van dat 't een geldzaak is. Chr. onderwijzers zijn ook menschen die leven moeten zij znllen gaarne ook herhalingsonderwijs ge ien want zij zijn er allen in beginsel voor; maar zij verlangen dan ook als loon daar voor iets meer dan een woord van waar deering. Woorden van waardeering zijn zeer goed koop. Maar hieruit volgt dan ook dat het meerdere, al wat boven hetzelve gaat, geld zal kosten. Ea nn mag de minister omtrent de tegemoetkoming in de kosten nog znlke heerlijke toezeggingen doen op papier. Wij houden ons aan het meest praktische spreekwoordéen vogel in de hand is beter dan tisn in de lucht. Een wetje dat ons in klinkende munt de vergoeding voor de meerdere kosten toe zegt, zou ons met 't herhalingsonderwijs wel kannen verzoenendoch niet gelyk het na geregeld is. Dat onze knapen en meisjes gezamenlijk onderwijs ontvangen, daar is niets tegen. Maar dat zij samen op den donkeren weg huiswaarts gaan en de gelegenheid vinden of zoeken tot het aangaan van te vroege verbintenissen, gelyk men dat ook op de normaallessen wel eens gebeuren ziet, daar komen wij tegen op. Wij kennen 't eigen hart genoeg en zijn op onzen goeden naam te zeer gesteld om aan dergelij k eene fin de siècle opvoeding mede te doen. Wy hebben o, zoo groot vertrouwen in de bewarende en zorgende hand Gods, wij verwachten o, zooveel van het beslag der Christelijke opvoeding, maar wy onttrek ken onze kinderen zoolang mogelyk aan de plaatsen der verzoeking. Want niets beter zijn zij, misschien eer slechter dan de kinderen van hen die ons en de Chr. «choolopvoeding gram zijn. Daarom juist houden wij ze in den band en leggen bun liefst geen lasten op die, zoo bewarende genade niet tnsschen treedt, ons zeiven te zwasr zouden zijn. Ook wy zijn voor Leerplicht en voor toezicht en voor best raffling van verwaar- loozing, en voor herhalingsonderwijs. Maar men geve ons eersteen andereschoolregeling, waarin meer de ouders en mindec de school opzieners over de opvoeding te zeggen heb ben; en dan zullen wy toonen wat wy knnnen, gelyk wij dit nu reeds veertig jaren lang getoond hebben bij onzen scho lenbouw, een werkje dat ons miljoenen gekost heeft. Wil de minister ons znlk eene school regeling verleenen, wij zullen hem er dank baar voor ziin en de natie zal er wèl bij varen. Een in den goeden zin des woords democratische pelitiek (dit laatste zeggen wy Tiro in Het Fenloosch Nieuwsblad na) brengt mee, dat men, rekening houdende met de verschillende Btroomingen en de verschillende richtingen in den lande, alle factoren van het volksleven tot ontwikke ling tracht te brengen. Komt de minister dan met leerplicht en herhafingplicht, dan kunnen wy verder zien. Doch, wij herhalen het, geen jongens en meisjes saam naar de herhalingsschool. Daarin steekt te groot gevaar. Wij spraken daar van verbintenissen; wy voegen er by en aanrandingen. Eenigen tijd geleien ontvingen wij een bericht dat te Hansweert een meisje'aavonds door twee opgeschoten knapen was aange rand en ernstig beleedigd geworden. Wy plaatsten boven dit berichtje „Her halingsonderwijs"wat voor den goeden verstaander beteekende dat de invoering van Herhalingsonderwijs vermeerdering van dergelijke misdry ven mogelyk maakte. Dat eene woord lokte een heftig protest uit va,n een heer van 't kantongerecht in de Middelburgsche Crtmet eenige hate lijkheden aan ons adres en tal van liberale en christelijk historische bladen wierpen met steenen naar ons. Foei, was dat een bestrijding, zoo schreeuwde men. Wij hebben dien storm kalm laten overwaaien. Menschen dieniet willen zien overtuigt men toch niet. En wie de oogen sluit voor het feit dat er in bijna elke ge meente slechte knapen zijn, die in ruw heid en oukuischheid vau taal, enz. uit munten en voor wie wij onze dochtertjes zelfs over dag zouden willen uit den weg doen gaan, dien kan het niet anders dan onredelijk toeschijnen dat wij onze stem doen hooren opdat toch onze meisjes van 13 tot 17 jaar iet gelwongen worden den eenzamen weg van school naar huis te moeten gaan met 't gevaar dergelijke knapen die op hnnne onschuld loeren tegen te komen. Ons dunkt wie in eenigerlei betrekking staan tot de justitie, moesten zich niet durven verzetten tegen de poging om dit kwaad t» voorkomen. Van liberale zijde is men natuurlijk zeer gebelgd over hef verzet onzerzijds tegen de Leerdwangwet. Duizend adressen is dan ook geen klei nigheid. En er zullen er nog wel meer volgen. En 't grootste bezwaar betreft het Her halingsonderwys. Bij Roomschen en Antirevolutionairen heeft men het zedelykheidsbezwaar. Nu trachten de liberalen „aan dit argu ment van het „zedelijk gevaar" de wondende punt af te breken." Dit hebben wij voorzien. Dat argument was te wondend; en 't argument, er tegenover, voor de hand liggend in het kader onzer publieke tegen standers, was op zijn beurt ook weer te pakkend om het te verzwijgen. Hoort eens, gij voorstanders van „dusgenaamd" Christelijk onderwijs, gij hebt altyd ge stoft op de zedelijkheid van uw onderwijs en op de christelijkheid van de opvoeding der christelijke menschen, uw vrees zegt voldoende dat gy van het tegendeel over tuigd zijt. Wy zeggen met de Standaard„zulk een kwinkslag is wel gewiksten aardig; maar tegen toetsing is hij geen oogenblik bestand, en toont alleen dat onze tegen standers zich zelfs de moeite niet geven, om het begrip van „zedelijk gevaar" in zijn beteekenis op ons standpunt even in te denken". Onze denkbeelden en die der liberalen (en wij oordeelen hier naar de uitlatingen van de besten hunner) verschillen hemels breed. Bovendien hebben onze meisjes by hun avondwandelingen niet alleen knapen van hun eigen school maar ook van de open bare school tot geleide en dan wanneer wij voor de meisjes in Zeeland opkomen, dan hebben wy stellig voor mesr dan negen tienden die van de openbare school op 't oog. Het platteland van Schou wen en Duiveland, Philipsland en Tholen, Noord Beveland en Zuid Beveland telt te zamen slechts vier christelijke soholen. Walcheren telt er iets meer en de beide Vlaanderens ook zooveel. „Voor ons, maar ook voor u 1" roepen wy dan ook den voorstanders van open baar onderwijs toe. Het geldt ook (en in Zeeland voornamelijk) uwe kinderen. Im mers iedere gemeente heeft haar straatjongens waaronier van het minste allooi. Maar hst gevaar dat van de zijde dezer deugnieten dreigt wordt te grooter ook voor plaatsen waar een Christelyke school is, naarmate het geheels contingent der open bare school er bij komt en in de steden zal het juist het schuim zyn, immers de soort waar 't den wetgever juist om te doen is, het schuim der natie dat op een zelfde school met onze kinderen 't gevaar voor besmetting of aanranding zal verhoogen. Hoe wij het ook wenden of keeren, deze wet voldoet ons niet. Wij gelooven niet in hare totstandkoming in den voor gestelden vorm. Maar kwam zij tot stand, zy zou een bron van nienwen strijd een strijd op leven en dood, maar dan om de kinderen van het gansche Nederlandsche volk! onderons worden. Er dan zou deze wet nog wel eens kun nen blijken te zijn de doodsteek voor de liberale partij De Graafschapper doet eene mededee- ling waar wij de aandacht van de hoofden onzer christelijke scholen op vestigen. De belangstelling van ons volk voor zyn kostelijke koloniale bezittingen is in derdaad gering. Daarin kan natuurlyk de school een groote verbetering brengen. En nu wordt bet onderwijs omtrent onze bezittingen gemakkelijk gemaakt door het bekende koloniaal museum te Haarlem. Op aanvrage toch van het hoofd der school geeft dit museum cadeau (alleen de ver zendingskosten moeten vergoed) 72 voor werpen, waaronder verscheidene zeer mooie praeparaten op sterk water, alle leermiddelen die bij het onderwijs uitste kende diensten kunnen bewijzen. Men vindt er onder anderen by een bosje kokosvezels en kokostouwen, een stuk stam van (den rooden-Kinaboom, bamboe, een eetbaar vogelnestje, manilla-hennep, een rijstplant, rijst in de aren, suikerriet, bind- rottan, tamarinde-vrucht, gom copal, kapok- vruchten, getah-pertjah, verschillende hout soorten, een tak van de Liberia- en van de Java-koffie, arrowroot, curcuma, pisang, notenmuscaat (de gebeele vrucht met de foelie er om), verschillende dieren op sterk water, o. a. een schorpioen, een gekko, een kameleon, een duizendpoot enz. enz. Laten onze hoofdonderwijzers daar ge bruik van maken. Men wende zich tot den directeur van het Koloniaal Museum te Haarlem, Dr. F. W. van Eeden. Een zonderlinge preek moet 't toch zijn van een hervormd predikant socialist als bijvoorbeeld ds. de Koe te Den Helder ze houdt. De man moet Zondag bij de doopplech tigheid der kinderen van eeaige marine officieren zoo raar gepreekt hebben dat kerkeraad en marine-autoriteiten er mee gemeeid zyn en 't niet onmogelijk schijnt dat de Synode en de minister van Marine er aan te pas zullen moeteu komen. Ds. de Koe moet dan gepreekt hebben over karakter, en als voorbeeld van ka rakter den visschersman en als voorbeeld van karakterloosheid den marineman ge noemd hebben, welken laatste hij voorstelde als „steeds mopperende, niet de minste roeping gevoelende voor bet beroep dat hij koos, alleen uitziende naar 't oogen blik waarop hij aan het eind der maand zyn tractement zal opstrijken. Nu zyn er die met het oog op 't bekende „wien de schoen past" het dom vinden van deze marine-officieren dat zij een klacht hebben ingediend. Er zyn er ook die meenen dat het verdere gedeelte der preek gericht tegen „het kapitaal dat gebruikt wordt om de arbeiders te verdrukken" vrij wat meer aanstoot verdiende. Doch over 't geheel mag het ook wel zyn: arm evangelie en arme menschen en arme prediker die in dergelijk „evangelie" uwe zaligheid zoekt. Wilt gij, lezer een stukje uit deze preek, dat letterlijk schijnt te zyn opge- teekend. Zie het hier. „Mooi is 't, een mensck te zien die bij den arbeid dien h(j doet, zich als een visch gevoelt in 't water. Afkeer daaren tegen krijgt men van menschen, die maar half bij hun werk z(jn. Mooi uit Jat oogpunt is b;jv. de visschersman, die zöö leeft in zijn badrij f, dat hi) er geheel naar gebouwd is. Een jammerlijk figuur maakt daarentegen de marineman, die wel lederen dag in zijn dienstjas loopt, maar aldoor moppert over ziin positie. De eerste is iemand in wien een karakter uitkomt; de laatste is een karakterlooze verschijning. De zevendedagscb Baptist (een sergeant-majoor der artillerie te Helder, die voor korten t(jd den dienst verliet, omdat hem niet werd toegestaan den Zaterdag als rustdag te beschouwen) heeft niet gemopperd, maar' is eenvoudig den dienst uitgegaan. Dat is kerelswerk" Men heeft vroeger wel eens den draak gestoken met predikers in kerken van min vaste formatie, type wijlen Walteru Bek- ker, wanneer die van den kansel iets min der stichtelijks ten gehoore brachten. Laat men zieh dan nn schamen over den kost dien Koeien en Kleinen en Hei denen en hoe zy meer heeten mogen in immers nog (nederduitsoh) gerefor meerde kerken gelieven op te disschen. Menige spotter uit dien tijd zal nu allicht denkendan nog maar liever van 't andere Onder de wetsontwerpen die in 1891 verloren raakten, ten gevolge van parle mentaire langzaamheid en de politieke ver kiezingen, behoort dat van den minister Lohman tot wijziging der wet op de be smettelijke ziekten. Dit ontwerp werd, natuurlyk, in 1891 door 't liberale partij ministerie, dat 't mi nisterie Mackay opvolgde, ingetrokken; wat jammer was, want, ook volgens libera len bevatte dat ontwerp veel goeus. Het stelde o. a. voor de mazelen uit de besmettelijke ziekten te sohrappen en de cronp er onder op te nemen. Maar 't stelde ook voor afschaffing van den vaccinedwang en dat was voor de liberale heeren zoo iets als de pest. Thans stelt de minister Borgesius voor de pest onder de besmettelijke ziekten op te nemenen de mazelen te schrappen hy doet dit laatste met ongeveer dezelfde argumenten al» indertijd minister Lohman. Zoo komt er met stukjes en beetjes nogal eens een en ander, eertij ds door 't minis terie MackayLohman voorgesteld, tot stand. Tot stand, en wel door denzelfden mi nister (Borgesius) die als verkiezingsrede- naar spreken dorst van de „maagdelijke" portefeuilles der ministers uit genoemd kabinet. De beschuldiging door den beschuldiger zeiven metterdaad weerlegd 1 Het deet ons genoegen; en aan de lastige thuisbly very ter wille van de onschuldige mazeltjes komt eindelijk ook een eind. Ook dat verheugt ons. k Uit Nieuwendijk (N.-Br.) meldt men dat eergisteravond, na afloop van eene aldaar gehouden kerkeraads-vergadering, de 72- jarige algemeen geachte heer J. den Boer plotseling onwel is geworden en, huiswaarts keereud in zyn rijtuig, is overleden. Deze tijding ontvingen wij met diepe ontroering. In Den Boer zal zooveel gemist worden. Wethouder van Almkerk, hoofdredacteur van de Protestantsohe Noordbrabanter, Be stuurder vau Bloemendaal, ouderling der ge- ref. kerk in zijne gemeente,en werkzaam in nog zoo menige andere betrekking waarin hij grooten invloed had, laat hij een diepe leemte achter. Het laatst ontmoetten wij hem in de jongste vergadering van de Unie en hadden wie met hem reisden, in particulier gesprek, weer eens en nog eens gelegenheid zijn practischen blik te be wonderen. Deze man rust van zijn arbeid en zijn werken volgen met hem. Zij hij de jongeren die hem nastaren nog lange tot een vruchtbaar voorbeeld. Een monsterverbondje of een allegaartje Blijkens bericht in de Nieuwe Éott. Crt. zijn er in Kollumerland plannen in de maak om bij de aanstaande gemeenteraads verkiezingen de liberalen, Christelyk-histo- risehen en sociaal democraten saam te doen optreden tegen de antirevolutionairen, die in den gemeenteraad in de meerderheid zijn, welke meerderheid men wil vernietigen en wat by samenwerking mogelyk schijnt. Een berichtje daar de Chr. historischen van znllen opfrisschen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 1