NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH 3)oii{fecif(tg 27 Uprtf. Derftendc Innrganij. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN «EEX ClRÜELGAKti. LEDIGE PLAATSEN. BEKENDMAKINGEN. lo. 88. im. BLKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel meer 10 cent. HERIJK. Wemeldinge, 1 Mei en 2 Mei des voorm. lerseke, 3 Mei des namiddags, 4 en 4 Mei. Kruinlngen, met uitzondering van Hansweert, 5 Mei. Hansweert, 6 Mei. Wij kunnen ons niet vinden in den raad van oud-liberale zijde ons gegeven om terug te keeren tot de dagen der alleen zaligmakende openbare school met haar Roomsche, Protestantsche en Israelietische kindertjes, saam geleerd in éénzelfde Chris tendom boven geloofsverdeelheid. En dat vooral niet omdat ons volk er niet op ge bouwd is om een Christendom boven geloofs verdeeldheid aan te kleven. Zulk een Christendom is altijd nog op vijandschap tegen het geopenbaarde Woord uitgeloopen. En 't is dan ook dit Christendom zelf dat het verzet heeft gewekt en gekweekt tegen de openbare school met haar onmoge lijke taak om zulk een Christendom aan te kweeken. In de Nieuwe Prov. Gron. Crt. heeft de schrijver van het stukje met 2 Petras 2 22 tot conclusie de verschillende be denkingen tegen zijn stukje aan critiek onderworpen. Dat ook hij niet terug wil tot vö5r '57 behoeven wij niet te zeggen. Het blijkt, zoo hooren wij hem zeggen, het blijkt meer en meer, dat het than» levend en meesprekend geslacht de geschiedenis der schoolkwestie niet heeft beleefd en ook geen moeite schijnt te doen, althans niet over 't algemeen om uit betgeen er van geschreven is op de hoogte te ko men. Dit heeft ten gevolge, dat als we luisterden naar den raad van zulke mannen, we weer precies zonden komen te staan, waar we aan 't begin dezer eeuw ook waren en voor zulk een cirkelgang passen we. In het kort toch is de geschiedenis deze onder de wet van 1806 had de volksschool in Nederland vrijwel overal een godsdienstig karakter de schoolopzieners waren grooten- deels predikanten onder de onderwijzers vond men zeer veel geloovige mannen. Dit heeft men niet gedoogd. Meester Feringa 3.) FEUILLETON. „Gij doet allerbest," zeide zijne helsche majesteit, met een warm hartwant zijn adem was gelijk een vuurvlam. „Leeraars mogen hun best doen, hard werken en bidden dat hunne woorden ingang mogen vinden, maar daar zal weinig voordeel be haald worden waar de plaatsen ledig zijn. Dat is een der voornaamste middelen, spaart dus maar geen moeite om menschen uit de kerk te houden. Ik moet je waarlijk prijzen, want ge hebt het al ver gebracht. Doch laat mij u nog op een a nder punt opmerkzaam maken, en dat is dit. Leeraars zijn ook menschen en dus niet volmaakt, het kome voor hetzij in hun spreken, of gebaren, of in iets anders, hetzij dat zij te zacht of te luide, te snel of te langzaam spreken, de preken zijn te scherp of te zasht, te droog of te bloemrijk, te lang of te kort, te veel lezen of te veel her halenwat 'took zij, dat scheelt niet; ziet, dat je de Christenen, die nogal trouwe kerkgangers zijn, er toe krijgt, dat ze aan een of ander te veroordeelen vinden in hun leeraar, en dat ze daarover gedurig spreken in bijzijn van anderen, dat zal een heilzaam middel zijn om thuis te blijven, en zelfs jonge lieden van de ca techisatie en het doen van belijdenis terug te houden. Zoo ge iets kunt doen dat onwil en verdeeldheid of tegeningenomenheid aan brengt tegen leeraar, kerkeraadsleden of eden der gemeente onderling, dan dat werd om zijn geloof in Leegkerk bemoei lijkt: Gangel te Apeltern werd geschorst en moest het kostgeld voor zijn plaats vervanger betalen, terwijl toch zijn trakte ment werd ingehouden, omdat hij in de school de uitdrukking: „Om Uws lieven Zoons Jezus Christus wil" had gebruikt! Professor Hofstede de Groot, die op eene vergadering te Winsutn tot de openbare onderwijzers zeiGeeft onderricht in de Bijbelsche geschiedeais; verhaalt bij dehooge feesten Jezus' Geboorte, Opstanding, Hemel vaart, Kerkstichting, werd als schoolop ziener ontslagen. Gehandhaafd echter werd meester Van Braam van Oosterlittens, die zijn leerling Oepe de Roos bestrafte, omdat deze in een opstel over duivelen sprakgehandhaafd, niettegenstaande hij aan de schoolkinderen gedrukte blaadjes meegaf, waarin het geloof aan duivelen bestreden werd. Gehandhaafd werd de heer Van Beijma thoe Kingma, die in „De Wekker" van 4 Jan. 1861 o. a. schreef„De tijden zijn voorbij de leerlingen voor waar te ver kondigen, dat hemelenaarde, in zes dagen zijn geschapen enz." en ook Mr. A. F. Pické van Middelburg, die zich in den zelfden geest uitliet. Dit sloopingswerk is voortgezet, tot er nu eene kentering komt. Onder den in- vloe i van Herbart's paedagogiek, heeft men behoefte aan „Gesinnungsstof" van oppositie tegen de Geschiedenis als leervak, zooals voor eenige jaren, hoort men niets meerneen de geschiedenis wordt het vak, waarom alle andere vakken zich concentreeren en, men kan het niet langer ontkennen, de Bijbelsche Geschiedenis levert zulke uitnemende „Gesinnungsstof." Is het wonder, dat men weer naar den Bijbel gaat vragen en dat de een in een brochure, de ander in een openbare rede een lans breekt voor „bet godsdienstig karakter der openbare school? Wij betreuren dit niet, integendeel het verblijdt ons. Laat gerust de predikant op school ko- mee en met de kinderen den Bijbel lezen laat gerust de onderwijzer in de openbare school Jozefs geschiedenis als „Gesinnung- stof" nemen (wanneer dit althans niet in strijd met de wet is)laten de schoolop zieners dit bevorderen, ons wel, mits... men geen oogenblik denke, dat men daar door ons bevredigt. Onmogelijk de wet en vooral moet gij het daarop toeleggen zulks te doen, juist voor het Avondmaal dat zal hen uit de kerk houden vooral op dien voor den Christen zoo gewichtvollen en voor hem zoo begeerlijken dag, en dat, zoo gij weet, is juist tegen hetgeen onze groote tegenstander, hun Christus beveelt: om dat te doen tot Zijne gedachtenis. En velen zijn, zoo zij meenen, nogal cons ciëntieus op dat gebied. Men zegt zichzelf dat men met geen verdeeldheid onderling mag aanzitten wanneer menschen boos zijn op elkander, dan komen ze maar liefst op dien dag maar niet naar de kerk. Wel deden ze beter met elkander zich te verzoenen, wat hun plicht ook was, en wat hun Meester hun ook geboden heeft, doch daar denken zij niet aan, en zorgt gij nu toch vooral ze dat niet wijs te maken, maar veeleer wanneer zij er over beginnen te denken, hun dat nit het hoofd te brengen door hun in te fluisteren dat zij gelijk hebben en aan die verdeeldheid geheel onschuldig zijn, en zij zullen hunne plaat sen ledig laten staan. De leeraar moge aa" zijn preek zijn uiterste best gedaan hebben, zijn onderwerp zoo leerend, aan genaam en zalvend mogelijk gemaakt hebben, en noodigen het volk dringend uit, komende zelf ter kerk met een biddend warm hart, als ware hij in vlam, toch kunnen de ledige plaatsen wel het middel zijn om eene koude rilling door al zijne leden te doen gaan, en het gevolg is mogelijk eene koude, dorre preek. Waren er soms uit belangstelling vreemdelingen gekomen, dan werden zij teleurgesteld en kwamen later niet meer." van 1806 bevredigde ons niet, die van 1857 en 1878 nog minder, en dergelijke toe passing der wet zon ons evenmin bevre digen. Juist, omdat wij gelooven, wat de liberale Heinrich von Treitschke reeds in 1880 schreef„Een goed lager onderwijs moet in alle vakken van denzelfden geest doortrokken zijn" juist omdat wij het eens zijn met H. de Raaf, „dat de ver standelijke en zedelijke vorming niet van elkaar gescheiden gedacht kunnen worden", juist daarom protesteeren wij tegen den cirkelgang we willen niet weer het tijd perk van 1806 1899 doorloopen we willen vooruit. De geschiedenis dezer eeuw heeft ons duidelijk geleerd, dat in Neder land ééne volkschool eene utopie, eene illusie is, en eene illusie jagen wij niet na, wel een ideaal, en dat ideaal is De vrije school voor heel de natie d. w. z. verklaar de school mondig laten de ouders beslissen in welken geest, in welke zedeleer hunne kinderen moe ten opgevoed worden. Dan zijn we verlost van eene neutraliteit, die het onderwijs oppervlakkig maaktvan eerie schoolkwestie, die iedere wezenlijke ver betering van het onderwijs tegenhoudt en daarenboven heel den politieken toestand bederftkan kunnen wij de school der liberalen en der modernen met rust laten, zooals we thans die der Roomsch-Katho- lieken onbestreden latendan, maar ook dan eerst, zal de schoolkwestie in Neder land worden een zuiver paedagogiscb vraagstuk. Leerplicht en Herhalingsondtrwijs. Er wordt nog maar steeds ernstig over doorgepraat, als gold het eene ernstige zaak, om te bewijzen dat Herhalingson- derwijs wel mogelijk zal zijn en 't bezwaar dat jongens en meisjes daarbij in den don ker zonder toezicht zijn, best is te onder vangen. Wij meenen dat dit bezwaar niet is te ondervangen. Welnu, krijscht een bureau heertje, die van het veldleven niets afweet, ons tegen: waar staat dat het herbalings- onderwijs per se in den Winter gegeven wordt Die man is derhalve van meening dat het best in de Lente kan. Verder zeide Satan „Het zijn niet de prachtige, keurig net en doelmatig ingerichte kerkgebouwen, noch de welsprekende, der gemeente in de waarheid, overeenkomstig de Heilige Schriften, leerende en dienende leeraar, die eene gemeente voorspoedig maken, doen opgroeien en vooruitgaan, alhoewel dit eene groote kracht is om den bloei en het welzijn der gemeente te bevorderen, maar wat ook veel zegt is de getrouwe waarne ming, het getrouw bijwonen der godsdienst oefeningen door al de leden der gemeente en zij zijn het aan hun God verplicht Zijn Woord, de verkondiging er van, te komen hooren, getrouw ten allen tijde. Ook strekt het tot opbouw der gemeente wanneer het geboorde door hen in be spreking met elkander zoo werd nabetracht dat, even als de bijen den honig uit de bloem, zoo ook den geestelijken honig uit het gehoorde wordt getrokken, waardoor broederliefde en eensgezindheid zoowel tusschen de leden onderling, als tusschen hen en den predikant aangekweekt niet alleen, maar steeds inniger en inniger zou worden. Dat zou ook anderen die dat van die gemeente zagen en hoorden, met belangstelling aandoen om toch ook eens te gaan hooren. En zoo iemand met een indruk ter kerk gaat dat hij wat goeds zal hooren, dan kan er soms heel wat gezegd worden dat niet zoo buitengewoon is, en het is en werkt toch goed, en zoo iemand is weldra gewonnen. Maar gij be grijpt wel dat dit niet de les is, die gij den menschen leeren moet. Integendeel, ik zeg u dit maar opdat gij weten zoudt wat voor ons schade is, en wat gij met alle Laten wij zien. In Maart zien wij scharen van jongens en meisjes, niet in Amsterdam, waar het geleerde Handelsblad wordt uitgegeven, maar op 't platte land, reeds bij 't opko men der zon naar 't veld gaan met schrepel, stutenzakje en kruik, om dan 's avonds tegen zonsondergang weer huiswaarts te keeren. Zij moeten het koolzaad van onkruid zuiveren, of erwten en boonen in ile kuitjes gooien. Daarna komt de wiedtijd. De dagen lengen en de werkuren vermeerderen. De bieten in Mei uitgezaaid, worden begin Juni reeds gedund en tegelijk gewied, altijd door de bewuste knapen en meisjes. De Lente is voorbij. Wanneer harden deze jongens en meisjes nu herhalingson- derwijs moeten hebben Voor den dagar- beid Of in den schafttijd Onmogelijk. Onder schooltijd kan het niet. En verletten mag niet. De boer kan zijn werkkrachten, de moeder het verlette loon niet missen. En dat werk door grooten laten doen, is niet alleen te koRtelijk, maar 't kan ook niet, dit werk moet door jongeren geschieden. Maar in den Zomer dan Zaagt gij dan nimmer dat de veldarbeid in dat seizoen nog drukker wordt, door vlaswerk, hooien, of oogst Zoudt gij die vermoeide meisjes en jongens na afloop van het werk onder de brandends zon nog eens in een onlekker lokaal willen vereenigen waar de zon op stond en zeer vele kinderen vijf uren van den warmen dag hebben in- en uitgeademd? In den Herfst? Maar dan komt de aardappel- en bie- tenoogst die tot November aanhoudt. Er schiet geen andere tijd over dan de Winter. En welke uren? De heer A. Jongejan te Oud Beijerland wiens beschouwingen wij hierboven ge deeltelijk uit de Nederlander weergeven, zegt het zeer terecht: „Van 6 tot 8 in den kouden morgen Men krijgt ze niet. Men laat zich ziek verklaren, of geeft te kennen, dat men zich verslapen heeft. Tusschen den school tijd van de gewone dagschool ,,'t Loopt op een chaos van verwarring uit. Daarenboven zijn de meesters men schen met menschen- en geen paardenlongen. Na de schooltijden is wat rust noodzakelijk duivelsche krachten moet trachten tegen te staan. Maar, die toch ter kerk willen en zullen gaan, maakt ze wijs zooveel gij kunt, dat er geen zoo geleerd zijn als zij, dat er geen is meer orthodox, beter gereformeerd, geen die meer en betere bevinding hebben dan zijen wanneer de leeraar dan iets zegt dat juist niet op hun leest past, dan weten zij beter, dan deugt het niet, hoe goed het ook moge zijn volgens de waarheid die hij verstaat. Ja, zoo gij maar een man in een gemeente kunt krijgen, waarvan men algemeen gelooft dat hij nogal geleerd en vroom is, en men hoort dat hij het niet eens is met leeraar en ker- keraad, dan hebt gij heel wat gewonnen, dan komt er verdeeldheid, en men gaat naar elders of wel men blijft meestal thuis en men begint dan meer er tegen te spreken en tegen te werken. Zij verwijderen zoo doende den een van den ander, en in plaats van met de Emmaüsgangers te bidden „Heere Jezus blijf bij ons", brengen zij er aan toe dat die Jezus, dien wij bestrijden ten laatste zulk een verdeelde gemeente heeft, dat Hij ze, hopen wij, ter verharding overgeeft. Gj moet de onkruidzaaiers zijn, misschien wordt de goede tarwe door het onkruid verstikt, op dat alles moet uw streven gericht zijn, overal waar gij kunt afbreken en de kerk door Vorst Jezus gesticht trachten te verstoren zooveel ge maar immer kunt. Nu, neemt de lessen wel in acht die ik u gegeven heb, zijt overal op wacht en geeft op alle gelegen heden acht, en doet al wat ge kunt om het groote doel, wat ik u geboden heb, te bevorderen en ter onzer winste te doen zegepralen, en dat is, door ledige plaatsen om versch te blijven. Dit weten de onderwijzers het best. En werpt men ons tegenGij neemt maar een gedeelte van 't geheel, dan is daarop ons antwoord bet gedeelte mag niet worden uitgesloten, en voegen er bijdit gedeelte is ook niet zoo klein, als men misschien vermoedt, te meer, als men in aanmerking neemt, dat bij sommigen arbeid op het land, ook nog deelgenomen wordt door kinderen uit den burgerstand en die van minder gefortu neerde boeren." Weer één. De predikant-socialist KijLtra te Rotte- valle zal 't voorbeeld van zijn collega Melcbers volgen en zijn ambt neerleggen. Nu nog Klein; v, d. Heide, v. d. Berg v. Eysinga, Bax Senior, Bax Junior, Biihler, de Koe, Schermerhorn, Hissink en hoe zij meer heeten mogen. De Burgemeester van Goes brengt ter kennis van belangstellenden dat ter Secretarie ter inzage is nedergelegd de 16de uitgave van het boekwerk „Neêrlandsch leger." Hetwelk o. a. uitvoerige inlichtingen bevat omtrent het „voorbereidend militair onder richt" en de vereischte militaire bekwaam heid voor de keuze van Korps en Garnizoen. 26 April '99 Bij kon. besluit is een pensioen ver leend van f 2E68 'sjaars aan den heer mr. J. A. van Hoek. Verder is benoemd tot gezworen voor het waterschap De vrije polders onder Tholen W. A. Bierens. Met 1 Mei a. s. zijn verplaatst de kommiezen verificateur bij 's rijks belastin gen A. G. Roozen, 2e categorie, van Vlis- singen (haven) naar Amsterdam en A. J. C. Montijn, 3e cat., van Roozendaal naar Vüssingen (haven.) Dr. J. Th. de Visser, predikant bij Ned. Herv. gemeente te Amsterdam en lid van de Tweede Kamer, heeft onder den titel „De vredebeweging" een brochure in het licht gsgeven. Gedeeltelijk is het be de menschen zooveel maar mogelijk is: uit de kerk te houden." „Maar mij niet," riep Jans overluid, die verschrikt van haren droom, ontwaakte en tot bezinning kwam, en inzag hoe ver keerd zij ook altijd gedaan had, en onder inwerking dier verschrikking het Godont- eerende van haar vroeger gedrag mocht inzien en leeren beseffen. Zij stond ter stond op, besloten om naar de kerk te gaan, hetgeen zij ook deed, en er zooveel zegenende genade mocht ontvangen, dat hare plaats nimmer meer ledig werd ge vonden. Mochten na lezing van bovenstaande, maar velen worden gevonden, die wan neer zij, „we hopen dat het getal van zulke schuldigen niet groot moge zijn," maar mochten er onder die schuldigen dan maar velen, ja allen, mogen zijn, die wan neer zij even als onze droomster Jans, door genade ook zoo mogen worden wakker geschrikt, dat zij niet alleen uitroepen even als Jans „Maar mij niet, maat dat zij ook even als Jans hnnne plaatsen Dimmer mesr ledig laten staan, tenzij wettige reden, die voor God verantwoordelijk zijn, hen daarin verhinderen. Ieder zij in zijn gemoed ten volle verzekerd, maar ik noodig ieder uit, zijne onwettige ledige plaatsen voor God te verantwoorden. Onderzoeke een iegelijk zijn geweten, en er zullen wel een aantal bedekseltjes en vijgeblaadjes gevonden worden, die verdienen weg te vallen. K. v. d. W.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 1