Buitenlandsch Overzicht.
niet en dat mag niet op eene openbare
school, ook al is voor die uitspraak in de
wet en in de omstandigheden niet de minste
grond. Natuurlijk doet men dit om de
tegenstelling met de bijzondere school
te grooter te doen schijnen, maar het is
daarom niet minder in strijd met de wer
kelijkheid en een treurig bewijs, dat de
openbare school zwart gemaakt wordt
zonder het te verdienen-
Wie zich herinneren het onderwijs van
40 a 50 jaren geleden, toen er op dit gebied
nagenoeg geen strijd nog was, zullen het
met ons eens zijn, dat de geest ran ver
draagzaamheid en onderlinge waardeering
die toen bestond, verre de voorkeur ver
dient boven de onverdraagzaamheid en de
verkettering, die thans worden aangekweekt
en dat stel elmatig gemoedsbezwaren zijn
opgedrongen, die vroeger niet beston
den. Van dit heillooze werk hebben de
voorstanders der dusgenaamde christelijke
school de groote verantwoordelijkheid te
dragen 1
Nu houden wij ons natuurlijk bij het
gekeuvel over geest van verdraagzaam
heid en godsdienst die een anders gods
dienst niet te na komten opgedrongen
gemoedsbezwaren niet op. De feiten hebben
dit reeds lang weerlegd.
Wij komen alleen op tegen het beweren
dat wij het monopolie der Scholen met
den Bijbel gevaar zien loopen.
Wanneer de schrijver het gewraakte
stukske keelemaal nit gelezen had, zou
hij gezien hebben dat onzerzijds met in
genomenheid deze terugkeer tot de eerste
liefde voor den Bijbel op de School wordt
begroet.
Het doet ons integendeel leed, en niet
in de eerste plaats om de schade in onze
benrs die ze ons berokkent, het doet ons
leed dat de openbare school meent het
zonder den Christus af te kunnen, den
Bijbel bant en het Ongeloof kweekt.
De Schrift, waarin tot onze blijdschap
de geachte schrijver in de Goesche Crt.
nog schijnt te lezen, zegt van de liefde
„zij varblijdt zich niet in de ongerech
tigheid". Wel verblijdt zij zich in het
openbaar worden der ongereehtigheid,
als middel tot bekeering.
Hierin ligt de verklaring van den school
strijd en van de releveering onzerzijds van
dien strijd onder de eigen voorstanders der
openbare schootde Nabers en Knapperts
•n Dunners en Niemeijers, om van de doo-
den niet te spreken.
Maar nu zegt diezelfde Schrift (en zij
laat dit zelfs op het boven aangehaalde
volgen) „maar zij verblijdt zich in de
waarheid" (1 Cor. 13 6).
En nu ligt hier het fijne puntje.
Wat daar in Groningen geschiedt, het
wordt door alle antirevolutionairen van
Noord tot Zuid beaamd, dat is geen
waarheid dat is leugen.
De Bijbel op de openbare school, en
gebruikt hetzij naar moderne, hetzij naar
orthodoxe opvatting, dat is niet neutraal,
of om ia de taal der wet te spreken, dat
is niet „zieh ontbonden van iets te leeren
wat in strijd is met de begrippen van
andersdenkenden".
Dat is willens en wetens gepleegde waar
heids- en wetsverkrachting.
Het Bestuur van de Yereeniging tot
bevordering van Christelijk Schoolonder
wijs te Zaarnslag heeft adhaesie betuigd
met het adres uit Amsterdam tegen het
leerplichtsontwerp. Ook de besturen der
Chr. scholen te Terneuzen (Driewegen),
Wissenkerke, Bruinisse, Oostburg en
Kruiningen deden alzoo; dat van Bruinisse
verzond zijn adres reeds 22 Maart, dus uit
Zeeland 't eerste.
Daar de Kamer reeds 26 April bijeen
komt om het ontwerp te onderzoeken
dient 't adres van die schoolbesturen welke
het nog niet deden en het toch willen
doen uiterlijk Maandag verzonden te zijn-
Het adres moet op klein zegel geschre
ven zijn en kan aldus luiden
Aan de Tweede Kamer der
Staten Generaal.
Geeft met verschuldigden eerbied te
kennen het bestuur der
te
wier statuten zijn goedgekeurd bjj Ko
ninklijk besluit van
Staatsblad no.
dat het zijnerzijds instemming betuigt met
de bedenkingen door het bestuur der
„Yereeniging voor Lager Onderwijs op
Gereformeerden Grondslag" te Amsterdam,
tegen het gewijzigde ontwerp op den
Leerplicht aan Uwe vergadering kenbaar
gemaakt, en alzoo ook zijnerzijds het
ernstige verzoek tot Uwe vergadering
richt om aan dit wetsontwerp Uwe goed
keuring niet te verleenen.
April 1899.
Het Bestuur voornoemd
Voorz.
Seer.
Penningm.
"Wij gaven in onB vorig nommer het
voorproefje ten beste van wat Professor
Bolland aan dr. Schaepman heeft toegezegd
wegens de hem in diens Bolland en Petrus
toegediende kastijding.
De Standaard schrijft een artikeltje over
Leidens hoogeschool in verband met Bol-
lands optreden en plaatst er boven.' Lei
den aan 't zinken.
Voor die z balden wij gaarne een s
gelezen maar dan met een t er bij.
Want de reuke van godzaligheid die in
de 17e eeuw deze academie vervuHe, en
de reeks van humaniteit die in het midden
onzer eeuw nog van haar uitging is door de
zwavelzurige lucht van den haat vervan
gen, en Bolland is de bewerker er van.
Dat presentje heeft de oud-liberaal Yan
Houten haar en den lande bezorgd.
Men klaagt wel eens over de radicalen
en andere voortscbrijders op de baan der
revolutie en geeft dan boven hen aan
hunne niet zoo consequent voortvarende
geestverwanten de voorkeur.
Maar wat zou men van dat type anders
en beter kunnen verwachten dan van de
vooruitstre venden?
Liefst houden wij beiden op een afstand.
Maar vergeten wij nietden Holland
Bchen Nietzsche, den man die zijn haat
tegen de Christenen lucht omdat hij het
geloof in den Christus belacht, is door
Van Houten binnengeloodst. Iets wat een
Troelstra niet zou hebben „verbeterd".
„CampveerCampt voor 'f Geloov."
Campveer zoo was eens de naam van
[Ter Veere;
Campt voor Geloovwerd de leuze der
[eere,
Gegrift in 't Cachet van des Heilands
[Gemeent,
Aldaar onder 't kruis op het innigst vereend.
Campt voor H Geloof\ zoo sprak een
[Miggrode,
Hij Reformator, van Christus een bode,
Stond pal voor zijn Heer, zoo in stad als
[gewest
Door d'ernste der tijden tot strijden geprest.
Campt voor Geloove gij Zeeuwen van
[heden,
Die met uw harte Gods Zoon hebt beleden
Zij 't zegelschrift Yeeres, gegrift in metaal,
O, zonen dier Yaadren, uw blij vend signaal
{Zuider KerkbodeD/. W.
Vrij gevolgd naar een vers van J. J. B.
in de Nieuwe Zondagsbode.
Herhalingsonderwijs.
Het herhalingsonderwijs aan jongens en
meisjes van hun 13de tot hun 17e (of 16e)
jaar bevordert den intiemen zedeloozen
omgang tusschen beide kunnen op den ge
vaarlijken leeftijd, met zijne meest ont
vlambare hartstochten.
Stel u voor die uitgaande school 's avonds
6 of 7 uur in den donker, en die wan
delingen naar de eenzame landhoeven langs
donkere wegen.
Men lacht daarom.
Maar dan kent men ons volk niet.
Ontzaglijk zijn de zeden verbasterd.
Lees maar eens wat er aan de openbare
waterplaatsen zooal te lezen staat.
De beschuldigingen die daar geschreven
staan mogen waar of valsch zijn, zij
openbaren toch wat voor onreins er leeft
in de zielen.
Een landbouwer die ver af woont en
schoolgaande meisjes heeft, zal wèl doen
met zijne meisjes öf van de school te
houden, óf ze iederen avond te halen en
te brengen.
Ook dit laatste is geen kleinigheid.
Gezwegen nog hiervan Jat het een
averechtsch voorbehoedmiddel is, dat bij
't meisje veel wrevel en weerzin tegen
„brenger dezes" en tegen de school wek
ken zaltot spijbelen of zich onttrekken
aan bet gezelschap waarvoor men zich
tegenover de andere leerlingen geneert
leiden zal; en niet bevorderlijk zal zijn
aan het vaderlijk, of zoo de moeder we
duwe is, aan het moederlijk gezag.
Dit is een schaduwzijde van het herha
lingsonderwijs die men ons niet weg rede
neeren, ook niet weg lachen zal.
Van dat herhalingsonderwijs, tenminste
voor meisjes, kan niets komen.
Gelukkig zien wij ook dat enkele libe
rale bladen voor deze waarschuwing niet
doof bleven.
De (chr. liberale) Vaderlander schoon
de vrees niet deelende, meent dat het
bezwaar ernstig onder de oogen dient ge
zien te wordenen het (lib.) Vaderland
schoon tegen overdrijving opkomende, zegt
dat het gevaar te ontkennen van verblin
ding getuigen zou."
Dat is derhalve al iets gewonnen.
Laten wij kortheidshalve melden dat de
Figaro de verbooren van Picquart publi
ceert welke een zeer gunstigen indruk
zullen nalaten. De verklaringen omtrent
Esterhazy's schuld en Dreyfus' onschuld
in de bekende „zaak" zyn zeer stellig.
In Spanje hebben de verkiezingen voor
de Kamers een tijdelijke omzetting der
geesten geconstateerd.
Wat niet meer mogelijk geacht werd
is geschiedhet nieuwe (conservatieve)
ministerie Silvela, sinds het liberale minis
terie Sagasta over de Cuba-quaestie strui
kelde, opgetreden, heeft eene flinke meer
derheid verkregen, wel van twee derden.
Van de 410 afgevaardigden zijn nu reeds
250 conservatieven. Wie had gedacht dat
een zoo conservatieve meerderheid in
Spanje nog te halen zon zijn I
Intusschen moet men niet vergeten dat
de regeering bij de verkiezingen nogal
pressie heeft geoefend, ouder gewoonte.
Toch moet de uitslag ook voor een groot
gedeelte worden toegeschreven aan den
bitteren haat dien de politiek van 't vorige
kabinet en zijn beleid in den jongsten
rampspoedigen oorlog bij een groo dee
van het volk, voornamelgk ten plattelande
heeft gezet en aan de teleurstelling door
de geleden verliezen en de schande daarvan,
zelfs bij geestverwanten van Sagasta gewekt.
Is dit in Spanje een nederlaag voor de
liberalen, in Ierland behaalden zij, of liever
de geest van Gladstone een grooten triomf'.
Daar toch hebben bij de verkiezingen
nagenoeg alle districten zich voor de
Homerule lerlands eigen-bestunr-in-
voering verklaard, wat een geweldige
nederlaag is voor het Conservatieve Ka
binet, dat nit den tegenstand tegen Home-
rale geboren is, in die rich'ing nn reeds
jarenlang invloed had uitgeoefend.
België wordt met een groote werkstaking
in de kolenmijnen bedreigd. Wel is inde
bekkens van Luik, Charleroi en het Cen
trum de stand van de werkstaking niet
algemeen verminderd, maar in het bekken
van Bergen staakten reeds dertienduizend
mijnwerkers, torwijf ook in de Borinage
de staking algemeen wordt. Gelukkig is
alles rustig.
Nog zal de Belgische Kamer een en
ander te hooren krijgen over 't grillige spel
der regeering met de veehandelaars en
Hollandsche boeren, in betrekking tot de
invoerquaestie terwijl de clericale ministers
een wetsontwerp tot invoering van even
redige vertegenwoordiging hebben inge
diend. Een wetsontwerp, de aanneming
waarvan wel eens ten gevolge zou kunnen
hebben dat de clericale parfij afstand moet
doen van haar oppermacht, maar haar dan
ook tevens de eer zal geven dat zij zich
voor recht en waarheid en landsbelang en
landsvrede heeft willen opofferen. Een
partij die in den dood wil gaan voor een
goed doel, sterft niet, maar zal leven. Leve,
leve dan ook zulk cieticalisme
Het gaat den Amerikanen op de Filippij
nen niet naar wensch. Het is nu al een
jaar dat de Spaansche vloot haar laatste
veer liet bij Cavita, en nu zijn de Ame-
rikaansche overwinnaars nog even ver.
Wel behaalden zij eenige voordeelen op
Aguinaldo en de opstandelingen doch daar
mee schoten zij niet op.
Daarbg komt dat het vrij willigerssysteem
de regeering belet het noodige getal sol
daten te zenden.
Generaal Lawton beeft reeds aan de
regeering te Washington geseind dat hij
er geen raad meer op weet. Hij besloot
onverwijld naar Manilla terug te trekken,
met prijsgeving der reeds door de Ameri
kanen bezette stellingen en verklaart dat
een leger van honderdduizend man noodig
zon zijn om de Filippijnen tot rust te
brengen.
Dit bericut heeft een diepen indruk
gemaakt.
Denk daarbij 'tmoeilijke van den toestand.
Vrijwilligers die naar huis terug willen
en klagen dat men hen wederrechtelijk op
Manilla houdtbijna ondraaglijke hitte,
vele zieken .geen kans op spoedige aan
vulling daar de lustom naar de Filippijnen
te gaan in New-York niet groot is, en
dan tegenover zich een vijand die zijn land
liefheeft en vast besloten is zijn onafhan
kelijkheid tot met den laatsten druppel
bloeds te verdedigen.
Reeds hebben senatoren van de partij
der regeering aan Mc Kinley geschreven
dat zij met zijn staatkunde van doorzetten
tot eiken prijs niet langer medegaan.
Bj 't in bezit nemen van bet nienwe
Kaulung-gebied is er tusschen Chineesehe
en Engelsche troepen een ernstige botsing
ontstaan. De Chineesehe soldaten namen
eerst na herhaalde bestorming de vlucht.
Na met vierduizend man generaal Gas-
coigne's kleine legermacht te Taipo van
de omliggende heuvels uit ouderwetsch
geschut beschoten te hebben, natuurlijk
vruchteloos, vloden zij, op hun weg de
verlaten dorpen in brand stekende. De
Engelschen konden hen echter niet in
halen.
Ook China en de wederrechtelijke inbe
zitneming en verdeeling daarvan dreigt
een droeve slagschaduw te worden op
de conferentie voor den vrede
19 April 1899.
Gaarne voldoen wij aan het verzoek van
de „Vereeniging tot het bezoeken der
armen" te Middelburg om de aandacht te
vestigen op de circulaire, waarin zij den
financieelen nood blootlegt waaronder zij
gebakt gaat.
Het bestuur (jhr. mr. E. P. Schorer,
voorzitter, en W. A. graaf van Lijnden,
secretaris) klaagt„Reeds nu met onze zin
hoogst zuinige, zoo onvoldoende wijze van
helpen staan wij telken male voor een
tekort, dat geleidelijk grooter wordt, en
dat, wordt daarin niet door veelj ruimer
bijdragen voorzien, ons nopen moet nog
veel meer hulp te weigeren dan nu reeds
tegen onzen zin geschiedt."
Dat de Yereeniging thans slechts onvol
doende helpt big kt wel hieruit „dat wij
personen en gezinnen die buiten eigen
schuld door omstandigheden niet van hun
nen wil afhankelijk, b. v. ziekte, zonder
verdiensten zijn, tijdelijk slechts met een
zoo gering bedrag kunnen bijstaan, dat
men hoogstens kan zeggen, dat zij nauwe
lijks voor broodsgebrek gevrijwaard zijn,
een bedrag, dat wij zoo gaarne zouden
verhoogd zien, teneinde te voorkomen, dat
de ondersteunden zoozeer achteruitgaan,
dat de naweeën daarvan zich nog geruimen
tijd bij hen doen gevoelen. Weduwen,
die haren kostwinner verloren, moeten
wij in vele gevallen öf terstond öf spoedig
aan haar lot overlaten. Aan ouden van
dagen, die niet meer werken kunnen,
hebben wij reeds sedert geruimen tijd,
zeer tegen onzen zin, onze hulp moeten
onttrekken. Werkeloozen, die wel wer
ken willenen kunnen, maar die geen werk
vinden kunnen, moeten vruchteloos bij ons
aankloppen onze middelen laten ons niet
toe aan hen te denken. En toch zijn dat
allen personen, voor wie hnlp uiterst ge-
wenscht is, ten einde te voorkomen, dat
zij tot armoede vervallen. Die uilen moeten
wij overlaten aan de particuliere liefdadig
heid, dat wil zeggen aan de offervaardigheid
der individueele personen, die uit den aard
der zaak niet zoo op de hoogte kunnen
zijn van personen en toestanden, terwijl
onze Yereeniging, die in het leven geroepen
is om dat werk aan particulieren uit de
handen te nemen, machteloos staat. Ware
het niet oneindig meer gewenscht, dat al
die particuliere giften tot ons kwamen
en ons in staat steldin, bekend als wij
zijn met de verschillende nooden en be
hoeften, het werk te volbrengen, dat op
onzen weg ligt
Tot zoover de circnlaire.
Wij behoeven natuurlijk niet te zeggen
dat wij in beginsel voor een andere wijze
van armenzorg zyn. De kerk van Christus
is de aangewezen uitdeelster der goederen
noodig tot stoffelijk onderhond harer
armen.
Nu er helaas zoo zeer velen, ook in
Middelburg, zijn die de kerk den rug heb
ben toegekeerd, is de vereeniging, wier
klacht wij hierboven aan de lezers over
brachten niet geholpen met haar dit schoone
beginsel naar het Woord dee Heeren voor
te houden.
Zij zelve zal de eerste zijn om te wen-
schen dat deze schoone toestond dat rijken
en armen elkander ontmoeten in de gemeente
des Heeren werkelijkheid wierd.
Nn wij hieraan echter niet toe zijn,
dient hare bede om meerderen steun ernstig
gesteund. En wij aarzelen dan ook niet
dit te doen, opdat zij de handen ruimer
krijge. Immers hier moet dadelijk gehol
pen worden. Men helpe haar, in de eerste
plaats door eigen armen krachtiger dan tot
nu toe te hulp te komen, naar den regel
„meest aan de huisgenooten des geloofs"
daarna door krachtiger steunbieding aan
haar, die zoo gaarne het weldoen aan allen
in toepassing brengt.
De wijk bezoekers, waartoe mannen uit
alle kerkgenootschappen en levenskringen
behooren, doen wat zij kunnen. Laten de
contributiën nu eens niet langer dalen.
Sedert 1891 toch daalde dit cijfer van
f 1357,50 tot f941.50 en 'tis te begrijpen
dat van zoo luttel eene som de vereeniging
niet krachtig toesteken kan.
Men leze voorts met aandacht het 55ste
jaarverslag van bovengenoemde vereeniging.
Wij vestigen nogmaals de aandacht op
de in dit blad aangekondigde lezing van
den heer Dahne in een der zalen van de
sociëteit V. O. V. te Goes. Wie eenigszins
kan profiteere van deze populair weten
schappelijke voordracht.
Bij Kon. besluit is benoemd tot sub
stituut officier van Justitie bij de arron
dissement# rechtbank te Zierikzee rar. P.
Bugs, thans ambtenaar van het ambtenaar
ministerie bij de kantongerechten in het
arrondissement Alkmaar.
De F lissingsche Ct. meldt dat in den
toestand der werkstaking te Vlissingen geen
verandering is gekomen. De heer v. Zomeren
uit Amsterdam heeft Maandagavond voor
een overtalryk publiek de quaestie toege-
licJlLen de vergadering heeft een motie
aangenomen, waarin zij „gehoord hebbende
de bespreking der oorzaken van de staking
der metselaars hier ter stede, blijkende
ten duidelijkste dat de eisch der metselaars
in alle opzichten ten zeerste billijk kan
genoemd worden en dat hun pogingen
afstuiten op totalen onwil der patroons
alhier, daarom de arbeiders in het alge
meen, doch de georganiseerde in het bij
zonder, verzoekt zooveel in hun vermogen
is, deze beweging moreel en financieel te
steunen".
lerseke. Zaterdag was onze gemeente
in feestdos. Allerwegen wapperde de drie
kleur. Eene commissie uit ie burgerij
had zich gevormd, te welen de heeren M.
de Korte, hoofd eener openbare school,
voorzitter, J. Hage, hoofd der chr. school,
secretaris, I. Willemsen Junior, penning
meester, D. Rietveld de Hondt, M. Wes-
dorp, H. Snyder, M. C. Pols, J. v.d. Have
en J. Stobbelaar.
Alle politieke en bijna alle kerkelijke
richtingen in onze gemeente waren op aan
gename wijze vertegenwoordigd.
Het programma bevatte onder anderen
een optocht, welke uitnemend slaagde,
verwelkoming en installatie, wielrijders-
tocht, enz., terwijl de heeren J. Hage en
D. Rietveld de Hondt voor gepaste inhul
digingsliederen hadden gezorgd.
Verschillende eerebogen waren opge
richt op den weg dien de nieuwe burge
meester de heer J. Sinke Jzoon, zou
passeeren.
Te 12 uur werd de stoet opgesteld die
ZEI. Achtb. aan de grens van 't dorp af
haalde. Met een rijtuig werd ZEd. Achtb.
afgehaald en door den voorzitter der feest
commissie den heer de Korte namens de
burgerij hartelgk aangesproken, de bur
gemeester beantwoordde de toespraak en
nam in het rijtuig plaats.
De stoet die nu dorpwaarts trok be
stond uiteeu eerewacht te paard, praal
wagen, rijtuig met den burgemeester rij
tuig met |het comité, muziekkorps „Soli
Deo Gloria", de loterijvereeniging, de gym
nastiekvereniging Y. Z. O. S.de |vissche-
rij vereeniging, de werkmansvereeniging E.
M. M.het zanggezelschap Excelsior, de
Tooneelvereeniging Crescendode bakkers-
vereeniging, de kiesvereniging „Yooruit";
de vereeniging Claudius Civilis rijtuig voor
het comité, Muziekcorps MozartNeptunus,
de beurtschipper en zijn matrozen; de
Drukpers, de Landbouw, de vereeniging
Jongelingschap van lerseke, Eerewacht.
Vele wagens waren zeer fraai ver
sierd.
Bij aankomst in de gemeente werd de
burgemeester, bij monde van den heer v.
Harmeien, wethouder, door den raad plech
tig geïnstalleerd.
Ook voerde daarbg de heer Saner na
mens de raadsleden het woord, terwijl een
telegram van hulde aan den vorigen bur
gemeester den heer Geill te Ter Neuzen
gezonden werd.
De burgemeester bedankte ook deze spre
kers voor hunne woorden en in hen dat
de gansche burgerij voor de hem te beurt
gevallen eerbewijzen; waarna nog eenige
straten werden bezocht.
Des avonds heerschte een aangename
feeststemming die verhoogd werd door
uitvoeringen der muziekcorpsen en zang
verenigingen, en door een optocht met
fakkellicht.
De gansche gemeente gaf op ondubbel
zinnige wijze van hare ingenomenheid
met de koninklijke benoeming blijk; en
koestert omtrent 't beleid van dezen bur
gemeester sinds jaren was hier geen
ingezetene burgemeester geweestde
beste verwachtingen.
Moge de wensch vervuld worden in de
inhuldigingsliederen uitgesproken
Burgemeester Sinke leve,
Leve lang met zijn zin
Dat de Goede God hem geve
Wijs beleid en burgermin.
Hij besture vele jaren
Welgemoed en weltevree,
Tot geluk der Iersenaren
't Dierbaar dorpjen aan de zee.
(woorden van den heerRietveld deHondt);en
Zijn bestuur zij ons ten zegen,
Onze nij verhei! ter. baat.
Schenke God hem Zijne hulpe,
Wijsheid, onderstand en raad.
Laat deez' dag de feesttoon galmen,
Jong en oud heff' aan met kracht;
„Leve lang de Burgemeester!
Zegen zij hem toegedacht
(woorden van den heer Hage).
Ook de schoolkinderen werden niet ver
geten.
lerseke. Raadsvergadering van Maan
dag 17 Apr. 1899 namiddag 6 nur.
Tegenwoordig 11 lede», voorzitter de
burgemeester (de neer Sinke).
Van Ged. Sl. zijn o. a. de volgende
mededeelingen ingekomen.
Ie dat de verhuring van gemeentegrond
aan C. Siereveld niet is goedgeke..rd, om
dat deze, in strijd met art. 1584 B. W.,
voor onbepaalden tijd is aangegaan.
Besloten wordt de huur aan te gaan
voor één jaar met 3 maanden opzeggings-
tijd.
2e dat de beslissing omtrent de goed
keuring der begrooting 1899 voor de
tweede maal 3 maanden (nu tot 1 Juli) is
verdaagd.
3e dat Ged. St. geen vrijheid gevonden
hebben, omtrent het verzoek om een
buiten gewoon rijks subsidie ad f1550
voor lager onderwijs guqstig te adresseren,
omdat de inkomsten der gemeente door de
nieuwe finantieele verhouding tot het
rijk verbeterd zijn. Deze post op de be
grooting moet dus geschrapt en de begroo
ting gewijzigd worden. Kunnen de uit
gaven niet ingekrompen worden, dan moet
de belasting worden verhoogd.
De Vz. zegt, dat dit bericht B. en W.
in verlegenheid heeft gebracht. Deze stellen
voor hnn eenigeu tijd te geven om te
onderzoeken wat gedaan moet worden om
bet evenwicht te herstellen, en dan in de
eerstvolgende vergadering de wijziging
der begrooting ter baud te nemen.
De raad zou omtrent de subsidie in
hooger beroep kunnen komen, maar spreker
ziet daarin niet veel heil.
Het voorstel tot aanhouding der wijzi
ging wordt met algem. st. aangenomen.
Ten slotte is aan de orde de benoeming
van een wethouder in de plaats van den
heer Sinke. Bij eerste stemming verkrijgt
de heer J. C. van der Burght, 6 van de
11 stemmen, die de benoeming aanneemt,
waarop de vergadering wordt gesloten.
De Jaarl. algem. Vergadering van den
Bond van J. V. op Geref. grondsl. zal D. V.
op Hemelvaartsdag (11 Mei a. s.) gehouden
worden te Scheveningen in het gebonw
„Seinpost." De morgenvergadering van
1012 uur zal gewijd zijn aan de behan
deling van hnishoudelijke zaken. In de
openbare Middagvergadering van 24l/j
uur zullen als sprekers optreden de Heeren
ds. J. H. Landwehr van Rotterdum prof. P.
Biesterveld van Kampen en De. S. O. Los
van de Lier. De Bondsvergadering zal
worden gesloten met eene bijeenkomst
des avonds 6Va uur in de „Oosterkerk" te
's Gravenhage, waarin als Sprekers optreden
de Heeren Ds. J. van der Linden van
's Gravenhage en Dr. G. van Goor van
Bunschoten.
De minister van oorlog heeft bepaald
lo. dat de oproeping in werkelijken
dienst van de verlofgangers, bedoeld bij
Koninklijk beslnit van 10 April, zal