Buitenlandsch Overzicht. niet en dat mag niet op eene openbare school, ook al is voor die uitspraak in de wet en in de omstandigheden niet de minste grond. Natuurlijk doet men dit om de tegenstelling met de bijzondere school te grooter te doen schijnen, maar het is daarom niet minder in strijd met de wer kelijkheid en een treurig bewijs, dat de openbare school zwart gemaakt wordt zonder het te verdienen- Wie zich herinneren het onderwijs van 40 a 50 jaren geleden, toen er op dit gebied nagenoeg geen strijd nog was, zullen het met ons eens zijn, dat de geest ran ver draagzaamheid en onderlinge waardeering die toen bestond, verre de voorkeur ver dient boven de onverdraagzaamheid en de verkettering, die thans worden aangekweekt en dat stel elmatig gemoedsbezwaren zijn opgedrongen, die vroeger niet beston den. Van dit heillooze werk hebben de voorstanders der dusgenaamde christelijke school de groote verantwoordelijkheid te dragen 1 Nu houden wij ons natuurlijk bij het gekeuvel over geest van verdraagzaam heid en godsdienst die een anders gods dienst niet te na komten opgedrongen gemoedsbezwaren niet op. De feiten hebben dit reeds lang weerlegd. Wij komen alleen op tegen het beweren dat wij het monopolie der Scholen met den Bijbel gevaar zien loopen. Wanneer de schrijver het gewraakte stukske keelemaal nit gelezen had, zou hij gezien hebben dat onzerzijds met in genomenheid deze terugkeer tot de eerste liefde voor den Bijbel op de School wordt begroet. Het doet ons integendeel leed, en niet in de eerste plaats om de schade in onze benrs die ze ons berokkent, het doet ons leed dat de openbare school meent het zonder den Christus af te kunnen, den Bijbel bant en het Ongeloof kweekt. De Schrift, waarin tot onze blijdschap de geachte schrijver in de Goesche Crt. nog schijnt te lezen, zegt van de liefde „zij varblijdt zich niet in de ongerech tigheid". Wel verblijdt zij zich in het openbaar worden der ongereehtigheid, als middel tot bekeering. Hierin ligt de verklaring van den school strijd en van de releveering onzerzijds van dien strijd onder de eigen voorstanders der openbare schootde Nabers en Knapperts •n Dunners en Niemeijers, om van de doo- den niet te spreken. Maar nu zegt diezelfde Schrift (en zij laat dit zelfs op het boven aangehaalde volgen) „maar zij verblijdt zich in de waarheid" (1 Cor. 13 6). En nu ligt hier het fijne puntje. Wat daar in Groningen geschiedt, het wordt door alle antirevolutionairen van Noord tot Zuid beaamd, dat is geen waarheid dat is leugen. De Bijbel op de openbare school, en gebruikt hetzij naar moderne, hetzij naar orthodoxe opvatting, dat is niet neutraal, of om ia de taal der wet te spreken, dat is niet „zieh ontbonden van iets te leeren wat in strijd is met de begrippen van andersdenkenden". Dat is willens en wetens gepleegde waar heids- en wetsverkrachting. Het Bestuur van de Yereeniging tot bevordering van Christelijk Schoolonder wijs te Zaarnslag heeft adhaesie betuigd met het adres uit Amsterdam tegen het leerplichtsontwerp. Ook de besturen der Chr. scholen te Terneuzen (Driewegen), Wissenkerke, Bruinisse, Oostburg en Kruiningen deden alzoo; dat van Bruinisse verzond zijn adres reeds 22 Maart, dus uit Zeeland 't eerste. Daar de Kamer reeds 26 April bijeen komt om het ontwerp te onderzoeken dient 't adres van die schoolbesturen welke het nog niet deden en het toch willen doen uiterlijk Maandag verzonden te zijn- Het adres moet op klein zegel geschre ven zijn en kan aldus luiden Aan de Tweede Kamer der Staten Generaal. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het bestuur der te wier statuten zijn goedgekeurd bjj Ko ninklijk besluit van Staatsblad no. dat het zijnerzijds instemming betuigt met de bedenkingen door het bestuur der „Yereeniging voor Lager Onderwijs op Gereformeerden Grondslag" te Amsterdam, tegen het gewijzigde ontwerp op den Leerplicht aan Uwe vergadering kenbaar gemaakt, en alzoo ook zijnerzijds het ernstige verzoek tot Uwe vergadering richt om aan dit wetsontwerp Uwe goed keuring niet te verleenen. April 1899. Het Bestuur voornoemd Voorz. Seer. Penningm. "Wij gaven in onB vorig nommer het voorproefje ten beste van wat Professor Bolland aan dr. Schaepman heeft toegezegd wegens de hem in diens Bolland en Petrus toegediende kastijding. De Standaard schrijft een artikeltje over Leidens hoogeschool in verband met Bol- lands optreden en plaatst er boven.' Lei den aan 't zinken. Voor die z balden wij gaarne een s gelezen maar dan met een t er bij. Want de reuke van godzaligheid die in de 17e eeuw deze academie vervuHe, en de reeks van humaniteit die in het midden onzer eeuw nog van haar uitging is door de zwavelzurige lucht van den haat vervan gen, en Bolland is de bewerker er van. Dat presentje heeft de oud-liberaal Yan Houten haar en den lande bezorgd. Men klaagt wel eens over de radicalen en andere voortscbrijders op de baan der revolutie en geeft dan boven hen aan hunne niet zoo consequent voortvarende geestverwanten de voorkeur. Maar wat zou men van dat type anders en beter kunnen verwachten dan van de vooruitstre venden? Liefst houden wij beiden op een afstand. Maar vergeten wij nietden Holland Bchen Nietzsche, den man die zijn haat tegen de Christenen lucht omdat hij het geloof in den Christus belacht, is door Van Houten binnengeloodst. Iets wat een Troelstra niet zou hebben „verbeterd". „CampveerCampt voor 'f Geloov." Campveer zoo was eens de naam van [Ter Veere; Campt voor Geloovwerd de leuze der [eere, Gegrift in 't Cachet van des Heilands [Gemeent, Aldaar onder 't kruis op het innigst vereend. Campt voor H Geloof\ zoo sprak een [Miggrode, Hij Reformator, van Christus een bode, Stond pal voor zijn Heer, zoo in stad als [gewest Door d'ernste der tijden tot strijden geprest. Campt voor Geloove gij Zeeuwen van [heden, Die met uw harte Gods Zoon hebt beleden Zij 't zegelschrift Yeeres, gegrift in metaal, O, zonen dier Yaadren, uw blij vend signaal {Zuider KerkbodeD/. W. Vrij gevolgd naar een vers van J. J. B. in de Nieuwe Zondagsbode. Herhalingsonderwijs. Het herhalingsonderwijs aan jongens en meisjes van hun 13de tot hun 17e (of 16e) jaar bevordert den intiemen zedeloozen omgang tusschen beide kunnen op den ge vaarlijken leeftijd, met zijne meest ont vlambare hartstochten. Stel u voor die uitgaande school 's avonds 6 of 7 uur in den donker, en die wan delingen naar de eenzame landhoeven langs donkere wegen. Men lacht daarom. Maar dan kent men ons volk niet. Ontzaglijk zijn de zeden verbasterd. Lees maar eens wat er aan de openbare waterplaatsen zooal te lezen staat. De beschuldigingen die daar geschreven staan mogen waar of valsch zijn, zij openbaren toch wat voor onreins er leeft in de zielen. Een landbouwer die ver af woont en schoolgaande meisjes heeft, zal wèl doen met zijne meisjes öf van de school te houden, óf ze iederen avond te halen en te brengen. Ook dit laatste is geen kleinigheid. Gezwegen nog hiervan Jat het een averechtsch voorbehoedmiddel is, dat bij 't meisje veel wrevel en weerzin tegen „brenger dezes" en tegen de school wek ken zaltot spijbelen of zich onttrekken aan bet gezelschap waarvoor men zich tegenover de andere leerlingen geneert leiden zal; en niet bevorderlijk zal zijn aan het vaderlijk, of zoo de moeder we duwe is, aan het moederlijk gezag. Dit is een schaduwzijde van het herha lingsonderwijs die men ons niet weg rede neeren, ook niet weg lachen zal. Van dat herhalingsonderwijs, tenminste voor meisjes, kan niets komen. Gelukkig zien wij ook dat enkele libe rale bladen voor deze waarschuwing niet doof bleven. De (chr. liberale) Vaderlander schoon de vrees niet deelende, meent dat het bezwaar ernstig onder de oogen dient ge zien te wordenen het (lib.) Vaderland schoon tegen overdrijving opkomende, zegt dat het gevaar te ontkennen van verblin ding getuigen zou." Dat is derhalve al iets gewonnen. Laten wij kortheidshalve melden dat de Figaro de verbooren van Picquart publi ceert welke een zeer gunstigen indruk zullen nalaten. De verklaringen omtrent Esterhazy's schuld en Dreyfus' onschuld in de bekende „zaak" zyn zeer stellig. In Spanje hebben de verkiezingen voor de Kamers een tijdelijke omzetting der geesten geconstateerd. Wat niet meer mogelijk geacht werd is geschiedhet nieuwe (conservatieve) ministerie Silvela, sinds het liberale minis terie Sagasta over de Cuba-quaestie strui kelde, opgetreden, heeft eene flinke meer derheid verkregen, wel van twee derden. Van de 410 afgevaardigden zijn nu reeds 250 conservatieven. Wie had gedacht dat een zoo conservatieve meerderheid in Spanje nog te halen zon zijn I Intusschen moet men niet vergeten dat de regeering bij de verkiezingen nogal pressie heeft geoefend, ouder gewoonte. Toch moet de uitslag ook voor een groot gedeelte worden toegeschreven aan den bitteren haat dien de politiek van 't vorige kabinet en zijn beleid in den jongsten rampspoedigen oorlog bij een groo dee van het volk, voornamelgk ten plattelande heeft gezet en aan de teleurstelling door de geleden verliezen en de schande daarvan, zelfs bij geestverwanten van Sagasta gewekt. Is dit in Spanje een nederlaag voor de liberalen, in Ierland behaalden zij, of liever de geest van Gladstone een grooten triomf'. Daar toch hebben bij de verkiezingen nagenoeg alle districten zich voor de Homerule lerlands eigen-bestunr-in- voering verklaard, wat een geweldige nederlaag is voor het Conservatieve Ka binet, dat nit den tegenstand tegen Home- rale geboren is, in die rich'ing nn reeds jarenlang invloed had uitgeoefend. België wordt met een groote werkstaking in de kolenmijnen bedreigd. Wel is inde bekkens van Luik, Charleroi en het Cen trum de stand van de werkstaking niet algemeen verminderd, maar in het bekken van Bergen staakten reeds dertienduizend mijnwerkers, torwijf ook in de Borinage de staking algemeen wordt. Gelukkig is alles rustig. Nog zal de Belgische Kamer een en ander te hooren krijgen over 't grillige spel der regeering met de veehandelaars en Hollandsche boeren, in betrekking tot de invoerquaestie terwijl de clericale ministers een wetsontwerp tot invoering van even redige vertegenwoordiging hebben inge diend. Een wetsontwerp, de aanneming waarvan wel eens ten gevolge zou kunnen hebben dat de clericale parfij afstand moet doen van haar oppermacht, maar haar dan ook tevens de eer zal geven dat zij zich voor recht en waarheid en landsbelang en landsvrede heeft willen opofferen. Een partij die in den dood wil gaan voor een goed doel, sterft niet, maar zal leven. Leve, leve dan ook zulk cieticalisme Het gaat den Amerikanen op de Filippij nen niet naar wensch. Het is nu al een jaar dat de Spaansche vloot haar laatste veer liet bij Cavita, en nu zijn de Ame- rikaansche overwinnaars nog even ver. Wel behaalden zij eenige voordeelen op Aguinaldo en de opstandelingen doch daar mee schoten zij niet op. Daarbg komt dat het vrij willigerssysteem de regeering belet het noodige getal sol daten te zenden. Generaal Lawton beeft reeds aan de regeering te Washington geseind dat hij er geen raad meer op weet. Hij besloot onverwijld naar Manilla terug te trekken, met prijsgeving der reeds door de Ameri kanen bezette stellingen en verklaart dat een leger van honderdduizend man noodig zon zijn om de Filippijnen tot rust te brengen. Dit bericut heeft een diepen indruk gemaakt. Denk daarbij 'tmoeilijke van den toestand. Vrijwilligers die naar huis terug willen en klagen dat men hen wederrechtelijk op Manilla houdtbijna ondraaglijke hitte, vele zieken .geen kans op spoedige aan vulling daar de lustom naar de Filippijnen te gaan in New-York niet groot is, en dan tegenover zich een vijand die zijn land liefheeft en vast besloten is zijn onafhan kelijkheid tot met den laatsten druppel bloeds te verdedigen. Reeds hebben senatoren van de partij der regeering aan Mc Kinley geschreven dat zij met zijn staatkunde van doorzetten tot eiken prijs niet langer medegaan. Bj 't in bezit nemen van bet nienwe Kaulung-gebied is er tusschen Chineesehe en Engelsche troepen een ernstige botsing ontstaan. De Chineesehe soldaten namen eerst na herhaalde bestorming de vlucht. Na met vierduizend man generaal Gas- coigne's kleine legermacht te Taipo van de omliggende heuvels uit ouderwetsch geschut beschoten te hebben, natuurlijk vruchteloos, vloden zij, op hun weg de verlaten dorpen in brand stekende. De Engelschen konden hen echter niet in halen. Ook China en de wederrechtelijke inbe zitneming en verdeeling daarvan dreigt een droeve slagschaduw te worden op de conferentie voor den vrede 19 April 1899. Gaarne voldoen wij aan het verzoek van de „Vereeniging tot het bezoeken der armen" te Middelburg om de aandacht te vestigen op de circulaire, waarin zij den financieelen nood blootlegt waaronder zij gebakt gaat. Het bestuur (jhr. mr. E. P. Schorer, voorzitter, en W. A. graaf van Lijnden, secretaris) klaagt„Reeds nu met onze zin hoogst zuinige, zoo onvoldoende wijze van helpen staan wij telken male voor een tekort, dat geleidelijk grooter wordt, en dat, wordt daarin niet door veelj ruimer bijdragen voorzien, ons nopen moet nog veel meer hulp te weigeren dan nu reeds tegen onzen zin geschiedt." Dat de Yereeniging thans slechts onvol doende helpt big kt wel hieruit „dat wij personen en gezinnen die buiten eigen schuld door omstandigheden niet van hun nen wil afhankelijk, b. v. ziekte, zonder verdiensten zijn, tijdelijk slechts met een zoo gering bedrag kunnen bijstaan, dat men hoogstens kan zeggen, dat zij nauwe lijks voor broodsgebrek gevrijwaard zijn, een bedrag, dat wij zoo gaarne zouden verhoogd zien, teneinde te voorkomen, dat de ondersteunden zoozeer achteruitgaan, dat de naweeën daarvan zich nog geruimen tijd bij hen doen gevoelen. Weduwen, die haren kostwinner verloren, moeten wij in vele gevallen öf terstond öf spoedig aan haar lot overlaten. Aan ouden van dagen, die niet meer werken kunnen, hebben wij reeds sedert geruimen tijd, zeer tegen onzen zin, onze hulp moeten onttrekken. Werkeloozen, die wel wer ken willenen kunnen, maar die geen werk vinden kunnen, moeten vruchteloos bij ons aankloppen onze middelen laten ons niet toe aan hen te denken. En toch zijn dat allen personen, voor wie hnlp uiterst ge- wenscht is, ten einde te voorkomen, dat zij tot armoede vervallen. Die uilen moeten wij overlaten aan de particuliere liefdadig heid, dat wil zeggen aan de offervaardigheid der individueele personen, die uit den aard der zaak niet zoo op de hoogte kunnen zijn van personen en toestanden, terwijl onze Yereeniging, die in het leven geroepen is om dat werk aan particulieren uit de handen te nemen, machteloos staat. Ware het niet oneindig meer gewenscht, dat al die particuliere giften tot ons kwamen en ons in staat steldin, bekend als wij zijn met de verschillende nooden en be hoeften, het werk te volbrengen, dat op onzen weg ligt Tot zoover de circnlaire. Wij behoeven natuurlijk niet te zeggen dat wij in beginsel voor een andere wijze van armenzorg zyn. De kerk van Christus is de aangewezen uitdeelster der goederen noodig tot stoffelijk onderhond harer armen. Nu er helaas zoo zeer velen, ook in Middelburg, zijn die de kerk den rug heb ben toegekeerd, is de vereeniging, wier klacht wij hierboven aan de lezers over brachten niet geholpen met haar dit schoone beginsel naar het Woord dee Heeren voor te houden. Zij zelve zal de eerste zijn om te wen- schen dat deze schoone toestond dat rijken en armen elkander ontmoeten in de gemeente des Heeren werkelijkheid wierd. Nn wij hieraan echter niet toe zijn, dient hare bede om meerderen steun ernstig gesteund. En wij aarzelen dan ook niet dit te doen, opdat zij de handen ruimer krijge. Immers hier moet dadelijk gehol pen worden. Men helpe haar, in de eerste plaats door eigen armen krachtiger dan tot nu toe te hulp te komen, naar den regel „meest aan de huisgenooten des geloofs" daarna door krachtiger steunbieding aan haar, die zoo gaarne het weldoen aan allen in toepassing brengt. De wijk bezoekers, waartoe mannen uit alle kerkgenootschappen en levenskringen behooren, doen wat zij kunnen. Laten de contributiën nu eens niet langer dalen. Sedert 1891 toch daalde dit cijfer van f 1357,50 tot f941.50 en 'tis te begrijpen dat van zoo luttel eene som de vereeniging niet krachtig toesteken kan. Men leze voorts met aandacht het 55ste jaarverslag van bovengenoemde vereeniging. Wij vestigen nogmaals de aandacht op de in dit blad aangekondigde lezing van den heer Dahne in een der zalen van de sociëteit V. O. V. te Goes. Wie eenigszins kan profiteere van deze populair weten schappelijke voordracht. Bij Kon. besluit is benoemd tot sub stituut officier van Justitie bij de arron dissement# rechtbank te Zierikzee rar. P. Bugs, thans ambtenaar van het ambtenaar ministerie bij de kantongerechten in het arrondissement Alkmaar. De F lissingsche Ct. meldt dat in den toestand der werkstaking te Vlissingen geen verandering is gekomen. De heer v. Zomeren uit Amsterdam heeft Maandagavond voor een overtalryk publiek de quaestie toege- licJlLen de vergadering heeft een motie aangenomen, waarin zij „gehoord hebbende de bespreking der oorzaken van de staking der metselaars hier ter stede, blijkende ten duidelijkste dat de eisch der metselaars in alle opzichten ten zeerste billijk kan genoemd worden en dat hun pogingen afstuiten op totalen onwil der patroons alhier, daarom de arbeiders in het alge meen, doch de georganiseerde in het bij zonder, verzoekt zooveel in hun vermogen is, deze beweging moreel en financieel te steunen". lerseke. Zaterdag was onze gemeente in feestdos. Allerwegen wapperde de drie kleur. Eene commissie uit ie burgerij had zich gevormd, te welen de heeren M. de Korte, hoofd eener openbare school, voorzitter, J. Hage, hoofd der chr. school, secretaris, I. Willemsen Junior, penning meester, D. Rietveld de Hondt, M. Wes- dorp, H. Snyder, M. C. Pols, J. v.d. Have en J. Stobbelaar. Alle politieke en bijna alle kerkelijke richtingen in onze gemeente waren op aan gename wijze vertegenwoordigd. Het programma bevatte onder anderen een optocht, welke uitnemend slaagde, verwelkoming en installatie, wielrijders- tocht, enz., terwijl de heeren J. Hage en D. Rietveld de Hondt voor gepaste inhul digingsliederen hadden gezorgd. Verschillende eerebogen waren opge richt op den weg dien de nieuwe burge meester de heer J. Sinke Jzoon, zou passeeren. Te 12 uur werd de stoet opgesteld die ZEI. Achtb. aan de grens van 't dorp af haalde. Met een rijtuig werd ZEd. Achtb. afgehaald en door den voorzitter der feest commissie den heer de Korte namens de burgerij hartelgk aangesproken, de bur gemeester beantwoordde de toespraak en nam in het rijtuig plaats. De stoet die nu dorpwaarts trok be stond uiteeu eerewacht te paard, praal wagen, rijtuig met den burgemeester rij tuig met |het comité, muziekkorps „Soli Deo Gloria", de loterijvereeniging, de gym nastiekvereniging Y. Z. O. S.de |vissche- rij vereeniging, de werkmansvereeniging E. M. M.het zanggezelschap Excelsior, de Tooneelvereeniging Crescendode bakkers- vereeniging, de kiesvereniging „Yooruit"; de vereeniging Claudius Civilis rijtuig voor het comité, Muziekcorps MozartNeptunus, de beurtschipper en zijn matrozen; de Drukpers, de Landbouw, de vereeniging Jongelingschap van lerseke, Eerewacht. Vele wagens waren zeer fraai ver sierd. Bij aankomst in de gemeente werd de burgemeester, bij monde van den heer v. Harmeien, wethouder, door den raad plech tig geïnstalleerd. Ook voerde daarbg de heer Saner na mens de raadsleden het woord, terwijl een telegram van hulde aan den vorigen bur gemeester den heer Geill te Ter Neuzen gezonden werd. De burgemeester bedankte ook deze spre kers voor hunne woorden en in hen dat de gansche burgerij voor de hem te beurt gevallen eerbewijzen; waarna nog eenige straten werden bezocht. Des avonds heerschte een aangename feeststemming die verhoogd werd door uitvoeringen der muziekcorpsen en zang verenigingen, en door een optocht met fakkellicht. De gansche gemeente gaf op ondubbel zinnige wijze van hare ingenomenheid met de koninklijke benoeming blijk; en koestert omtrent 't beleid van dezen bur gemeester sinds jaren was hier geen ingezetene burgemeester geweestde beste verwachtingen. Moge de wensch vervuld worden in de inhuldigingsliederen uitgesproken Burgemeester Sinke leve, Leve lang met zijn zin Dat de Goede God hem geve Wijs beleid en burgermin. Hij besture vele jaren Welgemoed en weltevree, Tot geluk der Iersenaren 't Dierbaar dorpjen aan de zee. (woorden van den heerRietveld deHondt);en Zijn bestuur zij ons ten zegen, Onze nij verhei! ter. baat. Schenke God hem Zijne hulpe, Wijsheid, onderstand en raad. Laat deez' dag de feesttoon galmen, Jong en oud heff' aan met kracht; „Leve lang de Burgemeester! Zegen zij hem toegedacht (woorden van den heer Hage). Ook de schoolkinderen werden niet ver geten. lerseke. Raadsvergadering van Maan dag 17 Apr. 1899 namiddag 6 nur. Tegenwoordig 11 lede», voorzitter de burgemeester (de neer Sinke). Van Ged. Sl. zijn o. a. de volgende mededeelingen ingekomen. Ie dat de verhuring van gemeentegrond aan C. Siereveld niet is goedgeke..rd, om dat deze, in strijd met art. 1584 B. W., voor onbepaalden tijd is aangegaan. Besloten wordt de huur aan te gaan voor één jaar met 3 maanden opzeggings- tijd. 2e dat de beslissing omtrent de goed keuring der begrooting 1899 voor de tweede maal 3 maanden (nu tot 1 Juli) is verdaagd. 3e dat Ged. St. geen vrijheid gevonden hebben, omtrent het verzoek om een buiten gewoon rijks subsidie ad f1550 voor lager onderwijs guqstig te adresseren, omdat de inkomsten der gemeente door de nieuwe finantieele verhouding tot het rijk verbeterd zijn. Deze post op de be grooting moet dus geschrapt en de begroo ting gewijzigd worden. Kunnen de uit gaven niet ingekrompen worden, dan moet de belasting worden verhoogd. De Vz. zegt, dat dit bericht B. en W. in verlegenheid heeft gebracht. Deze stellen voor hnn eenigeu tijd te geven om te onderzoeken wat gedaan moet worden om bet evenwicht te herstellen, en dan in de eerstvolgende vergadering de wijziging der begrooting ter baud te nemen. De raad zou omtrent de subsidie in hooger beroep kunnen komen, maar spreker ziet daarin niet veel heil. Het voorstel tot aanhouding der wijzi ging wordt met algem. st. aangenomen. Ten slotte is aan de orde de benoeming van een wethouder in de plaats van den heer Sinke. Bij eerste stemming verkrijgt de heer J. C. van der Burght, 6 van de 11 stemmen, die de benoeming aanneemt, waarop de vergadering wordt gesloten. De Jaarl. algem. Vergadering van den Bond van J. V. op Geref. grondsl. zal D. V. op Hemelvaartsdag (11 Mei a. s.) gehouden worden te Scheveningen in het gebonw „Seinpost." De morgenvergadering van 1012 uur zal gewijd zijn aan de behan deling van hnishoudelijke zaken. In de openbare Middagvergadering van 24l/j uur zullen als sprekers optreden de Heeren ds. J. H. Landwehr van Rotterdum prof. P. Biesterveld van Kampen en De. S. O. Los van de Lier. De Bondsvergadering zal worden gesloten met eene bijeenkomst des avonds 6Va uur in de „Oosterkerk" te 's Gravenhage, waarin als Sprekers optreden de Heeren Ds. J. van der Linden van 's Gravenhage en Dr. G. van Goor van Bunschoten. De minister van oorlog heeft bepaald lo. dat de oproeping in werkelijken dienst van de verlofgangers, bedoeld bij Koninklijk beslnit van 10 April, zal

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 2