Coes In de raadsvergadering van Don
derdagavond 8 uur (20 April a. s.) zijn aan
de orde: Notulen. Ingekomen Stukken.
Yerzoek P. F. de Brandt om uitweg Oost-
ha vend ijk en P. M. Magielse om gebruik
gemeentegrond en water. Adres afdeelingen
onder wyzersvereenigingen over regeling
der jaarwedden bij het lager onderwijs.
Voorstel B. en \V. omtrent assurantie
gemeente-eigendommen. Wijziging gemeen-
tebegrooting 1899. Afschrijvingen plaatse
lijke belastingen.
T, i ii 1 b o ii \v.
mededeel! ngen aan het Hof van Cassatie
gedaan, welke liet vermoeden wettigen dat
zij gelogen zijn. Picquart althans heeft
verzocht met hem geconfronteerd (samen
gebracht) te worden. Dit zal nu geschieden.
Nog andere getuigen, die elkander hadden
tegengesproken zullen nu samen voor het
Hof verschijnen.
De minister van marine Lockroy deelde
kapitein Freystaetier raele, dat hij hem
machtigde zich onmiddellijk tot het Hof
van Cassatie te wenden, ten einde het in
kennis te stellen, 't zij door een brief of
door een mondeling getuigenis met de
feiten, die hij noodig acht voor de ont
dekking van de waarneid.
De Samoaqnestie heeft uitgewoed. Wel
zal zij nog eenigen tijd nubloeden, doch de
vrees voor een conflict tusschen Engeland
en Duitschland is voorbij, dank zij de
vre lelievende beschouwingen van den Duit-
schen minister staatssecretaris von Bulow
in den Ryksdag gegeven.
Gelijk men weet hebben de Duitschers
op de Samoaeilanden vasten voet en hebben
de Engelschen en Amerikanen er dezer dagen
eenige belangrijke schermutselingen met de
bevolking ondergaan, waarbij de rechten
der Duitsche onderdanen heeten geschonden
te zijn, wat echter het feit niet uitwischt
dat Engelsche en Amerikaansche officieren
bij de gevechten sneuvelden eu de Duit-
Fchers buiten schot bleven, en dat op de
plantage van een Duitscher de hinderlaag
gelegd was waarin Engelschen en Ameri
kanen door Mataafa's troepen moesten ge
lokt worden.
Dit onbeduidende feit werd echter tot
een casus belli opgeblazen. Vorsten en
andere diplomaten kwamen in roere ia
de parlementen werlen dreigende rede
voeringen uitgespioken. Vooral in Amerika
wordt hard geschreeuwd, daar komen de
bladen er rond voor uit dat de Engelschen
en Amerikanen zicu vereenigan moeten
om den Duitschers den oorlog aan te
doen. Duitsche bladen hadden insgelijks
scherpe vertoogen tegen Engeland. Zij
weten de onlusten aan de ernstige font
van den opperrechter Chambers tegenover
de Samoa-acte, toen hij op aansporing
der Engelsche missie, tegen den wensch
der Samoanen den jeugligen hoofdman
Tanu tot koning wilde verheffen.
Maar nu de hoogste regeeringsambtena-
ten gesproken hebben, hondt dit getwist
in de bladen op en koestert men de hoop
dat 'ttot een vergelijk komt, waarvan de
eerste vrucht val zyn een commissie uit
de drie mogendheden die voorloapig de
regeering over Samoa op zich neemt en een
billijke, voor alle betrokkenen aannemelijke
regeling voorbereidt.
Zoo komt gelukkig ook deze quaestie
nog de wereld uit voor de Haagsche con
ferentie bijeenkomt.
17 Apiil '99.
H.H. M.M. de Koninginnen hebben te
Amsterdam ook Zaterdag verschillende in
richtingen bezocht.
Zondagvoormiddag woonde de Koningin
den dienst bij in de Nieuwe kerk onder 't ge
hoor van ds. J, H.Wiersma, die een predicatie
uitsprak naar aanleiding vanjesaja 63: 7a.
Aan 't slot wer 1 H. M. toegezongen
Psalm 134 3, welk lied staande door
haar werd aangehoord.
Des avonds was bedoelde predikant, als
mede de directeur van Artis dr. Kor-
bert do gast aan de koninklijke tafel.
Bij Kon, besluit is aan J. M. Botte-
roanne, op zijn verzoek, eervol ontslag
varleend als technisch opziener der vis-
scherijen op de Schelde en Zeeuwsche
Stroomeu.
Bij dlon. besluit is de directeur van
het post- en telegraafkantoor te Ter Neuzen,
J. Spaanstra, ontheven van zijn tegenwoor
dig beheer en werkzaam gesteld ten telegraaf-
kantore te Rotterdam.
De Tweede Kamer js Dinsdag 25 April
des nam. te 2 uur bijeengeroepen.
Dr. Kuyper heeft in zijne interres-
sante mededeelingen nit Amerika ook ge
sproken van een daar in gebruik zijnde
stem-machine. Het Haagsch Dl/ld. weet nu
te berichten, dat onze Regeering van de
8tandard Voting Machine Company, te
Rochester, eene stern-machine op zicht ge
vraagd heeft.
Vlissingen. Voor een talrijk publiek
trad Vrijdag avond in de zaal van het
Vareenigingsbouw op, daartoe uitgenoodigd
door eenige leden van de afdeeling „Pa-
triraonium" alhier, Ds. Gr. Wisse Jr. van
Gouda, die in eene sehoone en boeiende
rede sprak: over „De maatschappelijke
beginselen".
Spreker behandelde zyn on-lerwerp aan
de hand van drie stellingen
I. Het sociaie vraagstuk is in deze
eeuw ernstig op den voorgrond getreden,
wat niet te danken is aan den voor
uitgang als zoodanig, maar aan de heer
schappij van eene valsche vrijheid en
individualistische staathuishoudkunde.
II. Het is roeping allereerst en vooral van
de Christenheid hiertegen nart y te ki zen.
III. Dit partijkiezen drage den stem
pel van den geest des Evangelies en niet
van dien der Revolutie.
I. Meer dan ooit is thans de maatschappij
gecompliceerden hearscht het concen
tratie stelsel. Dit nu werkte het gevaar
volle en meer ingrijpende bij eventueele
botsing in du hand.
De vooruitgang zelve was te pryzen.
Maar onder de beginselen dezer eeuw werd
er een des te ingrijpender vraagstuk uit
geboren.
De Revolutie (als leer) bracht een valsch-
liberalisme d. i. bandeloosheid, waardoor
de arbeid werd gedesorganiseerd. Het on
getemperd egoïsme kreeg vrijheid van op
treden. In de staathuishou ikunde gaf de
schooi van Adam Smith den toon aan
waarbij de arbeid enkel koopwaar werd;
de arbeider verlaagde van mensch tot
diug. Allen werden vrij, de arbeider ook
zoo vrij als een vogel in de lucht
vogelvrij? En kwam er dientengevolge
ourust, inwendige beroering, dan waren
er immers nog dragonders!
II. Het conservatisme vond dit alles
goed. En vele geloovigen deden de oogen
toe; en toen was het onder invloed van
deze omstandigheden en van de Hegeli-
aansche wysbegeerte dat het socialisme een
bom wierp tegen Parlements-zaal en Kerk
muur.
Toen kwam men wakker. Vooral.
om het sic. te bestrijden. Zeker 't gevaar
was niet gering van die zijde. Maar be
strijden der soc. is niet voldoende. Al
waren er geen socialisten in de wereld is
het toch de roeping der Christenheid op
te treden positief voor recht en gerech
tigheid.
Te meer daar het socialisme geen ge
zag heeft. En de Christen wel door zijn
geloof in de openbaring Gods, die juist
dat optreden voorschrijft, gelijk te zien
is in de profeten, Jezus en de apostelen enz.
III. Dat optreden nu zij zoo, dat men
niet van de soc. qnaestie een Boort gods
dienst maakt, zoo doen de socialisten vaak.
De oorzaken voorts zijn geestelijk vooral.
Daarom in de eerste plaats geestelijke mid
delen. Bestrijding vau de hebzucht, het
egoisme, enz. is beter dan bestrijding van
de kapitalen. Roeping dus hier van Kerk
en School.
De Staat heeft de roeping niet als een
andere bars op te treden; m tar te be
schermen en den arbeid in zijn organisatie
te helpen. De Staat wachte zich revolu
tionair ep te treden. De gevolgen daar
van zijn dunr. Grondgedachte in al ons
optreden zij dat God de absolute eigenaar
is, die alles naar vaste wetten inricht,
't Meest profijtelijk is 't dus naar d:e
ordinantie onze bemoeienissen in te richten.
De handhaving der verschillende terrei
nen vloeit daaruit voort. Maar ook dan
wegneming van al de beletselen, die de spon
tane ontwikkeling zouden kunnen tegen
werken. Vernietiging van de terreinen die
God gesteld hoeft is vooral een bezwaar
tegen de soc. democratie, tegen Marx. Zijn
stelsel zet spreker in 't kort uiteen. En
oppert de bezwaren daartegen. Tevens in
verband daarmee critiek uitoefenende op
de soc. dem. arbeiderspartij. De strijd
dient te zijn niet tegen de afzonderlijke
levensterreinen van den staat, maatschappij
etc. maar tegen het bederf in die organisatie.
En dan staan wa alleen sterk met 't
geloof in God De moraal van den socialist
is niet bindend in de consciëntie en geeft
feitelijk het recht aan ieier die wil uit
te zuigen wat hij kan. De sta t mag in
dit ons optreden niet meer zijn dan hnlp.
Staat het er inderdaad hachelijk voor, de
schuld rust, op de modernen en conservatief-
liberaleu die 'tvolk hebhen ontkerstend, de
gewetens voor Gods ordinantiën toege-
scuroefd, het laisser faire, laiseer passer
onbarmhartig hebben toegepast; „na ons de
zondvloed" hebben geroepen, Groen van
Prinsterer hebben uitgelachen, ais hij op
de nooden des volks wees; en 't socialisme
alzoo hebben gekwetkt.
Dit alles was evenzeer Revolutie. Tegen
over al die revolutie stelle men in theorie
en prakiyk het Evangelie; en dat op elk
gebi d.
Aan het debat dat hierop volgde nam
deel de heer Lnytjens van Arnhem, een
anaroList. Hel debat d*t slechts een
oogenblik gestoord werd door eenig lawaai,
bad overigens eau goed verloop. Da. Wisse
handhaafde tegen over dhr. Luytjts allo
stellingen. De vergadering werd door ds.
Wisse inet dankzegging gesloten.
Twee opvolgers voor Oemar.
Uit Oleh-Leh is 11 Maart aan de Java-
bode geseind
Tjoet Nja Din houdt zich met hare
getrouwen nog steels op te Lango de
colonne onder den luitenant kolonel Van
der Dussen is Lango tot op twee dag-
marschen genaderd, zonder veel weerstand
te ontmoeten.
Radja Batak, de zoon van Tjoet Nja
Din, is opgetreden als leider van het
verzet, onder voogdij van teungkoe Itum
Taboh, Said Pano6d en Panglima Arom,
terwijl teungkoe Kadli en Habib Oesim
als adviseurs optreden.
Teungkoe Gedong, wijlen Oema's oudste
zoon, doet echter evenzeer aanspraken
gelden op de heerschappij over Menlaboh.
Volgens losse geruchten zouden Oema's
volgelingen diens lyk te Moego weder
hebben opgegraven, uit vrees dat het in
handen zal vallen van de oprukkende
colonne.
Polderbc-sluur van Wa cheren.
Voorjaarvergadeiing van 15 April 1899.
Door ongesteldheid van den heer Dron-
k-irs wert du vergadering gepresideerd
door den heer Pouwer.
Van de commissarissen waren afwezig
de heeren Borsins en Franse wegens on
gesteldheid, de heer de Brnijn van Melis-
en Mariekerke wegens uit.landigheid sn
do heer Jlir. L. Sehorer, die echter tijdens
het behandelen der begrooting ter verga
dering verscheen.
De notulen vai het verhandelde in de
laatste gewone en buitengewone zittingen
worden door den griffier voorgelezen en
na een paar opmerkingen van de heeren
van Teylingen en van der Swalrao, welke
eenige kleinere adressen ten gevolge hadden
goedgekeurd.
De Voorzitter brengt alsnu ter tafel
het verslag van den toestand des polders
in 1898, waarnit blijkt dat dooreen drietal
hooge vloeden de zeedijken en duinen nog
al hebben geleden, zoodat het herstel der
daaruit voortgevloeide schade eene uitgaaf
van f7048,06 heeft tengevolge gehad, welke
echter zonder aanwending van buitenge
wone middelen is kunnen gekweten wor
den. Overlast van polderwater had men
in het afgeloopen jaar niet ondervonden.
Conform 's Voorzitters voorstel wordt
besloten dat verslag te doen drukken en
aan ieder der commissarissen een gedrukt
exemplaar uit te reiken.
Daarna stelt de Voorzitter aan de orde
de begrooting voor 1899 voorgedragen als
volgt
Ontvangsten
I. Goed slot vroegere diensten f 5585.
II. Opbrengst van eigendommen,, 2443.84
III. Belastingen en heffingen „250372.77
IV.Inkomsten van verschillen
den aard 3564.37
V. Reserven van straat en
zandwegen 9900.
VI. Buitengewone ontvangsten 50000.-
f 321868.98
Ter verklaring valt hier op te merken
dat ill bestaat uit een gewoon dijkgeschot
ad f 14.50 per h. a. schotbaar en f6-30
per h. a. vrijhaud en een buitengewoon
dijkgeschot au f 1.per heeta.e, terwijl
VI gevormd wordt door eene geldleening
ain te gaan met de maatschappij voor
gemeentecrediet.
Uitgaven
I. Uitgaven wegens vroegere
diensten f
II. Kosten gewone werken
17)800.—
III. K )8ten buitengewone
werken
n
5597.23s
IV. Kosten van straat en
zandwegen
V)
9900. -
V. Renten en aflossingen
V
94676.71
VI. Bezoldigingen
n
17360 33
VII. Kosten inspectiën
r
700.—
VIII. Kosten onderhoud van
eigendommen
400.-
IX. Grond- en andere lasten
j)
1066.39'
X. Brand, licht en bureau
behoeften
n
500.—
XI. Druk- bind- en schrijf-
loonen
550.—
XII. Bijhouding kadastralen
üolderlegger
M
300.—
XIII. Kosten verkiezing
commissarissen
n
250.—
XIV. Andere niet genoemde
uitgaven
11
3400.—
XV. Onvoorziene uitgaven
M
11368.31
f321868.98
H; erbij valt op te merken dat de kosten
sub II genoemd zijn verdeeld als volgt:
Noord watering f 135950, Oostwatering
f9850, Zuidwatering f11080 en Westwa-
tering f 18920, terwijl die sub III moeten
strekken tot regularisatie van stormscha
den in 1898.
De commissie (de heeren Melis en Kodde)
belast met het onderzoek dezer begrooting,
brengt by monde van den heer Melis
rapport uit en concludeert tot goedkeuring.
De algemtene beraadslagingen worden
geopend.
De heer Snijders vraagt waarom men
schijnt vaarwel gezegd te hebben hut
idee van tijdelijke geldopneming en eene
leening van f 50000 is voorgesteld. Het
is waar de rente voor die leaning 3p,A pCt
is niet buitensporig hoog, maar de rente-
standaard van hit oogeuhhk bij de Ne-
derlandsche Bank in aanmerking genomen,
is hij van meening dat tijdelijk geldop
neming goedkooper zou geweest zyn.
Bovendien het is altijd dezelfde instelling,
die het geld fourneert het crediet van
den polder is groot genoeg om ook bij
andera instellingen klaar te komen andere
corporatiën sluiten leeningen tot 31A pCt.
De Voorzitter antwoordt dhr. Snij Iers
dat het, idee van tijdelijke geldopne ming
prijsgegeven is, omdat die opneming altijd
zeer precair is. Bij den tegenwoordigen
rentestandaard zou zij minder kosten, maar
men verin ze niet uit het oog dat zy
teyen onderpand telkens drie maanden
moet geprolongeerd worden, en wie waar
borgt ons dat de rentestandaard bij de
eerste prolongatie niet reeds hooger zal
zijn. Bovendien de nu te sluiten leening
zal in 5 jaar moeten worden afgelost, maar
wij hebben ook de bevoegdheid ze vroeger
af te los'en en van die bevoegdheid zal
zeker gebruik gemaakt worden, als wij
goedkooper tereoht kunnen komen.
Aan die woorden des Voorzitters voegt
de heer fan der Swalme nog toe dat toen
het idéé van tijdelijke geldopneming werd
geopperd, de toestand anders was daar de
kosten voor de verschillende werken
hooger zyn geworden dan toen vermoed
kon worden. Het bestuur achtte eene
leening in dit geval regelmatiger. Dat
ir.en bij de maatschappij voor gemeente
crediet voorstelt te leenen, is een gevolg
daarvan dat door andere instellingen geen
aanbiedingen zijn gedaan.
De heer Snijders dankt voor de gegeven
inlichtingen. Hij wil niet verder over la
zaak uitweiden, maar de inlichtingen bub-
ben hem niet bevredigd.
Alsnu wordt, te beginnen met de uitga
ven, tot de artiielsgewijze behandeling
overgegaan.
Hoofdstuk I wordt goedgekeurd.
Hoofdstuk li eveneens, doch lokte tanige
discussie uit.
De heer van Teylingen geeft er zijne
verwondering over te kennen dat bij de
kisten dar werken voor de Ontwatering
geen gelden zijn uitgetrokken voor voor
ziening bij het polderhuis, waar in het
najaar ueverafschuiving heeft plaatsgehad.
Deze is nu wel niet zoo bijzonder groot,
maar, afgaande op het rapport van den
oppercommies en de opgave van de peilin
gen van den Hoofd-ingenieur voor den
Provincialen Waterstaat, is er, naar zijne
meening, wel eenige reden tot bezorgd
heid. Hij noodigt dan ook het bestnur uit
de peilingen van dien Hoofdingenieur ge
regeld over te leggen.
De Voorzitter antwoordt dat hiertegen
geen bezwaar zijn kan. Het geldt hier
echter eene oe'verafschuiviug, 80 meter
uit den wal, waarbij storting niet wel
mogelijk is, daar tusschen de storting en
den wal eene geul zou ontslaan. Laar de
meening van het bestuur is er geen onmid
dellijk gevaar te vreezen; toch blijft de
aandacht van het bestnnr op die oever-
afschuiving gevestigd, waartoe het van
tijd tot tijd buitengewone peilingen laat
verrichten.
Bij de kosten der werken voor de Zuid
watering vraagt de heer van leylingen
waarom geen gelden zijn uitgetrokken
voor verbetering der steenglooiing tusschen
de dykpalen 38 en 39, welke verbetering
in de Augustus vergadering in uitzicht ge
steld werd.
De Voorzitter antwoordt dat bij nader
inzien, ook aan de Commissie van onder
zoek, gebleken is dat verbetering hier niet
van zoo dringenden aard was, dat zy nog
niet tot later kon uitgesteld warden.
By de kosten der werken voor de
Westwatering vestigt de heer de J ister
er de aandacht op dat f2500 voor een
heul is uitgetrokken. Hy vindt dit cijfer
zeer hoog.
De Voorzitter antwoordt dat het hier
geldt de heul aan (de Griffioen, waarbij
gerekend is op ijzeren riggels en steeLen
landhoofden, die voor het oogenblik wel
duurder kosten dau houten, maar beter
standhouden en dus op den duur goed
kooper zullen blijken.
De heer Louwerse ,is geen voorstander
van steenen landhoofden, eet van geheel
gemetselde heulen: Hij heeft hiermede
niet het oog op de heul in kwestie, maar
op de heulen in het algemeen.
De heer Koene en met hem de heer
Cysouw zijn het volkomen eens met |den
heer Louwerse en meeneu zelfs dat ook
de heul aan de Griffioen wel eene ge
metselde kon zijn. Er zijn heulen die
werkelijk gevaar voor de paarden op
leveren.
Dit komt, volgens den Voorzitter, omdat
de putten, die nabij de heulen ontstaan,
niet zorgvuldig met puin gevuld worden.
De heer Corré wijst er op dat het aan
vullen met puin toch kwalijk te vorderen
is van aangelanden of gemeentebesturen.
Toch kan hiertoe evenmin het polder
bestuur vrplicht worden, antwoordt de
voorzitter; het onderhoud van de heul
rust op den polier, miar niet het
onderhoud van den weg.
Hoofdstuk III lokt de opmerking uit
van de zyde des neeren Snijders dat,
waarin het vorig jaar f 15132.58» was
uitgetrokken voor regularisitie van storm
schade, thans slechts f5597.236 is uitge
trokken. Hoe dit te rijmen met de straks
genoemde groote stormschaden, vooral ook
met het oog dat slechts een f30000, meer
wordt geraamd dan in Augustus werd
noodig geacht.
De heer van der Swalme antwoordt dat
de eigenlijke stormschade niet zoo bijster
groot is, maar dat tal van andere veel
geld eischende werken moeten worden
uitgevoerd.
De heer Snijders zal de zaak niet
verder aanroeren, maar moet constateeren
dat het antwoord hem niet bevredigt.
Bij hoofdstuk IV vraagt de ^heer van
Teylingen inlichtingen omtrent het onder
houd van een zijweg naar Overdnin, waar
op de Voorzitter antwoordt dat het onder
houd door den eigenaar is afgekocht.
De heer de Visser verzocht inlichtingen
of in deze begrooting ook begrepen is de
verbetering van den grintweg van Mid
delburg naar Grijpskerke, waarop de
Voorzitter antwoordt dat deze verbefer.ng
eerst in 1900 aan de orde zal komen.
De verbetarirg van den weg van Sa-
rooskerke naar Oostkapelle zal zich uit
strekken tot mijlpaal 10, doch zou de
heer van Teyïingen wensehen dat die
werd uitgestrekt tot aan den tol, waarop
de heer van der Swalme antwoordt dat
het nu voorgestelde deel van den weg
zeer slecht is, doch de verbetering van
het door den heer van Teylingen bedoelde
deel nog wel kon uitgesteld worden. Deze
blijft evenwel van meening dat het kleine
eindje, waarop hij doelt, niet veel geld
aan verbetering zal eischen en derhalve
nu kan worden verbeterd.
De heer Snijders merkt op dat meer
malen beweerd is dat niet meer wordt
besteed aan de wegen dan er voor wordt
ontvangen, doch trekt zijne opmerking in,
nadat hem was aangetoond dat zulks ook
bij deze begrooting het geval is.
B.j hoofdstuk V wor.it op voorstel van
den f <r Sprenger bpsloten do som, uit
getrokken voor zes maanden rente van te
leenen f50000, aan te houden totdat over
de leening is beslist.
By hoofdstuk VI brengt de heer Sprenger
in het midden dat hem ter oore gekomen
is dat twee ambtenaren van den polder
naar eene andere be'rekking hebben ge
solliciteerd. Hij geeft het bestuur in over
weging de jaarwedden der waterbouw
kundige ambtenaren zoo te regelen dat
deze na een bepaald aantal jaren verhoo
ging ondergaan, welke overweging de voor
zitter hem toezegt.
De hoofdstukken VII tot en met XIV
worden hierop zonder bemerking goedge
keurd en hoofdstuk XV aangehouden tot
na de behandeling der ontvangsten, waar
toe thans wordt overgegaan.
Hoofdstuk ken I II worJen goedgekeurd.
By hoofdstuk III stelt de heer Sprenger
voor het buitengewoon dijkgeschot, in
plaats van op f 1, op f3 te bepalen, met
die meerdere opb.engst kon dan het be
drag der voorgestelde leening verminderd
worden.
De beer van der Swalme merkt op dut
een dusdanig voiïstel ook ten punt van
overweging bij het bestuur heeft uitge
maakt; het heeft echter gemeend daarop
niet te moeten ingaan, daar geene buiten
gewone rampen te vreezen zijnde, inge
landen niet op zulke hooge kosten moesten
worden gejaagd.
De heer Snijders beaamt ten volle dit
laatste, maar herhaalt tevens dat by tegen
eene leening is, daar, naar zijne meening,
het benoedigde geld goedkooper kan wor
den gevonden.
De heer van Teijlingen merkt op dat
vroeger soortgelijk voorstel van den heer
Sprenger is uitgegaan hij was er toen op
tegen omdat het beoogde het vormen van
een reservefonds; nu echter het voorstel
eene geheel andere strekking heeft, zal hy
er voor stemmen.
Het voorstel Sprenger wordt verworpen
met 15 tegen 4 stemmen, die der heeren
Lantsheer, Sprenger, van Teijlingen en
Sehorer.
Hoofdstuk IV wordt goedgekeurd.
Bij hoofdstuk V vraugt de heer Louwerse
hoe het komt dat er niets is uitgetrokken
voor opbrengst van hakhout en boomen
waartoe dient dan de aanplant, tot finan
cieel voordeel of tot verfraaiing, waarop
de voorzitter antwoordt dat zoowel het een
als het ander doel is, maar dat in dit jaar
geen hout ten verkoop kon voorgedragen
worden.
By hoofdstuk VI vraagt de heer Snijders
stemming, het wordt echter met algemeene
stemmen behalv; de zijne goedgekeurd.
Nadat daarop de aangehouden rentebe
taling voor de te sluiten leening en de
onvoorziene uitgaven waren goedgekeurd,
wordt de geheele begrooting in stemming
gebracht en aangenomen met algemeene
stemmen, behalve die der heeren Sprenger
en Snijders.
Nadat daarop de gewone machtigingen
aan het bestuur waren verleend, stelt de
Voorzitter voor het volgend punt der
agenda de behandeling van een concept,
reglement tot het pensionneeren der ambte
naren, tot eene volgende vergadering uit
te stellen.
Op eene vraag des heeren Sprenger
waarom een naar zijne meening zoo urgent
voorstel niet in behandeling kwam, ver
klaart de Voorzitter dit alleen te willen
omdat het dagelyksch bestuur niet in zijn
geheel voltallig is waarop conform des
Voorzitters voorstel wordt besloten.
Achtereenvolgens worden nog goedge
keurd
a. een voorstel om aan C. A. Hacken-
berg te Middelburg, a f0,10 per centiare,
te verkoopen 11 centiaren grond, waarveor
de polder mede eigenaar is in een stuk
grond onder Serooskerke
b. een voorstel om aan D. Stroo te
Vlissingen voor f 2 te verkoopen 18 M'
grond, waarvan de polder eigenaar is in
een perceel onder Koudeksrke
c. een voorstel om de heul no. 126 in
den Soetendaalschen weg gemeente Seroos-
kerke Ie vervangen door een Engelsche
aardenbuis ter wijdte van 0.456 M.
d. een voorstel om op het verzoek van
het eemeentebestnur van Grijpskerke, dat
beschikbaarstelling van f 40 vraagt tot
verbetering van een deel van den Grijps-
kerkschen weg, slechts f25 beschikbaar
te stellen, met het oog op het weinige
belang dat de polder bij die wegs-
verbetering heeft. Wel vend de heer de
Visser het kleingeestig van de betrokken
gemeente om de bulp des polders voor
dat doel in te roepen, terwijl het naar
zijne meening bovendien was bet scheppen
van een gevaarlijk antecedent daar nu ook
andere gemeenten met hetzelfde recht
zouden kunnen komen aankloppen, maar
het voorstel ondervond toch, geene verdere
bestrijding, nar at de Voorzitter betoogd
had dat de wegsverbetering bepaald noodig
was en op eene vraag van den heer Melis
had geantwoord, dat de bijdrage verstrekt
werd voor één jaar zonder verdere ge-