NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
lo. 82. 1899.
Sotiifetifag 18 Eptif,
Decftmife faorpng.
Hendrik Jan van Lummel.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Eene ernstige waarschuwing.
FEUILLETON.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
HERIJK.
Ovezande, ook voor Nisse, 14 April*
Ellewoutsdijk, ook voor Driewegen,
15 April.
Baarland, ook voor Oudelande, 17
April.
Hoedekenskerke, 18 April des
voorm.
's Gravenpolder, ook voor 's Heer
Abtskerke, 18 April des namiddags.
Kapelle, ook voor Sehore, 19 en 20
April.
Wemeldinge, 1 Mei en 2 Mei des
voorm.
lerseke, 3 Mei des namiddags, 4 en
4 Mei.
Kruinlngen, met uitzondering van
Hansweert, 5 Mei.
Hansweert, 6 Mei.
De hoofdvraag op politiek gebied ,is op
dit oogenblikwelk zal het lot zijn van
het wetsontwerp tot invoering van den
leerplicht
Wordt ,dit door velen verdedigd als
een eisch des tijds, ook velen voeren er
ernstige bezwaren tegen aan. Bezwaren
van geldelyken aard; bezwaren van op
voedkundigen aardbezwaren van vrij-
heidlievenden aard, omdat het schoolver
zuim in de laatste jaren toch zooveel ver
minderd is, dat het thans niet meer het
opleggen van zulk een dwang wettigt.
Maar grooter is naar onze meening het
hoofdbezwaar, dat bij invoering van leer
plicht, volgens het nu ingediend ontwerp,
de grondslag, het beginsel, dat aan ons
Aan een tweetal opstellen over dit
onderwerp, ons van geachte, geestverwante,
zijde gezonden, staan wij voor ditmaal gaarne
de ruimte onzer hoofdartikelen at.
Slot.
In «en der sohoollokalen, feestelijk ver
sierd, richtte de even waardige als bemin
nelijke medebestuurder der school,de heer mr.
A. W. van Beeok Calkoen, op zijne wijze,
dat is welsprekend in zijne trouwhartigheid
het woord tot den man, die de ziel van
dit gedeelte der Marnixstichting uitmaakte.
Nog anderen spraken bij deze gelegenheid
en Van Lummel antwoordde, dat er geen
twijfel kon bestaan, of hij genoot in deze
hulde de belooning voor een leven aan
een gewichtig ambt gewijd."
Niet de minst treffende verrassing was
hem aan dsn middag van dien dag bereid
toen een 600 tal scholieren in twee ge
deelten hunne blijdschap in 't feest van
den meester kwamen betuigen. Dat die
blijdschap ongeveinsd en dus welgemeend
■was, behoefde niet te blijken uit hunne
kostbare geschenken, daar de eerste als 't
ware op hun gelaat te lezen was. Tref
fend was dan ook de aanblik dier kinder
scharen en aandoenlijk werd de stemming,
toen zij in den trant van Beets' Lentelied
in de volgende woerden hunne hartewen-
schen opzonden tot den Heer, tot wiens
eere te zingen, zij zoo treffend van Van
Lummel geleerd hadden.
Komt, kinderenzingen wij te zaraen
Een blij gezang;
Al wat hier is zou ons besohamen,
Zoo wij thans zwegen en niet kwamen,
Met lof en dank.
De dag des feestes is gekomen
Zoo lang verwacht;
Nu heeft deez' zaal van bloemen, boomen
Het allerschoonste schoon genomen.
En prijkt vol pracht.
En zie wat jubelende kringen
Hier saam vereend;
tegenwoordig openbaar onderwijs ten
grondslag ligt, gehandhaafd wordt.
Het zoogenaamd neutraal, ia waarheid
godsdienstloos, om niet te zeggen ongods
dienstig onderwijs, blijft er niet alleen
mede gehandhaafd, maar wordt er in groote
mate nog mede versterkt. Vooral door het
herhalings-onderwijs.
Ea tochis dat zoogenaamd neu
traal onderwijs door de oniervinding ge
oordeeld en veroordeeld
Men weet hoe het hoofd der Israëliti
sche godsdienstleeraars, de Amsterdamsche
opperrabijn Duuner zijn ernstig waarschu
wende stem verhief tegen het godsdienst
loos karakter der openbare school.
Als door een felle bliksemschicht uit
een helderen hemel, werden de blinde
voorstanders dier school er door opge
schrikt. Tal van pennen kwamen in
weging. Pamfletten als van een
A. Levy kwamen in het licht. Juichtoe-
nen werden door anderen aangeheven,
omdat zij hierin een bewijs zagen, hoe het
zoogenaamd neutraal onderwijs nog wel
juist in het belang der Israëlieten zoo
hoog geprezen door de ondervinding
veroordeeld was, omdat de heillooze
vruchten daarvan, maar al te zeer bleken
te zyn, zooals door hen voorspeld was.
Maar ook bezadigde oordeelvellingen,
na ernstig onderzoek, van op zichzelf voor
standers dier openbare school, zagen het
licht. Waarbij men tot de erkenning
kwam dat het zoogenaamd neutraal onder
wijs niet neutraal is.
Op een paar dier stemmen, vau onver
dacht liberale zijde, wenschen wij te
wijzen.
Als op eene ernstige waarschuwing om
toch niet voort te gaan op den weg, die
heilloos bleek. Om wars van een struis
vogelpolitiek, het groote volksbelang on
partijdig te onderzoeken. Om na de op
gedane ondervinding terng te keeren van
Zij loven, juichen, danken, zingen,
Om 't heil van hem, dien zij omringen,
Zoo welgemeend.
De Heer wou vijf en twintig jaren,
In Zyn gena,
Voor deze school den meester sparen,
En hem voor leed en ramp bewaren,
Met kroost en ga.
Hij overlaadde hem met zegen
In school en huis
Kwam immer hem met liefde tegen,
Bestuurde en baande al zyn wegen,
Verlichtte 't kruis.
Hij voerde groote kinderscharen
Hier immer saam
Eens kwamen kindren hier vergaren,
Wier kindren thans dit groen aanstaren
Zingt 's Heeren naam 1
Ja, zingt Zyn naam op blijde tonen
Verheft Zijn lof;
Die mot Zijn zegen wilde kronen
Des meesters werk en wilde wonen
In dezen hof.
Hij moge nog een reeks van jaren,
En ongestoord,
Des dierbaren meesters leven sparen,
En breng hem eens by d'Englenseharen
In hooger oord.
Hoe weinig kon men toen vermoeden,
dat de laatste bede uit die kinderharten
opgestegen, hare vervulling niet zou erlan
gen. Nog slechts twee jaren zou het hem
vergund zyn om met lust en yver aan
zijne taak voort te werkendaar in 't
begin van 1875 zyn lichaam aangetast
werd door eene ziekte, waardoor zijn leven
een einde zou nemen.
Ruim anderhalf jaar van beproeving zou
evenwel nog moeten volgen, eer hij de
raste zou ingaan, die overblijft voor het
volk van God. Zijn lichaam door rheu-
matieke aandoeningen aangetast, had de
hevigste smarten te doorstaan, waardoor
zijne beweging werd belemmerd en zijne
blijmoedigheid op een zware proef werd
gesteld. Daarby kwam nog dat de zieke-
het heilloos pad, dat onze natie naar den
afgrond voert. Om den moed te hebben
en te toonen vau liever tan halve te keeren
dan geheel te dwalen.
Want men vergete het nietwie het on
derwijs in handen heeft, heeft de toekomst
in handen.
Van het onderwijs onzer schoolmeesters,
hangt de toekomst van ons vaderland af.
Niet, dat wij hiermede alle voorstanders
van het zoogenaamd neutrale onderwijs
willen veroordeelen, dat zij willens en
wetens ons volk, ons volksbestaan in ge
vaar brengen. Dat zij verre van ons.
Wij weten dat er vele tegenstanders
zijn, die meenen, althans gemeend hebben,
een grootsch doel te bevorderen. Die onder
de leuze van tweespalt te voorkomen on
der de zonen van hetzelfde vaderland, ge
meend hebben het middel daartoe gevonden
te hebben i een zoogenaamd neutraal ou
derwijs. Een onderwijs waarbij zij hoopten
dat niemands godsdienstige overtuiging
zou gekrenkt worden. Een onderwijs ver
heven boven wij zeggen niet goffsdien-
tige, maar kerkelijke verdeeldheid.
Kortom de bekende schoone leuze
indien het bereikbaar ware, maar waarvoor
wij, voorstanders van het vrije onderwijs
steeds gowaarschuwd hebben dat het een
onbereikbaar ideaal was, en dat nu door
de ondervinding een onbereikbaar ideaal
gebleken is.
En het is juist aan zulke eerlijke tegen
standers dat wy dit woord richten. Om
er hen op te wyzen, dat hoe goed
hunne bedoeling misschien ook was, de
ondervinding geleerd heeft dat hun streven
onbereikbaar is. Om den eerlijken tegen
stander toe te roepen, te bezweren: oor
deel een onpartijdig oordeel. Onderzoek
onpartijdig; mst op zijde stelling van
schoone leuzen: (f het niet waar is, dat
het zoogenaamd neutraal onderwijs geble
ken is niet de vruchten te dragen, die
lijke gevoeligheid in zijn keel zoodanig
toenam, dat het ergste te vreezen was.
En die vrees bleek niet ongegrond. Maan
den achtereen werd hij door honger, dorst
en slapeloosheid gekweld, wijl zijn gezond
gestel naar voedsel verlangde, maar de
keel liet het niet door. Wel werden po
gingen aaugewend om, zoo niet den zieke
te genezen, dan toch het hartverscheurend
lijden te verzachten doch alles tevergeefsch.
Zoo van Scheveningen als later van Kreuz-
nach keerde hij met de zekere ge lachte
terug, dat zijn leven ten einde spoedde,
zyn werk hier beneden haast zou zijn af
gedaan. Hoe ook door pijnen gekweld
en hoe moeilijk ook terbeen, toch liet
hij zieh nog in de school zien.
Zoo was de winter van '75 voorbijge
gaan, het voorjaar van '77 aangebroken
en werkelijk scheen met de eerste stralen
der lentezon een straal van hoop op herstel
door te breken. IJdele hoop voorwaar!
Want al was het dat de pijnen in hevig
heid afnamen, de keel zelfs merkbaar begon te
slikken en een nieuw uitstapje tot mogelijk
herstel werd beraamd de lijder schudde
vol beteekenis het hoofd, als wel gevoe
lende hoe zyn lichaam van dag tot dag
gesloopt werd. Neen, hij verlangde naar
geen aardseh uitstapje, maar naar den
overstap tot zaliger oord En hoe geduldig
en onderworpen was hy. Zooals het den
man die vertrouwen op God gepredikt had,
betaamde. Niet meer door zijne woorden
slechts door zijne houding en zijn gebaar
kon hij lijdzaamheid prediken. Toch rustte
zijne hand niet, al weigerden de voeten
al meer en meer hunnen dienst. Slechts
onder zulke omstandigheden was het schr.
dezes, vergund, zijn geliefden [leermees
ter een tweetal maanden voor zijn
verscheiden nog voor 't laatst te ont
moeten. Wat had hij zich van dat bezoek
niet voorgesteld, wat had hij niet te vragen,
wat niet mede te deelen En hoe treurig
die aanblik 1 Het lichaam door waterzucht
gefolterd kon noch liggende noch zittende
eenige rust verkrijgen. Toch geen zweem
van ongeduld, van moedeloosheid in zyn
gij er u van habt voorgesteld
Wy willen daartoe er thans niet over
uitweiden hoe er openbare onderwijzers
zyn, die doordrongen door de Multatuli-
aansche begrippen, de strekking dier beginse
len doen uitkomen bij het door hen ge
geven onderwijs. Hoe dit een noodzake
lijk gevolg is, als zoodanig onderwijzer
„zich zelf" is. Dit zou ons te ver voeren.
Wij willen daarom niet op de onder
wijzers, maar op de strekking, het gehalte,
de uitkomst van dat zoogenaamd neutrale
onderwijs wyzen.
Of juister gezegd wij willen dat niet
doen, maar wij willen er alleen op wyzen,
hoe mannen van onverdacht liberale be
ginselen daarover oordeelen.
Daartoe raden wij ieder aan lees het
Jannari-nuramer van de Gids
Daarin komen twee hoogst belangrijke
beschouwingen voor.
Eene eerste is die van den heer L.
Knappert over den geest van het openbaar
onderwijs. Na eene breede uiteenzetting
daarvan komt hij tot de conclusiede
Godsdienst wordt bij het lager onderwijs
dood gezwegen.
Bij het Middelbaar onderwijs is er
geen tijd voor. Wanneer de jongelieden
reeds vermoeid door het onderwijs op de
school, met het vooruitzicht van nog eenige
uren huiswerk te moeten verrichten, wan
neer zij dan tusschen beide in, al een
uurtje godsdienstonderwijs ontvangen, welke
vruchten zijn daarvan te wachten
En dan, wanneer dat onderwijs, waarbij
de godsdienst doodgezwegen werd, geëin
digd is, dau tredenzy het maatschappelijk
leven in met een besefdat godsdienst
onderwijs „een stiefkind is"; dat
godsdienstbijzaak is"
Mag dat voortduren?
Waar godsdienstzin een [onmisbaar ver-
eischteis ook voor maatschappelijk geluk
En dat het voor dit maatschappelijk
lot was te bespeuren, veeleer teekende
hemelsche kalmte en kalme berusting zijn
gelaat en kon hij slechts door den opge
heven vinger aanduiden, waarheen zijn
laatste gedachten uitgingen. „Niet meer
hier", waren de laatste woorden, die hij
my met inspanning van alle krachten en
nauw hoorbaar, bij 't scheiden toevoegde.
En zoo was hetNog enkele weken levens
waren hem gegund, als wanneer op den
18en September zyn leven en lijden een
einde namen. In den avond van dien
dag verlangde hij verlegd te worden. Een
zijner zonen voldeed aan dat verzoek en
zette zich weder aan het bed hij luister
de en bemerkte dat dej ademhaling
had opgehouden. Van Lummel was by
zijnen Heer en HeilandNiet door een
leven van ijverigen arbeid alleen, ook door
een sterven van geduldig lijden voorafge
gaan, had de voortreffelijke man anderen
en zichzelven moeten leeren. Niet het minst
zich zeiven. En hoe en waardoor hij zich
zeiven heeft leeren kennen, weten zij
vooral, die met hem bekend waren. Door
woord en daad werd het ten allen tijde
door hem gepredikt
„Wil ik weten wie ik ben,
Zoo moet Gods Woord de spiegel zyn,
Waar ik mijn hart uit ken."
Dat Woord was steeds de toetssteen en
het richtsnoer zijner daden; door dat Woord
werd hij gesterkt tot eiken moeilijken ar
beid; in dat Woord vond hij steeds kracht
en bemoediging tegen de stormen des levens.
Zoo kon hy voor vriend en vijand den
weg gaan, dien zyn geweten hem voor
schreef.
Niemand zal ontkennen of in Van Lum
mel is ons een man ontvallen, wiens plaats
moeieiyk door een ander kan worden aan
gevuld.
Want wie paarde aan uitgebreide kennis
zulke practische bekwaamheid aan vast
heid van karakter zulk eene teederheid
van geweten Ja, zoo iemand, dan had
hij recht om te zeggen „Weest mijne
navolgers 1" En toch niemand kon meer
geluk een onmisbaar vereischte »s, dat
wordt aangetoond in de tweede beschou
wing, waarop wy in een volgend nummer
wenschen te wijzen.
Voor de vredesconferentie zijn door de
Nederlandsche regeering aangewezen de
heeren van Karnebeek, Asser, den Beer
Poortugaal en Rahusen; endoorde Duitsche
professor Stengel uit Berlijn.
Het trekt de aandacht dat deze profes
sor kort geleden een brochure schreef
waarin de eeuwigdurende vrede wordt
gehekeld.
Het Centrum herinnert dat hij schreef
dat „de theorie welke den oorlog veroor
deelt is te individualistisch" en „het idiote
van den algemeenen vrede dient krachtig
bestreden."
Wat wij omtrent de echtheid van des
Keizers gezindheid jegens de vredeemani-
festatie uit deze benoeming te besluiten
hebben weten wij nog niet. Gissen doet
missen.
Wy zagen 't dezer dagen nog toen wij
't oordeel van twee Transvaalsche bladen
lazen over 't bezoek van den Transvalen-
hater Rhodes by den Keizer.
De Randpost is er over ontstemd, tee
kent de keizerlijke daad als een misdaad
en geeft alle hoop op Duitsche sympathie
by den strijd tegen John Buil op; terwijl
de Volksstem in de ontvangst van Rhodes
niets ziet en 't vertrouwen op den keizer
bewaart.
Wy kunnen niet weten wat de Keizer
met dergelijke daden, welke ons die van
verre staan, minstens dubbelzinnig toe
schijnen, voor heeft.
Moge bet Vredes Congres te 's Hage ook
door deze benoeming gebouwd en de vrede
bestendigd worden.
Dat 't Haagsche toch geen dacapo (her-
dan hij den hoogmoed verfoeien en zich
afkeerig betoonen van praal en zelfzucht.
Neen geen ijdele roem was het doelwit
van zyn streven, alleen nuttig te zijn, te
arbeiden in den wijngaard des Heeren,
zielen te winnen voor het Koninkrijk Gods
was zyn eenigste, zijn hoogste ideaal. Of
hij dat bereikt heeft Wij achten het
niet oirbaar dezen sluier op te lichten.
Van Van Lummels werk zal 't ook een
maal in den dag der dagen blijken, dat
het een ander is die zaait en een ander,
die nat maakt, maar tevens ook, dat God
den wasdom geeft. Slechts van een zaak
mogen we niet zwijgen, n.l. hoe hij [har
ten wist te treffen en te trekken, waarvan
de dag zijner begrafenis de zekerste be
wijzen gaf.
Op dian dag was er onder zijne vrien
den en vereerders maar eene gedachte:
„Onze meester moet een grafteeken heb
ben." Geen angstvallig wikken en wegen,
zegt een zijner leerlingen, en vragen, wat
die of die er wel van denken of zeggen
zal en „welke beteekenis dat wel hebben
kan in deze dagen vol verwarring en strijd
en of de tijd daarvoor nog wel gekomen
is? enz. Dit denkbeeld, dat als de meest
natunrlijke gedachte in het hart zijner
vrienden en leerlingen opkwam, bewijst
meer dan iets anders, welk eene voorname
plaats zich „Meester Van Lummel" door
zyn eenvoudiger, arbeid in de harten van
ontelbaar velen had weten te veroveren.
En hiermede, waarde lezer, achten wij
onze taak voor afgedaan. Meenden wy het
aan de eer en de nagedachtenis van onzen
onvergetelyken leidsman verschuldigd te
zyn, bij vernieuwing nog eens de aandacht
op zyn persoon en wetk te vestigen toch
rust op ons nog eene grootere verplichting.
Eerst dan zullen w' ons zijner waardig
betoonen, zoo een ieder onzer naar de
krachten ons geschonken zijne voetstappen
tracht te drukken, zyn spoor tracht te
volgen.
Aan ons nog de strijd des levenslaat
ons dien moedig aanvaardenaan hem
de welverdiende rust