NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
81. 1899.
Dinsdag 11 HpciC.
Derf lende faargatig.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Een billijke regeling
Buitenlandsch Overzicht.
r gegund. 2e pereeel
van 9 zinkstukken,
werd door P. Dron-
de Jonge Middelburg
Giesendamf89388
reld f38888, J. Pijl
in de Plasse Jr. Har-
7ildeAz. Kattendyse
Sliedreont f37545, A.
7400, J. C. den Exter
ndijke f37200, P. A.
37100, P. J. Visser
J. de Bree Fz.
lek id. 136870, J. van
f36563, H. de Klui-
B. den Exter van
3 135240. 3e perceel,
verdoelen van 20.000
>estoi ting, waarvoor
Jan Janso Neuzen
drecht f 47900, P. A.
f47845, terwijl 3
werden verklaard,
sen der inschrijvers
hands besteed aan
te Botterdam voor
door den sectie-
orwegen aanbesteed
angs den spoorweg
Bozendaal Belgi-
>or perceel 1 A. Ba-
voor f2922. perc. 2
eert en A. Jacobs,
'oor perc. 3, 4, 5 en
Brugleman, Roosen-
rc. 7 A. C. Korteweg,
voor perc. 8 M.
170. M. C.
het gebouw van
heden aanbesteed
en het doen van
euwingen aan de
ibdy te Middelburg
suring van de aan-
31 December 1900.
>ij Vlissingen f14000
3937, J. A. van der
oethals f13890, A.
Huson, Vlissingen
lee en Zoon f13795
80, P. L. van Miert
ars en Zoon f 13520
13288. (3 Biljetten
tijdstip ingeleverd)-
bij gemelde plaat»-
ïrg.
g werd aanbesteed
an overeen gedeelte
liet naar Philippine
Geertruidadyk ter
1200 meters. Inge-
egen den Beer te
jé Breskens f4097,
J. B. van Acker
J. Sturm Biervliet
g c. s. te Terneuzen
40, J. Drabbe c. s.
aan den minsten
Vrijdag werd op
ichter van fortifi.-
re goedkeuring van
door den kapitein
ir te Bergen op
het eenparig
en gebouwen enz.
immekens. .Raming
Ihier f5487, M. J.
lurg f 5525, A. Ha-
'eij en Stroo alhier
d., f5770, J. Loois
ger alhier f5800,
800, J. Willemse
was ongeldig,
irhond der kazerne-
'2960. Inschrijvers
2895, J. M. van
ddelbnrg f 2898,
J. A. Vertregt,
Vlissingen f 2965.
burg f 2970. P-
2970. Gr. H. Ver-
April.
weer opbouwen
Mairepolder bij G.
uwen van een re-
ndyko op hofstee
mr. Liebert voor
April.
mr der waterkee-
:hap Bruinisse 11
en onderhoud tot
le-, kram-, rijs-en
een dyksverzwa-
ril. Samenkomst
tpril.
Bestuur 11 uur
rleiding bewesten
tusschen duiker
L3000.
April.
ur door B. en W.
- en telegraalkan-
r. Bestek bij Krjj-
blken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
O
De mededeelingen, vorige week in de
vergadering van de Unie gedaan, hebben
nog meerderen de oogen geopend voor de
schromelij ke onbillijkkeid waaraan partijdige
of tegeningenomen gemeentebesturen zich
schuldig maken tegenover de Christelijke
school in zake de schoolgeldregeling.
Terecht werd er op gewezen dat alleen
van de eerlijke uitvoering der Wet op het
Lager Onderwijs, bepaaldelijk van eene
billijke sehoolgeldheflfing het einde van den
schoolstrijd is te wachten.
De schrijver van dePaciiicatie heeft evenals
de toenmalige minister van binnenland-
sche zaken en de gansche toenmalige anti
revolutionaire Kamerclub en de antirevo
lutionaire pers van die dagen onder de
bezielende leiding vau den toenmaligen
redacteur van „De Oranjevaan", de school
wet van '89 aanvaard als het uiterste wat
in de gegeven moeilijae omstandigheden
en 't was op zichzelf reeds zeer veel
te verkrijgen was en beëindiging van den
schoolstrijd geconstateerd wanneer namelijk
de schoolstrijd kou verlegd worden naar
de gemeenteraden.
De sprekers op de Unie-vergadering, met
name de heeren Pierson en Wiersinga
lieten niet na hierop te wijzen, doeh con
stateerden eenstemmig en de heer Pier
son meende ook namens den schrijver van
Pacificatiete spreken dat deze laatste
allereerst zou erkennen dat de schoolstrijd,
daDk zij de onbillijke uitvoering der wet
door de liberalen, en wij voegen er bij dank
zij de laksheid der kiezers die verzuimden
bij de verkiezingen voor de gemeenteraden
van de gunstige omstandigheden waarin
de wet hen bracht, gebruik te maken
nog niet geëindigd is.
De voorzitter het lid der eerste kamer
baron Schimmelpenninck, stelde uitdrukke
lijk vast dat de schoolstrijd eerst dan uit
zal zijn wanneer de vrije school over 'tge-
heele land op de staatsschool zal hebben
getriomfeerd.
Het is, naar wij meenen de treurige
slnimerzucht van bet kiezersvolk voor de
gemeenteraden die de schuld is van de on
billij Ke schoolgeldheffingen op de openbare
school, door welke regeling de concurrentie
der christsijke school zwaar en moeilijk is
geworden en voorloopig alzoo dreigt te
zullen blijven.
Daarom moet de toevlucht genomen tot
wat in 't rapport der commissie over de
schoolgeldregeling is aangeraden, namelijk
de regeering en de volksvertegenwoordi
ging en het volk met deze schandelijke
misstanden op de hoogte stellen en vooral
't volk doordringen van zijn dure roeping
om voor Kamer en Staten en Raden geen
andere mannen te kiezen dan die, van
welke richting ook, voorzoover 't de ge
meenteraden betreft, gezind zijn mede te
werken of den 5eersten stoot te geven tot
de zoo gewenschte veranderingen in betrek
king tot de schoolgeldregeling.
Frappante mededeelingen bevat het rap
port. Op enkele er van gaan wij nn de
aandacht vestigen.
Gelijk men weet was op de vorige jaar
vergadering der Unie besloten een onder
zoek in te stellen naar de schoolgeldheffing
op de Openbare Lagere Scholenen naar
den invloed dien de wet-Mackay op den
financiëelen toestand der Bijzondere Scholen
heeft uitgeoefend.
Het Bestuur der Unie wendde zich hierop
tot de hoofden van Christelijke scholen
met een zestal vragen en kreeg van 294
hoofden eenig antwoord. Aan de heeren
ter Borg en Wiersinga, hoofden van Chr.
Scholen te Wolvega en Meppel, mannen
met een uitstekenden naam op onder wys-
gebied, werd opgedragen naar aanleiding
der ingekomen antwoorden een rapport
saam te stellen.
De indruk was dat er bestaat een laby
rinth (doolhof) van verordeningen waarin
alleen een weg was te vinden door uit
fluitend rekening te houden met het maxi
mum schoolgeld, dat per leerling en per
maand geheven wordt voor gewoon lager
onderwijs. Allerwegen toch heeft men,
naar verschillenden maatstaf, verminderin
gen voor meer dan één kind uit één gezin
en voor minvermogenden. -vj
En zoo vond de commissie onder anderen
éene gemeente (in Gelderland) waar het
hoogste schoolgeld per leerling en per
maand bedraagt 10, zegge tien cents35
gemeenten (over 'tgeheele land, zoover de
inlichtingen strekken) met twintig cent
maximum schoolgeld 14 met vijf en twin
tig cent maximum schoolgeld 10 met der
tig cent; 28 met vijftig cent; 27 met
zestig cent; 21 met tachtig cent; 20 met
een gulden maximum schoolgeld en voorts
nog enkele met hooger maximum school
geld. In een gemeente bedroeg het hoogste
schoolgeld f 1.40 in een zelfs twee gulden.
Men ziet echter, dat zijn slechts witte
ra^en onder zooveel zwarte.
Nu hebben deze cijfers groote waarde
bg de beantwoording der vraag Kunt n
ook wijzen op onbillijkheden, die in deze
schoolgeldheffing gelegen zijn? Zoo ja,
waarin bestaan zij met het oog op artikel
46 der Wet op het Lager Onderwijs
De antwoorden op deze vraag bevatten
tal van klachten over de gemeenteveror
deningen, en vooral over de toepassing
der verordeningen.
Yan diepe verontwaardiging, zoo luidt
het rapport, getuigde soms de toon der
antwoorden waarin gewezen wordt op de
stuitende houding van gemeentebesturen,
die, zoowel in noodlijdende als in wel
varende gemeenten welgestelde ingezetenen
„bedeelen" uit de gemeentekas.
En de toepassing der verordeningen is
op vele plaatsen allertreurigst.
By na overal wordt enkel door Burge
meester en Wethouders bepaald welke per
sonen tot Ie min- of onvermogenden ge
rekend worden. De maatstaf waarnaar dit
geschiedt is vaak zoodanig dat ook een
biliyke heffing dikwijls in de practyk
hoogst onbiliyk werkt.
Eenige staaltjes daarvan hebben onze
geestverwanten in den gemeenteraad te
Terneuzen aan het licht gebracht.
In die gemeente zijn drie zeer bloeiende
Christelgke scholen, die van gemeentewege
een zeer onbillijke mededinging hebben te
doorstaan, terwijl de liberale meerderheid
in den gemeenteraad, een meerderheid nota
bene van slechts één stemstelselmatig
weigerde de verordening derwijs te herzien
dat aan die onbillijke concurrentie onge
veer de helft der bevolking aangedaan,
een einde kan gemaakt worden. Een voor
stel van het antirevolutionaire raadslid
Dees werd wel lang en breed besproken
doch men weigerde van die zijde ook zelfs
maar te beproeven dit vooretel door zooveel
wijzigingen als men maar wilde, aanne-
meiyk te maken, ook zelfs by erkenning
van de slechte werking der bestaande ver
ordening.
Dit is één staaltje ons bekend, voor wat
de gemeenten in Zeeland betreft. Maar
't rapport der Unie-commissie gewaagt van
140 gemeenten van de ruim 230 uit welke
antwoorden op de door haar gestelde vragen
inkwam, en, derhalve ruim 60 procent,
waar groote willekeur gepleegd wordt by
het verleenen van vrijstellingen.
Met sprekende cijfers wordt dit aange
toond. Wy nemen er enkele nit.
By voorbeeldOp een plaats waar het
schoolgeld jaarlijks f 16 per leerling be
draagt en 500 kinderen zijn, bedraagt het
schoolgeld per jaar totaal f 50. Dit is een
bespotting. Op een andere school is het
f' en van 90 kinderen de jaar-
yksche ontvangst f60. Yeel grooter zyn
de bijdragen, die voor 't byzonder onderwas
worden uitgegeven.
Lr is een plaats waar het hoogste school
geld per leerling en per jaar 20 cent
bedraagt en 316 leerlingen op de openbare
school gaan, en waar de totaal opbrengst
der schoolgelden slechts f 138 is.
Lr is een plaats waar het hoogste
schoolgeld 20 cent bedraagt en 480 leer
lingen op de openbare school zyn; de
opbrengst is f243 per jaar; de christelijke
school aldaar telt half zoo veel leerlingen
en zou derhalve naar dien maatstaf een
schoolgeld per jaar van f 123 moeten op
brengen'tis ruim tienmaal meer!
In nog een gemeente met 20 cent hoogste
schoolgeld brengen 1580 leerlingen op de
openbare school f 1270 op, in de bijzondere
school met slechts 90 leerlingen f 700.
In een gemeente met 30 cent hoogste
schoolgeld brengen 2100 leerlingen der
openbare school f 17G0 opdie der by
zondere school slechts 112 in getal die
naar dezen maatstaf dan ook maar f90
behoorden op te brengen, betalen f1250
Een gemeente met 40 cent hoogste
schoolgeld ontvangt f900 van 750 leer
lingen op de openbaae school140 leer
lingen op de chr. school betalen samen
nog meerIn een andere gemeente met
40 cent hoogste schoolgeld betalen 130
leerlingen aan de openbare school samen
slechts f 200. En 30 leerlingen aan de
byzondere school f300.
In een gemeente met 60 cent hoogste
schoolgeld bedraagt de jaarlij ksche opbrengst
van duizend leerlingen aan de staatsschool
f800; en van slechts tweehonderd leer
lingen aan de chr. school f 160 Neen
f1300.
En zoo kunnen wy voortgaan. Plaats
gebrek noopt ons echter het hierbij te
laten. Wy haalden trouwens, dunkt ons,
genoegzaam aan om zelfs den tegenstander
der christelijke school te overtuigen dat
de rechtsgelijkheid in zake de schoolgeld
regeling nog niet verkregen is.
Nog een paar welsprekende cyfers be
treffende een drietal gemeenten ten besluite.
In één gemeente wordt aan salarissen
'sjaars uitgegeven f2700 en aan schoolgelden
'sjaars opgebracht f472.
In een andere gemeente wordt aan sala-
rissem onderwyzers 'sjaars f 34000 betaald
en aan schoolgelden totaal ontvangen f 600.
In nog een gemeente wordt aan de
onderwyzers 'sj aars f 44000 gegeven, terwyl
de gezamenlijke schoolgelden slechts f1700
'sjaars beloopen.
Op éene school heeft men zes onderwy
zers voor 165 leerlingen. Op een andere
zyn 24 leerlingen waarvoor f 1250 plus
vrije woning plus f650 wordt uit
gekeerd.
Er is zelfs een reeks plaatsen in het
noorden ran Groningen, in de districten
Appingadam en Winschoten waar betrek
kelijk groote welvaart heerscht en vele
rijken wonen, en waar toch de honden
belasting per jaar meer opbrengt dan er
aan schoolgeld geheven wordt.
Nog een andere vraag deed de Unie-
Commissie en wel deze
Is in de heffing van schoolgeld wijziging
van eenig belang gebracht na de invoering
der wet-Mackay
En wat bleek by de beantwoording
Dat zelfs in sommige gemeenten ook
in Zeeland in minstens éene gemeente
het schoolgeld werd verlaagd terwyl het
in minstens 92 gemeenten onveranderd
bleef; in slechts 31 gemeenten de school
geldheffing werd ingevoerd en in slechts
33.gemeenten het schoolgeld werd ver
hoogd.
Daarbij dient nog in 't oog gehouden
dat in minstens 140 gemeenten willekeurig
verminderingen en vrijstellingen worden
verleend.
En nn de vraag welken invloed de
wet-Mackay op den financieelen toestand
der school heeft uitgeoefend.
En dan blijkt idat vele scholen na de
invoering dier wet zijn gesticht en dat
die wet de stichting hunner school had
bespoedigd.
Van de ruim 200 scholen die reeds
voor de invoering der wet bestonden was
de invloed der wet Mackay slechts voor
91 bepaald gunstig; voor 76 niet bepaald
ongunstig; maar toch nog voor 48 bepaald
ongunstig.
Yoor twee scholen werd da gunstige
invloed met 1 Januari jl. een ongunstige,
dewijl 't aantal onderwyzers op 't wettige
getal moest gebracht worden. Nog twee
andere moesten het subsidie loslaten wijl
het zij te schadelijke gevolgen had en nog
enkele andere scholen klaagden dat haar
wegens de een of andere in formaliteis het
subsidie was geweigerd, waardoor zy in
groote verlegenheid kwamen, wyl zy op
den voet der wet waren ingericht. Tal
van scholen moeten het aantal leerlingen
beperken; onder haar zyn er 8 waar by
de schaal van gunstig naar ongunstig zon
overslaan, indien men meer leerlingen
toeliet.
In cijfers uitgedrukt is de invloed der
wet-Mackay op schoolgeld, onderwyzers
en leerlingen aldus geweest.
In 103 Chr. scholen bleef 't schoolgeld
zooals het was in 52 werd het verhoogd.
In 59 scholen vermeerderde het aantal
onderwyzers niet, in 125 wel.
In 68 scholen behoefde 't aantal leer
lingen niet, in 26 wel beperkt te worden,
terwyi het in 23 scholen kon vermeerderd.
Ten slotte werden nog enkele klachten
door de Commissie opgevangen en ter
tafel gebracht. De voornaamste zijn deze:
Uit 26 plaatsen werd gemeld, dat men
ten gevolge der door de Wet geeisohte
vermeerdering van personeel de schoolge
bouwen moest vertimmeren, terwijl in 34
rapporten de klacht werd geuit, dat de
oontribntien waren verminderd, wijl vele
contribuanten in den waan leefden, „dat
het nn niet meer noodig was."
In sommige rapporten werd er op ge
wezen, das het onderwijs door de ver
meerdering van personeel was verbeterd,
terwijl de onderwyzers een minder moeie-
lijke taak hadden dan voorheen.
Enkele salarissen konden verhoogd wor
den. Daartegenover staan klachten, dat
de financiën niet gedoogen een billijke sa
larisregeling in te voeren.
Een paedagogisch bezwaar werd inge
bracht tegen het imperatief gebonden zyn
aan den rooster van lssureu. De onder
wijzer diende vrijheid te hebben om nu
en dan van dien rooster te mogen afwijken,
wanneer niet voorziene omstandigheden
zulks wenschelijk maakten.
Ook werd gewezen op het feit, dat al
gemeen de Hoofden der scholen, verplicht
of onverplicht, de staten of modellen, die
met het oog op de subsidie door de Be
sturen ingediend moeten worden, hebben
in te vullen en te verzenden. Verzuimen
ze iets, waardoor de subsidie verloren gaat,
dan mogen ze al niet gedwongen worden
de geleden schade te vergoeden, ze kun
nen er op rekenen, „dat ze hun geheele
leven lang tegen hun Bestuur gezondigd
hebben."
Eindelijk zij vermeld, de mededeeling
nit een der rapporten, dat noeh Art. 46,
noch Art. 33 al. 2 en 4 op de betrokken
plaats worden gehandhaafd, terwyl alle
klachten tot dusver zonder gevolg bleven.
Wy hebben in een vorig no. de con-
clusiën meegedeeld, welke kloppende op
dit rapport, door de Unie-vergadering
unaniem worden aangennmen.
Wy hopen dat ook in onze provincie
by toenemende belangstelling voor 't Vrije
anderwijs, bij steeds meerdere ontvlamming
voor de dure roeping in betrekking tot de
opvoeding onzer kinderen, een streven zal
openbaar wordeu om den strijd voor de
rechtsgelykheid mee te helpen voeren en zich
met de cijfers vertrouwd te maken die den
tegenstander kunnen overtuigen. En dan
dat de regeering de ongelijke lastver-
deeling, die het vrye onderwijs drnkt,
door bekwame wetswijziging moge willen
opheffen.
Wij roepen het haar met aandrang toe
maak eerst de school vry, alvorens met
leerplicht aan te komea.
Omtrent het wetsontwerp op den leer-
picht heeft de heer Heemskerk in bovenge
noemde Unie-vergadering nog een en ander
gezegd dat wij aan de vergetelheid wensehen
te ontrukken.
Wij hopen dat in een volgend nummer
te doen.
In ons vorig „overzicht" zeiden wy dat
Esterhazy's bekentenissen zyn bedoeling
bloot legden om zich geheel los te maken
van de misdrijven waarin hij had mee
gedaan.
Die Esterhazy is niet de eigenlijke
falsaris, maar diens neef Christiaan, die
zijn oom behulpzaam is geweest by diens
zondige daden.
Esterhazy zelf is nog even vuil en
schuldig als toen hij in dienst van de
Gonse's en Du Paty's de grootste schelm
stukken verrichtte.
En in zijn privaat leven was deze ge
ridderde met het Legioen van Eer een
liederlijke echtbreker die een zaakje had
met een koppelaarster, in wier dienst hg
jonge meisjes aan wellustelingen bezorgde
tegen hooge betaling, en, wat nog erger
is, om deze schanddaden voor een uit
officieren bestaan den Raad van Eer ge
daagd, van dezen de uitspraak mee kreeg
dat hij niet tegen de eer gezondigd had.
Tegen de eer, dat kan wezen, maar dan
ook alleen de eer van schelmen en schelm-
pjesmaats, zooals er in den generalen staf
van het Fransche leger helaas maar al te
velen schijnen rond te loopen.
Thans publiceert het Fransche blad het
verhoor van majoor Hartmann, een artil
lerieofficier die in bijzonderheden aantoont
dat het kanon 120 waarvan in het be
ruchte borderel gesproken wordt, niet
nieuw was in 1894, ja zelfs in al zijne
deelen bekend, en derhalve niet door een
artillerieofficier kan beschreven zijn.
De majoor houdt het voor mogelijk dat
Esterhazy het borderel gemaakt heeft maar
onmogelijk dat Dreyfus het deed.
In tegenspraak met generaal Roget
verklaart hij dat de eveneens in het
borderel genoemde schiethandleiding vol
strekt geen stuk van vertronwelij ken aard
is en dat iedereen het zich kan aanschaffen.
Dat Roget het na zyn stoute verklaringen
omtrent Dreyfus' schuld ontgelden moet,
is te begrijpen. De bekende socialistische
volksvertegenwoordiger Jaurêüonderwerptjin
een ander blad des generaals getuigenissen
aan een vernietigende critiek en stelt hem
een reeks van vragen naar aanleiding van
de vermoedelijke wegmaking van het door
Bertalus bij Esterhazy in beslag genomen
papier, waarop de woorden „Bale" en
R. C. Hoe, zegt hij, op het oogenblik van
uw getuigenis kendet gij alle misdaden
van Henry en geen minuut is de gedachte
bij u opgekomen dat deze het stuk heeft
kunnen doen verdwijnen, hetwelk aantoonde
dat hij den bandiet Esterhazy de meest
gewichtige mededeelingen verschaft. In
derdaad het is niet mogelijk dat gij te
goeder trouw zijt.
Clemenceau heeft het in het bekende
blad „l'Aurore" ook over de verwijdering
of vervalsching van bedoeld document,
hetwelk noodig was om aan het leugen
achtig verhaal van Henry over diens
eerste onderhoud met Bertulus een schijn
van waarheid te geven. Hieruit is een
nieuwe vervalsching door den generalen
staf gebleken. Eerst was 't om een on
schuldige te treffen, nn was 't om een
verrader te dekken. De maat loopt over.
Ln zoo gaat het voort, over en weer.
Rogets vrienden handen klappende over>
diens prachtige onthullingen en Dreyfus
vrienden terug schreeuwende over de
logenaohtigheid van 's mans beweringen.
Een van de meest frappante uitdruk
kingen van den generaal was, dat hij
wenschte met Picqnart saam gehoord te
worden, opdat hij dezen mocht tegenspre
ken en ontmaskeren. En thans blijkt dat
het ministerie van oorlog had heslist, en
Roget was daarmee op de hoogte, dat
deze confrontatie niet noodig is.
Roget schreeuwde derhalve, en had