mw
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
EGEN
lypotheekbank
IEID
elburg.
80. 1899.
SaMag 8 Iptif.
Derftmtfe laargang.
April 1899.
houdster
oudster,
tnskneeht
lbode
L A N D",
i. Amerika.
nd Company
isterdam.
an Teijlingeti,
ANCKE Mz.,
ar benoodigd,
ins te koop
iterscbelde.
VERSCHIJNT
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel.
Buitenlandseh Overzicht.
t, Vruchtbaar
Landbouwers,
ie hun lot willen
>ekomst hunner
3n.
LAND" reeds veel
lollandsch, heeft
on, Cer. kerk,
ich Logement.
gratis bij de
f eerste hypothecair
Agenten.
rp.)
lerooskerke.
uiddelbaren leeftijd,
geschikt oin met
VAN DE WEERT,
Timmerman,
St. Adriaanstraat.
k gevraagd te
Dken, franco brieven
ENAAR, Ovezand.
enwoordige van ston-
kan bij C. KOSTER
AN te Colijnsplaat.
WOLF, Souburg.
nette
kh. D'HUIJ,
Middelburg.
i) nm. 3,25 en 6,20V).
>anm. 3,55 en 6,50.
nm. 1,55a) en 4,50.
n 2,15a) en 5,10.
l,55a 3,25 en 6,20&V)
1,15a 3,45 en 6,40f.)
Breskens ten hoogste
igen naar Borsselen
)gd.
V'
K.KEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKERK, te Goes
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
H E R IJ K.
Wolfaartsdijk, 10 April.
Heinkenszand, ook voor 's Heer
Arendskerke, 11 April en 12 April des
voormiddags.
'8 Heerenhoek, ook voor Borssele
en Nieuwdorp 12 April des namiddags
en 13 April.
Denkt om de Kiezerslijst.
De kiezerslijsten liggen ter inzage. Men
ga dus eens kijken of er ook iemand op
staat die er niet op behoortof niet op
«taat die er wel op moest.
Op de kiezerslijst kan men alles nazien
wat men omtrent de kiezers als zoodanig
heeft te weten.
Voor wat Middelburg en Vlissingen be
treft, herinneren wij dat op zulk een kie
zerslijst, behalve de naam en voornamen,
woonplaats, plaats en dagteekening der
geboorte en hst soort van kiezerschap
van den kiezer, ook nog vermeld staat de
woonplaats van den kiezer op 1 Febr. en
het stemdistriet waarin hij thuis behoort;
terwijl kiezers van wie de woonplaats
niet bekend is, bij het eerste kiesdistrict
der gemeente worden ingedeeld en bij het
stemdistriet behooren waarin het hoofd
bureau is gevestigd.
Tot 21 April liggen de lijsten ter in
zage doch slechts tot 15 April heelt
men de gelegenheid om op ongezegeld
papier bij het gemeentebestuur verbetering
der kiezerslijst aan te vragen.
Men ga dus eens kijken en als te
reclameeren valt, dan weet men den weg.
Men denke er echter wel aan wanneer
Jan het op Piet laat aankomen en Piet
op Jan, dat zij het dan geen van heiden
doe* en de verongelijkte kiezer dit jaar
van zijn kiesrecht verstoken zal blijven,
door hun schuld.
Nog beter is 't als iedere kiezer even
gaat kijken of zijn naam er op staat.
Een daad van belangstelling die men
op 't seoretarie ongetwijfeld zeer waar-
deeren zal.
De maatschappy van weldadigheid te
Frederiksoord zal tusschen 10 en 15 April,
a. s. een collecte doen by alle weldadige
lezers vau ons blad. Op verzoek nemen
wij het volgende over uit de circulaire
van H H. Commissarissen.
„Te midden van den strijd om het be
staan vervolgt de Maatschappy van Wel
dadigheid, de grootste philantropischs ver-
eeniging tu Noderland, rustig haren weg,
zonder ophef, zonder eenig vertoon, doch
trouw zorgend voor de aan hare hoede
toevertrouwde gezinnen.
Door het verschaffen van werk op ver
schillend gebied, behoedt zy die gezinnen
voor armoede; door degelijk en verplich
tend geteld onderwijs treedt zy streng
pedagogisch op en vormt het jongere ge
slacht tot nuttige leden der samenleving;
door het verplegen van 200 weezen in het
hnigezin vergoedt zy dien kinderen het
gemis aan ouders en is zy een reddingsboei
voor velen, die anders in de Maatschappij,
in den stryd om op eerlijke wijs het dage
lij ksch brood te verdienen, ten onder zouden
gaan. Zij is die menschen ten zegen.
Strikt neutraal op godsdienstig gebied
doch ook weer zorgend dat ieder naar
zyn geloof zijn plichten kan vervullen, is
onze Maatschappy «ene instelling waarmede
velen in den lande, van welken rang of
stand, van welke party ook, sympathiseeren.
Een philanthropische inrichting als de
onze kan niet bestaan zonder geldelyken
steun van buiten.
Onze boerderijen, onze fabrieken en
werkplaatsen, die alle zyn evenzooveel
scholen voor aankomende jongelieden. Juist
omdat alle artikelen vervaardigd worden
doof' leerlingen, zyn de productie-kosten
hoog. Onze winst is niet in geld uit te
drukken; zy beBtaat in het 60-tal jongelieden
die ieder jaar, goed toegerust, onze Maat
schappy verlaten.
Ontginningen van woeste gronden voor
werkverschaffing, op groote schaal door ons
ter hand genomen, eischen aanvankelijk
groote offers.
Wilt ge U overtuigen? Komt, en ziet
ons aan 't werk. Wij zyn overtuigd dat
wy Uwe sympathie zullen overwinnen.
Door de kleinste gave draagt ge by tot
de instandhouding eener hoogst nuttige
instelling en oefent gij daardoor zelf de
dankbaarste philanthropic uit.
De collecte zal gehouden worden door
geheel Nederland van 1015 April a.s.
Moge die ons in staat stellen op den
ouden voet te kunnen voortgaan-"
li-
In een liberaal blad lazen wy eens het
volgende in betrekking tot den Arbeid en
het Christendom
„Tenzjj men verblind is door onwetend
heid of vooringenomenheid, moet men er
kennen, dat het Christendom in het ver
leden voor de zaak der arbeiders veel meer
beeft gedaan dan alle andere philosophische
en religieuze systemen. Bij zijn ontstaan
was het 't schitterendste protest tegen de
despotische regimes der oudheid, dat zich
ooit heeft voorgedaan. Het Christendom
heeft den arbeid in eere hersteld door zyn
eerste apostelen te kiezen onder de kleinen
en door het prediken van de gelijkheid
voor allen tegenover een hoogere wet. Het
eerst heeft het zich bezig gehouden met de
arbeiders, die door alle oude volken als
paria's werden beschouwd. Het heeft de
onmenschelyke slavernij der oudheid doen
vervangen door de lijfeigenschap of dienst
baarheid, en aldus een overgang bewerkt
tot de emancipatie der massa's, tot de
vrijheid en de opneming der lagere standen
in de Maatschappij (met gelijke rechten.)
En dit ideaal is gedurende het schoonste
deel der middeneeuwen nagestreefd."
Een eeresaluut tegelyk aan de Roomsche
kerkdoch dat zoo prachtige bekentenis
sen bevat, dat wy niet nalaten konden ze
over te drukken.
Intusscben melden wy er hij dat be
doeld blad een buitenlandseh blad isLe
journal de Mons.
Dat alle besturen van christelijke soholen
adhaesie hebben te betuigen aan het Ara-
sterdamsche adres tegen 't leerdwangont-
werp Borgesius, ia te Yeere het eerst
begrepen.
Voor dit bewijs van waakzaamheid hebbe
het schoolbestuur aldaar onzen dank.
Het kleine Veere sprong wel eens meer
de eerste in de bresse.
Laten nu de schoolbesturen in de ove
rige plaatsen van Zeeland spoedig volgen.
Zij hebben sleohts met een paar woor
den op gezegeld papier aan de tweede
kamer te melden dat zij instemmen met
't adres der heeren Wormser en Breen
tegen het Leerplicht-ontwerp.
Laten dt schoolbesturen niet de be
richtgevers ons even er van bericht
doen, wanneer zij bedoeld adres opzonden,
dan zullen wij er gaarne melding van
maken.
Kaar aanleiding van het incident Den
Hertog in den Amsterdamschen gemeente
raad (November 1894) toen hij verklaarde
nie^ den bijbel te gelooven, de Schrift
mythologie noemde en aan het Christen
dom een bovennatuurlijken grondslag ont-
Wjlk w9 't vorig no. wezen,
de verdediging van den
vloekenden Haagschen officier door het
Dagbladherinneren wij dat het ter be
strijding van wie tegen Den Hertogs pro-
faneeringen opkwamen, opmerkte f „De
zweep te willen leggen op den rug van
iemand, die zegt datde openbaringsver.
halen geen onvervalschte geschiedenis be
helzen,dit kan het gevolg zijn van toorn,maar
dan toch zeker van een ongcoorloofden
toorn." Tegelijk wraakt het, „iemand een
vijand van God" te noemen, „omdat hij
b. v. niet in den Bijbel gelooft."
Tegenover hen die den heer den Her
tog verweten de eere Gods te hebben aan
gerand, verkondigde het conservatieve blad
deze zonderlinge stelling:
„Wij meenen, dat eennig mensch, al
stond hij ook veel hooger dan den Hertog
als Amsterdamsch raadslid, onmogelijk zoo
groot zou kunnen worden, dat het hem
gelukken mocht den Koning der Koningen
te beleedigen, zelfs indien hij dat wilde".
Men zou zich eerst juist uitdrukken,
wanneer men zeidede heer den Hertog
heeft mij, Hovy, mij, Fabius, zeer gedaan
in mijn geloof. Menschen kunnen elkander
beleedigen, kwetsen, zeer doen. En omdat
hier nu de meusch den Hertog staat tegen
over den mensch Hovy, enz. is het zoo
gevaarlijk toorn, gramschap, wraakzucht
bot te te vieren ter eere van den Koning
der Koningen. Men komt immers aan
gaande zichzelf niet precies te weten of
men in zulk een geval niet zichzelf, zyn
eer en eigen inzicht wreekt in plaats
van den „Drieëenigen God.""
Van een redactie met dergelijke zon
derlinge beschouwingen verwachtte wel nie
mand iets anders dan in bescherming neming
van den vloeker en ean aanval op wie
hem deswege hebben aangeklaagd.
De vrije school voor heel de natie.
De voordeelen van dit systeem heeft
prof. Fabius op den Westlandsohen Uniedag
in een vijftal stellingen samengevat.
1. De sohool zal zich aansluiten bij het
gezin.
2. Er zullen voor het land millioenen
bespaard worden. Voor Amsterdam alleen
waar een kind op de openbare school
kost 127.45 en op de Geref. school f 14
minder bijna een half millioen.
3. Voor dat geld konden de onderwij
zerstraktementen verbeterd worden, en dan
bleef er nog geld over.
4. Het socialisme zou niet meer kunst
matig door de openbare school versterkt
worden.
5. Er zal ontspanning en vrede in den
lande komen. De openbare school heet toch
symbool der nationale eenheid, maar zij is
symbool der nationale verdeeldheid. Alleen
onze geliefde Koningin is het symbool der
nationale eenheid.
Wy hadden 't bovenstaande reeds meer
malen betoogd doch achten 't het gemak-
kelijkst in den vorm dezer vijf conclu-
siën te onthouden.
Er is weer een hervormd predikant tot
de sociaal-democratische arbeidersparty
overgegaan.
Hst is dr. H. W. Ph. E. v. d. Bergh
V. Eysinga, volgens een der sociaal de
mocratische bladen, „een talentvol schrij
ver en wijsgeerig denker", wiens redevoe
ringen door toon en inhoud een machtigen
indruk achterlaten.
Die dominé verdient lof voor den moed
zijner overtuiging.
Toch achten wy zyn oollega Melchers
hooger, die zich niet alleen openlijk aan
sloot, maar ook zyn ambt neerlei.
Dat toch is de natuurlijke gevolgtrek
king uit hun standpunt.
De theologische opvatting der modernen
staat met de politieke en economische
beschouwingen der sociaal democraten in
onlosmakelijk verband.
De theologie is de koningiu der weten
schappen en beheersoht als zoodanig ook
het terrein van het staatsrechtelijk en
maatschappelijk denken.
Men zal het daarom dan ook al meer
zien gebeuren dat de moderne dominé's
sociaal democraten worden; gelijk de or
thodoxe predikanten van de ethisch critische
school in den Christelijk historischen
kiezersbond worden ingelijfd.
Beide staan op den bodem der revolutie.
In den wortel zyn de nieuw-orthodoxie
enhet oud-modernisne een het ontleedmes
der critiek is het teeken waarin deze
bondgenooten wenschen te overwinnen.
Doch beider standpunt ligt op een hel
lend vlak't zal in de staatkunde al meer
aan den dag komen.
Herhalingsonder wijs. De Drie Provinciën
vindt natuurlijk tegen het herhalingson-
derwijs op zichzelf geen bezwaar en looft
het in den Minister, dat hij tracht dit
onderwijs populair te maken, door slechts
het onderwijs in twee vakken voor te
schrijven en 't dan voor een groot gedeelte
vrij te laten, wat verder zal worden on
derwezen. Doch daarom juist acht het
blad 't zoo verkeerd, hier dwingend op te
treden.
De historie van de vrije- en orde-oefenin
gen (ieder herinnert zioh zeker dat zaakje
nog welstaat daar als een waarschuwend
voorbeeld.
Toen zou en moest ook de heele Neder-
landsche schooljeugd gymnastiseeren.
Eerst liet men de onderwijzers allerlei
kromme sprongen maken en hun goede geld
uitgeven voor een akte, waar ze geen zier
om gaven en toea puntje bij paaltje kwam
was men wel genoodzaakt om heel zyn fraaie
wets-bepaling in te trekken.
Zoo kon 'took hier gaan.
Als Joost Luchthart in één wip heel onze
jeugd aan 't herhalen zetten, maar nadert
dan de tijd, dat het er werkelijk van komen
zal, dan stormt het bezwaren en op een
goeden achtermiddag trekt men 't herha-
lingsonderwijs weer in.
Maar onderwijl hebben onze schoolbestu
ren en onderwijzers er den last van gehad.
Dr. Bronsveld en de openbare school.
In de vergadering van „De Unie" heeft
de voorzitter herinnerd dat velen die op
gebied van school en staatkunde en kerk
niet met ons medegaan, almeer uitzien naar
verandering met het oog op het groote
gevaar der valsohe neutraliteit en de mis
lukking der openbare school.
Dr. Bronsveld schreef er dezer dagen
dit van:
„Een leeraar aan een normaalschool gaf
onlangs den raad aan een klasse meisjes
van 15 a 16 jaar om Hilda vanSuylenburg
te lezen, en dat ^ok te doen om het
fraaie Hollandsch van dat boek. Zie, op
deze wijze, in dien geest worden aan
staande onderwijzeressen van de kinderen
onzes volks opgeleid.
Zeer vele liberalen keuren rulke dingen
af. Zij zien ook wel, hoe de band tusschen
het hoofd der school, den patro n, en zijn
personeel niet zelden alles behalve harte
lijk iszij merken ook wel op, dat van
de openbare onderwijzers slechts weinigen
ter kerk komen en toonen voor den gods
dienst weinig hart te hebben. In vele
dorpen, waar vroeger de omgang tusschen
pastorie en kosterie zeer levendig was,
woont thans het hoofd der openbare school
in zijn schoolhuis, en bemoeit zich niet
met den predikant. Hij is op den Zondag
van huis, of gaat wandelen, of leest zyn
nieuwsbladen. Dit geschiedt in plaatsen,
waar de bevolking aan de kerk gehecht
is, en zij ziet met verwonderingen leed
wezen den opvolger aan van den ouden
„meester", die gewoon was met de kinde
ren te bidden, en eiken Zondag in de
kerk was. De ouders zouden, als zij iets
te zeggen hadden in de benoeming van
den onderwijzsr, zulk een vijand van de
kerk en het geloof nooit verkiezen tot den
leidsman hunner kinderen.
Zulke toestanden, wy weten het, worden
door vele liberalen levendig betreurd, en
zij zouden tot wijziging van onze wetgeving
op het lager onderwijs wel te vinden zijn.
Zy willen echter de staatsschool zoo
lang mogelijk vasthouden, en dat willen
wij ook, maar er is een voorwaarde bij,
en zij is deze, dat de ouders invloed zul
len hebben op de keuze van de onderwijzers.
Wanneer dit gewichtig beginsel werd aan
vaard, zou de openbare school een geheel
ander karakter verkrijgen. Zij zou haar
neutraal karakter verliezen, en toch geen
partij-school worden, in den ongunstigen
zin des woords. Het zou dan blijken, hoe
weinig ons volk is gediend van de anti
kerkelijke onderwijzers en onderwijzeressen,
die, de goeden niet te na gesproken, onge
schikte paedagogen zyn bovendien. Ons
volk is, in zijn geheel genomen, niet los
van God; het is in zijn meerderheid aan
Hem verbonden gebleven, ondanks de
neutrale school. Er is, wat men ook zeggen
moge, aan 't einde dezer eeuw veel meer
belangstelling in de komst van Gods ko
ninkrijk, veel meer vragen naar God en
naar Zijn woord dan in haar begin."
Op dit woord komen wij terug.
De orde in de gemoederen van het
Fransche volk is nog verre van hersteld.
Dat doet nog maar steeds die akelige
quaestie Dreyfus.
Nu is men weer in rep- en roer ge
bracht door de openbaarmaking der getui
genissen voor de strafkamer afgelegd in
betrekking tot deze quaestie.
Niemand minder dan de minister van
buitenlandsehe zaken moet aan den heer
Borel, directeur van het Parijsche dagblad
Figaro de stukken ter hand gesteld heb
ben teaeinde het verhoor in zyn blad te
publiceeren.
Natuurlijk weigert Borel zich op dit
punt te verklaren, waarop een vervolging
tegen hem is ingesteld.
Doch inmiddels rollen de woorden bij
de enquête gesproken, met groot geraas
door het land, en het zijn vooral de lang
dradige „onthullingen" van den luitenant
kolonel Roget, welke zoo grooten indruk
maakten.
Er is geen denken aan dat wy zyn
lange stuk ook maar in zeer korte samen
vatting zouden kunnen opnemen. Legt
men echter zijne verklaringen bij die
zijner mede handlangende collega's dan
moet men wel de verzuchting slaken
hunne getuigenissen waren niet eenparig.
Wij vermoeden dan ook dat hier een
gedichtsel met waarheid vermengd, is
openbaar gemaakt, welk kaartenhuis de
revisionisten gemakkelijk zullen omver
blazen.
Roget zegt overtuigd te zijn van
Dreyfus' schuld; doch zet tegelyk Da Paty
de Clam een hak, wiens vriendschap voor
Esterhazy hij aan vijandschap tegen
Piequart toeschrijft, terwijl hij Esterhazy
ook hierin tegenspreekt dat Du Paty het
met Henry zou geweten hebben.
Raget doet voorts nog enkele onthul
lingen die inderdaad bezwarend schijnen
voor Dreyfus, onder anderen dat deze hem
in het najaar van 1893 tweemaal heeft
bezocht voor militaire zaken. Doch zijn
toeleg is te duidelijk om dezen te doen
doorgaan voor den artillerie officier die
het beruchte borderel schreef. Hij wil
er niets van weten dat ook Henry dit
kan geweest zijn.
Niet minder sensatie hebben de ont
hullingen verwekt in betrekking tot de
verklaringen van den rechter van onder
zoek Bertulus.
Deze had by inzage van het dossier
den indruk gekregen dat Piequart het
vervalsoht had. Daarna, in Januari 1898
met het onderzoek naar de Blanche- en
Speranza telegrammen belast, was hy met
Piequart in aanraking gekomen dien Henry
bij hem had [zwart gemaakt. Doch door
zyn open mededëelingen won Piequart
het vertrouwen van den rechter van
instructie.
Iets later had. Bertulus een onderhoud
met generaal Gonse die hem van Dreyfus'
schuld trachtte te overtuigen, en hem op
't hart drukte Piequart te zeggen dat van
diens houding diens toekomst afhing, dat
zyn militaire loopbaan zou gebroken worden,
indien hij iets sprak tegen den generalen
staf.