NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- sr HISTORISCH 78; Saterdag 1 Iprtf Dertiende laargang. VERSCHIJNT PRIJS DER ADVERTENTIËN G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. PAASCHZANG. UITGAVE VAN ■lkbn MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. en Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel Enkele nummers0,025. meer 10 cent. Wegens het Paaschfeest ijilwBSP* verschijnt Maandag geen nommer van ons blad. Stijgt hemelwaart, o jubelgalmen 1 Stijgt Lof- en Dank- en Zegepsalmen De dood der zonde ligt geveld. Zingt, aarde, hemel, waereldsfeeren, Buigt neder voor den Heer der Heeren, Den uit het graf verrezen Held Hij heeft, Hij heeft volbracht Aan Hem zij lof en kracht Hallelujah 't Heelal verbreidt Zijn heerlijkheid, Aan Hem behoort de macht Ja, aarde, dal van eind'loos treuren, Thans moogt gg 'thoofd ten hemel beuren; Gij zijt geen dal des jammers meer. Des afgronds kerker is verbroken, De vloek des Rechters losgesproken, Het licht, het leven keerde weer, Het graf hergeeft zijn buit, De macht der hel heeft uit, Hallelujah 1 De Heer regeert, Hij triomfeert Aan Htm alleen zij d'eer 1 Wat zou on» thands verschrikking geven Laat de afgrond, laat zijn slaven beven Voor Hem die eeuwig, eenwig leeft Wjj, Christ'uen, zijn 's Verwinnaars leden, Voor wie Hij hel en dood vertreden, Ea zich in 't stof vernederd heeft. Voor ons is 'tdat Hij leed! Voor ons dat Hij volstreed Hallelujah 1 Vermeet'len, beeft, Die Hem weerstreeft, Uw Heer, uw Overwinnaar leeft. Thands durft geen twijfelmoedig treuren Het heilbegeerig hart verscheuren De steenrots des geloofs staat pal, In 't buld'rend woên van wind en golven Getrouw, onwrikbaar, onbedolven, En Overwinnaar van 't heelal. Ja, aarde en hemelrond Verwacht Zijn laatsten stond Hallelujah Maar niets verkracht Gods oppermacht; Niets breekt Zijn heilverbond. Verga dan alles, wij, wij big ven On» lichaam moge in 't graf verstijven En tot verstuivende asch vergaan. Mijn Heiland leeftmijn dor gebeente Waakt eenmaal op in 't grafgesteente, Om onverderflijk op te staan. Onsterflijk sIb mijn Goü Ziedaar mijn heerlijk lot 1 Hallelujah 1 Dat Jezus leeft, Die 'tleven geeft; Hij is ons voorgegaan. Bildeubuk. Men lette er toch vooral op of de na men van al de kiezers die er op hooren, wel op de kiezerslijst staan. Ook kan er abusievelijk een naam op geraakt zijn, die er niet op hoort. Secretarissen van kiesvereenigingen, of belangstellenden in de aanstaande gemeen teraadsverkiezingen, verzuimt toch niet, eens te gaan kijken. De kiezerslijsten liggen voor een teder op de cretarie uwer gemeente ter inzage; •en afdruk of afschrift is tegen betaling ook te bekomen. Zy, die meenen dat hun namen op de kiezerslijsten ontbreken, kunnen, op on gezegeld papier, aanvraag om plaatsing op de kiezerslijst doen ter secretarie, voor 15 April a. n De liberale bladen eiploitseren getrouw al wat van clericale zijde voor het leer- plichtontwerp wordt bijgebracht. Dit nemen wij ze niet kwalijk. Wij zouden in tegengesteld geval even eens handelen. Maar zijn zij niet wat vlug met de an nexeering van nieuwe bondgenooten? Wordt met name nit een stukje van pastoor Eerstens in de Zoomniet meer gehaald dan er in zit? Wij laten het hieronder volgen. Pastoor Eerstens dan schrijft: „Wordt hiertegenover den leerdwang met de katholieke beginselen niet te luchtig, al te luchtig omgeeprongen Hoe komt het, dat in landen, waar men dien leer- dwang reeds zoovele lange, lange jaren voelt, van die katholieke beginselen niet wordt gerept Ik zou nog willen vragen, waarom men de uitstekende artikelen in Het Centrum en de op dit «tuk niet min der merkwaardige brochure van mr. Visser heeft doodgezwegen Is dan hier te lande het ingrijpen door den Staat in de ouder lijke macht zoowel als het beschermen van het kind tegenover plichtverzakende ouders een nieuwigheid Of verdient zulk ingrijpen dan alleen wederrechtelijk te heeten, wanneer het rechtstreeks geschiedt? Hoe menigmaal wordt het zijdelings niet gedaan in onze bestaande wetgeving En mag men vergeten, dat wij van een bevriend of ons Christelijk Ministerie-Mackay eene wet op 't Lager onderwijs gaarne hebben aanvaard, die toch een art. 81 met een alinea 4 bevat, waardoor aan burgerlijke armbesturen de honger als een zwaard wordt in de hand gegeven om plichtver zakende ouders te dwingen hunne kinde ren naar school te zenden? „Mij is het altijd gebleken, dat het be zoeken van eene strikt neutrale school voor de jeugd minder verderfelijk is dan het onder schooltijd slenteren langs 's Hce- ren straten en wegen, ook, dan het zich bevinden onder arbeidersploegen in fabrie ken of te velde. En de kinderen, die veel vuldig de dagschool verwaarloozen, heb ik nimmer mogeu rekenen onder de trouwe volgelingen van het onderricht in den Catechismus of de Christelijke leer. Dat wil niet zeggen, dat ik tegen het ontwerp-Borgesins geen onoverkomelijke bezwaren had of dat ik alle daarin aange brachte veranderingen voor verbeteringen houd, al ligt het hier niet op mijn weg die bezwaren aan te duiden. Maar ik zie daarin geen reden om nu reeds eene tolle uit te schreeuwen. „Bij de onloochenbare gezindheid van den wetsontwerper om aan de behoeften der bizondere school en aan de gemoedsbezwaren harer voorstanders te gemoet te komen, zou ik liever willen afwachten of de pegingen om 't ontwerp aannemelijk te maken al dan niet zullen slagen". Wij komen op jdit schrijven nog wel terug; doch zoo de voorstanders van Leer plicht om dergelijken steun al triomf roe pen dan zijn zij niet veel gewend I De adressen tegen de ongevallenwet, ook uit onze provincie, worden zoo vele dat wij ze maa>- niet meer opnemen zullen. Laten wij hopen dat de regeering haar voordeel doe met de wenken en bezwaren. Jammer is 't ra.iar dat op deze wijze de wet niet v ,m de Eoningin komt maar van haar onderdanen. Een cachet dat de regeering door stilte raadpleging van deskundigen had kunnen vermijden. De liberalen beginnen er nu meer en meer rond voor nit te komen dat zij het socialisme niet meer vijandig zijn. Veendam komt almeer tot opheldering. En sommigen vatten 't heel licht op. Een medewerker van de Zutfensche Cou rant de Haagsche Briefschrijver nog wel 1 schrijft naar aanleiding van de Yeendamsche verkiezing: „De afkeer van het socialisme is bg velen verdwenen, sedert ook in het noorden van ons land het revolutionaire socialisme voor het parlementaire socialisme heeft plaats ge maakt. Waarin eigenlijk het verschil be staat, weet men over 't algemeen niet; maar het socialisme, indertijd door Domela Nienwenhuis gepredikt, werd als een ge vaar, dat van Troelstra c. s. als vrij on schuldig beschouwd." En dau voegt hij er ter geruststelling nog het volgende mopje bij. „Onlangs ontmoette ik een fabrikant uit de streek, waar tbar.s Schaper gekozen is, en ik sprak met hem over de sociale toestanden. De geest van bet werkvolk is in de laatste jaren zeer verbeterd, zeide hij mij. Zij zijn nog wel socialist, maar wij hebben er geen last meer van, want zg zijn nu parlementair. „Waarin openbaart zich dat verschil vroeg ik hem, en hij antwoordde „Vroeger mochten zij voor den patroon de pet niet afnemen en achtten zij zich zelfs verplicht hem van de kleine steentjes te dringen; tegenwoordig zijn zg weer be leefd en gewone msnsehen. Van dat ge schetter over revolutie hebben wij meer dan genoeg, zeggen zij zelf". Aan dergelijke uitlatingen proeft men de geesten. Maar waarom zoo iets niet van den aan vang of gezegd Op gezag van andere bladen hebben wg gemeld dat de regeering met haar woningontwerp reeds ver gereed is. Wg kennen natuurlijk den inhoud van het ontwerp niet, doch zullen ons ver heugen, wanneer het perk stellen kan aan menig misbruik, dat op dit terrein ia den loop der jaren was ingeslopen. In verschillende plaatsen van ons land vindt men woningen die dezen naam eigen lijk niet verdienen. Menig varkenshok, overeenkomstig den eisch des tijds ingericht ziet er wat net heid en soliditeit betreft, beter uit dan menige menschelijke woning. De gemeentebesturen, natuurlijk de goe den niet te na gesproken, hebben groot verzuim gepleegd door het exploiteeren van dergelijke metterdaad afkeurenswaar dige woningen toe te laten. Zoo iets van het laissez faire der Man chesterschool. Eomt hieraan een eind dan wordt een goed werk verricht. Wij verzwijgen hierbij echter niet dat het particulier initiatief vooral in kleine plaatsen reeds veel tot verbetering deed. Tal van arbeiderswoningen door het krachtig optreden in werkliedenvereenigin- gen ontstaan, kunnen het getuigen. De gemeente Goes had al sedert jaren een uitnemende bouwverordening waar door vele krotten werden opgeruimd en plaats maakten voor doelmatige woningen. De chr. patroonsvereeniging te Meppel deed goede woningen verrgzen. Coöperatieve bonwvereenigingen te Den Helder, Vlissingen, Goes en Zierikzee ar beiden met kr ebt om een werkman die lid wordt, een goede woning te verschaffen welke na verloop van jaren zijn eigendom wordt. Te 's Gravenhage en Rotterdam verrezen heele straten op gelijke wijze verkregen. Maar het particulier initiatief kan het alleen niet doen, de regeering zal een handje dienen te helpen, anders komt deze quaestie stellig nog in geen eeuw in orde. Laten wij den inhoud van het woning ontwerp afwachten. Er zit aan deze quaestie te veel vast, vooral onteigening en berooving van goe deren, en gevaren van benadeeling en ontzetting van rechten en voorrechten, om te verwachten dat de steen der wijzen nu reeds zou gevonden zijn. Doch op een goed begin mag worden gehoopt; wij zijn benieuwd wat het wets ontwerp brengen zal. Dezer dagen heeft een officierte 's Graven hage een sergeant aan de kazerne zoodanig vervloekt dar voorbijgangers er melding van maakten aan de Standaarddie 't op haar beurt overbracht aan den minister van oorlog. Gevolg is geweest dat genoemde officier voor den regementscommandant geroepen werd en een ernstige berisping ontving. Dat wij ons hierover verblijden, be hoeven wij niet te zeggen. Maar nu heeft het conservatieve Dag blad het voor dien officier opgenomen en gezegd dat deze maar eenige dikke woor den heeft gezegd en dat dit eigenlijk niet zoo erg was, want die sergeant had een muzikant zonder handschoenen door ge laten. Nota bene die muzikant had zijn hand schoenen thuis laten liggendat wil zeggen buiten de kazerne. De Sergeant kon hem derhalve niet terug zenden en had ook geen vloeken verdiend. Het Dagblad nam 't tegelijk tegen de klagers op en noemde ze „vrome praatjes makers". Hat blad neemt den vloeker in bescher ming en beleedigt de Christenen die 't gevloek niet hooren konden. Zoo is het Dagblad. Eenige jaren geleden November 1894 bad in den Amsterdamschen gemeente raad het lid den Hertogh de bijbelverha- ligen „mythologische voorstellingen" ge noemd. Toen was het ook Het Dagblad die het voor den delinquent opnam en 't misdrijf zoo erg niet vond, terwijl zij de antire volutionairen beschuldigde van opzettelijk agiteeren. Wij, die dit wisten, zouden ons zeer verwonderd hebben, indien het thans zoo danig tot het positieve ware voortgevaren dat het den vioekenden officier deswege had durven hard vallen. De vrienden onzer miliciens zitten niet aan dien kant. Da Nieuwe Rotterdamsche Courant, wak ker gemaakt door de klachten, zelfs door hare geestverwanten geuit, over de weinige vruchten van de nieuwe meerderheid in 1897 begint een hoofdartikel heden met de woorden: „Men klaagt over den tragen gang van den parlementairen arbeid. De klacht is niet nieuw. Zij komt ons voor niet geheel rechtmatig te zijn. Een waarlijk vrij parlement zal uit den aard der zaak niet anders dan langzaam kunnen werken, en wel zooveel te meer als het een trouwe afspiegeling is van het volk." Dit lezende herdenken wij de klachten der liberale bladen, dito Eamerleden en verkiezingsapostelen, niet 't minst de pam fletten van de pers van Nijgh, die slag voor slag onze regeering 't verwijt in 't aangezicht slingerden dat zg niets deed en ook aan de tienmalige meerderheid den tragen gang derparlementaire machine weet; bet was toen de „rechterzijde" in de meerderheid en Mackay minister president was. Wg houden 't er voor dat de pers van Nijgh toen van de juistheid harer klachten overtuigd is geweest. Maar dan aanvaarden wij ook haar poging tot goedpraten van den langzamen gang van zaken niet. Wij stellen dan op onze beurt, ons op haar standpunt plaatsende, de huidige anticlericale meerderheid voor dit ongerief aansprakelijk. Men heeft voorgegeven 't beter te kunnen dan de antirevolntionairen en Roomschendie hadden 't volk zelfs in het moeras gewerkt, zeide men. Welnu, laat men dan toonen het beter te kunnen, vlugger te kunnen werken, beter wetten te kunnen maken en afhan delen. Wij zullen ook 't goede uit die hand gaarne aannemen. Maar bij in gebreke big ven, trachte men niet watmenin anderen veroordeelde, nu het zichzelf geldt als de natuurlijkste zaak ter wereld voor te stellen. Dat is niet vooruitstrevend. Schrijver dezes had eenige weken gele den een zeer vluchtig diepuutje met een predikant, onder anderen over de inspira tie, waarhij laatstgenoemde den tekst„Al de Schrift is van God ingegeven", met een beroep op den grondtekst, uitlegde als „al de van God ingegeven Schrift". Dezer dagen, in oude papieren snuffe lende, vond ik in een heel ouden jaargang van Maranatha een stukske van den reedi lang ontslapen oud-resident van Timor en straatprediker Esstr, welk stukje ik zoo vrij ben voor de lezers van de Zeeuw over te schrijven. De ingeving der Schrift. Onlangs zeide mg een theoloog, vroeger rechtzinnig maar aan eene «obool in het buitenland door zijne hoogleeraars, naar hg meent, heter ingelicht, dat er in 2 Tim. 3 16, in plaats van „alle de Schrift is van God ingege ven", moet vertaald worden „alle van God ingegeven Schrift." Zijn voornaamste grond daarvoor was dat in het Grieksch hier het lidwoord de ontbreekt. Ik verdedigde na tuurlijk onze Statenvertaling. Een dame die er bij zat, zeide nader hand dit is voor ons de moeilijkheid, om te blijven volhouden dat zulke Heeren het mis hebben, wanneer zij zich ep eene taal beroepen, waarvan wg geene kennis hebben. Ik haalde eren de Statenvertaling en van Oosterzet's werk over de brieven eau Timotheus (in de bijbeluitgave van Lange) en vond daarin dat zeer klaar vs. 15, waar gesproken wordt van de heilige Schriften, vordert de vertaling in vs. 16 van al de Schrift; daar er anders iets zeer onbe stemds en geheel onnoodigs zou staan, ver mits natuurlijk van God ingegeven Schrift, nuttig zijn moet. Maar ik vond meer, namelijkdat er in 't Grieksch niet staat „ingegeven", maar „ingeblazen", blijkens de aanteekening op de statenvertaling. Jammer dat de over- zetters, niet in de plaats van „ingegeven" het woord ingeblazenhebben gebruikt, omdat men wel figuurlijk kan zeggen, dat een schoon landschap, een boom, ons een gedachte, als 't ware ingeeft, maar inblazen veronderstelt de werking van een persoon. De Heeren die tegen de rechtzinnige op vatting van de ingeving der Schrift zijn, gelooven gewoonlijk dat b.v. Da Costa, ook kon zeggen, dat zijne gedachten hem waren ingegeven, waarvoor zij dan liefst gebruiken het woord„geïnspireerd." De ingeving der Profeten en Apost«lcn zou dan alleen in graad verschillen, van die van een Da Costa. Maar men zou zieh toch nog wel tweemalen bedenken, voor dat men durfde zeggen: de Heilige Gee»t heeft Da Costa zgne verzen ingeblazen en wanneer Da Costa nog leefde, zou hij dat ganschelijk niet aannemen. Ik vond ook dat van Oosterzee wel uitdruk kelijk de vertaling: „alle de Schrift" voor stond en dat het verschil zeer oud is en de beslissing tegen en vóór eenvoudig af hangt van den bril waarmede men leest dien der RoomscbeEerk, v&nSchleijermachtr en anderen, of dat men leest bij het licht dat de Bijbel zelf geeft.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 1