BOUWLAND
Partij Afbraak:
Nieuwe Houtwaren
Stoom meelmolen
GRONDJVOTEN-
KOEKEN.
Een Koe of Kalfvaars
OPEriBARE VERKOOPING.
Openbare Verkooping
Beestenpeeën
OPENBARE VERKOOPING
Kruiningen,
op Donderdag 30 Maart 1899,
Maandag 27 Maart 1899,
Openbare Verkooping.
Donderdag 30 Maart 1899,
Corn8, de Regt.
(Delftsche Veekoek).
2o. dat dit te bedenkelijker wordt, waar
zij gelijktijdig zich op straat bevinden
zullen met nagenoeg alle jongens van dien
leeftijd, iets wat tot verkeerde verhoudingen
als het ware uitlokt, ook afgezien van de
straatschenderijen, waartoe het aanleiding
zal geven, als op zulk een laat uur hst
grootste deel der jeugdige bevolking van
dien leeftijd op de been is;
3o. dat ten plattelande, waar de wo
ningen vaak op groote afstandeu van de
schoolgebouwen liggen, en de school niet
dan langs geheel onverlichte wegen te
bereiken is, meerdere ouders het als
ganschelijk ongeoorloofd zullen beschouwen,
hunne meisjes van die jaren aan zulk
een uitgaan bloot te stellen, te me r waar
de middelen ontbreken, om het recht
streeks huiswaarts keeren van de school
te verzekeren
4o. dat jongens van die jaren, die den
ganschen dag in het bedrijf of op ambacht
hard gewerkt hebben, en dan inderhaast
van hun ambacht naar huis terug moeten
om te eten, om daarna weer van huis
naar school te gaan, onder de onafwend
bare neiging der menschelijke natuur op
school door slaap dreigen overmand te
worden
5o. dat de goede vruchten van het
herhaliagsonderwijs, die nu bij velen te
constateeren zijn, te loor dreigen te gaan,
indien de gedwongen tegenwoordigheid
van onwilligen en ongeschikten de orde
en den goeden gang van het onderwijs
komt verstoren;
60. dat het hoog noodig is, met name
aan het onderwijs op lateren leeftijd, eene
meer practische richting te geven ter be
vordering van geschiktheid voor ambacht
en bedrijf, maar dat zulks in de nu be
staande lokalen enmogelijk zou blijken,
indien alle jongelieden van 1216 jaar
tegenwoordig moeten zijn, en minstens twee
vakken uit de lagere school herhaald
moeten worden
7o. dat de tweepersoons-bankeu, die
berekend zijn op kindersn van 612
jaar, geen zitplaats aanbieden voor twee
jongelieden van 1216 jaar, zoodat, die
der hoogste klassen uitgezonderd, nieuwe
en ruimere banken zonden zijn aan te
schaffen, wat bij de grootere afmetingen
meerdere localiteit zal vereischen, en op
allerlei wijze tot zeer aanzienlijke uitga
ven, en niet zelden tot onmogelijke toe
standen zal leiden
80. dat waar ongeveer twee derden
van het cijfer der nu schoolgaande kinde
ren bij het herhalingsonderwijs tegen
woordig moeten zijn, nagenoeg geheel het
onderwijzend personeel zal moeten wor
den opgeroepen, om dat onderwijs te geven,
dat dit voor de onderwijzeressen, althans
in de wintermaanden, reeds op zichzelf
om het late uur bezwaar oplevertdat
hiermede aan de jongere onderwijzers, die
voor hun examen werKen, een groot deel
van hun studietijd wordt ontnomenen
dat onderwijzers, die door het geven van
privaatlessen in do avonduren hun inkom
sten vermeerderen, zich hiervoor de gere
gelde ge'egenheid zullen benomen zien;
9o. dat Art. 34 de regeling van den
omvang van het herhalingsonderwijs en
ook de wijze waarop het zal worden
gegeven, onder bepaling van zekere mini
ma, voor wat het openbaar onderwijs aan
gaat, aan de gemeenteraden opdraagt, en
dat deze regeling enz. door de wet der
concurrentie tevens maatgevend zal wor
den voor het bijzonder onderwijs; dat dit
allicht aanleiding zal geven tot het op
nemen van vakken, die door het tegen
woordig onderwijzend personeel niet kunnen
onderwezen worden, en alzoo tot het aan
stellen van andere of meerdere onderwijzers
noodzaken zalen dat tevens voor het
onderwijs in meerdere van die vakken
zulk een tafelruimte voor eiken leerling
noodig zal blijken, dat de localen te klein
worden; terwijl ook de aanschaffing van
de leermiddelen voor die vakken tot groote
uitgaven leiden zal
lOo. dat in geen geval van het onder
wijzend personeel kan gevergd worden,
dat het deze nieuwe taak zonder behoor
lijke vergoeding op zich neemten dat
enkel met deze vergoeding een goed deel
der Rijkssubsidie, thans aan zijn scholen
toegskend, zou heengaan;
llo. dat de ouders wier kinderen de
Bijzondere scholeD bezoeken in den regel
veel hooger schoolgeld betalen dan bij het
openbaar onderwijs, en dat uit dien hoofde
tot dekking van deze aanzienlijke, geheel
nieuwe uitgaven, niet door hen zou kunnen
worden bijgedragen
12o. dat wel in de Regeeringsstukken,
die het gewijzigd ontwerp vergezellen,
gesproken wordt van geldelijke tegemoet
koming aan het Bijzonder Onderwas, maar
dat deze vergoeding dan in elk geval in
het Ontwerp-zelf en tot het volle bedrag
zoo wat de lokalen en banken, vuur en
licht, leermiddelen en bovenal het onder
wijzend personeel betreft, had behooren
gewaarborgd te zijn; 't welk niet tegen de
oeconemie van het Ontwerp zou strijden,
daar toch b.v. in Art. 34 van het Ont
werp een wijziging in do wet op het
Lager onderwijs wordt voorgesteld
Op alle welke gronden het Bestuur
van oordeel is, dat, hoe gewenscht ook
voortgezet onderwijs zy, het in geen ge
val in een wet tot invoering van den
Leerplicht met dwang opgelegd en geregeld
kan wordenmaar bevorderd diende te
worden door een wijziging van de Wet
op het Lager onderwijs, in practischen
zin, waardoor het tevens mogelijk zou zijn
de gevolgen voor het Bijzonder onderwijs
onschadelijk te maken
Redenen, waarom het Bës'uur bovenge
noemd er ten ernstigste bij Uwe Vergade
ring op aandringt, aan het gewijzigd
Ontwerp Uwe goedkeuring niet te ver-
leenen, en zulks in afwachting van een
betere voorbracht, die in zake bet school-
verzuimvoor wat het beginsel aangaat,
het natuurlijk reent der ouders onaangetast
laaten wat betreft het voortgezette onder
wijseen behoorlijke organieke regeling
kan geven, naar de behoeften van onzen
tijd, en zulks zonder het Bijzonder onder
wijs in eenen zoo onhoudbaren toestand te
brengen, of ook tot zoo onpractische ge
volgen te leiden, als het Ontwerp, dat
thans werd ingediend.
Hetwelk doende, enz.
Het Bestuur voornoemd,
Dr. J. WOLTJER, l.- Voorzitter.
Dr. JOH. C. BREEN, Secretaris.
W. HOVY, Penningmeester.
Amsterdam, 21 Maart 1899.
In de Woensdag gehouden openbare
vergadering van den Raad van State, af-
deeling voor de geschillen van bestuur,
werd rapport uitgebracht door staatsraad
mr. De Nerée van Babberich in zake de
reclame van J. C. Steinp, tijdelijk gepen
sioneerd sergeant te Middelburg, betref
fende de regeling van zijn pensioen.
De kon. beslissing volgt later.
De oud-minister de heer Fransen van
de Putte is thans niet meer bedlegerig.
Eergisteren had hij het voorrecht zijn77en
verjaardag te gedenkea.
Het aantal kiezers te Amsterdam be
draagt 41610, dat is precies tweeduizend
meer dan in 't vorige jaar.
Jhr. mr. L. Schorer is herbenoemd
tot burgemeester van Middelburg.
Bij kon. besluit ia bevorderd tot
opziener 2e klasse der visscheryen op de
Schelde en Zetuwsche stroomen J. v. d.
Slikke, thans opziener 3e klasse.
De Volksbond, vereeniging tegen
drankmisbruik, heeft de aandacht der re
geering gevestigd op het toenemend ab-
sinthisme en verzocht daarmede bij de
voorgenomen wijziging van het tarief van
invoerrechten rekening te keuden.
Naar aanleiding van den kerkbrand
te Overschie, en waarbij de mogelijk
heid beweerd werd, dat in een der kerk-
graven het gebeente rust van den grooten
staatsman Johan Van Oldenbarneveld,
schrijft men het volgende
Den 13 Mei 1619, 's morgens te 11 uur,
werd de grijze staatsman op het Binnenhof
te 's G-ravenhage onthoofd. Met overhaas
ting werd het lijk voorloopig in een ruwe
houten kist gelegd, voor een anderen ter-
doodveroordeelde bestemd. Daarna werd de
kist door Stateuboden naar de Hofkapel
(op het Binnenhof) gedragen. D.iar was
Oldenbarneveld's familiegraf, de kist bleef
boven aarde staan, door zeven boden be
waakt tot 's nachts drie uur, toen werd
het lijk in een nieuwe eikenhouten kist
gelegd gezonden door Oldenbarneveld's
zoon (den heer Groeneveld), nadat het lijk
in een linnen laken en wassen kleed werd
gewikkeld, in den grafkelder bijgezet.
Bij deze bijzetting was tegenwoordig een
kapelaan van de lyfwacht van Prins Mau-
rits, de schoonzoon van den overledene
(de heer v. d. Mijle) en een oude vrouw;
de naam van de 1 atste werd niet genoemd,
misschien vroeger weldaden van 's lands ad
vokaat genoten hebbende en uit erken
telijkheid hierbij tegenwoordig was. Het
familiegraf behoorde aan den heer Van
der My le, de voor-overledene dochter van
Oldenbarneveld was hier reeds bijgezet.
Den 29 Maart 1623 werd hetlyk van
zijn onthoofden zoon (den heer Groene
veld) ook in dit graf bijgezet (zegt Uiten-
boogaard).
De familie richtte kort na Oldenbarne-
velds onthoofding een verzoek aan de
Staten-Generaal om het lijk over te laten
brengen naar de heerlijkheid Berkel
dit werd door de keeren hoogmogenden
geweigerd om redenen men bij de toenma
lige stemming des volks bezorgd was, dat
dit tot ergerlijke tooneelen aanleiding kon
geven.
Naderhand heeft de overlevering veld
gewonnen dat zijn lijk des nachts en in
alle stilte naar de heerlijkheid Berkel is
overgebacht. In 1878 is door den heer
P. Van der Burgh, burgemeester van Berkel,
een onderzoek ingesteld doch noch in
doodboeken, noch in kerkelijke archieven
eenig bewijs daarvoor gevonden.
Ook Overschie dingt naar de eer, dat
Oldenbarneveld daar begraven is en (waar
schijnlijk omdat de nog beslaande buiten
plaats de Tempel (de laatste eigenaars de
familie Criellaert)eigendom was van 'slands
advokaat.
De heer Wijnandts, burgemeester van
Overschie, stelde in 1879 een onderzoek in
ea hoewel in de nu afgebrande ksrk
zich een zerk met het familiewapen van
Oldenbarneveld bevond is dit hoogst
waarschijnlijk van zijn kleinzoon.
Naar alle gegevens rust dus het overschot
van 's lands advokaat in de gewezen hofkapel
te 's Hage er is ook 11a de verbouwing een
steen met opschrift daargesteld.
Oldenbarneveld b woonde het huis in
het Haagsche Voorhout, het tegenwoordige
(I860) Departement van Financien.
Rott. Nbl.
De Transvaalsche bladen wijden waar-
deerende woord-n aan de nagedachtenis
van onzen oud-gewestgenoot den heer mr.
E. P. Lenshoek die de vorige maand te
Pretoria overleedwij nemen er een en
ander uit over.
„The Pressvan 20 Februari schrijft:
Zondagmorgen vroeg ontstelde een van de
kellners van het Central Hotel zeer bij
het binnenkomen der kamer van Dr.
Lenshoek te bemerken dat de bewoner
dood te bed lag, waarschijnlijk in de
vioege ochtenduren overleden. De bs-
diende gaf direct mr. Lutz kennis van de
gebeurtenis en deze heer nam dadelijk de
noodige stappen om den rechte: in kennis
te stellen van het gebeurde, zoodat alle
noodige schikkingen gemaakt werden om
de begrafenis gisteren om vijf uur te doen
plaats hebben. Het schijnt dat de overle
dene Zaterdagavond ongeveer tien uur in
het hotel kwam, klaarblij kelijk geheel
gezond en eene kamer voor den n&eht
verlangde, zooals hij meermalen deed. Hij
ging op gewonen tijd te bed en niets
bijzonders gebeurde tot kwart voor twee
gisteren morgen toen de heer Wentz,
manager van bet hotel, die zijne laatste
ronde deed om te zien of alles in orde
was hoorde steunen in kamer no. 8 be
woond door den Dr.
Hij ging binnen en bevond dat Dr.
Lenshoek leed aan hevige pijn in de hart
streek.
De overledene had reeds bij vorige
gelegenheden hierover geklaagd, maar het
was steeds weer spoedig overgegaan.
Gisteren morgen echter was de pijn
van meer langdurigen aard, maar daar
hij, zooals gezegd is, meer aan de pijnen
leed, nam mr. Wentz de zaak niet
zoo ernstig op en verliet hem toen de
pijn bedaarde, tot ie bediende hem vond
werd niets meer van den Dr. gehoord.
Zooals boven vermeld, vond de begrafe
nis in alle eenvoud om vijf uur des avonds
plaat» waarbij Dr. Engelenburg een woord
van waardeering voor den overledene
aan het graf sprak.
Dr. Egbert Petrus Lenshoek kwam in
1890 uit Holland te Pretoria en werd
later als advocaat toegelaten in welke
hoedanigheid, hij zich van eene uitstekende
bekwaamheid toonde. Sommige tijden was
de fortuin hem minder gunstig.
Zooals een Duitscher verklaart, was hij
zeer gezien bij de Duitschers in de
hoofdstad, om zijne ongelooflijke mate van
geestigheid (gevatheid) en omdat hij altijd
direct bereid gevonden werd, om iedereen,
ook kosteloos met zijn raad terzijde te
staan.
Door zijn dood zal een bekende figuur
op het Gerechtshof gemist worden daar
de Dr. daar bijna geregeld verscheen ten
behoeve van den eenen of anderen onge
lukkige en waarvan velen door zijne wets-
kennis, uit hunne moeielijkheden gered
werden.
Men zegt dat de Dr. tot eene eerste
Hollandsche familie behoort. Als oorzaak
van zijnen plo'cselingen dood kan harts-
verlamming worden aangenomen.
De Volksstem van denzelfden datum
schrijft
Gedurende den nacht van Zaterdag op
Zondag overleed vrij onverwacht in het
Centraal-Hotel alhier Dr. E. P. Lenshoek,
sedert een twaalftal jaren als rechts-prakti-
zyn te Pretoria gevestigd en een welbekende
figuur in het Landdrosthof.
De overledene had te Leiden in de
rechtswetenschap gestudeerd en was daar
bij zijne studiegenooten bekend wegens
zijn buitengewoon sterk geheugen.
Hij nam deel aan de kommando's tegen
Malaboch en Magato, (in welken oorlog hij
volgens mededeeling van een ander Trans-
vaalsch blad de Randpost „grooten
moed betoonde").
De overledene was te Pretoria bekend
wegens zijn bereidwilligheid tot het ver-
leenen van rechtsgeleerden bijstand, ook
in gevallen waarin hij vooruit wist dat
geen geldelijke belooning daarvoor te ver
wachten was.
Doordat de teraarde-bestelling plaats vond
op een Zondag waren verscheidene zijner
oude bekenden verhinderd om deel te
nemen aan de begrafenis.
Deze was door den heer Lutz, eigenaar
van het Centraal Hotel, met vriendelijke
zorg georganiseerd en werd door verschei
dene belangstellenden bijgewoond. Alvorens
de groeve te verlaten dankte Dr. Engelen
burg, die gelijktijdig met den overledene
de Leidsche Universiteit bezocht, namens
de moeder, broeders en zusters de aanwe
zigen voor hunne belangstelling.
De Randpost van 24 Febr. schrijft nog
Een negental van de meest bekende
procureurs en wets-agenten drukken er in
de plaatselijke bladen hun leedwezen over
uit, dat ze het overlijden van Dr. E. P.
Lenshoek te laat vernamen om den over
ledene de laatste eer te kunnen bewijzen.
Ze betuigen hunne deelneming aan de na
gelaten betrekkingen van den overledene,
die door hen om zijne vele goede hoe
danigheden zeer gewaardeerd werd.
Het zijn blijkens een advertentie in
The Press de keeren William de Villiers,
Geo Leith, J. C. Niemeijer, H. G. Diepe-
rink, J. H. L. Tindlay, Barend Ballot, S.
Lingbeek,C. H. H. Scheppard,F. J. S.Bukes.
Prov. blad no. 40 bevat 't beric' t,
aan de colleges van Burgemeester en Wet
houders en de districts- en de arrondisse-
ments-schoolopzieners in Zeeland, dat Jan
Oudshoorn, ontslagen hoofd der openbare
lagere school te Waarde, bij in kracht van
gewijsde gegaan vonnis der Arrondissements
rechtbank te Middelburg, dd. 4 October
1898, wegens overtreding van art. 249 no.
1 van het Wetboek van Strafrecht 0. a.
gedurende vijf jaren ontzet is van de uit
oefening van het beroep van onderwijzer
en van het recht om te zijn voogd, toeziende
voogd, curator ot toeziende curator over
andere dan eigen kinderen, en dat hij
mitsdien op grond van art. 10 litt. b der
wet op het lager onderwijs de bevoegd
heid tot het geven van onderwijs verloren
heeft.
Ingezonden Stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
Stakkeu worden iu jjeeu gsvsl terug gozondee.
Mijnheer de Redacteur!
Het bericht, overgenomen door uw blad
als zou de heer W. A. Kuyper Boone be
hooren tot de „parlementaire socialisten",
heeft me pijnlijk getroffen. Het kan toch
niet anders of ieder moet bij de ontdek
king van iets onaangenaams, leed gevee-
len.
Ik weet dat mijn broei er vroeger onder
wijzer was aan eene christelijke school en
secretaris eener christelijke Jongelingsver-
eeniging, en thans het openbaar onderwijs
dient, doch dat hij nu gerekend wordt te
behooren tot de socialisten, was me on
bekend, en toch spreken we elkander jaar
lijks eens of meermalen.
Wel is het mij bekend dat ook hij de
oogeu open heeft en ziet de ellendige toe
standen die er bestaan maar is het ver
keerd daarover te spreken Wanneer ik
verr.eem dat een veldarbeider in den win
ter op een dorschvloer bij hard werken
55 cent 's daags ontvangt, mag ik dan niet
over zulk een belooning schande roepen
Liefde en rechtsgevoel gebieden me het
bericht bovengemeld tegen te spreken; do
toevoeging van „parlementair" moge voor
sommigen iets verzachtends zijn, de kwa
lificatie blijft dezelfde.
Met plaatsing hiervan zult u zeer ver
plichten,
UEd. dw. dienaar
A. A. KUIJPER BOONE.
(Dat iemand wrake roept over de schan
delijk lage loonen van arbeiders in zijn
omgeving stempelt hem niet tot een par
lementair socialist; anders toch waren alle
antirevolutionairen, misschien wel alle ver
standige menschen socialisten. Dech eigen
lijk gezegd bewijst 't stukske vau den heer
Kuijper Boone niet veel, en daar wy de
juistheid zijner tegenspraak niet kunnen
controleeren, noodigen wij hem uit zijn
klacht te zenden aan de redactie van 't
blad waaraan wij 't bericht ontleenden.
Red.)
C Zoo do Heere wil en wij levea
hoopt onze geliefde vader
H. VAN NOORDEN,
"v den 27«ten dezer, zijn 70sten
geboortedag te vieren.
Uit aller naam
C. LAVOOIJ.
Kruiningen, Maart 1899.
Heden overleed kort na zijue
vrouw, de heer
DINGEMAN ROOT,
in den ouderdom van bijna 81 jaren.
HUVERS,
Executeur-testamentair.
Middelburg, 23 Maart '99.
Nog treurende over het verlies
van onze dochter JANNA, nog geen
jaar geleden, trof ons opnieuw het
lot door dsn Heere van leven en
dood, door na een langdurig lijden,
van onze zijde wsg te nemen, onzen
geliefden zoon en broeder ADRIAAN
in den ouderdom van bijna 25 jaar.
Kamperland, 22 Maart 1899.
J. VERHULST Pz.
W. VERHULST -
v. d. Maas,
en kinderen.
Dank voor de bewijzen van be
langstelling gedurende de ziekte en na
het overlijden van mijn geliefde Echtge-
noote, ons betoond.
Uit aller naam
JOOS FRANCKE.
Grijpskerke, 25 Maart 1899.
Door deze betuigen wij onzen
hartelijken dank voor de belangstelling
betoond bij het overlijden van onzen gelief
den vader-, behuwd-, groot- en overgroot
vader JAN HOVEIJN.
Wissenkerke, 21 Maart 1899.
Uit aller naam,
G. HOVEIJN.
Voor de vele bewijzen van belang
stelling en waardeering, zoo van hier als
elders, bij de herinnering mijner 25-jarige
Ambtsbediening alhier ondervonden, betuig
ik mijnen h-trtelijken dank.
J. DE KONING.
Krabbendijke, 24 Maart 1899.
's voormiddags te 10 uren,
te Iersekendam aan de schuur van de
erven C. Mieras, ten overstaan van den
Notaris MULOCK HOUWER, van
Bbaatgevenae Melkkoeien,
2 Aanhoudkalveren,
3 Varkens, 7 Kippen en
een Haan, 1 Windmolen, 1 Snij-
rnolen, Geeselste.n met Paard, Hooi,
Stroo, Mest in den Mestput, Koe-
bak er» Goot, Melk- en Stalgereed-
scbap enz. enz.
OP
's namiddags te 3 uren, te Krabbendijke
in de herbsrg van D. Krijger, voor Jan
Brouwer, ten overstaan van den Notaris
MULOCK HOUWER, van:
I HECTARE 19 AREN
in de gsmsente Krabbendijke in den Maags
polder aan den Lapdijk, zijnde 3 stukken.
Dadelijk te aanvaarden.
De Deurwaarder HOLLMANN te Goes
zal op
Woensdag 5 April 1899,
VERKOOPEN
A. des morgens om 10 uur in Zwak*
gem. 's Gravenpolder,
24000 KILO OE 400 BAGGEN
EN
B. des middags om 12 uur aan de schuur
van B. NIEUWENHUIJSE te Nisse,
16000 Kilo Wei-, Klaver-, Lucerne-
en Kanthooi,
Groote partij Tarwe-, Gerste-, Haver-,
Erwten- en Klimboonstroo.
en 3 Speenvarken.
ten overstaan van Notaris J. DE VOS te
Middelburg
s middags één uur voor het café van den
heer W. STEIJN Turf kade te Middel
burg van
Deuren, Kozijnen, Balken, Ramen,
Steenen dorpels, Zonneschermen,
Jalouziën enz.
Benevens van
als: Platen, Planken, Dolen, Rib
ben, Latten enz.
KOUOEKERKE.
o
GERSTEMEEL per 60 Kilo f4.10,
MAÏSMEEL 100 - 5.70.
LIJNMEEL 100 -9.50.
KIPPENMAIS 100 -5.50.
Aanbevelend,
heeft een ruimen voorraad
TE KOOP:
by de rekening by A. OSTÉ, Vrouwepolder.