NIEÜWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel- Het Wetsontwerp op den Leerplicht. v. !o. 72. 1899. Mecifao 18 ilaati Dcrftendc laiiEptifj, ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij die zich met I April a. s. op ons blad wen- schen te abonneeren ontvangen de voor dien datum verschijnen de nummers GRATIS. H E R IJ K. Goes wijk C op 18, 20 en 21 Maart, D 22 en 23 Maait, li n E i) 24 25 telkens van 's morgens 9 tot 12, 's namid dags van 1 tot 4 uur. Ook voor Kloetinge en Kattendijke, be nevens 's Heer Hendrikskinderen en Wis- sekerke (gemeente 's Heer Arendskerke). Er worden op de lagere school te veel vakken onderwezen, dit is de algemeene klacht, en de ervaring leert dan ook dat in de zoogenaamde hoofdvakken: lezen, schrjjven en rekenen, de meeste leerlingen ternauwernood het middelmatige over schrijden. Dit is zelfs zoo sterk dat verscheidene onderwijzers de hulpacte verkregen, terwyl zij een onvoldoend of hoogstens even vol doend cyfer behaalden in lezen en schrij ven. Vooral 't lezen gaat bij vele Kna pen en meisjes, en onderwijzers zeer gebrekkig. Het schjjnt zelfs den hoofden van scho len nog niet gegeven algemeen een goed cyfer te behalen in lezen. Met name te Leeuwarden werd verleden jaar de hoofdaote uitgereikt aan verschei- denen die een onvoldoend ojjfer hadden voor lezen. Het verslag zegt er van„Er wordt aan het werktuiglijk lezen door de kandi daten nog niet genoeg aandacht besteed. Leestoon, aocent en het uit laten komen der punctuatie lieten dikwijls veel te wen- scben over. De verklaring van het ge- lezene was in vele gevallen gebrekkig synoniemen en tegenstellingen konden soms niet dan zeer moeilijk gevonden worden. Even onvoldoende was bij velen de ge makkelijkheid om zich juist uit te drukken. Dit geldt voor de hoofden van scholen. Het verwondere dan ook niemand zoo de resultaten met name in werktuiglijk lezen zelfs bg kinderen, by de leerlingen der lagere school niet schitterend zyn. Dit ligt echter aan 't groote aantal leer vakken. In verband hiermee achten wij ook het aantal leervakken voor huisonderwijs te talrijk. Lezen, schryven, rekenen, Nederl. taal, vaderlandsehe geschiedenis, aardry kskunde en kennis der natuur, het is voorwaar geen kleinigheid. Maar aangezien de mi nister in zyn tweede editie de examens voor de thuis onderwezenen heeft losge laten, knnnen wij dit bezwaar van te uit gebreide leerstof wel laten zitten. Omtrent het schoolverzuim is de minis ter nogal schikkelijk geweest. Met de concesie in art. 2 zouden wy wel genoe gen kunnen nemen. In de eerste editie van het wetsontwerp stond dat meer dan een schooltijd per maand ongeldig verzuim strafbaar is. In het tweede plan staat dat meer dan twee schooltijden in twee maanden ongeldig ver zuim [strafbaarstelling wegens ongeregeld schoolbezoek met zich brengt. Tegen artikel 2 in de eerste uitgaaf van het ontwerp opperden wy velerlei bezwaren, die door de thans aangebrachte wijzigingen vervallen. Wy stelden onder anderen deze moge lijkheid dat Oom uit Oost Indië voor een dag over is en nu eens met de neefjes uit rijden wilof dat er een huwelijk in de familie gesloten wordt en de ouders onmogelijk hunne kinderen thuis kunnen houden. Zie, dit alles is nu toegestaan, mits de pret niet langer dan een dag dure. En daar ook wy zeer tegen schoolver zuim zyn, en met allerlei zedelijke midde len het schoolbezoek wenschen te bevorde ren, willen wij ook niet medewerken aan 't opwerpen van velerlei „maars" en „hoe dans" tegen de strenge bepalingen op dit punt. Er zyn menschen die nooit genoeg hebben. Het relatieve schoolverzuim moet zooveel mogelijk tegengegaan worden. Het spreekt van zelf dat wy deze taak liefst niet aan den wetgever maar aan de ouders zagen opgedragen. Doch op 't standpunt van de wet ons een oogenhlik plaatsende kunnen wy in de wyziging op 't punt van school verzuim niet andere dan een verbetering zien. Dat de ouder vrij wordt zijn kind pas op het zevende jaar naar sohool te zenden, is insgelyks een verbetering. Maar de handhaving van den zesjarigen cursus stemt er niet mee overeen. Gezondheidsredenen kunnen een arbeider of werkman dwingen om zyn kind eerst in het zevende jaar op school te doen. Moet die man daarvoor nu gestraft worden dat hy zyn kind pas op diens dertiende jaar van de school mag nemen Is dat billy k? Die man heeft een groot huishouden hij kan 't weekgeld dat zyn zoontje mee ver dienen kan, niet missen of zyn vrouw heeft dringend behoefte aan de hulp van zyn dochtertje. Er wordt letterlijk gesnakt naar den tijd dat zij van de school af kan. Er zyn allerlei lichte werkzaamheden die het meisje op haar twaalfde jaar gere geld verrichten kan. De kleintjes kleeden en bezig honden boodschappen doen aardappelen schillen, de geit melken, de wasch bleeken, en zoo menigerlei kleinen arbeid voor de moeder tydroovend en ophoudend, en een dubbele ontlasting voor haar wanneer de dochter ze verricht. Immers dan kan de moeder haar tyd aan degelijker zaken wijden en ook al doet zy het nietzy heeft buitendien eenige verlichting van haar te zware dagtaak dringend noodig. Wie kent niet Beets' aangrijpend lied „Als de kinderen groot zyn", waarvan de slotregel in zoo menig werkmansgezin be waarheid werd De kinderen wierden grooter, maar op hun moeders graf. Wie den werkman kent of de eer heeft uit den werkmanskring te zyn voortgeko men, zal niet toestemmen dat in groote gezinnen de zorgen die de moeder drukken, te overstelpend vele zyn En niet alleen daar, maar ook in den zoogenaamden mid denstand, menschen die ten onrechte tot de gegoeden gerekend worden, is de last veelal te zwaar. De meisjes moeten daar op hun twaalfde van de school. Zeg nu niet, lezer, wat is de schrijver conservatief. De schrijver wil ook de kinderen liefst tot hun dertiende jaar op de school zien, het kan niet anders dan goed voor hen zyn. Maar vergeet niet wat er komt kijken in een burgergezin met vele kleintjes. Vergeet de sociale nooden niet. Die zyn niet metéén penne- streek weggeruimd. En hiertegen nu gaat ons protest dat de wetgever door de bepa ling van den zesjarigen cursus zoovele van die gezinnen, waar het water zoo vaak tot aan de lippen komt, letterlijk dupeert. De wet is tot bescherming der zwakken maar hehben deze sociaal zwakken dan geen aanspraak op hulp en medewerking opdat de wet hen niet tot vertwijfeling brenge De minister late deze bepaliug van den zesjarigen cursus los en stelle de gelegen heid open dat de kinderen met hun 12de van de school gaan of dit laatste evenwel slechts bij wijze van hooge uitzondering zooveel vroeger als den onderwijzer, deswege geraadpleegd, zal voorkomen niet tegen 't belang van 't kind te zijn. Wat nu voorgesteld wordt, moge vooruit strevend klinken, menechlievend is het stellig niet en democratisch ook niet. En dat in een tyd waarin zoo gedweept wordt met altruïsme en democratie I Trouwens op alle scholen zyn kinderen die op hun 11de jaar ai zooveel kennen als een ander op zijn 12deen anderen die ook op hun 12de nog net zooveel of net zoo weinig zullen geleerd hebben als op hun 11de. Wat is er tegen waai de nood van 't gezin, de zwakte der moeder, de behoefte 't vordert, dezulken van de school te nemen Met welk recht legt de wetgever op zoodanige kinderen beslag terwijl de ouders zedelijk en licha melijk ten gronde gaan, terwyl zij ook by geringe hulp, gedachtig aan het „elk een handje!" zouden gered zijn Wat het huisonderwijs betreft, zal in artikel 4 de 3de alinea wel met de 1ste in overeenstemming dienen gebracht te worden. Het huisonderwys toch kan aanvan gen op het 7de jaar, dit zal wel in 't ge- heele artikel dienen uit te komen. Overi gens geldt onze grief meer het ec'hoolon- derwijs, aangezien het huisonderwys over 't algemeen zeker wel niet in werkmans kringen en bij den kleinen burger zal voorkomen. Artikel 7 regelt de vrijstellingen. Yan den leerplicht zijn vrijgesteld ouders die geen vaste woonplaats hebben die hun kinderen op een inrichting voor middelbaar onderwijs doen die tegen het onderwijs bezwaar hebbendie geen plaat sing konden krijgen of voor wie 't tijdstip van plaatsing eerst later aanbreektdie wegens de vaccine hun kinderen van school moeten houdenen die een verkla ring van den dokter hebben dat hun kin deren te zwak zyn om school te gaan. Yan de kinderen zyn derhalve vrijge steld zwervers, elders school gaanden, bezwaarden, afgewezenen; wachtenden; on gevaccineerden ziekelijken. Die vrijstelling zal zeker ook wel be- hooren te omvatten de tijdelijk verwyder- den. Wij vragen eohter: zou 't niet wensche- lijk zyn dat niet alleen bezwaar tegen het onderwijs maar ook tegen den onderwyzer recht op vrijstelling geeft? Niemand zal ons van kwaadspreken verdenken, wanneer wij de mogelijkheid stellen dat een onderwyzer een der leer lingen kwalijk bejegent op de een of andere wijs. Nu is een vader vrij omzijn kind van de school te nemen, wanneer hy constateeren kan dat zijn kini ver waarloosd, vervolgd, gezocht of in welk opzicht dan ook, onrecht gedaan wordt. Dit recht verliest zulk een vader nu wanneer de wet op den leerplicht er is. Wanneer een meester zijn kind miskent of herhaaldelijk mishandelt, dan moet hy toch dit kind op de school houden. En 't gevaar is niet denkbeeldig dat ook deze on derwerping tegen wil en dank dikwijls zal voorkomen. Wie van nabij het schoolleven kent weet dat wy niet fantaseeren. Ons zijn gevallen bekend dat onderwijzers, overi gens geacht en bemind, op stuitend on billijke wijze stelselmatig aan sommige leerlingen overdiend straf toedienden. Dergelijke ergernissen mag deze wet niet tolereeren. En nu zwijgen wij van het feit dat zich steeds meer verveelvuldigen zal, dat een vader, schoon tevreden over het onderwijs aan de school, toch ernstig bezwaar maakt zyn kind aan sommige onderwijzers aan die school toe te vertrouwen. En nu denken wij niet in de eerste plaats aan onderwijzers als Robertas, die openlijk zijn spijt er over te kennen gaf dat hij onzen Willem den Zwijger geen schurk mocht noemenmaar onderwijzers als wy er nog meerdere kennen, die de zelfde leer zyn toegedaan, doch wegens beminnelijkheid van omgangen aangenaam heid van vormen, desnoods als „zwijgende getuigen" de kinderen op school aan hun persoon, en zyn zij de schooljaren ont wassen, des te gemakkelijker aan hun leer weten te verbinden. Wij kennen bij ervaring het kwaad der neutrale school, en het gevaar van den omgang met de edelsten onder de openbare onderwijzers. Dat wij voorts onze bedenking reeds in 't vorige jaar uitgesproken, tegen liet dok tersadvies, handhaven, behoeven wij wel niet te zeggen. Niet wijl wij vreezen voor te veel maar voor te weinig. Menige arts zal wtigeren een ziekteat test af te geven, waar de ouders toch ze delijk overtuigd zijn van deszelfs nood zakelijkheid. Wy zien niet in, waarom de dokter ver klaren moet dat ons kind geen gestel heeft om hetzij heele, hetzij zelfs halve degen maar, sohool te gaan. Wie beter dan een ouder is bevoegd over den lichamelyken of geestestoestand te oordeelen van het kind, met hetwelk hij dagelijks omgaat, wie beter dan hij die met zij u eigen gestel, van zijn naaste voor geslacht en derhalve ook van zyn kinde ren op de hoogte is. Boveiidien geldt 't hier een zedelijk recht dat de vader zich niet uit de hand mag geven. Hij, niet de dokter, is de aansprakelijke man voor zyn kinderen. Of wy ons overigens over de onvolledig heid der vrijstelling op dit punt warm maken? Wy gelooven aan de onuitvoerbaarheid er van. Laat de dokter het maar eens aandurven een kind geschikt voor de school te keu ren, en dit consequent voor ieder hem voorgelegd geval vol te houden. Of hy niet spoedig het heele dorp tegen zich hebbsn zal. Vooral wanneer de gevolgen zijne verklaring in 't aangezicht slaan. Laat de school-autoriteit ze maar eens trotseeren die huisvaders en moeders I welke overtuigd zyn dat de school niet deugt voor hun kroost en er zelfs de boete en gevangenisstraf voor lijden wil len; of zy zich niet impopulair zal maken in de gemeente. Die „schriftelijke verklaring" zal de leer plichtwet niet lang sieren of ontsieren. Wordt vervolgd.) De verkiezing van den sociaal democraat in het kiesdistrict Yeendam heeft aan alle partyen wat te zeggen. Aan de vooruitstrevende democraten type-KerdijkGoeman Borgesius, dat zij ophouden lonkjes te geven aan de oud liberalen en zich wetgevend veel meer dan waarmee hunne agenten in kiezersverga deringen genoegen nemen, hebben te bewe gen in vooruitstrevenden geest. Aan de oud-liberalen type-Van Houten dat zy van harne tactiek van strak behoud tegenover billyke wenschen van vooruit strevenden uit alle partijen moeten aflaten. En aan de Christelijke partyen met name de antirevolutionairen dat zy ein delijk aflaten van elkander op kleinigheden te vervolgen met iets wat op verdacht making lijkt; en liever zich aaneensluiten om schouder aan schonder te staan tegen de roode internationale die ook bij deze verkiezing hare triomfen viert. Ook aan het ministerie Borgesius zal deze veranderde gezindheid der kiezers in het district dat voor enkele jaren met groote meerderheid Borgesius tot Kamerlid koos, wel wat openharen. Er is geen plaats meer in den politieken strijd voor de middenstof. Besliste, hoekige naturen van de uiterste rechter- en van de uiterste linkergrens, die zullen er het leven by afbrengen, en de vooruitstrevend liberalen zullen óf langs Kerdijk naar Troelstra hebben op te schieten óf langs de Beaufort tot Yan Houten hebben terug te gaan. Er is geen derde. De ongevallenwet vindt al meer oppo sitie by de mannen van de practijk. Na Stork en v. Marken en de Maat schappij de Schelde komen nu ook de ver- eeniging van beetwortelsuikerfabrikanten in Nederland en de firma J.M. v. Kempen Zonen te Yoorschoten met hunne ern stige bezwaren. Eerstgenoemde verzekert dat bij tot standkoming dezer wet geheel onnoodig een zware druk op ;haar industrie zal worden gelegd, aangezien de premie naar het Oostenryksche stelsel voor ons land bij de Rijks- verzekeringbank veel hooger zou zyn dan by zeer solide binnenlandsehe maatschappijen. Zy wijst veorts op de zooveel grootere duurte eener Rijks-Yeizekeriugbank, ge volg hiervan dat vele werklieden, die naar de regelen der wet als invalide zullen worden beschouwd, dat inderdaad niet zyn dewijl in de meeste bedrijven voor een zoodanig persoon emplooi is te vinden en hij door de zorg der werkgevers en de medewerking zijner kameraden in loon eer voor- dan achteruit gaat. Ook wijst zy op de onbillijkheid dat de verzekeringmaatsehappijenof de fabrieken verzekeringinstellingen hebbende in eigen beheer, welke jaren geleden reeds het initiatief namen tot deze rechtvaardige en nuttige verzekeringen, door de totstandko ming der wet plotseling hun werk van jaren zouden zien vernietigd. De firma v. Kempen heeft weer andere bezwaren, o. a. deze dat een vierenzestig jarige ervaring haar heeft geleerd dat ziekenverpleging, ouderdomsinvaliditeit en weduwenverzorging vrijwat meer noodig zyn dan ongevalleninvaliditeit. Bij haar op de fabriek is al dien tyd nog slechts één ongeluk gebeurd, en nog wel door onvoor zichtigheid van den verongelukte zelf, ondanks herhaalde waarschuwing die man is toen geholpen om op andere wijze in zijn onderhoud te voorzien dewijl hy beide handen verloren had. Men ziet de bezwaren vermenigvuldigen. Het wetgevend vermogen schijnt by deze regeering niet sterk ontwikkeld. Zy zal meer voeling moeten gaan houden met de mannen van de practyk. 17 Maart 1899. Yergadering van den Middelburgschen Ge meenteraad vau 15 Maart 1899. o Afwezig wegens uitstedigheid de heer de Stoppelaar. Nadat de notulen van het verhandelde in de vorige zitting waren gelezen en goedgekeurd, gaat de vergadering, op ver langen des Voorzitters, over in eene met gesloten deuren. Na heropening der openbare zitting stelt de Voorzitter aan de orde de volgende punten der agenda I. Ingekomen stukken. Daartoe behooren a. verschillende brieven van Gedeputeer de Staten, houdende goedkeuring van vroe ger genomen besluiten, waaronder ook de goedkeuring der gemeenterekening over 1897, aan ontvangsten f 484.895.406, aan uitgaven f477.404.56, en dus met een goed slot van f7490.846. b. een brief van het Polderbestuur van Walcheren dd. 27 Januari, waarbij dat Bestuur te kennen geeft dat het, met het oog op de eventueele behoefte aan berg ruimte voor uit de vesten komenden mod der, geen vrijheid kan vinden om aan de algemeene vergadering eene wyziging van het contract van 8 Februari 1889 in over weging te geven, in dier voege dat het wordt toegestaan om het gedeelte vest by Poelendalen tusschen de Winterstraat en den Vlissingschen watergang geheel of gedeeltelijk als puinplaats aan te wijzen, zulks te minder nu de Gemeente geen andere bergplaats als aequivalent kan aan bieden.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 1