NIEÜWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Ha. §3.
3)ouMag 2 fefiraati.
Secfkiife laargang.
Mijn eerste rit te paard.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Verzekering tegen den ouden dag
en invaliditeit.
ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere- regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Kortheidahalve spreken wij hier van
pensioneering. Het vraagstuk der pensio
neering is aan de orde reeds jaren lang
en toch is 't nog ver van de oplossing.
Wel is sr een staatscommissie geweest
die naar de mogelijkheid van een pensioen
wet onderzoek deeddoch de conclusies
waartoe zij kwam, waren niet moedgevend.
Van de noodzakelijkheid is men wel
overtuigd. Van 't recht des werkmensen
des arbeiders op pensioen ook wel. Maar
't groote bezwaar iswie zal 't betalen
In de verkiezingsdagen van 1897 hebben
de liberale verkisaingsapostelen luide ge
roepen van den euvelen moed der olerioalen
dat zijn dan de Antirevolutionairen en
Roomscnen om den werkman zijn
brood duurder te willen maken.
Dit was eea oppervlakkige bewering, al
was 't er ook een die pakte. De „anti-
olerieale" partij kresg er de meerderheid
door; evenwel het was er eene met zeer
vele schakeeringen.
Van Bastert tot v.d. Zwaag, van christelijk
historischen tet revolutionair socialisten,
loopt men niet in één dag, al hebben zij
samen de meerderheid verworven.
Men kan dan ook aan het ministerie
wel zien dat deze meerderheid hem niet
sterkt.
Om nu van andere zaken te zw'jjgen,
proeven wij met name uit hare uitlatingen
in betrekking tot het pensieneeringvraagetuk
de moeilijkheid waarin regeering en kamer
meerderheid geraakt zijn, nu zij wel ds
pensioneering hebben beloofd, doch de bron
waaruit de kosten der pensioneering te
vinden, moedwillig zijn voorbijgegaan.
Van antirevolutionaire zijde was, in de
uitnemende toelichting van het Program
van Actie, de weg aangewezen lange welken
FEUILLETON.
Uit Pretoria schrijft „Jan van Meloen-
spruit" aan het „Algemeen Handelsblad"
We zaten met ons vijven endcr de
veranda bij ouwe „Oom Hans", terwijl de
zon haar stralen uitgoot over den kalen
tnin, 't was Juli, en dus winter in Trans
vaal. We praatten over allerlei dingen,
over Bunu, die toen jnist zoo'n „troebel"
maakte, over den val van 'tKaapsohe
ministerie (de Transvaalschs boeren hon
den van politiek!), en natuurlijk cok over
de domheid van mij ik kon niet
paardrijden en „maar bajer min skiet" zou
„Oom Hans" zeggsn.
Op eens bedacht ik, dat ik 'n boodschap
had te doen bij „Oom Dolf", die op on
geveer 10 minuten (afstands woonde. Ik
zeg: „oom, ik zal net nou na oom Dolf
loop".
„Wil jjj nie pêrd vat' nie?"
Éa weer kwam die sarcestiaehe glimlach
ep „Oom Hans" gelaat, alsof hij zeggen
won je durft toch niet 1 Ik kon dien
glimlash niet langer verdragenal te lang
reeds was ik uitgelaohsn door iederen
Transvaler omdat ik vreesde een Atrikaansch
paard te bestijgen. Ineens kreeg ik laat
om alles te tarten, en ik zei heel bedaard|:
„Ja, laat Klaas 6 pêrd zadel, vur mij."
Oom Hans, oom Piet, oom Jack en
„ouwe nooi" keken elkaar heel verwon
derd aan en begonnen te glimlachen.
„Oom Jack" knikte „oom Hans" toe met
'n zonderlingen blik van verstandhouding.
O, ik begreep wat die blik beteekende I
„Hei Klaas!" riep „Oom Hans" zonder
op te staan „loop gauw en zadel die geel
vos vur die baas
Wel verbaasd! de Kaffer lachte
zelfik kon zijns mooie blinkende tan
den een eogenbük zien. Ik voelde berouw
over mijn vermetelheid. Maar terugkrab
belen kon ik niet meer, en ook kwam
mijn gantche ziel tegen die gedaehte in
de galden voor de pensioneering konden
verkregen worden.
De buitenlander zou 't betalen,
Maar met de hoonende beschuldiging
dat wij den werkman geen pensioen maar
wel duur brood gunden, trachtte men de
kiezers tegen ons in te nemen. Ja zelfs die
velen, welke gelijk in Hontenisss
voor invoerreohten waren en daarom op
den heer Pompe stemden, wist men bij do
herstemming door de aanklacht dat wjj
terug wilden naar den tijd der moordscha
votten, nog tegen deze hoofdzaak pen
sioneering en invoerrechten om daaruit
de kosten te beBtryden in te nemen.
En zoo is de meerderheid antipro-
tectionist, daardoor ook anti-pensloneering
ontstaan.
En van daar uu ook ds aarzeling in
't optreden der regeering en der Kamer
meerderheid.
De heer Waal Malefijt, lid der tweede
kamer, is tot deze slotsom gekomenHet
is voor een ieder duideljjk dat van dit
ministerie voor Je ouderdomspensioneering
niets is te wachten. Ze heeft haar geplaatst
op haar programma van stadie. Er de
vooruitstrevende liberalen hebben daarmede
genoegen genomen.
Dit laatste is inderdaad te bejammeren.
Want wel hebben wij met genoegen
gezien hoe mr. Kerdyk, hun woordvoerder
de regeering heeft aangepord om voort te
makendooh deze aanporring was een
gevolg, helaas, niet van eigen beter in
zicht, maar van den socialistisohen zweep
slag: Van der Zwaag had Kerdijk wakker
gemaakt en gedwongen zijn vooruitstrevend
woord tot de regeering te spreken.
Of dan de liberalen niet voor de pen-
sioneerisg van den werkman zijn?
In kiezersvergaderingen zijn zij er nog
even warm voor als in 1897.
Mr. Fokker en mr. Hennequin hebben
herhaaldelijk daarvan blijk gegeven.
opstandik wou de proef doorstaan.
„Geel vos" kwam voor. goed en wel
gezadeldik nam de tengels, zette mijn
linkervoet in den stijgbeugel, en zat op
den rug van het paard, dat zelfs zoo menig
geoefend ruiter op de „klippen" had ge
worpen of „de bulten" had doen kassen.
Nauwelijks had ik mjjn rechtervoet in
den anderen stijgbeugel geschoven, of
„geel vos" schoot bliksemsnel vooruit.
Daar was ik echter op verdacht: Ik wist
dat de Transraalsehe paarden die onheb
belijke gewoonte hebben. Ik bleef dus
zitten, nagestaard door de verwonderd-
nieuwsgierige oogen van de achtergebleve
nen: of die „ongezouten" Hollander nie
in die gra» zou rol" nie
't Paard had ongetwijfeld reede gevoeld,
dat ik geen goed ruiter was, en zioh
daarom voorgesteld, mij ;in éen keer af
te werpen. Toen dit mislukte, gebruikte
hij zijn tweede middel. Hij stond plotse
ling stil en richtte zioh op de achterbeenen
lynreeht omhoog. O, had ik maar even
de sporen aangegesptWat zon ik die
brutaalheid gevoelig Lebben gestraft!
maar wat gaf „geel vos" om 'n eohop met
gele schoenen I
Gelukkig was de teugel sterk ik hing
er aan in mijn volle zwaaTte, terwijl ik
met mijn linkerhand zocht naar de plaati
waar ik gewoonlijk mijn zakschaaUje berg;
dat werktuigje wou ik de rol van spoor
laten rervuilen. Maar helaas ik had het
dien morgen op mijn waschtafel laten
liggen.
Ik bid u: denk u mijn toestand in. Te
hangen tussohsn hemel en aarde, niet in
een luchtballon, maar aan den tengel vat
een sterk, woeBt dier, dat het er klaar
blijkelijk op heeft toegelegd,mij in hetgras te
laten rollen op de puntige klippen. En ik
had nog nooit paard geredenIk wist dus
geen middel te bedenken om mij te doen
gehoorzamen.
Doch plotseling kreeg ik een goeden
inval. Juist toen „geel vos" zijn hoofd
achterover bewoog als een kijvende visch-
vrouw, had ik den teugel met de linker
zij hebben zelfs middeltjes aan de haod
gedaan om aan de noodige gelden te komen.
Kluchtig dunkt 't ons echter dat een
hunner onder deze middelen ook de verhoo
ging van de invoerreohten noemt.
Zoo komt men dus in beginsel tot den
zelfden maatregel dien men in 1897, uit
party politiek, heeft verworpen.
Dit is een fout geweest.
Toch zal wel niemand der onzen uit
deze oocsaikweigereu mede te werken
aan de spoedige totstandkoming eener re
geling, die den treurigen toestand der oude
arbeiders opheft.
De overtuiging is algemeen dat de toe
stand waarin de Nederiandsche arbeider
verkeert, treurig is en dat het loon voor
velen te gering is, om hen zelf de premie
voor de verzekering te kunnen laten be
talen
Men gaat eohter uiteen bij de vraag:
verplichte verzekering of niet.
Wie evertuigd zijn van de totale on
mogelijkheid, die zijn al spoedig met hun
antwoord gereed. Het is Staatsverzekering,
zonder premie van den arbeider.
Wg gaan daarin niet met de voornit-
strevenden mede. Wg stryden voorstaats-
pensioneering met verpliohte premiebe
taling, waar dit mogelgk blgkt.
Pensioen is uitgestald loon.
De werkgever is derhalve verplicht de
premie voor zyn werklieden te betalen.
De arbeider heeft daar recht op; het is
zgn geld, zgn Loon dat tgdelgk voor hem
moet worden op rent# gezet.
Ook invalideitspensioen vragen wg.
Wel heeft de Staatssommissie zich daar
tegen verklaard, omdat de hiervoor benoo-
digde premie niet by bei adering was te
bepalen. Doch wg vragen met den beer
Fokker, wanneer in Dnitschlani in acht
jaren tgd een batig saldo is gemaakt van
vier miljoen mark, waarom zo j die verzeke
ring dan ook in ons land niet kunnen
hand gevat, zoodat mgn rechter vrg kwam
van welke gelegenheid ik gebruik maakte
om het disr een hevigen slag op het hoofd
te geven, terwyl ik gelijkertyd zoo hard
mogelgk aaa den leidsel trok. „Geel vos"
begon te knorren als een varken van
pyn de toom was scherp, en meteen
schoot hg weer vooruit. Natuurlgk was
ik de stggbeugels kwyt geraakt, omdat ik
geen steun meer voor de voeten had. En
het paard scheen te meanen, dat het ge-
bsngel der stggbeugels moest dienen om
hem aan te sporen tot grooter snelheid
althans het reed hoe langer hoe sneller,
terwgl het schuim op zij spatte. In een
oogenblik was ik bij „Oom Dolf", waar
„klein boy" (de kaffer) zioh gereed maakte
om het beest tegen te honden. Maar of
de kaffer zwaaide met zgn zwarte armen,
en of ik floot om „geel voe" te laten
stappen 'twas alles gelgk. In dolle
vaart rende het angstig-woeste dier voort
terwgl ik my met beide handen vast
hield, een aan den teugel en een aan de
manen van „geel vos".
Toen hst paard den eersten schok had
gegeven aan mgn ongeoefende leden,
kwam mg het liefelyk-angstige beeld van
mgn Marie voor den geest... ik had om
haar berouw vau mgn dolheid gehad. Maar
nu was die gedachte weg als alle andere
ik leefde niet meer bewust, doch instinct
matig totdat „geel vos" plotseling stil
stond. Toen kwam mgn verstand weer
terug, en ik begreep volkomen mgn posi
tie. 'kWas op ongeveer anderhalf unr
rydens van Meloenspruit af, waar „oom
Hans" woonde; toen ik echter op mgn
horloge zag, kwam ik tot de ontdekking,
dat ik dien afstand in de helft van den
tgd had afgelegd, 't Is zeker overbodig te
zeggen, wolk gevoel ik had in die'iehaams-
deelen, die bg dergelyke gymnastiek het
meest geoefend worden.
Het liefste had ik „geel vos" maar aan
zgn lot overgelaten, en mg neergevlgd in
't doode gras. Maar dat duldde mgn pres
tige tegenover het paard niet, evenmin als
m^n naam bij de ..ransvaalsche boeren;
ingevoerd worden.
Wij kunnen natuurlgk niet oordeelen
over de juistheid zgner becgferingen. Ook
niet of de onderstelling omtrent hetaantal
verzekerden nog geen miljoen 1 ook
te klein zou kunnen zijn.
Toch mogen wg op grond van zgn
gegevens die verzekering voor uitvoerbaar
honden.
Wy vereenigen ons eehter niet met de
redeneering om de ryksbydrsge te vermin
deren door onder meer de hoogste loon-
klasse (f 800 tot f 1000) op te heffen.
Men moet van de wetenschap uitgaan
dat ook onder de loontrekkenden van dit
soort de behoefte aan ouderdoms- en in
validiteitsverzekering zeer groot is en zy
niet zooveel inkomen genieten om zich
geheel, menechelg kerwijs gesproken, tegen
den onden of versleten dag te waarhorgen.
Daarom niet 5 k 6-, maar 9 k 10 miljoen
is 't die de Staat voor deze pensioneering
uanvankelgk zal noodig hebben.
Gaarne nemen wg ad notam de ver
schillende bezuinigingen en belastingen
aan de hand gedaan. Wy hsbbenindertyd
de invoerreohten aanbevolen tot een bedrag
dat de pensioenquaestie er door opgelost
werd.
Van liberale zyde doet men bezuiniging
op onze landsverdediging aaa de hand, en
opdryving der vermogens- en bedryfsbe-
lasting met 10 pot. en verhooging der
successierechten; verhooging van invoer
rechten op manufacturenverhooging van
aecgnzen op wgn en sterke dranken; sn
invoering eener tabaksbelasting.
Wg znllen zien of de voorstanders van
staatspensioneering zonder verpliohte hydra-
ge deze maatregelen, die lang niet alle
van democratische gevoelens getuigen, zullen
aandurven.
Het is te bejammeren dat de „liberale"
party dit gewichtige volksbelang in de
politiek heeft willen doen verdrinken.
ik meest de eer van mgn Holland hand
haven.
Terugrgden dus. Zegevierend met „geel
vos" mg vertoonen bg mgn vrienden, 't
Lachte mg wel toe.
Maar het paard weigerde absoluut zich
om te wenden. Of ik vloekte of mooi
praatte „geul vos" zette zgn voorbeen
in schnine richting stevig in den grond
op de manier van een dief die weigert
met de politie mee te gaan.
Daar zag ik dicht bg mg een wilgentakje
ter dikte van een vinger liggen. Mgn
besluit was genomen. Met veel moeite en
pgn stapte ik op den grond en raapte
het begeerlyke wapen op. Na nog eenige
zuchten en verwenschingen had ik mij
weer in den zadel gewerkt, en de voeten
in de stggbeugels gekregen. Ik schopte
met myne hielen het paard in de zg en
zei heel streng„hei vos 1" Het dier
verroerde zich niet. „Klets.." zeide het
wilgenhout op „geel vos" zgn hoofd. Als
eenig antwoord wierp mgn vgand zgu aeh-
terdeel in de hoogte en boog diep met het
hoofd om mij met zadel en al te laten
buitelen. Ik kende echter door aansohou-
wing ook die beweging en sloeg eenige
malen zoo hard ik ken het dier in den
gebogen nek, zoodat zgn geheele lichaam
beefde als de bladeren van den citroenboom.
Dat was het keerpunt der fortuin. Van
nu af was ik aanvaller in plaats van strg-
der voor mgn leven geworden. In galop
liet ik mgn paard over „kappen" en door
de „vleien" jagen tot op ongeveer tien
minuten afstand van „oom Delf". „Geel
vos" maakte het uitstekend en gehoor
zaamde ai myu wenken, en toen ik in
de verte „Oom Dolf" zeg aankomen op
zgn mooi blauwen „colli" floot ik op echt
Afrikaansohe wgze en mgn ros begon heel
rustig te stappen.
„Allah jij is flukse kerl 1" zei „Oom
Dolf" toen hg naast mg reed. „Ik meen
jg is bajer goed ryer."
„Ja Oom, ik denk, jg zal nie weer
lach' die vur die groene Hollender nie, en
hulle daginder zal ik ook meen bajer beter
Men had op duim en vingers kunnen
narekenen dat er geld noodig zon zgn om
'ttot zgn recht te doen komen.
Nu zal men weer eenigen tgd gaan twisten
over de middelen. Intussohe. blyft dit
onderwerp op het pregram van studie
staanleefden wg nog in 1888, dan zou
men aan zekere zgde zeggenaan den
kapstok hangen.
„Kinderen van Christelyke scholen zgn
net zoo ondengend als die op de openbare
schoei gaan".
Wee de gemeente, waar dat argument
nog opgeld doet, waar het telkens nog
ongestraft kan worden geuit 1 Daar wordt
het karakter der Bybel-sohool volkomen
miskend, daar wordt geëieoht, dat ze een
broeikas zg, kweekend da kinderen onzee
volks, die we zoo gaarne Hollandsohe
jongens noemen, tet alle groote-mensohen-
dengden, met, als een blinkenden mantel
de zonde der schgnheiligheid daarover ge
spreid.
En dat uit den mond zelfs van voorgan
gers der gemeente dit gewiohtig.klinkend,
maar gansoh grondeloos bezwaar nog zoo
dikwyls wordt gehoord, dat komt al weer,
dat het ambt van Christelyk onderwgzer
sulk een uiterst moeielgke en tevens zulk
een weergaloos ondankbare taak ia. O,
zoo daar één offer in de kringen der ge-
loovigen haast nimmer naar waarde wotdt
geschat, dan is het het offer van tgd, het
offer van gemak, het offer van welstand,
door honderden mannen die het Chriateljjk
onderwys dienen, aan hun beginselen ge
bracht. De predikanten, ze worden ver-
heerlgkt, gevierd, bewierookt tot soms tot
walgens toe, hnn studie wordt hoog geschat,
hun arbeid beloond. Maar hoeveel van
den lof, hun toegezwaaid, behoord# eigen
lijk de ichool, hoeveel van de halmen,
denk vnr mg."
Die „geel vos" ia daarom kwaai perd
ik het om bajer slaag gegee, maar hg
wil nie doe nie wat mensen vnr om
zeg' nie."
„Maar vnr die Hollanders hij wil. Hulle
het gedoch, die Hollander zal val', maar jij
sie oom; hg i* bajer mak vur mjj."
In 't volle bewu stzgn van mgn beslis
sende zege reed ik naar „Oom Hans" terur
die al een kaffer had geroepen om te zeek
vnr die baas. Allen zaten nog op de bank
onder de verande, toen ik afstapte en als
een echte boer de teugels aan dsn kaffer
gaf. Ze keken me lach en-vragend aan.
Ik deed alsof ik het niet opmerkte en zei
zoo vriendelgk mogelgk:
i) Wat vraag jg voor die perd oom Hane
„Jg lgk' om Jij wil' om koop'
„Ja, hg isê bajer fluks pêrd, ik meen
erst bietje wild, maar bg is daarom
bajer geeie pêrd",
„Ja, hij is. Nee, ik het gedosh', ik wil
om nie verkoop nie', of ik moet bajer geld
vur om ken' maak'. Het hg jou nie af-
gegooi' nie
„Natuurlgk nie oomik laat my nie
afgooi nie, die ding is daarom al te Blech'."
„■Rj is rech'. Fur 20 pond zal ik om
jou geef', 't is daarom al te min, maar ik
meen jg is bajer goei'kerl, jg kom bajer
gezels mer. Vur jou 20 pond."
„En vur 'n ander zeker 10 pond, oom?
20 pond is te bajer, ik zal jon neoit
20 pond gee' nie10 pond, en nie six
pence meer nie."
Ik kooht „geel vos" voor 10 pond. Hg
heeft nooit weer getraoht, tsgen zgn wet
tigen heer in verzet te komen.
Maar ik raad niemand aan, mgn voor
beeld te volgen, want 't is niet zeker of
iedereen zoo gelukkig zal ejjn als ik, en
ik wil eerlijk bekennen, dat ik
drie weken later nog pgn voelde, en mgn
hand is door Dr. Kolffuit Pretoria (Skin-
nerstraat) verbonden; mgn pink zal nooit
weer lenig worden. IJdele eerzucht
hem.