NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK- sr
HISTORISCH
(Dinsdag 81 lanuari.
Detftmife lanrgaug.
De rechtbank te Zierikzee.
Jlo. 52. 1899.
FWlSSELhNÜ.
erkoopingen, enz.
erbetering.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Loeff inspan,
oensdag 3 Mei.
e, btf Vreeke door not
ais
oop aanbesteding levering
n, plaatsen wij wanneer ze
>rkomen, en alleen indien be-
ons die zenden,
Handteekening onleesbaar.
)e boterprijs van jl. Dinsdag
aden juist. Ia de Zeeuw
jzenper pond\ in de Gocsche
per kito\ vermenigvuldigde
Zeeuw mei 2 en gij hebt
Red.
rg. Donderdag werden door
publiek geveild de navolgende
jpstraat niet tuin. Kooper
bcej J. A. van der Heli alhier,
it. Hoogste bod f2953. Op-
Kuiperspoort. Hoogste bod
len, 40. id.(pakhuis) Hoogste
gehouden. 5o. Kalvermarkt.
1159 de heer A. Flipse, alnier.
Woensdag werd door not.
pelle voor dhr. H. L. Reeders
jubliek geveild diens herberg
Pauw" met erf en tuin. Koo-
Johannos Wingender te Goes
voor de erven J. van Koe-
uine een woonhuis,erf en tuin
r werd Wed. Toolens te
f235plus gewone onkosten.
p verkooping van Woensdag
staat: perc. 10. Kooper M.
reus. Er «tondM.Melse. Perc.
otte moest zijn 2 hectaren
ntiaren. Er stond 99 aren
Perceel 35 en 36. Moest zyn
r stond T. Dekker,
e fout zijn gevolg van een
gram.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Art. 10 der Kieswet!
De minister van binnenlandscbe zaken
herinnert belanghebbenden dat aan den
belastingplichtige, die zijn aanslag in de
personeele belasting op 1 Februari a. s.
niet heeft afbetaald, geen kiesbevoegdheid
wordt toegekend, tenzij de belastingplichtige
vóór 3 Maart aan den burgemeester bet
bewijs levere, dat de betaling alsnog vóór
0f op den eersten Maart is geschied.
Mr. H. Verkouteren, de penvoerder der
neo christelijk kistoriscken, heeft in zijn
te Middelburg gehouden rede eenig» groote
woorden gezegd die de ergernis der par
tijen die bij bestreed, gewekt hebben.
Aan het slot van zij a dupliek, toen hij
wist het laatste woord te hebben en hij,
zelfs niet bij interruptie, zou worden
tegengesproken heeft de man zich veroor
loofd te zeggen „dat Calvijn in de vol
gelingen van dr. Kuyper niet zijne dis
cipelen zou zien".
Tegenover dezen doeddoener had men
kunnen aantoonen dat Groen v. Prinatorer
stellig de Christelijk: historische geestver
wantschap der Van Karnebeeks en Ver-
kouterens zou hebben afgewezen.
In ieder geval voegt ons tegen deze
beschuldiging van eene zijde waar men
nimmer blijk gaf Calvijn te kennen een
woord van protest. Zij was in het debat
misplaatst en als uitval op dat oogenblik,
bij wijze van de pijl van de Parth bepaald
af te keuren.
Maar ook bij de Roomschen heeft mr.
Verkouteren 't verkorven.
Hij moet ook gezegd hebben dat de Pans
hier een ge-sant heeft enkel om spionnen-
dienst te verrichten.
Ook hier zou men kunnen vragen namens
welk Pausje de papenhaters type Verkou
teren anti-spionnage drijven.
Het Centrum neemt er echter een loopje
mee en schrijft:
Ziedaar een pijnlijke toestand. En het
beeft al den schijn helaas, datJ aan dit
„spionneeren" niet zoo spoedig een einde
zal komen.
Daarom zouden wij willen vragen
wanneer fcetVaticaan spionneert bij ons,
is bet dan ten minste geen zaak, dat wij
op onze beurt spionneeren bij het Vati-
caan
De heer Verkouteren zegt wel, dat
onze regeering „terecht" geen gezant
naar Rome zendt, omdat de Paus geen
wereldlijk vorst meer is. Maar vermoe
delijk heeft hg daarbij niet gedacht aan
3) FEUILLETON.
H-
{Slot).
Wie hebben de grootsche verdediging
van Leiden in 1574 met ontzet bekroond?
de Zeeuwen de helden uit Schou
wen en Walcheren, dio onder den admiraal
Adriaan Willemsz. van Zierikzee, en den
vice-admiraal Cornelis Claessen, het den
opperadmiraal Lodewijk Boysot mogelijk
maakten, den vijfmaal sterkeren, zwaar
verschansten Spanjaard te doen zwichten.
En hierbij zegt de geschiedenis„De be
reidvaardigheid der Zeeuwen, om de Hol
landers te helpen, is te opmerkelijker,
daar men in Zeeland zelf scherpe waoht
moest houden tegen de vloot, die uit
Spanje verwacht werd."
In 1576 weerstonden de Zierikzeeërs,
tot onberekenbaar voordeel der overige ge
westen, negen maanden lang de ontzetten
de macht van den beproefden Spaanschen
veldheer Mondragon. Gedurende dat be
leg werden door jonkheer Arend vanDorp
ets den admiraal Willemsz; door Cornelis
en Renier Cooperdoor Joost van den
Ende en Jan Levinus Heere, te midden
der nijpendste gevaren, daden verricht,
hat groote nut van een flinke contra-
spionnage.
Om nu die contra-spionnage zoo
vruchtbaar en afdoend mogelijk te maken,
zouden wij in overweging willen geven
tot gezant van Nsderland by den H.
Stoel niemand andars te benoemen dan
den heer mr. H. Verkouteren, specialiteit
in het ontdekken van Roomsche aan
slagen.
Geen twijfel, of ons denkbeeld zal
bij den betrokken persoon zelf warmen
bijval vinden.
In betrekking tot de verplaatsing van
Goes van de 7e naar de 5e klasse voor
de personeele belasting schrijft de Goe-
sche Courant:
By eene verplaatsing vau de 7e naar
6e klasse winnen de ingezetenen aan de
sens zijde meer dan zij aan de andere
zijde verliezen. Immers, de hoofdsom der
personeele belasting is thans voor Goes
(in rond cijfer) f 17700,De 50 opcen
ten, welke de gemeente daarop heft, be
dragen dus f8850,—.
Stel nu, dat deorde klasse-verandering
die hoofdsom daalt tot op f 15700,dan
worden de 50 opcenten f7850,en ver
liest dus de gemeente f1000 welke zy op
andere wijze vinden moet.
Maar de ingezetenen win n e n dan
f2000 in de genoemde hoofdsom van het
personeel plus 68 opcenten daarop, alzoo
totaal f 3360,Al moet dus by deze
berekening f 1000,meer naar den ge
meente-ontvanger worden gebracht, de
ingezetenen hebben f3360,minder by
den Rijks-ontvanger te offeren, en deze
verhouding zou nog gunstiger worden,
wanneer Goes van de 7e naar de 5e kl.
werd overgebracht.
Het Gymnasium te Zetten.
Het Gymnasium verkeert in grooten neod.
Blijkens eene circulaire van het bestuur
heeft 't een tekort van f8000. De ge
bouwen zijn door hypotheek en leening
zoodanig bezwaard dat geen leening meer
gewenscht is. Het bestuur komt nu tot
de menschen die wat hebben en wat mis
sen kunnen, met de ernige vraag Wilt
gij dat bet gymnasium te Zetten blijft
bestaan
Wie de vraag bevestigend beantwoordt
zende zijn bijdrage aan Jbr. mr. T. A.
J. v. Ascb v. Wijck, Surinamestraat 9,
's Gravenhage.
Wy ondersteunen dit verzoek en zoude*
't zeer betreuren wanneer dit gymnasium
welke een Homerns eischen om naar
waarde vereeuwigd te worden. De grond
legger onzer onafhankelijkheid: Prins
Willem van Oranje, opgetogen over zoo
veel kloekheid en volharding, waagde zyn
leven em, op de Schelde, voor JZierikzee
te strijden.
„Haec olim meminisse invabitbet zal
goed zyn, zich dit eens te herinneren."
Want de weldenkende acht het slecht, hen
te schaden wier voorouders, grootmoedig
en heldhaftig, 's lands vrijheid en roem
in de benauwdste tijden deden zegevieren.
Dankbaarheid en waardeering behooren
tot de kenmerken van een achtbaar ka
rakter.
In heel Zeeland, dat, luttel jaren ge
leden, een gerechtshof en drie rechtban
ken bezat, slechts eene rechtbank te laten,
tot onnoemelijk nadeel van duizenden, is
beneden de waardigheid van het konin -
ryk. Zeeland heeftvolkomen juist
tot wapenden Leeuw, strijdende in
de golven, onder den kreetIk worstel en
blijf bovenLuctor et Emergo.
Eeuwen lang heeft heeft het die eeretaak
vervuld bet hoofd geboden aan nood en
dood, en zich tot den hnidigen dag fier
gehandhaafd.
Niemand wage het, den ouden Leeuw
te gaau trappen. Dat is Ezelswerk. De
Nederlander houde het spoor van Willem
door geldgebrek moest verdwijnen. Wie
gereformeerd christelijk onderwijs begeert
voor de aanstaande predikanten en rechts
geleerden, dokters en letterkundigen die
steune de gymnasiums van Amsterdam,
Utrecht en Kampen, maar vergete vooral
Zetten niet, dat eneTgieke Zetten, dat de
vruchten van zyn arbeid reeds bood toen
de anderen nog niet aan bouwen hadden
begonnen te denken.
Zetten heeft de oudste brieven.
Zetten geeft jaarlijks ruim f 13700 uit,
alleen aan salarissen.
Zetten geeft degelijk onderwys. Getuige
o. a. het feit dat in de laatste zes jaren
van hen Jdie zich met machtiging van
Curatoren aan 't examen onderwierpen,
op 't staatsexamen slechts een werd af
gewezen.
Men zendt ons het Orgaan, Weekblad
voor Onderofficieren der Land- en Zeemacht
om daaruit over te nemen ten klacht van
een sergeant die op de onderoffioierskamer
bezoek kreeg van een verwaand, schreeu
werig jongmensch, die zoo pas tot vaandrig
bevorderd was en bar vloekte.
Boven het atukje staat „het intellect
in het leger", en de schryver, die zich
Klewang teekande wil doen uitkomen
dat men 't lsger niet beschaaft of ver
betert door er dergelijke onverstandige, ge
leerde knapen in te brengen.
Nu nemen wy bedoeld stukje niet over.
Onze lezers begrijpen den inhoud nu
toch wel.
Toch veroorloven wy ons een paar
opmerkingen. Wy keuren met Klewang
het gedrag, de aanstellerij van dit vaan-
drigje ten zeerste af. Toch maakt één
zwaluw geen lente om dien eenen ver-
oordeelen wy 'theele corps niet. Er zyn
er allicht beter.
Wij begrypen best dat deze sergeant
gegriefd was door de behandeling uit de
hoogte van dit jongmensch ondervonden.
Maarprecies eender klaagt menige milicien
over opzettelijke vernederingen hem door
zyn sergeant aangedaan.
Klewang protesteerde tegen 't vloeken,
wij zyn er hem dankbaar voor. Wy weten
niet of 't er beter op werd, doch eenige
jaren geleden waren er onder de onder-
fficieren nog velen, die vloekten. Wij be
waren nog getrouw de herinnering aan
eenen bij 't derde regiment, van wien een
plaatsvervanger, anders niet voor een klein
geruchtje vervaard, klaagde't is een
monster.
Wij zijn 't echter eens, dat het intellect
de moraliteit niet in de kazerne brengt
den Zwijger: den ervaren krijgs- en uit
stekenden staatsman, die, met zyn werk
zaamheid, zelfbeheersching en standvastig
heid, den Leeuw achtte en verhief. Cicero
verkondigt de waarheid „dat de Staat zoo
lang in wezen blyft, als de Vorst endoor
allen wordt geëerd: tam diu staro rem-
publicum quam diu ab omnibus honor
principi exhibereturMen eert den groo
ten Prins en met hem ook nog heden
Oranje en Vaderland, door met vereende
kracht alles in stand te houden, wat hij
tot zijn laatste uur verdedigde.
Zierikzee is de oudste stad van Zeeland.
Het perkament in zijn Gasthuiskerk ge
tuigt .-
In 't jaar acht honderd negen en veertig
(mede,
Was gefundeert Ziericzee die stede
Bij eenen die Zieringus ghenaamt was
Alzoo men in de oude chronyken las.
Jacob Cats werd er opgevoed, terwijl
het onderwijs daar uitmuntte. De wereld
beroemde rechtsgeleerde Pieter Peck, hoog
leeraar te Leuven en raadsheer in den
Hoogen Raad van Mechelen, werd er in
1529 geboren.
Zijne werken over zeerecht werden
in 1556 te Leuven, in 1603 te 's Graven
hage, in 1666 en 1689 te Antwerpen uitge-
dat doet slechts intellect en Christendom-
Onze soldaten moeten in den waren zin
Christenen wordenen hoe meer Christe
lijke onderofficieren er in de kazerne ko
men, hoe beter alles marcheersn zal, hoe
meer liefde tot den krijgsdienst in de
harten onzer miliciens ontvlammen zal.
Ten slotte merken wy op dat in hetzelf
de nommer van het „Orgaan" waarin
„Klewang" den vaandrig wegens 't vloe
ken de ooren wascht, de redactie een feuil
leton plaatst waarin zij op kolom 4 een
der afgrijselijkste vloeken drukken liet.
30 Jan. '99.
Prof. Fruin, geboren 14 Nov. 1823, is
in den afgeloopen nacht overleden. In
1847 werd hij docent aan het gymnasium
te Leiden en in 1860 hoogleeraar in de
vaderl. geschiedenis aan de universiteit
aldaar.
Hij hesft vele letterkundige geschriften
het licht doen zien en veel bijgedragen tot
verbeterde kennis onzer schoone landsge
schiedenis. Van De Gids was hij redacteur.
Zyn „Tien jaren uit den tachtigjarigen
oorlog" is een standaardwerk. Hij was een
nuttig, wtrkzaam, in menig opzicht on
partijdig man, wiens heengaan wij diep
betreuren.
Benoemd tot burgemeester van Ter-
neuzen de heer J. A. P. Geill, thans bur
gemeester van Ierseke.
Volgens het Haagsche Dagblad heeft
een man van gezag op koloniaal gebied
(minister Cremer) van zyn warme belang
stelling een nieuw blijk gegeven door een
som van f25.000 toe te zeggen voor de
verfraaiing van onze koloniale afdeeling
op de a.s. Wereldtentoonstelling te Parijs.
Van een onbekende werd door de regeering
f 10.000 ontvangen voor de Hollandsche
afdeeling.
Van de hand des heeren N. Ooster-
bsan hoofdonderwijzer te Naarden, zal bin
nenkort bij den uitgever Jan Haan te
Groningen eene brochure verschijnen over
„Leerplisht toegelïoht en voor het volk
verklaard."
NIET TE KLEIN.
In het opstel van dr. A. Kuyper over
Kolonisatie in Maryland, komt deze zin
snede voor„Ons land is reeds nu te klein
voor zyn vijf millioen bewoners. We
zitten elkaar in den weg. Gewenschte
huwelijken stuiten af op mogelijkheid
tot vestiging. Duizenden by duizenden
leiden een leven, waarin van menschelijke
ontwikkeling in edeler zin geen sprake
kan zyn".
Toen Erasmus de Stad in 1499 bezocht,
was hij zoo vol bewondering, dat hij die
in Holland slechts veertien dagen vertoefde
te Zierikzee zes weken bleef, en eerst
vertrok, toen zyn zwak gestel de zware
lucht niet meer verdragen kon.
En wie heeft dien grootsten der Rot
terdammers, toen hij nog niet rijk was,
geholpen met geld en op het kasteel Tour-
nehens gastvrij ontvangen Eene
Zeeuwsohe edelvrouw: Anna van Borselen,
Markiezin van Veere
De staat geeft duizenden uit om oud
heden in museums te verzamelen. Dit is
goed, mits de wijsheid die uitgaven matige.
Want het zyn doode gedenkstukken die
niet meer kunnen voortbrengen.
geven. De hoogleeraar Arnold Vinnen
schreef er een uitmuntenden cojpmentair
bij, welke in 1647 te Leiden verscheen
V. Cl. Fetri Feckiiin Titt. Dig. en Cod. Ad
rem nauticam pertmentes Comentarii Am.
Vinnii J. G. Dewijl hij 16 Juli 1589 over
leed, bewijzen die uitgaven hoe zijne wer
ken op prijs gesteld zijn.
Zyn zoon, insgelijks Pieter geheeten,
was ook een uitmuntend rechtsgeleerde
en dichter. Hij schreef Fatum pro studiis
humunitatisen werd Ridder, Heer van
Bouohoute, Raadsheer van Staat en Kan
selier van Brabant. Mr. Van Lennep doet
hem optreden in de „Pleegzoon" hoofd
stuk XXV.
Tegen deze bewering komt de heer
Bosch Bruist, te Nieuwleuzen, in De
Standaard op.
Sta mij toe zoo schrijft hij dat
ik in deze met u van meening verschil.
Ons land is werkelijk niet te klein voor
hare tegenwoordige bevolking, integendeel
zou deze nog geruit met minsten* één mil
lioen kunnen aangroeien, zonder dat we
elkander in den weg zitten, doch onder
óen beding, namelijk dat men afzie van
de tegenwoordige onzalige economische po
litiek, die niet alleen den landbouw en de
binnenlandsche nijverheid geheel te gronde
rioht, doch tevens een klassestryd zal doen
ontbranden, waarvan men de wederga niet
heeft gekend. Immers onder de heden-
daugsche economische politiek Is het niet
doenlijk voor eenig bedrijf om staande te
blyven, anders dan door hulp van coöpe
ratie. Dit zal in den volsten zin des
woords een strijd van den sterkste ver
wekken, waarbij op slot van rekening alleen
het groote kapitaal en de ambtenaren gehaat
zullen worden. Ons land is ti klein, wordt
er van alle kanten gezegd, dooh dit schijnt
niet te gelden, waar het al* vrijhandelsland
tegen schier de geheele wereld tegen de*
stroem ingaat.
Daarenboven wordt er tot nog toe weinig
gedaan voor de ontwikkeling van de*
kleiuen landbouwer, die toch hier zeker
eerder voorlichting noodig heeft dan de
gegoede boerenstand. Waarom by de wet
niet voorgeschreven, dat aan alle lagere
scholen ten plattelnnde landbouwonderwijs
moet worden gegeven en dat aan al die
scholen een proefveld van minstens een
hectare moet worden aangelegd; op die
wyze zou de grondslag kunnen worden
gelegd, dat onze landbouwer in het alge
meen werkelyk vooruitging en dat de nog
duizenden bunders grond geschikt tot
ontginning werden gemaakt om aan duizenden
werk en voedsel te geven. Men onderricht
de aanstaands plattelandsboeren in teekenen,
dat voer hen weinig ef geen nnt heeft
dat ja, dat de enderwjjzars meestal
zelf niet kunnen en dat de gemeenten schat
ten van geld kost voor schriften enz. Men
belooft den arbeider een pensioenfonds en
men geeft hem een nieuwe armenwet; men
predikt sociale rechtvaardigheid en onthoudt
den arbeider werk, in één woerd men geeft
hun een steen voer een brood of een slang
voor een visch.
Men dwingt den geërfden boer zyn huis
en land te verlaten om het aan den kapitalist
over te laten doch genoeg, men wil niet
zien en hooren en heeft slechts het
belang van enkelen ten koste van de belangen
der geheele gemeenschap in het oog.
Beter is het, de levende gedenkteekenen
te behouden, welke het aanzien van het
rijk en de welvaart dor bevolking be
vorderen.
Zierikzee is een der luisterrijkste ge-
denkteekens van Nederlands grootheid.
De Staten-Generaal mogen geen breekyzer
zetten in duizendjarigen glorie-bouw. De
Zeeuwen moeten behandeld worden, als
de afstammelingen van een oud en edel
geslacht, dat in aaDzien blijft, al zyn de
bezittingen geslonken.
Zoo worden de vaderen, die zich op
offerden voor het gemeenebest, nog beloond
in hunne nakomelingen. Dit strekt den
lateren Nederlander tot spoorslag om even
eens aan 's lands welzijn offers te brengen.
Het is plicht, de steden en gewesten
van het ryk, waar mogelijk, in bloei te
doen toenemen. Afbrokkelen is het tegen
overgestelde van dat eere-werk.
De Zeeuwen vragen geen gunstenzij
staan op hun reoht.
Videant consules n» quid Zelandia de
trimenti capiatDe regeering zie toe, dat
Zeeland geen schade Jjjde!
Mr. JOAN BOHL.
Amsterdam, 3 Jan. 1899.
Die Ciceroni Natali.
{Weekblad van het recht no. 7220.)