NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
De rechtbank te Zierihzee.
Ito. 50. 1899.
3Dont£eti£ag 26 fatiuatt.
Mietiife laargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van haar vrienden.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel
meer 10 cent.
„Een vriend die mij mijn feilen
toont
Zoo mag de openbare school wel klagen.
De Israëliet, de Modern, de Soeialist,
de voorstander der Christelijke openbare
school, zij allen klagen haar aan om het
hardst.
Bedroevende vermindering van gods
dienstzin en heiligen eerbied voor de
overheden zijn een verschijnsel dat dr.
Dunner jmeende te moeten toeschrijven
aan de valsche neutraliteit van 't open
baar onderwijs.
Gerhard, hoofd der school [te Amster
dam, [socialist, is tegen deze beschuldi
ging opgekomen.
Hy beweerde dat 't openbaar onderwijs
pas neutraal zal zijn wanneer de onder
wijzers socialisten zullen wezen.
In een openbare vergadering door For-
tuijn gepresideerd, heeft Gerhard de ge
grondheid van dr. Dunuers klacht aange
toond, ofschoon hij al zijn best deed haar
te bestrijden.
Hij heeft in bedoelde vergadering zijne
keorders vermaakt met spotternijen over
den man „die nog aan een scheppingsver
haal gelooft", met zijne verdediging van
den „onderwijzer die (tot ergernis van dr.
Dunner) den kinderen geleerd had dat het
scheppingsverhaal in strijd is met de
steenkoolformatie"; hij heeft ze laten
lachen toen hij uitriep„Maar Mynheer
gelooft u heusch dat de wereld zoo maar
op eens is te voorschijn gekomen? Myn
heer ik heb respect voor een ontwikkeld
man die dat op het einde der negentiende
eeuw nog gelooft."
Hy heeft gespot met het heilige en zich
daarbij laten toejuichen door eene verga
dering welker voorzitter een der hoorders
tot stilte maande door hem toe te roepen:
houd je kop, v. d. Berg.
Lezen wij nu de klaohten der Joodsch-
Modern-Orthodoxe voorstanders der openbare
school.
Dunner, de joodsohe leeraar had gezegd
„De wereldbeschouwing dor tegenwoor
dige generatie is in hevigen strijd met
die van 'b verleden ten opzichte vanoeco-
nomische, sociale en zuiver godsdienstige
vragen en ook van de zedelijkheidsbegrippen.
De onderwijzersstand wist zich niet te
vrijwaren van den anti-godsdienstigen in
vloed der nieuwe wereldbeschouwing. Niet
FEUILLETON.
Nog resten ons drie wakkre steden,
Die altijd voor hun Graven streden,
Z( o trouw in oorlog als i» vreé
't Zijn Dsrdrecht, Haarlem, Zierikzee.
Mb. J. van Lbnnep.
De strijd met Vlaanderen, Z.IY.
De talrijkheid der zaken aan de recht
bank te Rotterdam staat in omgekeerde
reden tot haar ledental. Dringend is in
de krachtige Maashaven sinds lang ver
meerdering van rechters noodig. Ook om
dat, gelijk in eene aanzienlijke handelsstad
steeds het geval is, het gewicht en de
moeilijkheid der rechtsvragen veel tijd
voor studie vergen. Halve maatregelen
zijn verwerpelijkzij blijken, zoo niet
terstond, op den duur schadeposten te wor
den. Toevoeging van een paar rechters
zou onvoldoende zijn. Afdoende verbete
ring wordt verkregen door by de bestaande
kamers eene nieuwe te vestigen. Dat zal
geen weelde zijn, maar voorziening in be
hoefte. Hier is ook niet een uitsluitend
stads- of provinciaal-, maar een landsbe
lang. Alle oorden hebben betrekkingen
met Rotterdam, en daarom stellen zeer
velen er prys op, dat de rechtsbedoeling
daar niet vertraagd worde, dewijl over
maat van drukte den rechter niet dwingt
weinige onderwijzers werden door den
modernen geest in zijn tegenwoordige ge
daante niet alleen beheorscht, maar treden
als diens (jverige zendelingen op".
Dr. Knappert (modern predikant) klaagde:
„Het is niet 't kwaad dat een enkel
onderwgzer de neutraliteit schendt, maar
dit dat het openbaar onderwijs de gods
dienstige vorming schade doet. Ook ouidat
het tegenover den Godsdienst in 't alge
meen onwelwillend, voor 't minst passief
staat".
Dr. Niemeijer (ook een modern predi
kant) redeneert er niet veel anders over,
in het Tijdschrift „Teekenen des Tyds"
„Intusschen is het een feit, dat het ver
trouwen in de openbare school vermindert,
en dat zeker niet het minst om
den anti-godsdienstigen geest,
waarvan sommige onderwijzers blijk gevon.
Ook bij hun onderwijs? Het is eenvoudig
ondenkbaar, dat dit nimmer het geval zou
zyn. En bovendien ondervinden de kinderen
vooral in kleinere plaatsen, voor wie hun
onderwijzer ook buiten de school onderwijzer
blijft, al heel licht van zijn openbaar op
treden zijdelings eenigen invloed. Die invloed
moge niet nauwkeurig zijn aan te wijzen,
bepaalde voorbeelden van minachtend spreken
in de school over den godsdienst mogen
moeielijk te geven zijn, het is niet
meer dan natuurlijs, dat men
aan sommige onderwijerszijn
kinderen niet wenscht toe te
vertrouwen. Allen, die den godsdienst
liefhebben, en dus ook de vrijzinnigen,
dienen nauwkeurig toe te zieri.
Ook wij zijn afkeerig \an kleingeestige
vitterijen wjj wenschen, dat geen onder
wijzer ter wille van zyn overtuiging zal
worden bemoeilijkt, maar wy hopen ook,
dat de bevoegde autoriteiten met zorg zullen
waken tegen alles in de school, wat gebrek
aan waardeering van den godsdienst ver
raadt, en zich niet uit vrees voor geschreeuw
zullen laten weerhouden om onderwijzers,
die niet begrijpen wat zij aan hun be
trekking verplicht zyn, te ontslaan".
Precies eender denkt dr. Bronsveld er
over.
„Wy blijven er by, dat de levensbeschou
wing van de onderwijzers, dat hun mee
ningen over 't koningschap, over den gegoe
den stand, over vaderlandsliefde, over gods
dienst en kerk niet verborgen kunnen blijven
gedurende de uren en jaren die zy in de
schoollokalen doorbrengen.
Maar gesteld, dat het hun gelukte hun
imnigste gevoelens, hun haat en liefde ten
aanzien van de ideale goederen van ons
tot lang uitstel. Handel en ny verheid
ondervinden daardoor schade. Nooit wordt
's lands geld nuttiger besteed, dan wan
neer het tot doel en gevolg heeft, goed
en snel recht te verschaffen. Wat de staat
daarvoor uitgeeft, belegt hij degelijk en
vruchtbaar voor het algemeen.
Het verdient toejuiching, dat de regee
ring Rotterdam wil verschaffen, waar het
recht op heefteene vierde kamer voor
zijne rechtbank. Hoe eerde Staten Gene
raal daartoe medewerken, des te spoediger
verdwijnt een achterstand, welke met den
dag ondragelijker wordt. De voortreffe
lijke afgevaardigde, mr. E. E. van Raalte,
heeft, als practisch rechtsgeleerde, den 8
December jl., in de Tweede Kamer, de
baan daar reeds voor geëffend.
Nu schyDt echter dié heilzame verbe
tering de schaduwzijde te hebben, van
elders te dreigen met zwaar verlies. Wat
het land aan de Maas behoort te winnen,
zou het aan de Schelde moeten derven.
Het geld zou bezwaren doen rijzen, waar
zyn invloed het minst mag werken. Om
de kosten der Rotterdamsche kamer te
bestrijden, nnent men te mogeu denken
aan opheffing der rechtbank te Zierikzee.
II.
Ter vergoelijking van dien toeleg wordt
aangevoerd, dat in 1897 de [Ooster-Schelde-
stad slechts in 36 burgerlijke en 70 straf
zaken heeft gevonnisd. Toch is dat getal
beduidend genoeg, dewijl de rechtbankook
andere zaken behandelt en haar ledental
tot het geringste beperkt is. Bovendien
volk volkomen te verbergen dan mogen
de voorstanders;!) der neutraliteit daarmee
tevreden zyn, doch daarmee is de zaak
niet uit. Wanneer het dageltjkscli bestuur
vau Amsterdam, wanneer de schoolopzie
ners, on inspecteurs en de ministers, en
heel het heirleger vau „neutralisten" ver
klaren, dat de openbare school voldoet aan
hun eisehen, dan vragen wymet welk
recht wilt gy dat uw eisehen meerder ge
ëerbiedigd ot ontzien worden dan de eisehen
van uw tegenstanders? Waarom moeten
uw gevoelens voor identisch worden ver
klaard met hetgeen de Staat verlangt,
en uw school de bevoorrechte zijn, de
Staatsschool heetenMoogt gij zeg
gen 1' Etat, e'est nous? Met uw
welmeenen, maar wy zyn er oos. nog."
Tooh zijn al deze genoemde klagers
voorstanders der openbare school. Ook
Bronsveld. Men weet het. En ten over
vloede zegt hij het nog eens.
Meer dan wellicht vele liberaien vermoe
den, heeft het optreden van den heer
Dunner indruk gemaakt op vele belang
stellenden in ons volksonderwijs, 't Is
geen dogmatisme, als wordt gezegd: wy
willen niet, dat bij onze kinderen direct
of indirect alle geloof wordt ondermijnd,
en dat zy komen onder den invloed van
de materialistische levensbeschouwing. Neen,
hiertegen op te komen, is te strijden voor
het oorspronkelijke karakter van ons onder
wijs, en is te waken tegen het verdeif, dat
uit het loochenen van Ged moet voorko
men.
Wy willen de volksschool handhaven,
maar 't moet een school zyn, waaraan het
valk, dat aan God vasthoudt, en dat onze
Christelyk-historische tradities niet verloo
chenen wil, met een gerust harl zijn kin
deren kan toevertrouwen.
Deze laatste opmerking komt ons wel
ietwat naief voor.
Stel n voor: de openbare school nabij
den Jordaan (den Jodenhoek te Amster
dam) trouw aaa de christelijk historische
tradities van de ouders der schoolgaande
kinderen
En dan de scholen waar de sociaal de
mocraten en godsdienstloozen van het type
Fof/«OM<fem'ij.2W„neutraal"onderwysgeven
En die waar zelfs voor modern gods
dienstonderwijs geen plaats meer is!
Kunnen zij den voorvechter der chris
telijke openbare school bevredigen?
Maar wat praat hy dan van handhaven
der volksschool.
De school door de Bronsvelds begeerd)
die grond is niet afdoendeniet het ge
tal heeft waarde, maar het gewicht.
De deskundige weet, dat de zoogenaamde
kleinere zakendie, waarbij geen zware
stoffelijke belangen betrokken zijn, evenals
de grootste, ingewikkelde rechtsvragen be
helzen. Beide eisehen vaak even veel
studie en nauwgezette overweging om tot
de voor partyen gewenschte juiste beslis
sing te geraken. Tevens worde in het
oog gehouden, dat gewoonlijk voor den
middelbaren burger zijne zaak van weini
ge honderden nog eer een strijd op leven
en dood is dan voor den aanzienlijken
koopman een geschil over vele duizenden.
Het geldt dus hier de bewaking van maat
schappelijke belangen, zonder aanzien van
personen.
Sommige leden van de Tweede Kamer
der Staten Generaal meenen, dat het arron
dissement Zierikzee of geheel bij Breda
of deels bij Breda, deels bij Middelburg
te brengen is.
Dat gaat inderdaad heel goed op
papier, maar op het water gaat dat bijster
slecht, want de eigendunkelijke Noordzee
yeemt er geen genoegen mede.
Die overbrenging zal voor het belang
rijke deel \an het arrondissement tijdper
ken geven van wetteloosheid en gelijk
slaan met rechtsweigering. Dan komen die
Zeeuwen in [den benijdenswaardigen toe
stand van Barbaren uit donkerst Afrika,
voor wie de rechtsbescherming onbereik-
naar is. Het arrondissement heeft te re
kenen met een Noordzeescha eigenaardig
heid, welke het nn en dan van het overige
wordt door de Diinners en Knapperts en
Bergmeijers gelijkelijk verworpen.
Zij die de Bergmeijers voldoet, is den
Bronsvelds, Diinners en Knapperts weer
een gruwel.
Wat Knappert wil, wil Bronsveld niet,
nog minder Diinner, nog minder de
socialist.
En toch roepen allen om het hardst dat
zij de openbare school willen handhaven
Maar dat is geen handhaven, dat is sollen.
Het is ons eohter om de hoofdzaak te doen.
Wij vestigen op deze twee dingen de
aandacht.
lo. Dat men van onverdacht Joodsche,
Moderne en Christelijk historische zjjde
onzen strijd tegen de Staatsschool begint te
begrijpen en te billyken.
2o. Dat de openbare school de grootste
aanvallen krijgt van haar beste vrienden
De Arnhemsche Courant heeft 't dan ook
eerlijk erkend:
„Elk geloovig Protestant, Katholiek en
Israëliet kan van zijn standpunt
onbetwistbare argumenten aanvoeren voor
een godsdienstig onderwijs boven de open
bare school".
En de redacteur van dit blad was jaren
lang schoolopziener hy kan 't weten.
Zelfs de Nieuwe Rotterdamsche Crt. ont
waakt. Zij sohrijft (22 Nov.)
„Wij weten wel, dat er gevraagd is
of dan de openbare onderwijzer zyn
beginsel moet verloochenen, moet veinzen
of huichelen, maar weten ook dat er
een hemelsbreed verschil is tusschen
veinzen of hnichelen en het niet aanroe
ren van geloofsquaesties of het geven
van aanstoot en ergernis. Er zyn open
bare onderwijzers, die zioh geroepen
achten op sociaal en godsdienstig terrein
op te treden, zooals de opperrabijn schrijft
als „ijverige zendelingen." En nu zyn
wy wel van alle kleingeestige vitterijen
afkeerig, maar wy ontkennen niet, dat
dit zendelingschap sommige onderwijzers
doet voorbijzien wat zij aan hnn be
trekking verplioht zijn. Er wordt door
hen gesproken en geschreven op een
wijze, die het ons begrypelyk maakt,
dat sommige ouders, Joden en Christenen,
hnn kinderen niet langer aan hunne
leiding willen toevertrouwen."
Onderwijzers als Bergmeyer, Gerhard,
Ketelaar, den Hartog, Robertns en derge-
vaderland afzondert. Zyn zwaartepunt
ligt in Schouwen en Dniveland. Dat zijn
de schoone, rijke eilanden, waar nlles leeft
van handel, nijverheid en landbouw. Daar
staan de vermogensbelangen in gestadige
aanraking met de wet. Daar blijven de
burgerijen, zoo binnen als buiten de steden
Zierikzee en Brouwershaven in onafgebro
ken betrekking met elders gevestigde handel
an industrie. Beide vormen schier éen
geheel. Ga te Zierikzee de brug buiten
de Zuidhavenpoort over, en gij zijt op
Dniveland. Daar herneemt de Noordzee,
tot Ooster-Schelde verdoopt, zyn gebied
en seheidt die tweelingen van Nederland
af door schrikbarende wateren. Deze
hebben de lastige gewoonte, in vriezende
winters reusachtige ysmassaas met eb en
vloed heen en weder te schuiven, welke
de havens onbrnikbaar maken. Het is geen
zeldzaamheid, dat dit weken duurt. Met
levensgevaar en groote vertraging slagen
de ijzeren zeelieden dier streken in het
landen der brievenpost. Stellig durft men
hier geen enkelen dag op rekenen.
De zee heeft nog andere liefhebberijen.
In voor- en najaar, soms zelfs midden
in den zomer, zyn hare golven, in ver
bond met razeHde stormen, zoo ontzettend,
dat alleen bij uitersten nood een overtocht
beproefd wordt. Dan gebeurt het, dat de
onverschrokken zeeman de poging opgeven
en naar de haven terngkeeren moet. Er
zyn tijden, dat men veilig en snel van
Groningen of Maastricht, en onmogelijk
van Zierikzee of Brninisse, naar Middel
burg of Breda kan reizen. Stel, dat eene
lij ke leveren door hun gedrag en optre
den het beste betoog van circulaires ala
die van Dunner.
Bij zoodanige erkentenissen, van zooda
nig een zijde men vergete toch niet dat
de hoofdredacteur der N. R. Cdr. Zaayer
een der felste bestrijders van Maokay'a
schoolwet was, en nog een der meest over
tuigde voorvechters der onfeilbare neutrale
school is mag men onzerzijds verbljjd
zyn en met eenige vrij moedigheid aan den
tegenstander beginnen te vragen of hij
niet veiliger zon gaan met de lenze „de
vrije school voor heel de natie" van ona
over te nemen.
Want wordt deze leuze werkeljjkhaid,
dan houdt al dat gesol op en krijgt elke
groep de school die zy verlangt, neutraal
indenouwerjaarschen, neutraal in den nieuw-
modischen zin, of Joodsch of Modern of
Christelyk, Rooinsch of Gereformeerd, al
naar de gevoelens der stichters.
Men moet zich overigens verbazen dat men
zoo laat begonnen tegen de valsche neutra
liteit der openbare school te roepen, waar im
mersin 1868 reeds door dr. AllardPierson
een onverdacht liberaal de neutraliteit
der openbare echool werd ontkend.
Immers reeds toen schreef deze;
„Men spele niet met woorden. Is het,
om iemands godsdienstige begrippen ta
eerbiedigen voldoende, dat ik ze niet be
spottelijk maak? Eerbiedig ik n, als ik u
niet uitlach Uwe begrippen, ik onder
mijn ze, ik, Staat der Nederlanden I Zend
my nwe kinderen. Over dertig jaren zijn
uwe kinderen mannen en vrouwen, die
met Christendom boven geloofsverdeeld
heid dwepen, en wandelend langs nwe
graven het hoofd zullen schudden over
deze dogmatische bekrompenheid. Wat ie
n, dat gij siddert Heb ik uwe godsdien
stige begrippen niet geëerbiedigd En
zyn de goedgeloovigen niet in hun recht,
wanneer zij antwoordenO, voorzeker
gij hebt Maria niet gelasterd, de onbevlekt
ontvangenis niet geloochend, de Drieeëne
beid niet voor onzedelijkheid uitgemaakt-
de godheid van Jezus niet als een antiek
bijgeloof voorgesteld, maar gij hebt aan
het zedelijk leven van het geslacht, dat
na ons komen zal, feitelijk geheel dien
leerstellingen grondslag ontnomen, dien wij
als den waren, als den eenigen grondslag
van olK zedelijk leren in gemoede aan-
gerechtelijke plaatsopneming daar noodig
is. Zal men de getuigen door de wolken
dragen, als de verbolgen baren den over
tocht weigeren
In de gunstigste omstandigheden zullen
zwaar tijdverlies en aanzienlijke onkosten
onvermijdelijk zyn. En dan de schade
aan de burgeryen toegebrachtWat het
rijk met de opheffing der rechtbank te
Zierikzee wint, eigenlijk meent te winnen,
zal het weder aan de andere zijde verliezen.
Want nataurlijk zal te Breda of te
Middelburg het getal rechters moeten ver
meerderd worden. Deze rechtbanken zyn,
evenals die te Zierikzee, uitmuntend saam-
gesteld. Zij behandelen de zaken met eene
kunde, zorg en voorzichtigheid, welke niet
genoeg geroemd kunnen worden.
Maar men mag een rechtscollege niet
met werk overladen. Er moet behoorlijk
tijd gegund worden om de stukken te
lezen, partijen te hooren, de vraagstukken
te overwegen, de schrijvers na te slaan.
Daarvan plukken de justiciabelen de vruch
ten. Deze dienen ook niet ten prooi te
vallen aan uitstel op nitstel.
Door de natuurlijke gesteldheid van
Schouwen en Dniveland zal de opheffing
der rechtbank te Zierikzee o. a. na zich
slepen, dat hnnne bewoners daar van tjjd
tot tijd op rechtsbedeeling moeten wachten
tot het open water is. Zoolang de
zee daar h erschappij voert, zal zy voor
hen het wetboek bij wijlen buiten werking
stellen.
Themis wikt, ÏJeptunns beschikt.
Wordt vervolgd