NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH Ho. 41. 1899. Donifetifag 5 IfttiuarL Detftmtfe ïaaugimg. VERSCHIJNT PRIJS DER ADVERTENTIËN G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. MP* Onze abonné's gelieven zoo vriendelijk te zijn om alle betalingen betreffende ons blad voor Middelburg te doen bij dhr. F. P. O'HUIJ en al wat buiten Walcheren woont bij dhr. Christenen en Modernen. Landbouw. UITGAVE VAN elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. en Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel Enkele nummers0,026. meer 10 cent. C. ORANJE Lz. te Goes. Ook post wissels gelieve men aan dat laatst genoemd adres te zenden. Christenen en Modernen, elkan ders principiëele tegenstanders, door dr. F. J. Los te Alkmaar. Utrecht Kemink en Zoon 1899. Het eerste geschrift ons ter lezing ge zonden in 't nieuwe jaar is dat welks titel hier boven staat, en dat wij met onver deeld genot en instemming lazen. Het is een nuchter, kalm, streng lo gisch betoog, waarin de schrijver een indertijd los daarheen geworpen beschul diging waar maakt. Natuurlijk had de moderne predikan- tenvereeniging zich aan zijn stelling ge- stooten en hem tot openbare bewijsleve ring geprikkeld. In een openbare vergadering heeft dr. Los aan dien eisch voldaan; en wij mogen zeggen, hij heeft 't er uitnemend afge bracht. Hoe, zoo vraagt hij met rechtmatige be vreemding, ergert gij u aan mijn (zeggen dat Christenen en Modernen elkanders principiëele tegenstanders zijn En is dan de vraag of gij nog Christe nen zijt niet door uw eigen oorypheeën opgeworpen, door Kuenen, door Koodhuy- zen, door David Strauss. De vraag te stellen veronderstelt twijfel, en Stranss heeft haar dan ook ontkennend beantwoord. En vele uitmuntende modernen hebben 'truiterlijk erkend, met Kuenen:wij zijn nog nauwelijks Christenen of zijn geen Christenen meer. Hier kon een punctum staan. Maar dr. Los gaat verder, hij zal hun de maat vol meten. En dan geeft hij hun een reeks machtige aanhalingen te slikken uit de geschriften hunner grooten en machtigen. Over de bovennatuurlijke Godsopenbaring, Godsdienst, Personen en Leer. Geschriften uit den bloeitijd van het modernisme. Natuurlijk moest de schrijver wel tot dien tijd terug. Immers wat het modernisme het fata morganathans nog the- tisch of polemisch te berde brengt, heeft weinig meer te beteekenen. Trouwens zij hebben geen „mannen" meer. Vele der door dr. Los aangehaalde uit spraken waren ons niet onbekend. Op de catachisatiën, nu dertig jear terug, werd den aspirant lidmaten menig citaat ter overdenking mee gegeven wjj herinneren ons een populair geschriftje uit dien tijd, onder het volk verspreid, waarin de uit spraken der Schrift tegen die der moderne oorypheeën op zoo menig punt worden overgesteld, en waarvan er ook vele in dit betoog van dr. Los voorkomen. Maar hij heeft ze met vele vermeerderd. Men zou haast vragen is 't niet een open deur open stooten, om nu nog te komen bewijzen dat de modernen prinoipiéele tegenstanders van het Christendom zgn. Kan 't nog nuttig zijn de geschriften der Knenens en Opzoomers en Hoekstra's en Rauwenhoffs (i) als getuigen op te roepen. De schrijver zou 't hebbeu kunnen laten indien zij die „(niet) zien wat zij (niet) zien willen" hem niet naïevelijk tot bewijs levering hadden geforceerd. De schrijver bespreekt tot bladzij 58 het leergeschil tnsschen de Modernen en Gereformeerden daarna komt hij op de (i) Ds. Lutti te Middelburg riep op Kerst mis uit(„Gebeurd of niet gebeurd, ge schiedenis of verdichting, wat doet het er eigenlijk toe op het Kerstfeest", (t. a. p. blz. 27). tegenstelling ook in 't leven, en moet daarbij van 't terrein der citaten op dat der sub jectieve waarneming overstappen. Hij constateert echter verschillende pun ten van verschil; wij sohrijven een en ander af, hij tooh maakt alleszins juiste opmerkingen. lo. Het verschil in leven wordt door het geloofsverschil gebiedend geëischt. Want geloof en leven hangen nauw samen. Ze zijn in zekeren zin theorie en practijk, de mensoh van binnen en van buiten bezien. 2o. De modernen leven naar eigen in- zioht en naar de meening van menschen. De Christenen leven naar Gods Woord. „Uw getuigenissen zijn mijne raadslieden (Psalm 119 24). 3o. Yele modernen leven zonder gebed. Hun bidden is een gebed zonder vragen zij onthouden zich van Schriftonderzoek en kerkgang. Gansch tegengesteld met de Christenen. 4o. De moderne Godsdienst is een Godsdienst des harten. Duitsohe socialisten spreken van de re ligie als van een „Privatsaohe"een private aangelegenheid. Dienovereenkom stig wordt door de Modernen op den ka theder, in de raadzaal, op de markt des pu blieken levens de naam Gods stelselma tig doodgezwegen. Van andersdenkenden die Gods grooten naam wèl belgden, heet het„Zij sleepen den Godsdienst overal bij." Wijlen minister Keuchenius werd in de Kamer om zijn Godsbelijdenis van godsdienstwaanzin besebnldigd.Daarentegen is der Christenen godsdienst een godsdienst des harten en der belijdenis. Gij bezit slechts zooveel religie als gij beleeft en belijdt. Geen confessie, geen godsdienst. Volgens Christus althans is dat een natuur wet„Uit den overvloed des hartenspreekt de mond" (Matth. 1234). In zijn ver klaring op Romeinen 10 10 „Met den mond belijdt men ter zaligheid", teekent Calvijn aan: „het is al te dwaaste ver zekeren dat ergens vnur is godsdienst- vuur op den vuurhaard des harten waar vlam noch warmte is". Christenen belgden den Christus als bun eenigen Voorspraak bij God. Welnu Zijns is het woord: „Een iegelijk die Mg belijden zal voor de menschen dien zal ik ook belijden voor Mijn Vader die in de hemelen is. Maar zoo wie Mij verloochend zal hebben voor de menschen, dien zal ik ook verloochenen voor Mijn Vader die in de hemelen is". 5o. De modernen zijn voorstanders en bezoekers van den schouwburg. De chris tenen zijn tegenstanders en niet-bezoekers van den schouwburg. Het leven is hun te ernstig dan dat zij lust zouden hebben tot comediespel. Zelfs liberale dagbladen klagen dat het tooneel de vuile zonden van eohtbreuk en ontucht op het schoonst voorstelt. 6o. De modernen zijn opvallend karig jegens den naaste. Ondanks hun leuze „humaniteit" mogen wij vragenwaar zijn hun liefdadigheidsgestichten? Waar hun collecten die beduidende eindcijfers opleveren? Bij hun liefdadigheidsbazars speelt onvermijdelijk ook hebzucht een rol. En vermakelijkheden wier batige saldo's ellendigen ten goede komen bewijzen wel genotzucht, maar nog geen menschenmin. En dat, terwijl men het Staatsonderwijs, enkel voor modernen bruikbaar, grooten- deels deor andersdenkenden, uit de staats kas, betalen doet. 7o. Vele Modernen zijn voorstanders van en spelers in loterijen. De Christenen zijn tegenstanders van en niet-spelers in loterijen. &.80. De modernen bezitten geen heiligen naam en dag. Zelfs die personen heb ik hooren vloeken van wie men zulks het minst verwachten zou studenten in do theo logie en dames. Reeds om die reden is de omgang onmogelijk tnsschen Modernen en Christenen. Voor de Modernen is de Zon dag een sabbat des menschen, niet des Heeren. Zij werken alsdan endoen werken, zij jagen dan het genot na, zij reizen en trekken. Door de ontheiliging van Gods Naam en dag doet men zich echter in Christelijke kringen kennen als een niet- christen. 9o. Wijlen prof. RauwenhofF heeft gezegd „In de Bijbelsche schriften wordt alles over- heerscht door het belang dergodsdienst. Het zuiver mensohelijke beeft in zichzelf geen recht van bestaan. Het verkrijgt dat eerst als zij daarop haar stempel heeft gedrukt. Het is esn ware tyrannie van den godsdienst." Hieruit blijkt: Voor Modernen is het natuurlijke het meest. Voor Christenen het geestelijke. Heel het leven ontvangt daardoor óf een natuurlijk, óf een godsdienstig en geestelijk cachet. lOo. De modernen houden weinig of geen rekening met het toekomstig oordeel Gods. Dr. P. Proost te Koog a. d. Zaan schrgft in zjjne dissertatie over Jodoous van Lodensteyn, over „het streng zedelijk Calvinisme". Zou een moderne eveneens spreken van „het streng zedelijk Moder nisme" In zijn beoordeeling van prof. Rauwen- hoffs werk „De wijsbegeerte van den godsdienst" verklaarde indertijd dr. H. Bavinck docent te Kampen! „De revolutie in de 19e eeuw heeft even diepe lijnen getrokken tnsschen burgers van hetzelfde vaderland als de Reformatie der 16e eeuw. Huwelijken bijvoorbeeld tussehsn reoht- zinnigen en vrijzinnigen komen vrij zeld zaam voor. Ook dit boek bewijst het". Ik sta dus zegt dr. Los met mijne stelling niet alleen. Ook op de gevolgtrekking van dr. Los wenschen wij nog even te wijzen. „Discussie tussehen Modernen en Chris tenen zal dus iu den regel onvruchtbaar zijn", zoo concludeert hg. Nu, van Calvinistische zijde is reeds voor jaren het apologetisch standpunt van wijlen professor v. Oosterzee veroordeeld. Wij kunnen derhalve deze conclusie beamen. Dr. Los beroept zieh daarbij op twee feiten. „Vooreerst zegt hij de godsdien stige twistgesprekken der 16e eeuw tus sehen Roomschen en Protestanten, welke geen enkel gevolg van eenige beteekenis hadden wijl de gemeenschappelijke basis goeddeels ontbrak. „Nu bestaan er meer punten van over eenstemming tussehen Roomschen en Pro testanten dan tussehen Modernen en Chris tenen (3). Ik noem slechts de belgdenis van den drieëenigen God, de bovenna tuurlijke Godsopenbaring, godsdienst, per sonen en leer, het gezag der Heilige Schrift en der oudste Conciliën, de God heid van Christus, enz. Eenstemmig zijn Roomach en Onroomsch in het belgden van het bovennatuurlijke. Rome staat tot bet Protestantisme als de ontaarding tot de ontwikkeling. Eén in den wortel. Het Modernisme staat als iets geheel anders tegenover het Christendom. Tweëerlei wortel. De discussie met Rome bleek onvrucht baar te zijn. Laat zich van die met het Modernisme wèl eenige vrucht verwachten? „Ten andere wordt mijn gevolgtrekking gestaafd door de houding der theologische professoren der staatsacademiën tegenover de Vrije Universiteit. Genoemde stichting houdt jaardagen in de hoofdsteden der provinciën, met openbaar debat tegen te voren gepubliceerde stellingen die het Staatsonderwijs en het Moderne beginsel in den wortel aantasten. Toch traden staatsprofessoren dusver nimmer als oppo santen op. Durven zij niet? Elk weet beter. Kunnen zg niet? Wie die 't waant. Heel het land weet, tij willen nietwijl zij weten: ons ontbreekt een gemeenschap pelijk uitgangspunt van redeneering. Dis cussie is toch onvruchtbaar". Wij noemden dit een zeer nuchter af doend betoog, en goed geslaagd de gemo- (a) Wat zullen Ned. Dagblad, Vaderlan der en andere „Chr. historischen" van deze erkentenis raar opkijken I tiveerde aanklacht tegen bet Modernisme, ook waar 't op staatkundig erf als libera lisme en radicalisme zich gelden doet. Tot de slotgevolgtrekking bestond alle aanVei- ding: De zegepraal van het Modernisme zou zijn de val van het Christendom. De triomf van het Christendom zal zijn de ondergang van het Modernisme. De schrijver is bij het algemeen Chris tendom gebleven, met vermijding der Belijdenisschriften, toch verklaarde hij het Gereformeerde Christendom op 't oog te hebben. Gaarne hadden wij in verband met deze verklaring de conclusie scherper geformuleerd gehad. Tegen het Modernisme; tegen het Pantheïsme, Deïsme, Eclecticisme, Scepticisme, het Budhisme :der Moderne belgdenis is niet het Ethische, (8) 't Critische of Supranaturalistische beginsel, of welke richting van het „Protestantisme" ook, maar alleen het Calvinisme het tegen gif. Dr. Los weet dit ook wel en zal ons allerminst kwalijk nemen dat wg door de lezing van zgn uitnemend geschriftje in deze overtuiging versterkt zgn. Voor velen zal zijn geschrift een welkome gids en vraagbaak zijn in den strijd tegen Ongeloof eu Revolutie, dat met de ont kenning der Openbaring begint. Er staat zooveel in. En wie dit boek gelezen heeft zal niet ongewapend staan wanneer hij te avond of morgen en welk Christen wordt dit al niet op zijn beurt I in den strijd betrokken wordt. (s) Veel van hetgeen dr. Los (vooral blz. 21 en 22) van voor dertig jaren uit ge schriften van modernen als lijnrecht met de Schrift en des Heilands uitspraken in strijd, aanhaalt, kan hfj uit geschriften aan de hedendaagsclie jongere ethischen ook als bewijzen tegen laatstgenoemder beden kelijke beschouwingen omtrent de Gods openbaring aanhalen, de toenmalige moder nen schijnen ons dan ook minder gevaar lijke „Christenen* dan de hedendaagsche jongere ethische school. Van Zeydner tot Rauwenhoff i 1 n' ya qu' un pas. De Goesche Crt., naar aanleiding van onze opmerkingen omtrent 't te vroeg op nemen der doodenlijst, berispt ons dat wij zelf die lijst in ons no. van 31 Dec. op namen. Om 'tin het oog te doen springen mis schien, maakt zij er van 30 Deo. en schrgft dan boven haar stukske (dat naar dienzelfden maatstaf den datum 31 Dec. dragen moest)„2 Jan." Dit verzwakt een weinig het effeot van haar vermaan. K De eerste plaat van De (groene) Am sterdammer in het Nieuwejaar zal den mi nisters niet aangenaam zijn. Chronos, (de god van den tijd I) met zandlooper en zeis, en een jongsbe het nieuwe jaar aan de hand roept Sylvester het oude jaar! nit zgn luien arm stoel en voegt hem toe dat zijn uur daar is. De ander, opstaande, zegt: och ik zat nog zoo lui en lekker, en tot het jongske: kereltje, neem een voorbeeld aan mij en overwerk je niet. Op den voorgrond liggen de leerplicht wet, de armenwet, 't arbeidscontract en de pensioenwetten. Minister Borgesius moet deze bedekte beschuldiging van werkeloosheid wel 't meest onaangenaam vinden, hij die op zijne verkiezings- en andere tochten, in volks vergaderingen te gewagen plag van de „maagdelijke" portefeuilles der ministers nit 't kabinet Mackay. Als eerste vrucht van Dr. Kuypers pogingen, kan nn reeds worden medege deeld, dat aan de Columbia University te New-York in Januari en Februari zes lectures over Nederlandsche Letterkunde zullen gehouden worden door den heer Leonard Charles van Noppen, den vertaler van Vondels Luoifer in het Éngelsch. Deze lectures worden betaald luor eenige heeren van de Holland Society, die op de con- stitueerende vergadering van de American hranee van het Algemeen Ned. Verbond daartoe de gelden beschikbaar stelden. (De heer v. Noppen is 8 Jan. 1868 te Wemeldinge gebaren. Op zgn 7e jaar gingen zijn ouders met hen n-aar Noord Amerika en vestigden zich, eerst te Grand- rapids, daarna le Durham (N. Carolina). Hg studeerde aan de hoogeschool te Annarbor zoo wij ons niet vergissen. Hij is geen Calvinist, al is zijn optreden vrucht van dr. Kuypers optreden. Hij is de „liberale gevoelens" toegedaan. Dit bewijst echter dat dr. Kuyper ginds met wijsheid en onpartijdigheid is opge treden in het belang vaa den Algemeenen Nederlandschen Bond. Red.) \\Dt San José-schildluis. Onlangs hebben we een en ander mede gedeeld nit het rapport van prof. Ritsema Bos over de onderzoekingen, die bij op last onzer regeering in California heeft ingesteld naar de levensvoorwaarden van de itan José-schildluis. Voor de Vereeuigde Staten wa» het, met het oog op den uitgebreiden Uitvoer van gedroogd fruit, van belaag te onderzoeken of het drogen de schildluis doodt. Daar toe werden door het Landbouwdepartement proeven genomen die verscheidene weken duurden. Groote boevtelbeden perziken, appelen en peren, die door schildluis aangetast waren, werden met alle bekende, in deze industrie gebruikelijke droogmethoden, als drogen door middel van de zon, door bet al dan niet toepassen van zwavel, nauw keurig onderzocht, en de uitslag was, dat elk dezer behandelingen het leven bg de sohildluis doodt. Bij het beoordeelen van dit resultaat moet men evenwel in aanmerking nemen, dat het voor de Vereenigde Staten van veel belang was deze gnustige uitkomst te verkrijgen. Daarom zal men verstandig doen de uitkomsten van meer onpartijdige proefnemers af te wachten. Ovezand. Voor de met 1 Februari aanstaande, alhier vaoeerende betrekking van gemeente-veldwachter hebben zich 43 sollicitanten aangemeld. Oud-Vosaemeer. De „reuzin", een meisje van 11 of 14 ja*r, heeft dezer dagen naar de Tel. meldt een paar klompen ge kregen, expresselijk voor haar gemaakt, van f 1.25. De schoenmakers alhier hebben geen leesten om voor hiar schoenen te maken. Benoemd tot inspecteur bij de belas tingen te Hansweert J. Eisinga, adjunct- inspecteur te Arnhem. De heer W. H. van Gorsel te Oud- Vosmeer werd benoemd tot voorzitter van het "Weezen-Armbestuur aldaar. Baarland. Vrijdagavond werd alhier een vergadering belegd tot het oprichten eener vereeniging tot aankoop van ge waarborgde kunstmeststoffen. De toegetreden leden benoemden nit hun midden tot voorzitter Jb. Eleobaasj secr-penningm. J. D. Pompoene en toj. Commissarissen C. v. Damme, H. Schou en A. Burger. St. Maartensdijk. Terwijl alhier eea alleenwonend persoon t. H. op Oudejaars avond de Godsdienstoefening bijwoonde wisten ongewenschte bezoekers zich door verbreking van het slot aan de buitendeur toegang te verschaffen tot de woonkamer, waar zij een kastje openbraken, dat door snuffelden en .'verder inzage namen van een kisije, 't welk op dat kastje geplaatst was, waarna zij Zich ver wg derden met

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 1