NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH Middelburg. ORIA, „SiB transit gloria muadl!" Ho. Si. 1898. 00,000. ZEiMtOTTERDAM. 10,- 6,30 7,~ 7,30 7.30 ehelde, Hulst-Vlake. ie Westerschelde. aart 1899. sr VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN „Geloof" of „Ongeloof." en 1 September 1897, No. 31. SCHELTES Jr. T Dzn., en E.BARENBROEK- uoebje&ihgeb. ELT US- rincie Zeeland te richten tot 105i te Middelburg, Inspec- W. DOBBELAIRE, Kleine J. MEEUWSE, Wagenaar- ■s P. HUIJSHEERE te Goes Dec. erdamache tij d. ikzee: Van Rotterdam: Safenfag 10 ®rccm6et. Mtende Iftarpntj, 8- 8,- 7.30 9- 9- 10,- 10,30 7.30 7,30 7,30 9- 9,- 7,30 8 8- 8- 9- 9,30 Dond. 8 Vrijd. 9 Zater.10 Zond. 11 Maan.12 Dins. 13 Woenl4 Dond.15 Vrijd.16 Zater.17 Zon. 18 Maan.19 Dins. 20 Woen21 10, Dond.22 8, Vrijd.23 Zater.24 Zond.25 Maan.26 8,- 9, 9, 9,30 9.30 9.30 9,30 9,30 9,30 9,30 9,30 9.30 9,30 Dins. 27 Woen28 Dond.29 Vrijd.30 Zater.31 9,- 9.- 9.30 9,30 9,30 9,30 9,30 9,30 9,30 'E SPOORBOOTDIENST op da )OMBOOTDIENST. soorden naar Ylake vm, 5,20 3.30. naar Walsoorden onmiddellijk van den correspondeerenden 8, 10.31,2,15,5,15 uur. YAGENDIENST. naar Walsoorden vm. 7,— ,5, 8,5 uur. morden onmiddellijk na aan- >oot, ongeveer vm. 9,en 3,15, 6,15 uur. TRAMDIENS T. NGEN—MIDDELBURG, /lissingen Zeilm. vm. 4,50 r. 9,30, 11, 11,45; nm. 12.30, 45, 3,30, f4.15, 5,10, f5,55, 8,30, f9,15, 10,15. v. d. Remise. Middelburg (Markt) vm. 5.20 10,15,11,50, nm. f12.35, 1,20 f3,35, 4,20, f5,15, 6, f7, 7,50 10,20,11. ren geen goederen. OOMBOOTDIENST N-MIDDELB.-ROTTERDAM Dec. an Tan Taa [ngen. Middelburg*. Rotterdam. 6 7,30 n 8,15 6,— 7,30 n 8,15 6,- 7,30 n 8,15 6 7,30 8.15 n 6 n 7,30 8,15 n 8, n 7,30 n 8,15 li 6,— 7,30 8,15 1! 8, 7,30 8,15 n 8, 7,30 8.15 n 8,— 7,30 8,15 n 6,— 7,30 8,15 ii 8,— 7,30 8.15 ii 8,— 7.30 8,15 6— 7,30 8,15 vm. 11,55a) nm. 3,256). nm. 12,25a) nm. 3,55. vm. 10,20 nm. 1,55. 10,40 2,15. )e) 11,55 3,256) e) nm. 12,15 3,45. ie vm. 8,10. 8,40. 3,25 naar Breskens hoogstens uten. >ot van 6,10 van Vlissingen xS niet gemaakt. eoten en het spoorwegstation alken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regëls 50 cent, iedere regel meer 10 cent. De „clericaal antirevolutionairen" zouden ie Joden afkeerig willen maken van hun geloof. Aldus de Middelburgsche Courant. Wat de clerieaal antirevolutionairen zouden willen, weten wij niet, wij toch kennen ze nietmaar-wat wij zouden willen weten wij wel. Wij willen juist het tegendeel. Het zou ons al heel veel gewonnen zijn wanneer alle Joden in óns land terugkeer den tot het geloof der vaderen en het on derzoek van Mozes en de Profeten. Dat zou een middel in Gods hand kun nen zjjn om hen afkeerig te maken van hun ongeloof. Niet van hun geloof, van hun ongeloof moeten de mensohen, zij zijn Jood of Christen, Heiden of Turk, genezen worden. En 'dit trachten niet wij te doen dat kan alleen de Heere, die nog in Zijn woord den kinderen Israëts toeroept „Keert weder tot Mij, gy afkeerige kin deren en Ik zal uwe afkeeringen genezen." De antirevolutionairen zouden de Joden afkeerig willen maken van hnn geloof. Dat ie mie, Middelburger, dat hebt gij gedaangij en uwe vrienden. Aan het ongeloof, het rationalisme dat helaas menigen Jood kenmerkt, draagt het liberalisme schuld. Men belnistere elechtsde tonen van min achting jegens hnnne geestelijken als bij voorbeeld Refello in de Middelburg sche Courant „Dr. Dunner ziet dat zijn invloed ver mindert. En nu heeft hij bedacht dat, als men de kinderen volpropt met the ologie en hun zoo weinig mogelijk al- gemeene ontwikkeling geeft zijn gezag weer zal toenemen. Of van zekeren v. Lisad in de Amster- damsche (jourant: De neutrale school is den liberalen Jood zoo heilig als den orthodox zijn kerk. En hij moet nu, hoe noodeook, met grooten nadruk verklaren dat mo- reele wissels door de Joodsche geestelijk heid onderteekend door hem niet zullen erkend worden. De liberale Jeden, hebben zij tekie- JPÜUILLBTON. 1) Op den 9en Nov. jl., des avonds om half negen, liep ia de haven van Barcelona de stoomboot Miguel Gallart met soldaten bin nen den volgenden morgen begon de ontscheping. Dit sehouwfpel zal geen ooggetuige ooit vergeten. Aan wal stonden 90 draagba ren en verscheidene ziekenwagens gereed. Daar was ook een priester in de nabijheid, om zoo noodig de Sacramenten der ster venden toe te dienen. Helaas, maar al te dikwijls moést hij de laatste troostmiddelen dei H. Kerk uitdeelen. De soldaten landden aan de escalera de la pan, de „vredestrap." Welk een vrede Maar veel grooter en treuriger tegen stellingen kon men daar vinden. Op dezelfde plaats, waar thans de zieke, kreupelgeschoten soldaten hun geboorte land weer betraden, landde eens de groote Columbus, toen hij na de ontdekking der Nieuwe Wereld in Spanje terugkeerde. En op denielfden grond, waar de koning hem ontving en onder het gejuich des volks omhelsde, stond nn de legerstede voor de [stervende verdedigers der An tillen Nauwelijks honderd schreden voorbij de vredestrap staat de imposante Columbuszuil. 1) Zoo gaat '«werelds roem voorbij. zen tusschen de Joodsche kerk en de neutrale school, kiezen beslist: De school. Mocht ds kerk by den broederstrijd verloren gaan, des te erger voor die kerk en voor de rabbijnen. Of de onstuimige taal van een man als mr. Levy Er gaat een windhoos over onze ver basterde hoofden heen. De Aeolus die haar ontketende is de heer Diinner, opper rabbijn te Amsterdam. M.et bewonderens- waardigen tact en fijn gevoel voor oppor tuniteit achtte deze geestelijke het ge raden een mandement het duister te doen zien. Waaromniet? Wij hebben reeds den Syllabus waarin vervloekt wordt wie kettersch denkt en Ons Pro gram met even onvervalsohte bedoeling. Blykbaar roofden die lan weren de nacht rust van dr. Dünner. Wat duivelMen is aangesteld zieleherder of men is het niet. En als men het wfel is, al moge het ook nog zoo te bejammeren zijn, dan gedraagt men zich als zoodanig. Ik weet niet of de opperrabbijn in dertijd uit Polen tot ons gekomen, onze taal, die hy althans stamelt genoegza m verstaat om te vatten dat B. en W. zeg gen dat hij gelasterd heeft. En het is doodjammer dat zij gelijk hebben. En ter vergoelijking zijner algemeenheden gaat hy zijn lasterlijken uitval tegen de openbare school een hniselyken glimp geven. Nu moge de opperrabyn, wordt hem het masker afgerukt, met al de airs eener vervolgde enschuld weeklagen. Het was hem, gelyk allen be krompen fanatieken niet om het onder zoek maar om het frasengekletter der klacht te doen. Het staat in zyn zend brief. Daarin spreekt hy van buiten het Jodendom. Buiten het Jodendom. Hy bedoelt zijn jodendom. Het kan hem niet duidelijk en nadrukkelijk genoeg gezegd worden het Jodendom heeft met heel de versleten rommel van ritueel en ceremonieel niets te maken. Hebt uw naasten lief, en niet een valsch ge tuigenis afleggen. De opperrabbyn had beter gedaan, wanneer hy het Joden dom wat minder tegen hersenschimmige gevaren beschermd en die les wat meer in toepassing gebracht had. Is dit geen ergerlijke taal van een ver licht man 't Is waar hy erkent zelf dat Op den kogelvormigen bol, die de spits bekroont, staat het bronzen beeld van den grooten wereldontdekker. Zij* ver uitge strekte rechterarm wijst naar de zee. Daarachter ligt de Nieuwe Wereld, waar van Columbus' nakomelingen nu het laatste stuk hebben verloren. Zou niemand ver moed hebben, dat de soldaten deze vreese- lijke tegenstelling beseften? En wat moest het bronzen standbeeld aanschouwen Het sohip bracht 1077 sol daten over; 50 hunner waren den dood nabij en 250 zwaar ziek. Drie-en-twintig stierven er gedurende de reis. Om hun toestand aan te duiden, droegen de soldaten gekleurde strkken op hunne mouwen. De doodzieken roode, de zwaar zieken blauwe, de minder ernstige zieken witte, en de „gezonden" geene. De laatsten werden het eerst aan land gebracht op een havenstoombootje, dat door eea eigenaar beschikbaar was gesteld. Dit waren de „gezonden". Hoe moesten de zieken er dan wel uitzien I Allen waren zeer vermagerd, hunne oogen stonden hol. Men gjif hun dadelijk bouillon en wyn. De krachtige bouillon, ongeveer 1000 kop, was gratis door een hotelhouder verstrekt. Toen het stoombootje voor de vierde maal van het schip terugkeerde, bracht het 80 zwaar zieken met blauwe strikken mede. Een hunner moest aan land ge dragen worden gesteund door het perso neel van het Roode Kruis, waggelden de anderen naar de nabygelegen barakken. Daar werden hun versterkende medicijnen toegediend. En nu kwam het uit, dat zy opkwam uit een verbijsterd hoofd. Maar waarom ze dan wereldkundig ge maakt? I» zy niet 't klaarste bewijs dat de Is raëliet in dien Jood is te loor gegaan en wie anders dan het Liberalisme het Liberalisme als beginsel en als systeem draagt biervan de schuld? Afkeerig maken van zulk „geloof", neen dat doet de openbare school niet. Maar is dit dan haar verdienste? Uitingen als van „Refello" „Ou „diable" komt hy aan dien schooneu naam Jen van (E)lisadj en van Levy (in weerwil van den heerlijken naam El die in alle drie de namen verborgen ligt) zyn hel beste motief voor „aanvallen" als van dr. Dünner. Wanneer onder ons Calvinisten zoodanig een geest gevaren was en men deed ons de vrije school als redmiddel aan de hand, wy zouden allen toeroepen: Haast n, het aan te grijpen, haast u toch, kinderen van het eens zoo prinoipiëele, van God gekende voorgeslachthaast u, er is gevaar by uitstel; haast u om uwa levens wil en ter wille van het leven uwer kinderen. Woord van mr. Levy, een minder beschaafde uitdrukking. De N. IJtsclbode, een Roomsch blad, schrijft naar aanleiding van het besluit der Herv. Synsde in zake Bruna het vol gende: <s Doch v.oor het protestantsch kerkgenoot schap zou het wellicht niet overbodig zijn, om ter handhaving zijner Christe lijke belijdenis, naar den kant van het ongeloof en de ontkenning van natnurlijke zoowel als bovennatuurlijke godsdienstige waarheid eens definitieve grenzen te trek ken. Een Hindoe, een Brahmaan, een Mahomedaan, een spiritist, een heiden kan ongestoord voorganger zijn en predikant in eene hervormde gemeente van ons vaderland, waaraan het geloof in den Za ligmaker geen noodzakelijke eisch is, aan een dominé te stellen. Doch komt iemand, en nog wel langs het protestantsche beginsel van vrij on derzoek, tot het omhelzen van de katho lieke waarheid, dan vindt het gemengde gezelschap op het open terrein nog den moed om eene denkbeeldige deur te sluiten, waar geen muur is I er niet 250, maar 300 jzwaar ziek waren. Het was bijna onmogelijk, om allen dadelijk zoo te helpen als hun toestand vereischte. En telkens bracht de kleine stoomboot weer opnieuw ongelukkigen aan. Bij de zevende vaart werden 39 der ergste zieken, met roods strikken op de mouwen aangebracht. Zij spanden hunne laatste krachten in, om de paar treden der Vredestrap op te gaan, verder moest men hen dragen. Twaalf doodzieke sol daten konden niet meer opstaan en werden op een draagbaar van de groote stoom boot in de kleine en zoo aan land gebracht. Men droeg hen naar den voet der Colam bnszuil en toen men hen daar nederzette, waren er op den nauwelijks honderd meter langen weg vijf gestorven. De volgende vaart bracht weder eenige doodziekentwaalf konden de trap nog opgaan, acht werden er op open draag baren, en zestien in gesloten draagbedden aan wal gebracht. En voortdurend land den er nog meer ernstig zieke soldaten de stoet vun wandelende geraamten scheen geen einde te nemen. De barakken stonden vol draagbaren, op de kade stond het eene bed naast het andere en het geheele plein plaza do la paz (vredesplein) was over dekt met draagbaren. Het begon onmoge lyk te worden overal hulp te verleenen. Om half drie 's namiddags deed de boot haar negende vaart. Dezen keer werden de meest beklagenswaardige zieken gehaald. Twee hunner zagen er uit als lijken. Hunne lichamen waren ingevallen, hun Een dreigend gevaar. De N. Prov. Gron. Ct. schrijft: jg|Er is een tijd geweest, dat de Republiek der Nederlanden beheerscht werd door Hollanddat in Holland de wet gesteld werd door Amsterdamdat Amsterdam geregeerd werd door burgemeester Bicker dat deze burgemeester onder de pantoffel zat van zijne vrouw en dat deze mevrouw Bicker danste naar de pijpen van bare keukenmeid, zoodat de Republiek toen gere geerd werd door mevrouw Bicker's keukenmeid. Thans gaat het wat anders. Volgens de wet berust de regeering over ons land bij Hare Majesteit de Koningin. Deze laat zich raden door een verantwoordelijk mi nisterie met den heer Piersnn als chef. Doch Pierion wordt „gepord" door Kerdijk, nadat Kerdijk „gepord" is door Van der Zwaag, zoodat 't Gaat dus anders ook beter In 't blad der Socisal democratische ar beiderspartij stond aan den vooravond van de Deventer stemming dat „de schimach tige figuur van den ex predikant v. Loe- nen Martinet in den smaak vallend bij alle burgerlijke partyen," diende bestreden. Bij de herstemming heeft deze zelfde partij gesteund de candidatnur van v. Loenen Martinet. Hoe raar 't loopen kan De gepensioneerde kapitein van het O. I. leger, Vemer, heeft den 5 Jnni van dit jaar zijn vronw en een vriendin van haar op de straat doodgeschoten. Deze rechtszaak is verleden week be handeld. De beschuldigde werd door velschillende getuigen als ontoerekenbaar verdedigd doch ook ter anderer zijde belast met ver schillende beschouwingen die omtrent zyn karakter en reinheid van| levenswandel geen al te besten dunk vestigen. Hij heeft bekend met de vriendin zijner vrouw aangehouden, daarna een haat tegen haar gezet en haar zonder berouw dood geschoten te hebben. Meer van den sluier op te lichten die dit vieze huwelijksdrama bedekt, achten wij oirbaar noch noodig. Melden wij slechts dat 10 jaar tucht- aangezicht geleek een doodshoofd. Met hangende onderkaken en verglaasde oogen staarden deze bewustelooze koortslijders voor zich uit. Zij begrepen niet meer, dat hun laatste wensch vervuld zou wor den in het vaderland begraven te worden. Yan de twaalf, die bijna in doodsstrijd zijnde, op draagbedden aan wal gebracht werden, stond er éen met veel moeite op. Hij wankelde de trap op en riep „Yive Espana!" (Leve Spanje!) Daarna wierp hij evenals verschillende anderen, zijn Cu- baanschsn stroohoed in zee, „om niets uit dat gevloekte land te behouden en hy zakte ineen. Hij was de laatste ,der ontscheepten. Maar nu wachtte den ooggetuigen een nog veel smartelijker tooneel. Toen de doodzieke sol laten, loopende of gedragen, de Columbuszuil naderden, zagen zij daar boven het bronzen standbeeld. Een zonne straal brak door de wolken en deed het beeld schitteren als goud. Toen stond een der soldaten stil; hij kon zich nauwelijks rechtop houden, en op den grooten we reldontdekker wijzend, riep hij met heesche stem „Ese tiene lo culpa de todo Die daar is de schuld van alles!" En een ander stierde de verwensching naar boven „Ojatcc no hobieses nacidoO, dat gij nooit ge boren waart Daar, waar men den wereldontdekker voor vierhonderd juar ontving als een triumphator, waar het gejubel eener ontel bare volksmenigte hem ter epre brui send weergalmde, daar vervloekt men hem thans huisstraf tegen hem geëischt werd, dat zyn verdediger vrijspraak voor hem pleitte en dat de man zelf nog pas 47 jaar oud is, en naar onze opvatting tot een soort menschen behoort, dat veel te vroeg ge pensioneerd wordt en met hunne hooge pensioenen zichzelf en hunne omgeving tot een last of een bederf zijn in eene wereld die zich verveelt. In dezen kapitein is weer bewezen dat ledigheid des duivels oorkussen is. *a* De sociaal democratische arbeiderspartij telt slechts twee leden in de Tweede Ka mer, en toch beteekent zij veel. Hoe dat komt? Wel, zegt de (antirev.) Bedumer, „om dat zij werken an den arbeid verdeeld hebben. Zij onderzoeken, reizen, vragen inlichtingen, in één woord zij doen wat zij kunnen". En dan worden onze antirevolutionairs Kamerleden tot navolging van Van Kol'* en Troelstra's voorbeeld opgewekt. Troelstra in de Sociaal democraat is met deze opmerking zeer ingenomen. Zij ge tuigt, meent hij, „dat men begrijpt, dat een heerenpartij, gelyk zoowel de links- als de rechts-antirevolutionaire fraktie op 't oogenblik inderdaad in de Kamer is, op den duur met de arbeiders van Patrimonium in botsing moet komen en tal van geloovige arbeiders zullen gaan stemmen op den sooiaal democraat". Men zou haast vragen, wat men zich al niet verbeelden kan. Dit is 't echter niet waar wij op komen wilden. Troelstra zegt iets anders en dat be amen wij. „Geloofsstrijd wordt er bijna niet meer gestreden in de Kamer", zegt hij. Hier legt de prinoipiëele tegenstander den vinger »p de wondeplek. Ook onze antirevolutionaire Kamerleden hebben bijna uitsluitend oog voor de stof felijke helangen, omtrent da geestelijke belangen hoorden wij 't amendement Brnmmelkamp en diens schoone lezing over 't Koninschap uitgezonderd zoo goed al* niets. Nu de een dood, een ander van huis, een derde uit de partij gegaan en een vierd* oud geworden is, nu gelooven wij ook dat 't wat den „geloofsstrijd" aangaat, onder ons een weinig koud begint te werden. Arme Columbus 1 En daar op datzelfde plein is nude le gerplaats der kreunende rentelende zieken. Bed aan bed. Een onafzienbare menigte staat op het plein zij zwijgt. Men spreekt nietzwijgend ziet men het ontzettends schouwspel aan. Wat men naderhand zeide? Wie kan het weten? In het Nituwsddad van Barcelona schreef iemand,Neen, arme beroemde zeeman, wij mogen uwen naam niet vloeken. Noch tans ware het beter geweest, honderdmaal beter, dat men u de gevraagde schepen en mannen en het noodige geld niet ge geven hadde. Wij mochten immers toch niets van uwe roemrijke verovering over houden, niets als hetgeen gij hier thasis voor n zieteen overwonnen standaard en een stoet geraamten. Neen, het is niet uwe schuld, maar de schuld van vyftien ge slachten, van koningen en ministers, van regeeringen en onderdanen. Rust in vrede, wy zullen uwen roem niet aantasten maar als gy op uwen ge denkzuil hier in Barcelona moet blijven staan, verander dan uw fier en zelf bewust gebaar in een ootmoediger houding. Laat uw arm zinken, Columbus! Wys niet met uwe hand naar landen, waarvan ons niets meer overbleef niets meer dan een ver schrikkelijk kerkhof, waar duizenden en aog eens duiz;nden van onze broederen in eeuwigen doodselaap rusten Centrum.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 1