NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH Ito. 80. 1898. StomMag 8 $ecem6ec. 3)ccftcntfe laürgftfijj. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN De Neutrale School. MOEDERLIEFDE. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,02*. UITGAVE VAN en van 1 5 pegels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten ran 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. De klacht van dr. Diinner over ie ave- rechtsche neutraliteit der openbare school heeft by de Joden instemming, nog meer tegenstand gevonden Uit de gevoerde briefwisseling echter is gebleken dat de opperrabbijnen van Am sterdam, Groningen en Arnhem voor de bijzondere school („Israëlitische secte- school") zijn, die van Limburg dr. Landsberg onvoorwaardelijk aan de „verdraagzaamheid kweekende" openbare school de voorkeur geeft, die van Rot terdam (dr. B. Ritter) zich beslist aan de zijde van dr. Diinner rchaarde en die van Leeuwarden zich nog niet uitgelaten heeft tevens big kt dat de opperrabbijn van Limburg zich vergist heeft toen hij meldde dat wijlen Jozef flirsch, het hoofd der Joodeche geestelijkheid in Noord-Holland, in een predicatie zon hebben uitgeroepen „Wij willen geen sectescholen." De broe der tech van den overleden geestelijke, de heer S. Hirech heeft in het Handels blad verklaard dat zyn broeder juist het tegenovergestelde gezegd heelt. „Wijion mijn broeder", zoo schrijft de heer Hirsch, „heeft in die dagen herhaalde malen met klem en nadruk er op gewe zen, dat het Joodsch-godsdienstig leven een gevoelige slag zal krijgen door de opbef- ling der verschillende confessioneele scholen in den lande. En ik geloof, dat de uitkom sten de waarheid zijner bewering ten stel ligste hebben bewezen. Reeds een opper vlakkige vergelijking tusschen dereligieuse toestand van toen en thans dwingt ons tot de harde maar onloochenbare er kenning dat zpne voorspelling maar ai te juist was. De woorden, waarop dr. Landsberg doelt, zyn eenigszins anders gezegd en hadden een geheel andere strekking. De heer Jozef Hirsch maakte n.l. een verge lijking tusschen de onverkwikkelijk» toe standen in sommige Joedsche gemeenten in ket buitenland, waar scholen van orthodoxe en van vrijzinnige Joden tegen over elkaar staan, terwijl in ons gezegend vaderland, Goie zy dank, zeide hy slechts Joodschs scholen van éen kleur en éen jopvatting, volgens de onvervalsche traditioneele confessie, worden aangetroffen, FEUILLETON. (Slot). „Ik houd verbazend veel van Dick", zeide hy, „maar nog meer van jou. Lang zamerhand is ons gezin te groot gewor den voor jon zorgen, je gezondheid lijdt er onder. En daarenboven, het is zulk een schitterende kans voor Dick. Kon hy zelf er over oordeelen, wat het beteekent voor de toekomst, hy zou zeker gaan. Je moet niet denken, dat ik het met plezier doe het besluit heeft mij heel wat strijd gekost maar het is het eenige, wat wy kunnen doen wy zyn zoo arm!" „Ik wil trachten het te dragen, lieve!" zeide zy met tranen in de oogen, haar gelaat verbergend tegen zyn schouder. Kleine Diok sliep rustig den nacht voor zyn intrede in de nieuwe wereld, oabewust van haar genietingen en teleurstelling, ver van zyne moeder, die hem zoo heerlijk in de armen kon drukken. Nieuwe tooneelen, vreemde gezichten •wachtten hem; te Lvergeefs zou hij naar de lachende oogen van zijn vader zoeken, by zyn onophoudelijk gebabbel en zyn tallooze vragen. O, die verschrikkelijke eenzaamheid op den dag van zyn vertrek! Zyne moeder ging aan het werk met een beangstigd hart, luisterend naar zyn stem, om zich eens klaps te herinneren, dat hy vertrokken was, dat zy die niet meer hooren zon, noch in vreugde noch in tegenspoed, noch wan neer het kleine ventje in zyn drift zich zelf recht verschafte by zyn broers, noch wanneer hij verongelykt, aan haar schoot De geestelijke prees dus de ontstentenis van sectarisme onder de Jodenen zeide vierkant het tegenovergestelde van wat dr. Landsberg zich meende te herinneren. Thans is gepubliceerd de tusschen B. en W. van Amsterdam en den opperrabijn Diinner gevoerde correspondentie. Zooals men weet hadden B. en W. gevraagd nadere toelichting van zijne meening om trent het niet langer neutrale karakter der openbare school. De hoofdinhoud van dr. Diinners schrij- ven aan B. en W. volgt hieronder De opperrabijn heeft de bekende circu laire tot zijn geestverwanten gericht omdat de moderne levens- en wereldbeschouwing die tal van onderwijzers der openbare school brengt tot de ontkenning van den traditioneelen eigendom, de zijne niet is ook niet die van velen zijner orthodoxe geestverwanten. Tal van openbare onder wijzers spotteu, schrijft hij, met de Bijbel verhalen, door deze voor te stellen als sprookjes, aangezien op wetenschappelijke gronden, op geologische gronden vooral, blijken zou dat de aarde al veel langer bestaat, dan volgens die sprookjes het geval zou zijn. Verder komt de opperrabyn op tegen de nieuw-Maltbuiianistisehe ideeën, die door tal van opsnbare onderwijzers worden ge huldigd, terwijl in openbare vergaderingen herhaaldelijk blijkt, welke geest velen der openbare onderwijzers bezielt, een geest van socialisme, een geest van anti-monar- chi8me en van verzet tegen de overheid. En hierop vooral legt de opporrahijn den na druk, omdat de overheid door de geloovige Israëlieten steeds moet werden geëerd en geëerbiedigd. By de inhnldigingsfeesten is, schryft dr. Diinner, duidelijk gebleken hoe vele openbare onderwijzers handelen naar beginselen geheel indruischend tegen het begrip dat bet gezag uit God i». Overigens beklaagt dr. Diinner er zich over dat onderwijzers ep sommige open bare scholen handelen tegen art. 33 der wet op het lager onderwijs. Het is voorgekomen dat zy tegenover Israëlitische kinderen den spot dreven met spijswetten en er bij ben op aandrongen op Zaterdag de sobool te komen bezoeken, waar andere Israëlitische kinderen dit toch in hooger beroep kwam. Zelfs de kinderen waren stil; de leege plaats van Dick aan tafel, toen zij het middagmaal gebruikten, was zoo vreemd zy vtoegen zonder ophouden, wanneer hij terug zou komen. Haar echtgenoot kwam vroeg tehuis. Hij kuste zyne vrouw en zeide „Dick heeft zich reeds .vrienden ge maakt 1" „Was hy blijde „Hy wilde uatuurlijk mee terug; dat was te voorzien, maar „Dat gaat nietzeide zij met gebroken stem, terwyl zy de kamer verliet, opdat niemand haar tranen zon zien. En nu ontstond er een vreemde terug getrokkenheid tusschen de echtgenooten. Zij gevoelde zich diep ongelukkig en een alles overheerschend gevoel van droefheid maakte zich van ,haar ziel meester, een droefheid, die hy niet met haar gemeen had. Een vriendelijk woord van zyn kant deden haar de tranen in de oogen springen en toch was er geen tijd om te treuren, niettegenstaande zy 't einde vau haar smart niet voorzag. Intusschen liep zy door het huis als een geest, voortdurend zenuwachtiger en altijd luisterend. Het was of er een schaduw in Dick's plaats gekomen was een scha duw, die haar aftijd vervolgde, en die haar in zijn onzichtbare armen scheen te sluiten. Hij zag dit alles en ook zijn blik werd treuriger. Hij had gehoopt, dat de stilte haar goed zou doen zoo'n kleine leven maker minder scheelt heel wat maar het waas dier drukkende stilte, (die thans ook wel doen. Waar B. en W. omtrent een en ander feiten vroegen, daar antwoordde de opper rabbijn in zyn tweede schrijven, dat de feiten, die hem ter oore kwamen, hein meestal werden medegedeeld onder belofte van geheimhouding van den naam der zegslieden. Herhaaldelijk is hem gebleken dat de ouders huiverig waren tegen de onderwijzers op te treden en deden zij dit al een enkele maal, dau nog leidde een onderzoek der klacht tot niets, omdat de onderwijzer ontkende, of tegenover hem alleen als getuige kon worden gebracht een kind, uit wiens getuigenis geen juiste gevolgtrekking was te maken. Van eenig juridisch bewijs meent dr. Diinner kan dan ook geen sprake zyn. Yoor wij van deze quaestie afstappen vestig6n wij de aandacht op eene onthulling door den hoofdred. van De Residentiebode Jhr. v. Nispen gedaan en voegen er onzerzijds nog eene mededeeling aan toe. De Residentiebode noemt feiten uit een der Haagsohe openbare scholen om te be wijzen dat 't althans op sommige van die scholen met de neutraliteit spaak loopt. Een onderwijzer zou zich over Lutber en Tetzel, over de Mouniken en den Af laathandel, en den Paus zeer onjuist en ongepast hebben uitgelaten. Onze plaatsruimte gedoogt niet het ge sprokene over te nemen. Maar wanneer de bedoelde onderwijzer alles verteld heeft gelijk het daar staat, dan heeft hy de neu traliteit stellig niet betracht. „Toen het hoofd der school, waar dus onderwezen werd aldus schryft De Residentiebodedoor eeu volwassene gewezen was op het ergerlijke van het geen in de onder zijne leiding staande school geleerd werd, kwam de onder wijzer, die zich aan dat feit had schuldig gemaakt, den 'volgenden dag Dinsdag 22 Nov. 11. voor de klas en hield een soort van jammerklacht, dat er allerlei leelijks uit de school gepraat was. Hij voegde er echter aan toe, dat, zoo hij thans iets geleerd had wat voor de Ka tholieken stootend was, hij evengoed, als dat bij de geschiedenis te pas kwam ook voor andere gezindheden onaangename emaeag—n——n—,jitn»ra*mb—ga—a inwr» lamrmaa alles omgaf, deed ook zijn werking op hem gevoelen. Haar hardnekkig stilzwij gen had hem eerst getroffen, maar vervol gens vervulde het hem met ongerustheid, want ofschoon hij zelf het kind miste, van haar toestand begreep hij niets. Zoo ging ieder zyn eigen weg, zij, die elkander zoo liefhebben, die zoovele jaren samen hadden gewerkt en samsn de zorgen hadden gedeeld door den band der liefde vereenigd. Op zekeren nacht werd hij plotseling wakker zijn vrouw was verdwenen. Na geruimen tijd angstig gezocht te hebben, vond hij haar knielend bij Dick's bedje dat sinds ni t meer was beslapen. „Het lijkt wel of hij dood is," zeide hij, haar voorzichtig opnemend. „Dan zou ik nog niet zoo bedroefd zijn," zeide zij snikkend, „dan zou hij nog de onze zyn .1" Hij trachtte haar te troosten, maar het was vergeefsche moeite, do twijfel sloop zijn hart binnen, toen hij zag, hoe bleek zij was en hij de kringen onder haar oogen opmerkte. Het viel hem op, hoe de kinde ren den volgenden morgen met stille, ver wonderde, vragende blikken naar hun moeder zagen. Toen hy naar de city was gegaan en de kinderen naar school, maakte zij zich gereed om uit te gaan. Zij was niet gewoon om te gaan wandelen, de arme, kleine vrouw, zij werd zoo spoedig moe, maar de drang om nog eenmaal haar kind te zien, voor hij met zijn nieuwen vader naar het buitenland ging, was te sterk om te weerstaan en ze liep mijlen ver om een groot, wit huis te begluren, haar oogen steeds gevestigd houdend op de vensters, zaken zou meedeelen. „Ons dunkt, dat met laatstgenoemde verklaring bedoelde onderwijzer: erkend heeft, dat hij zich aan iets onbetamelijks heeft schuldig gemaakt b. getoond heeft, dit niet bij vergissing of in een onbewaakt oogenblik gedaau te hebben, maar van zins sohyntte wezen, op den ingeslagen weg voort te gaan „c. het bewijs heeft geleverd: èn van hetgeen voor ons ni'et meer hoeft bewezen te worden, dat nl. de neutrale school eeu onding is, èn dat hij zelf niet in dat onding tehuis behoort. „De school, waar de door ons genoemde ernstige feiten zijn voorgevallen, is de openbare lagere school aan den Noord wal hoofd der school de lieer W. de Vletter. De onderwijzer dis zich aan dit vergrijp heeft schuldig gemaakt, is de zoon van het schoolhoofd de heer A. C. de Vletter, geen pas geslaagd onderwijzer maar een ma», die de 30 jaar geruimen tijd achter zioh hebben moet". Tot zoover de klacht van het bovenge noemde Roomsehe blad. Wij herinneren ons, terwijl wy dit over nemen, dat eenigejaren geleden te Winters wijk zekere heer Poppink als onderwijzer aan de openbare school aldaar gesohorst werd wegens overtreding van artikel 33 der lageronderwijswet, schennis der neu traliteit. Hij toch had ongeveer hetzelfde ge leerd wat thans door genoemden heer de Vletter omtrent Luther en Tetzel, Mon niken en Aflaten was ten beste gegeven. Wij herinneren ons ook datoinstreeksdien tijd in een gezelschap te 's Gravenhage van onderwijzers, allen werkzaam aan openbare scholen, op een na die aan een bijzondere school aldaar werkzaam was, de oude heer W. de Vletter de leiding der samenkomst had en bedoelde byzondere onderwijzer, thans redacteur van een antirevolutionair blad in Zeeland, het met hem aan den stok kreeg over de neutraliteit der openbare school. Het gesprek kwam al spoedig op de qnaestie Poppink en 't slot er van was dat de heer de Vletter in krachtige bewoor dingen Poppinks optreden afkeurde en zijne schorsing toejuichte. Of deze heer bij de ervaring thans met in de hoop het gezichtje van Dick te ont dekken. Indien zij geweten had, hoe ook hij naar haar uitzag in die vergulde kooi! Zij was overtuigd, dar zij in het kleine kinderhart de snaar der smart zou aanroe ren, wanneer zij zich aan haar lieveling vertoonde en daarbij de belofte aan haar echtgenoot gedaan, om niet naar het witte huis te gaan, dreven haar weder naar haar eigen woning, bedroefd en terneergeslagen, haar honger was niet gestild, maar deed zyn angel gevoelen... in haar hart. Het was een van haar drukste dagen eu om haar schade in te halen, werkte zij zonder ophouden door tot laat in den middag. Zij keek op de klok en zag met schrik, dat het uur, waarop haar man thuis kwam, reeds lang verstreken was. Uit het venster blikkend, zag zij, dat het regende en de straat een treuriger aanblik oplever de dan ooit. 't Gebeurde wel eens meer, wanneer het druk was, dat hy langer op het kantoor moest blijven, maar ditmaal voelde zij zieh vreeselijk verlaten en beangst, na hij nog niet thuis was. Gaarne was zy hem te gemoet gegaan, maar haar kinde ren kon zy «iet verlaten. Te afgemat en ts droevig gestemd em haar arbeid te hervatten, zette zij zich in den ouden leunstoel en dacht na over het voorgevallene in de laatste dagen. Zij bloosde herhaaldelyk bij het denkbeeld, welk verdriet zij haar echtgenoot had aan gedaan thans vreesde zij zelf voor de gevolgen van haar voortdurend zwijgen. Maar gedurende dat stille duistere uur van zelfverwijt vormde zij het besluit zich tegen het verdriet te verzetten, niettegen staande zij maar al te goed wist, dat al de zijn zoon opgedaan, nog aan Poppink zal gedacht hebben, is een vraag die wij naluur- lijk niet kunnen beantwoorden. Wij kunnen voorloopig de neutrale school weer laten rusten, onder protest nochtans tegen de beschuldiging van libe rale zyde als zouden ie „clericaal-aHtire- volutionairen", gelijk de Middelburgsche Courant ons onbeschaafdeiijk soheldt, de beweging tegen die school van Joodsehe zijde hebben „geexploiteerd louter uit eigenbelang en uit politieke berekening van zeer verdacht allooi". Zoodra de omstandigheden er ons toe leiden en die zullen zich spoedig weer wel voordoen, dat onweer toch gaat nooit meer van de lucht! zullen 'wij op deze belangrijke volksquaestie terugkomen. Uitgegeven wordt jaarlijks in Neder land aan sterken drank f80.000.000 zeep f 6,000,000 tabak - 6,000,000 suiker - 20,000,000 koffie -18,000,000 thee - 4,500,000 rund- en kalfsvleesch - 30,000,000 steenkolen -12,000,000 turf jroor huisgebruik -^oOöloOO lager onderwijs -15,000,000 huurw. der woningen in steden - 39,000,000 idem ton platte gronds -19,000,000 levensverzekering-premiën - 8,5U0,000 inleg spaarbanken - 25,000,000 Tachtig miljoen aan sterken drank. Zou er niet V10 bij zijn van christelijke histo rische vrienden Hoeveel christelijke scho len konden voor dat geld verrijzen? De Van-dag-tot-dag schrijver in het Handelsbladin wiens vriendelijk gemoed allerlei sympathieën: voor Jeruzalem, het Kerkschip, liet Anti-oleriealisme, en anti pathieën tegen het Malthusianisme, het „secte-onderwijs", het anarchisme verborgen liggen, maakte dezer dagen de volgende opmerkingen Wat heeft de Fransche zenuwen zoo ver slapt en prikkelbaar, een geheel volk ao» hysterisch gemaakt? teedere liefde en hoogachting van eohtge- noot en kinderen niet in staat waren, het knagend verlangen in haar hart te doen ophouden naar haar kind. Geen oogenblik zelfs zou zij dit durven vergeten het was toch haar kind, of schoon buiten haar bereik, in handen van een vreemde. Plotseling werd zij uit haar gemijmer opgeschrikt door een geluid, dat haar deed beven! Zij vloog door de nauwe gang eu ruste de deur open 1 zij voelde haar hart kloppen. Haar ooren suisden en een nevel kwam voor haar oogen toen voetstappen nader kwameneen flinke, mannelijke stap en de haastige pas van kleine voeten de voetstap vau kleinen Dick, die haaBtig moest loopen om zijn vader bij te houden. Zij vloog de straat op, haar gelaat nat van vreugdetranen. Zij i^oelde den regen niet, zij zag niets van de verwonderde voorbij gangers, zij hield niet ep, om kaar kloppend hart tot rust te latee komen, alvorens haar kind veilig in haar armen was. Haar echigenoot voelde iets vochtigs in zijn oog, toen hij die twee in stilte gadesloeg en verwonderde zich, hoe hij haar had kunnen overreden, om haar lieveling te laten gaan. De glans van geluk vond weerkaatsing in zijn zinldaarom zeide hij slechts „Ik waag veel door hem terug te brengen." Zij keek op vau kleinen Dick naar hem, teeder zag zij hem aan, toen zij ant woordde „Laat de wereld ens kwellen, als het moet zijn, maar wij willen houden, wat God ons gegeven heeft." (Jentrum

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 1