DE ZEEUW
Tweede Blad.
Ho. 27. 1898.
DonfaCag 1 3)cccm6cc.
Decftcitfe laacgang.
van Dinsdag 29 N#v. 1898.
Buitenlandsch Overzicht.
SJïRXHjjETJWS.
Gemengde Berichten.
Te Wilna is een gedenkteeken opge
richt voor den graaf Murawiew, den
onderdrukker van den Poolschen opstand
en van de Polen in 't algemeen.
Deze daad heeft weer vele wonden in
Polen en Lithauen opengereten.
Murawiew was zijn staatkundig leven
als revolutionair begonnen. Hij behoorde
tot de aartsvyanden eener ordelijke re
geering. Zijn broeders werden zelfs daar
om naar Siberië verbannen.
Doch niet zoodra begon hij 't een wei
nig beter te krijgen in de wereld of hp
keerde zijn rokjen om en sloot zich aan
bij de reactionairen.
Met eene woede, den renegaten eigen,
vervolgde hij allen met woord en pen
die zich in de bres stelden voor de on-
afhankely kheid der Polen. En toen in
1863 de opstand der) Polen uitbrak, was
hij het die door Keizer Alexander II
uitgezonden werd om dien opstand te
dempen.
Met grooten ijver kweet hij zich van
die taak. Hij vervolgde de arme vader
landers te vuur- en te zwaard.
Men zegt dat hij in zijne stukken ter
veroordeeling van staatkundige misdadigers
die toch niets billijkere begeerden dan
hun vaderland zijne vrijheid te hergeven
de woorden „hangen" en „fusilleeren"
altijd mooier schreef dan de andere,
alsof hij het met bijzondere voorliefde deed.
Onder zyn bestuur werden veroordeeld:
972 personen tot dwangarbeid, 128 ter dood,
1427 tot deportatie naar Siberië, 864 tot
militaire gevangenisstraf, 1529 personen
werden naar 't binnenland van Rusland
verplaatst, 9361 personen werden op andere
wijze uit Polen verbannen, in 't geheel
werden 9361 menschen door hem gedood
of ongelukkig gemaakt.
Het is inderdaad stuitend dat men in
dezen tijd voor zulk een man nog een
standbeeld zet.
Omtrent Picquart meldden wij reeds dat
hij beschuldigd is van vervalsching van
het petit bleu.
Ter opfrissching van sommiger geheugen
herinneren wij dat het petit-bleu was een
in 1896 door Picquart ontvangen kaartte-
legram, geschreven door of althans afkom
stig van Schwarzkoppen (den toenmaligen
militairen attaché bij het Duitsche gezant
schap te Parijs) of een van diens agenten
en met het adres„M. Ie commandant
Esterbazy, 27 rue de la Bienfaisance Paris",
en van dezen inboud
„Ik- wacht voor alle» een verklaring in
meer bijzonderheden dan welke gij mij
onlangs gegeven hebt over de hangende
quaestie. Daarom verzoek ik u, mij die
schriftelijk te geven, om te kunnen beoor-
deelen of ik mijne betrekkingen met het
huis R. moet voortzetten of niet."
Picquart verzekert voorts, dat sinds
de ontvangst van dit briefje zijn vermoe
den tegen Esterbazy ontstond en hij zijn
onderzoek tegen dezen begon.
Van andere zijde wordt evenwel be
weerd, dat Picquart, de onschuld van
Dreyfus willende bewijzen, en een ander
(Esterhazy) in diens plaats willende stellen,
reeds vóór de ontvangst van dat „petit
bleu" tegen Esterhazy een onderzoek in
stelde en ter bezwaring van dezen óf
het geheele briefje gefabriceerd heeft óf het
adres vervalscht.
De militaire rechtbank zal nu uitspraak
hebben te doen.
Dat de Pilatusrol door de opvolgende
regeeringen eerst in zake Dreyfus, thans
in zake Picquart tegenover de militaire
autoriteiten gespeeld, algemeen afschuw
wekt, begrijpt men.
Vooral de Ereycinet, de burgerminister
van oorlog, moet 't ontgelden. Allerlei ver
wijten worden hem naar ket hootd ge worpen.
En 't schijnt inderdaad betwistbaar dat
Piquart op een gezochte beschuldiging wier
onjuistheid te voren reeds vaststaat in han
den van den krijgsraad mag gesteld worden,
die hem nu wel krijgen zal naar hartelust.
Uit alles blijkt dat Generaal Zurlinden,
de gouverneur van Parijs, regeert.
Jaurès, de eerlijke socialist, roept
den minister luide toe, weer zichzelf te
worden en de Merciers en Billots, de
Chanoines en Henry's, de du Paty's en Es-
terhazy's, met Zurlinden hun koning voorop
aan de kaak te stellen en te ontmaskeren. Ve
len, zoo beweert deze staatsman, weten veel,
zijn tot berstens toe vol en zij zwijgen!
En de regeering laat 't schreeuweadst
machtsmisbruik gaan!
Men schijnt nog een hoopje te hebben.
Men heeft namelijk ontdekt, dat een artikel
van het militaire wetboek van strafrecht
valsch fs uitgelegd. Volgens deze ont
dekking moet in de zaak-Pioquart niet de
gouverneur van Parijs, doch de minister
van oorlog beslissen of Picquart voor den
krijgsraad terecht zal moeten staan.
Men zal trachten dit gedaan te krijgen.
Gelukt dit niet dan zal ook Picquart,
evenals Zola, zijn gerechfe straf niet
ontgaan. Immers op 't mededeelen van
staatsstukken door ambtenaren staat twee
tot vijf jaar gevangenisstraf en een boete
tot vijfduizend francs. En 't bewijs van
schuld zullen deze rechts verdraaiers wel
weten te vinden.
Wij zijn nieuwsgierig.
Oostenrijk jubileert, met het vijftigjarig
keizerschap van Keizer Frans Jozef. Doch
wegens diens rouw over zijn gemalin ge
schiedt alles in groote stilte.
De Kamers vergaderden, de afgevaar
digden waren in costuum, de minister
hield een toespraak, die door allen staande
werd aangehoord; openbare festiviteiten
werden echter niet toegelaten. Maar 't
volk verheugt zich met zijn grijzen vorst.
Wat al gedachten zullen hem dezer dage
bestormen, den zwaar beproefden monarch
die zoovele tronen vallen zag gedurende
zijn regeering, en zelf zoo menigmaal «ijn
zetel voelde schokken op zijn plaats.
Doch hij leeft Dog.
Nog zingt 'tvolk: Gott erhalte Franz.
En God heeft hem behoed, al verdonkert
menige wolk zijn levensavond.
Niet 't minst de strijd der partijen ia
het keizerrijk en de kroonlanden, van welke
laatste menigeen hem dreigt te ontvallen.
In Bohemen dreigt 't koninklijk gezag
te zullen ondergaan in den rassenstrijd,
waarbij de Duitschers al meer terrein ver
liezen. Gevolg ook van de gedrukte oeoo-
nomische toestanden en de reactie tegen de
Duitsche geldaristocratie.
Nu de Spaansch-Amerikaansche oorlog
ten einde spoedt formeel tenminste
komt almeer Spanje's schande aan het licht,
tengevolge van de verwaarloozing der zee-
en landmacht op Cuba.
Te Malaga arriveerde een Fransche boot
met 1000 Spaansche soldaten. Yan die
op Cuba scheep gingen, bezweken onder
weg nog 32, en vier in de haven van
Malaga, terwijl nog 6 na hunne opneming
in 't hospitaal ten gevolge der doorgestane
ellende bezweken.
Tegelijk kwam een Spaansche boot aan
met twaalfhonderd soldaten, al even ellendig
er aan toe als hunne broeders.
Zij konden haast niet loopen van zwakte
en uitputting. Da menigte in plaats van
hen toe te juichen, liet hen zwijgend
passeeren. Men begreep hier was 't beter
alle uiterlijks plechtigheid aohterwege te
laten.
Strompelend, zwaaiend, elkander onder
steunend passeerden deze dapperen, die hun
bloed hadden veil geha l in den ongely ken
krijg voor een regeering die hen verzaakte.
Een ooggetuige schrijft:
„Zij geleken meer op geesten dan op
menschen het gelaat aschgrauw, de oogen
glazerig, de lichamen mager als geraamten,
nauwelijks bekleed met vervuilde katoenen
vodden, de overblijfselen van wollen dekens,
barrevoets, enkelen met van gras gevlochten
sandalen aan de voeten en van stroa ge
vlochten hoeden op het h ofd, anderen
met stukken vuil doek om de gewonde
hoofden. Nooit zag men op deze aarde een
meer meelijwekkend, een aangrijpender
schouwspel."
Sic transit mag de geschiedschrij
ver wel zeggen, wanneer hij straks den
val der laatste overblijfselen van Spanje's
eens zoo geduchte grootheid gaat boeken.
Ten slotte nog een enkel woord over
den terugkeer van den Duitschen Keizer.
Naar de Duitsche bladen met ingeno
menheid berichten, is hij behouden te
Potsdam aangekomen.
Zijn terugtocht was overigens geen
triomftocht.
De Italiaansche regeering toch had aan
de Wurtembergsche bericht dat er gevaar
dreigde van de zijde van sen 23jarigen
anarchist uit Italië, die naar Wurtemberg
was afgereisd, 's Mans naam is Zonardi.
Eu nn stonden langs den geheelen
spoorweg in dit land, dien de Keizer
passeeren moest, politiebeambten op korten
afstand van elkaar, met geladen revolvers
gewapend en toen het donker werd, droeg
ieder beambte een brandende fakkel.
Een symbolische verlichting aan het eind
eener eeuw, die zich beroemt meer dan
hare voo-gangsters het ideaal van vrede
en welvaart en vertrouwen te hebben
gevondendoch met de prijsgeving van
het Schriftgezag ook den eerbied voor
het Vorstelijk Gezig, den eerbied voor
een menschenleven heeft weggenomen.
Zal de ondubbelzinnige belijdenis van
den Keizer dat hij nog gelooft in den Zone
Gods, dien de machthebbers dezer eeuw
verworpen hadden, de volken opwekken
om ook hun heil in dien Gekruiste te zoe
ken Wij willen 't hopen.
Ware dit de vrucht van des Keizers
raadselachtige optreden in het Oosten, w ar
hij èn den Jood èn den. Mohammedaan voer
zich wist in te nemenen als hoofd der
Luthersch Evangelische Kerk aan Paus
en Sultan zijne attentie bewees, dan zouden
velen, die nu nog vragend van verre staan,
zich met zijn optreden verzoenen.
Daags na zijn aankomst reeds had de
werkzame man een samenkomst met zijne
staatslieden om de staatkundige aange
legenheden te regelen en toe ts lichten.
Hij sprak veel over de landen aan de
Middellandsche Zee en verklaarde met den
uitslag zijner reis tevreden te zijn.
Zijn nu de andere vorsten het ook, dan
is er reeds iets gewonnen.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Hasselt ds. J. A. v. Boven
te Oud Beyerland te Buurmaisen ds.
E. Janzen te Estte Loonschendyk ds.
B. Moorrees te Babyloniënbroek te
Bloemendaai ds. J. A. v. Leeuwen te
Harlingente Kootwijk G. T. v. Beu-
tekom cand. te Utrecht te Voorburg
dr. W. J. M. Engelberts te Bergschenhoek
te^Blokzijl M. G. Blaauw cand. te
Leiden te Yselstein (toez.) en te Ko-
okengen (toez.) ds. J. M. Ph. Schippers te
Blaauwkapelte Havslie ds. J. M.
Wilod Versprille te Oldeberkoop.
Aangenomen naar Schellingwonde c. a.
door ds. J. Janse te Gasselter Nyeveen
naar Austerlitz (toez.) door M. Baren-
dreeht cand. te Amsterdam.
Scherpenisse. Bij de Vrijdag alhier
gehouden herst. mming voor een lid vaa
het kiescollege der Ned. HerT. kerk werdea
97 stemmen uitgebracht, waarvan 1 van
onwaarde. De heer G. Bolier Gz., verkreeg
66, de heer J. D. van der Graaff 30 stem
men, zoodat eerstgenoemde gekozen is.
Geref. Kerken.
Beroepen te Zaltbommel ds. C. S. Boss
te Middelharnis.
Aangenomen naar Warns door C. Diemer
cand. te Apeldoorn.
Omtrent den moord te Overslag
schrijft men aan het Nieuws
De gemeente-veld wachter Verdurmen was
Zondagavond op dienst, toen hij vernam,
dat eenige jongelieden ruzie hadden. Hij
ging daarheen en wilde de twistenden schei
den. Op eeas ontving Verdurmen van een
der twistenden een messteek in den onder
buik. Hy zakte in elkaar en werd naar
de woning zijner ouders vervoerd. Dade
lijk werd geneeskundige hulp ingeroepen,
doch Dinsdagavond, omstreeks 5 uur, is
de ongelukkige bezweken.
Verdurmen, die ongehuwd was, telde
slechts 28 jaar en stond in den omtrek als
een ijverig politiedienaar bekend.
De justitie uit Middelburg is gisteren,
24 November, naar Overslag vertrokken,
teneinde aldaar met de aanwezige justitie
uit België een onderzoek in te stellen naar
de oorzaak van den dood van den genoemden
veldwachter.
De verdachte De Vos, uit Moerbeko, is
geconfronteerd met het slachtoffer, en moet
hebben bekend.
De dader: een slanke jongeling, nau
welijks 21 jaar oud, de oudste zoon eener
arme weduwe; iemand met een verwilderd,
brutaal uitzicht, die zich niet schaamde
de samengestroomde massa nieuwsgierigen
met een onverschillig oog aan te kijken;
wiens oog geen trap» ontvloeide op het
ysolyk bericht van het overlijden des
veldwachters, dat men hem voor zijn
vertrek mededeelde.
Nauwelijks had de doodsmare in zijn
ooren geklonken of hij werd geboeid en
onder geleide van drie gendarmen per
rijtuig naar Wachtebeke vervoerd, van
waar hy verder naar Gent getranspor
teerd is.
Hg ichynt onderweg toch het schrik-
kelyke van zyn misdryf ingezien en de
gevolgen te hebbeu beseft, want van eer.
kennis, dien hy toevallig te Selzaete by
het overstappen ontmoette, nam hy af
scheid met de woorden: „de complimenten
aan myne moeder, en zeg haar dat ze my
noeit meer zien zal".
Levenslange gevangenis: ziedaar het
schrikbeeld, dat hy misschien voor oogen
had. Of bg het goed heeft ingezien? Dat
zullen de rechters beslissen.
De verhouding tussohen den burge
meester en den gemeenteraad van Mijns>
heerenland is zeer gespannen. In de
jongste zitting van den raad was de bri
gadier Vonk uit Oud-Beierland als rustbe
waarder uitgenoodigd de zitting by te
wonen. De burgemeester moet proces-ver
baal hebben opgemaakt tegen den heer D.
Kooij, wethouder, wegens beleediging.
Het toppunt van geduld is een hakke
lende advocaat, die een stotterende getuige
ondervraagt, iu tegenwoordigheid van een
dooven rechter.
Een bankwerker der Hollandsche
spoor is te Almeloo door den trein
overreden en terstond gedood. De ka
pitein N. Franken te Dordrecht varende
op eene vrachtboot, werd de vorige week
by een aanvaring zyner boot by 't Kra-
lingsehe veer zoo ernstig aan het hoofd
gekwetst dat hij aan de gevolgen over
leed. Te Uffelte kwam een vierjarig
meisje te dicht by de gloeiende kachel,
hare kleertjes vatten vlam en zy zelf
bekwam zulke brandwonden dat zy aan
de gevolgen everleed. T» Amster
dam is een glazen wassch er van de
kroaniyst eener woning op de straat ge
vallen en aan de gevolgen bezwekei.
By Erica is een dronken jongeling
van 20 jaar in het kanaal gevallen ver
dronken. Te Feyenoovd werd Vry-
dagavoad een beschonken man door oen
bereden politieman gearresteerd; de ander
wilde echter niet mee, en hield zich vast
aan den teugel en wel zoo bard dat het
paard op hem viel en hy aan de borst hevig
gekwetst werd.
Zaterdag is ge van kei yk van Worm er-
veer naar Haarlem vervoerd zekere V.,
werkzaam als los werkman aan een der
fabrieken aldaar, verdacht de schry ver to
zijn van den dreigbrief' aan den hoer C.
Laan. Het had de aandacht getrokken,
dat het schrift van zyn weekbriefje veel
overeenkomst vertoonde met het sohrift
van den brief. Toen hem verzocht werd,
op 't kantoor te komen, moet hij zichtbaar
verbleekt zyn en in het verhoor, dat men
hem deed ondergaan, moeten zyne antwoor
den zeer verward geweest zyn. V. is
vroeger werkzaam geweest ep een molen
te Zaandam. Zyn patroon kon de con
currentie van de fabrieken niet het hoofd
bieden, de molen bleef staan en V. ge
raakte zonder werk. Daaruit zou zyu haat
tegen de fabrieken verklaard moeten worden.
Niet de allerlaatste want als het
op dwaasheden doen aankomt, kent de moda
het woorde „laatste" niet maar een
der laatste dwaasheden der mode is ge
parfumeerde boter. Ze wordt tot nog tos
uatunrlyk alleen gebruikt op de tafel der
ryke Amerikanen. De melkeryen, waar
deze boter gefabriceerd wordt, ruiken even
lekker als een bloemenwinkel of he. labo
ratorium van een parfumeur. De boter
wordt eerst gevormd tot kleine balletjes
en elk balletje daarna gewikkeld in fyu
mousseline. Daarop legt men ze op een
bed van rozenbladeren, die opzettelyk
daarvoor in yzexen potten geprepareerd
werden, terwijl ze daarna nog met een
laag frissche rozenbladeren bedekt worden.
Dan wordt alles in eea ijskast geplaatst en
daar tien minuten lang bewaard, waarna
de boter gereed is voor het gebrnik.
Forsinetti, vroeger militair directeur
van de gevangsnis „Cherche Midi", afgezet
omdat hy zeide overtuigd te zyu van de
oascliuld van Dreyfus, is thans benoemd
tot minister vau financiën van Monaco.
De vorst van Monaco liet hem weten
dat hy hem gaarne wilde leereu kennen.
Hij vroeg hem naar by zonderheden omtrent
zijn houding in de zaak-Dreyfns.
„En wat is uw toestand thans?" vroeg
de verst.
„Die van een man in bescheiden omstan
digheden, met familie belast, en die een
betrekking zoekt."
Eenigen tyd later ontving de heer For
sinetti zyn benoeming.
In een kapel der kerk St. Germain
te Parys waar ter gelegenheid van St.
Cathérine een kinderfeest georganiseerd
was, waarby de tooverlantaarn vertoond
werd, viel de toestel met brandende petro
leumlamp om, waardoor de vlam uitsloeg
en de kinderen ontsteld wegliepen. Zoo
hevig was 't gedrang dat eea meisje werd
doodgedrukt en andere kinderen gekwetst
werden.
De sleutel der Citadel van Antwerpen
Prins Hermaan van Saxen-Weimar heeft
aan H. M. de Koningin, met bestemming
voor het Ryksmuseum, overhandigd den
sleutel van de Hoofdpoort der voormalig#
Citadel van Antwerpen, welke sleutel, bly-
kena een door den prins daarby gevoegd
getnigschrift, in 1831 na de overgave der
Citadel door de Nsderlandsche officieren
werd ter hand gesteld aan Z. H. Hertog
Bernhard van Saxen-Weimar, luitenant-
generaal in Nederlani schen dienst en in
diens nalatenschap werd aangetroffen.
Aan prins Hermann vau Saxen-Weimar
js de dank der Begeering betaigd voor (Kt
warm USIUUUdu nio yiun uvuvswoit ?uu
der Schrieck die toestanden in het al
gemeen geloofd Gaat het aan tal van
flinke en geloovige soldaten en officieren
aan te duiden onder den naam van „on-
geloovig militairisme", alsof al wat ge-
loovig is zioh schaart onder de tegen
standers van den persoonlyken dienst
plicht
Deze opmerkingen beamen wy ten volie.
De schry ver is onzes inziens 't meest be
voegd en gerechtigd tot de opmerking.
Hy ging voor, in 1890, toen hy minister
van binnenlandsche zaken was, met het
verzet tegen den persoonlyken dienstplicht
los te maken van 't geloof, door zyn eigen
zoon als milicien in dienst te doen treden.
Men weet hoe de zaken daarna ge-
loopen zijn.
De R.-Catholieken hebben zich ter wille
van de legerwet, die nogal door een hunner
geestverwanten de heer Bergansius was
Kazerneleven vermeerueru.
Wy zijn er nog voor dat aan oppas
sende jongelui worde toegestaan zooveel
mogelyk buiten de kazerne te wonen. Dit
behoeft daarom nog geen gunst, geen pri
vilege voor meer bemiddelde jon
gelui te zijn. Men kan ook aan onze
boerenjongens, wier ouders dicht by eene
garnizoensplaats wonen, vergunnen thuis
te slapen, of het grootste deel van den dag
thuis wat te helpen verdienen.
Men kan den diensttyd zooveel mogelyk
inkorten. Men kan verlof geven op be
paalde maanden. Men kan het zwemmen
facultatief stellen. Dat wil zeggen, men
kan de jongens vrijlaten om al dan niet
aan de zwemoefeningen mee te doen.
Waarom moet dat zwemmen verplichtend
gesteld worden? Wie zwemmen kan, zal
in den regel toch gaarne meegaan: en
wie het niet kan leert het zoo toch niet.
Er gaan een zestig, zeventig man tege-
Draoant veei ïaug-camci upcu gaau uau m
Holland.
Wy zeggen niet „dan in Zeeland".
Immers ook daar kon men wel wat
vlugger leerseh zijn op deze punten.
Indien wij echter raair vorderen, en,
hoe langzaam ook, van de melk tot de
zachte spys kunnen voortvaren, dan mogen
wy tevreden zyn.
Wat krygt dr. Dunner er van alle kan
ten van langs, om zyn aanval op de open
bare school.
Lees onder meer eens het hoofdartikel
„Het Jodendom en de Openbare school"
in de Middelb. Courant van gisteren.
Eerst een praatje dat „de openbare
school in de eerste plaats het hoogste (leert)
dat aan eiken godsdienst •ten grondslag
moet liggen".
UUIUUgOigHO livutiailioib uiiiuvguiljlx gvr
worden.
Wy weten zeer wel dat in den stryd
voor hun bijzonder onderwys de orthodoxe
Joden middellynlyk tegen ons over staan.
Een liberaal blad te Amsterdam, de Am-
sterdamsche Courantherinnerd» ons ten
overvloede dat zy op staatkundig gebied
behooren tot de conservatief liberalen.
Zy zyn ons het tegendeel van bondge-
nooten.
Vyandig tegenover de staatkundige be-
lydenis van Gods Woord en tegenover den
Christus dien zy gekruisigd hebben, kunnen
zy by ons in geen enkel opzicht geestes-
sympathie wekken.
Waarom wij dan met zoo groote belang
stelling hun stryd volgen en het desnoods
voor hen opnemen
Om velerlei redenen.
Acuter .Baarland plaatste de secretaris
der Unie een vraagteekenen daar had
de man recht toe.
Hy kon zeker zijn oogen nauwelijks
gelooven. Immers hy weet dat Baarland
vroeger wel collecteerde voor het Christe-
lylt onderwys doch dit is al jaren gele.
den en dan zonden de vrienden aldaar
hunne bijdrage aan den correspondent van
het locaal-comité te Goes.
Intnsschen kan er te Baarland een groote
verandering hebben plaats gegrepen ea
het zal ons aangenaam zijn wanneer de
secretaris by een volgende eollecte het
vraagteeken achter den naam Baarland
kan weglaten.
Ook te Baarland is een Christelyke
school broodnoodig, gelijk trouwenB op
zoo menige plaats op Zuid Beveland, waar
modernisme of doode orthodoxie den voort
gang der christelijke historische beginselen
al sinds jaren beletten,