CHRISTELIJK- NIEUWSBLAD HISTORISCH VOOB ZEELAND. Eerste Blad. fto. 26 1698. DüisiCag 29 HooeiuGer. VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Zendeling Wijnveldt. F.LKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p p0,95. Enkele nummers0,02s. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes EN van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Dit nummer bestaat uit twee biaden. Dj Opwekker van 15 Sept. bevat een zeer waardeerend artikel gewijd aan de nagedachtenis ran Zendeling Wijnveldt, van de hand van zendeling Dornsaft te Padang. Dit artikel is overgenomen uit het Advert. Blad van Sumatra's Westkust, vermeerderd met een hartelg k woord van Zend. Tiemersma. L. S. Nog staan wij onder den indruk ran de droeve tijding omtrent het overlijden van onzen vriend en broeder, den heer Josephus Wijnveldt, Zendeling-leeraar te Sawah- Loento, Iiidder van de Oranje-Nassau Orde. Toen wij op den 12en dezer het tele grafisch bericht ontvingen: „Wijnveldt heden morgen ontslapen," was het ons alsof wij droomden, temeer omdat wij van geen ziekte of ongesteldheid- iets wisten. Om eens weder te verademen kwam de heer Wijnveldt met zijn vrouw en zijn twee zoontjes den 5en Juli jl. naar Pa dang en was 18 dagen bij ons gelogeerd en toen zij der, 23en Juli weder naar Sa- wab-Loento verrrokken, waren allen wel. Ook in de twee na bun vertrek o -tvan- gen brieven van 26 Juli en 1 Augustus stond niets vermeld van ziekte of onge steldheid. Hij is dan ook na een kort stondig lijden van slechts 48 uren, na vooraf twee dagen ongesteld te zijn geweest, onverwacht in den ouderdom van 34 jaren overleden, en weliolgens de omschrijving der ziekte door zijn Echtgenoote aan eene nierontsteking, gepaard met hooge tem peratuur. Den 29en April 1894 arriveerde de heer Wijnveldt met de „Prinses Amalia" te Padang. Door de pogingen van den heer J. W. Yzerman, om een zendeling voor de gestraften te Sawah-Loento te bekomen, was de aandacht der Zendingsgemeente te Ermelo op dit arbeidsveld reeds gevestigd. Maar aangezien de zaak nog niet geheel en al tot klaarheid gekomen was, reisde de door genoemde Zendingsgemeente uit gezonden Zendeling Wijnveldt vooreerst naar Batavia, om aldaar den verderen loop der zaak af te wachten. Den tijd van wachten wilde hij besteden om zich met de Zending op Java, waarvoor hij oorspron kelijk bestemd was, bekend te maken, en zich in de Javaansche taal, waarmede hij reeds in Holland theoretisch kennis ge maakt bad, te oefenen. Doch nauwelijks was de heer Wijnveldt twee maanden op Java, of het Gouverne ment ondernam in begin van Juli 1894 de bekende Expeditie naar Lombok, waarbij de heer Wijnveldt op verzoek der christe lijk gereformeerde kerk te Batavia en mei toestemming der Regeering zich als veld prediker aansloot. Na afloop der expeditie aan het einde van 1894 werd hij voor zijn gewaardeerde diensten door de Regen tes tot Ridder van de Oranje-Nassau Orde benoemd. Intusschen was de Sawah-Loento aange legenheid zoover gevorderd, dat de heer Wijnveldt, na van de vermoeienis op Lombok bekomen te zijn, een rekwest om vergunning tot evangelisatie onder de ge straften te Sawah-Loento 'kon indienen. In weerwil van ongunstige adviezen ver leende de Gouv.-Generaal hemde gevraagde vergunning, evenwel in dier voege, dat hij zich uitsluitend met de gestraften en niet met de Maleische bevolking in die streken zou bezig honden. Deze clausule is later tot eeu ergerlijk struikelblok geworden. Er verliep echter na de terugkomst van Lombok nog een geheel jaar, voordat Wijnveldt de reis naar Sumatra's Westkust aanvaardde. In dezen tijd hervatte hij de afgebroken studie der Javaansche taal en r~' ■■■■""«■"•-"ir—r trad met Mejuff. Johanna Mooij in het huwelijk. Den '20en Januari 1896 arriveerde hij met zijne Echtgenoote te Padang en na een oponthoud van 34 dagen vertrok hij den 4en Maart naar Sawah-Loento, waar hij tot zijn onverwachten doodop 12 Augustus 1898, dus ongeveer 2Vs jaar met veel toe wijding en trouw onder de pl. m. 2000 gestraften werkzaam was. Wat voor nut de arbeid van Wijnveldt te Sawah-Loento gehad heeft, laat zich statitisch niet aan wijzen; daarvoor was hij te kort aldaar werkzaam, terwijl hij met veel moeielijk- heden te worstelen had. MaarGod berekent de uitkomst van het werk zijner dienst knechten niet met cijfers, maar naar de getrouwheid, waarmede zij hun werk ver richt hebben. Yoor deze trouw heeft Wijnveldt veel moeten lijden, meer dan de meeaten ook maar gissen kunnen. Alhoewel ik daartoe ia de gelegenheid ben, zal ik toch hier niet uitweiden omtrent het muggen uitzijgen en het kemelen doorzwelgen, waardoor men hem onophoudelijk in zijn vrede8arbeid belemmerde. Ik wil gaarne aannemen, dat misverstand en onkunde aan gaande de christelijke beginselen van Wijn veldt aanleiding tot deze schermutselingen gegeven hebben, maar intusschen ging hij daaronder gebukt. Heeft Wijnveldt door de opening eener school met weinige Maleische kinderen en door het verkeer van Maleiers, die hem opzochten en van hém Christelijk-Malti- sche lectuur vroegen, tegen de hierbjven genoemde clausule gezondigd, don heeft hij dat te goeder trouw gedaan. Meer dan eens heeft hij verklaard, dat niet hij de Maleische bevolking, maar dat deze hem opgezocht eri zelfs een derMaleische hoof den hem een stuk grond voor den houw van een Zendingsstation ten geschenke ge geven heeft. Niettegenstaande werd Wijn veldt, die immers als Evangeliebode de lui die aigener beweging tot hem kwamen, onmogelijk kon afwijzen, van overtreding van meergenoemde clausule beschuldigden zelfs met intrekking van de verleende toe lating bedreigd. Maar zonder iemand te willen beschuldigen, zij mij do bescheiden vraag veroorloofd Hebben dan degenen, die als wachters gesteld waren om te waken over een beperkende bepaling ook wel altijd den gepasten tact bij de bejegening van die vermeende fout, die Wijnveldt zou hebben begaan, in acht genomen Een serie van brieven van hem en een mg ter inzage gegeven dagboek zouden daarop het antwoord kunnen geven. Zon het voor het prestige eener christelgke natie niet voovdeeliger geweest zijn, wanneer men gewacht had totdat zich ook maar éen Maleier bij het hoofd van het plaatselijk bestuur aidaar beklaagd had over propa ganda maken van den heer Wijnveldt? O, wanneer het soms gebeurde, dat bepalingen en wetten, en dat nog wel on- noodig, gelijk een citroen geperst werden, dan ontstaan daardoor ondraaglijke toestan den, temeer wanneer soms nog eigenbelang of eene verkapte vijandschap verstoppen spelon. Zulke on 'raaglijke toestanden echter heeft de wetgever bedoeld. 't Spreekt vauzelf, dat Wijnveldt te midden van zooveel strijd en moeite be hoefte had om zijn droevig hart tegenover geestverwanten uit te stormendaarvan daan dat ik van alles op de hoogte ben. En als ik nu dan totaal-indruk dien ik van de geheele kwestie ontvangen heb, zal mededeelen, dan is het mij alsof men Wijnveldt te Sawah-Loento onder de ket- tinggangers zonder rapport het liefst niet had gezien. Een hooggeplaatst ambtenaar te dezer kust, die eenigen tijd geleden vertrokken is, ontzag zich zelfs niet Wijn veldt, dien man des vredes, een rustver stoorder te noemen. Doch dat is een be schuldiging die niet bewezen is en ook niet bewezen kan worden. Is Wijnveldt soms door zijn beslistheid in geloofszaken en door zijn rechtvaardigheid en nauwge zetheid in leven eu wandel dezen of genen in zijn doen en laten hinderlijk geweest en heeft hij daardoor soms de kerkhof-rust verstoord, dan strekt hem dat tut eer. Ik heb Lombokstrijders ontmoet, die Wijnveldt niet konden, maar allen die met hem op Lombok in aanraking waren gekomen, spraken eenparig met lof van hem. Men vrago ook de gestraften en vrijkoelis te Sawah-Loento, men vraga zelfs do Malei sche bevolking aldaar, wie en wat Wiju- veldt was Wijnveldt was een man die zich des Evangelies van Christus niet schaamde, want bij erkende daarin de kracht Gods tot ziligheid voor een iegelijk, die gelooft. Hij liet het Christendom niet opgaan in de gelijkenis van den barmbarti.en Sama ritaan, maar het brandpunt van zgn geloof was: „Verzoening door het bloed des krnises." Voor hem was Christus niet de groote martelaar, die, gelijk een Socrates voor zijn denkbeelden het slachtoffer van den volkshaat werd, maar voor hem was Christus „God geopenbaard in het vleescb verzoenende de wereld met zichzelven." Daarom had hij beide op het oog, zoowel het tijdelijke alsook het eeuwige welzijn zijner medemeuschen, de kettingganger» niet buitengesloten. Met andere woorden Wijnveldt was niet slechts philantroop, maar hg was ook Christen. Tot uitoelening van dit ziin edel streven echter moest hij onbeperkte vrijheid heb ben, waut het Evaugelie laat zich nu een- m<.al niet aan banden leggen. Daarom was het voor zijn van liefde gloeiend hart de diepste smart, toen hem deze vrijheid be perkt werd. Wijnveldt was mij en allen, die hem van nabij kenden, een dierbare vriend en broeder, en daarom dragen wij leed om hem. 't Heeft den Heere over leven en dood behaagt Zijn dienstknecht en onzen vriend eu broeder na volbrachten arbeid van weinig jaren tot Zich te nemen in Zijn eeuwig Koninkrijk, waar hi), i erlost van zonde en smart Hem aanschouwt, dien hij hier beneden bemiud eu dien hij gediend heeft. De Heere God vertrooste de diep geschokte weduwe met hare twee kinderkens. Wat in bovenstaand artikel wordt ge zegd van de tegenwerking, die de over ledene te Sawah-Loento heeft ondervonden, maakte op mij een pijnlijken indruk. Br. Dornsaft maakt melding van Wijn- veldt's dagboek dat hij ter inzage hoeft gehad. In dat dagboek schijnt veel voor te komen, dat op deze tegenwerking be trekking heeft gehad. In genoemd dagboek zgn mogelijk de noodige gegevens voorhanden, die licht kunnen versprtiden over de vraag, of de vrees der regeering gegrond is, dat eene zending onder de Maleische bevolking al daar staatsgevaarlijk is en of onder deze Mohammedaansche bevolking een geopende deur is voor de prediking des Evangelies. Datzelfde dagboek zal mogelijk ook ant woord kunnen geven op de vraag, of de tegenwerking die dc overledene heeft on dervonden, kwam van de regeering dan wel van sommigen harer ambtenaren. De zending in heel Nederlandsch Indië heeit er belang hij, dat deze kwestie tot opheldering worde gebracht. Inzonderheid heeft Sawah-Loento daar belang bij. Wanneer straks een nieuw uitgezonden zendeling do opengevallen plaats te Sawah-Loento zal innemen, wat naar wij hopen spoedig zal gebeuren, dan zal deze voor dezelfde moeilijkbeden komen te staan, waarvoor br. Wijnveldt heeft gestaan, en het zal dezen dan veel moeilijker vallen dan den overledene daaraan het hoofd te bieden. Br. Wijnveldt had op Lombok zgn spo ren verdiend, was Ridder van de Oranje Nassau-Orde, en stond bij de Regeering goed aangeschreven. Reden waarom men hem nog eensgszins ontzag. Komt nu een zendeling op Sawah-Loento, iemand, die nog zijne sporen moet verdie nen, bovendien jong en onervaren is, dan zal het dezen veel moeilijker vallen dsn den overledene al de bezwaren daar te trot- seeren. Het is voor Sawah-Loento, en voor het welslagen van de Zending aldaar zoo be slist noodig, dat de gerezen kwestie tus- sclien den zendeling eu de regeering (of hare ambtenaren) tot opheldering worde gebracht. SjtEn waar nu het dagboek van den over ledene daarvoor mogelijk de noodige ge gevens bevat, hopen wij, dat ons uit dit dagboek meerdere bijzonderkedeu zullen worden medegedeeld. Zelfmoorden. jjiVan de 1739 zelfmoorden, die in Frank rijk van 1827 tot 1830 per jaar plaats hadden, namen deze, zeer gelijkmatig, jaarlijks toe tot op het getal van 9708 in 1894. Of, op de honderdduizend inwoners be rekend, in 1827 5 zelfmoorden, in 1850 10, in 1889 21, in 1894 26. Dat is dus vyfmaal zooveel. In andere landen is die toeneming naar evenredigheid even sterk tengevolge van de goddelooze zedeleer, van het goddelooze leven, of van den pijnlijken drang der levensomstandigheden. Iu Pruisen, w.^ar de zelfmoord in het leger ontzettend moet zijn, bedroeg de toeneming van 1827 tot 1897 4,11 maal zooveel, in Oostenrijk 3,18 maal, in Saksen 2,88, in België 2,12 maal zooveel. In Zweden, Denemarken en Italië nog niet éénmaal zooveel. Volgens Moselli zou het Roomsche ge loof minder zelfmoorden kennen dan het Protestantsche. In Protestantsche staten komen op elk millioen inwoners door elkander 190 zelf moorden voor in gemengd Protestantsch- Roomsche 96in Roomsche landen 58 en in Grieksche 40 zelfmoorden per mil lioen inwoners. Van 18871891 heeft men eene statis tiek opgemaakt, waaruit blij let, dat opéén millioen ongehuwdeu 97S zelfmoorde naars voorkwamen, op één millioen ge huwden zonder kinderen 614, en op één millioen gehuwden met kiuderen slechts 336. Vrseselijke, treurige cijfers niet waar? Zij werpen waarlijk geen gunstig licht op de moraal van onzen tijd. Graafschapper. 28 Nov. '98. Terneuzen. Vrijdag had de begra fenis plaats van den heer J. A. van Boven, in leven burgemeester alhier. Op 't graf werd hij door den wethouder v. IJselsteyn herdacht als flink burgemeesterdoor een ander spreker als geëerd lid der vrijmet selaarsloge door een derde als trouw lid der nederlandsch hervormde kerk, en door een vierde als eerevoorzitter van het korps scherpschutters. Een zoon van den overledene dankte voor de eer zijn vader bewezen. De Dijkraad der waterkeering van het calam. waterschap Scherpenisse besloot Vrgdag met algemeene stemmen de be zoldiging van den waterbouwk. ambtenaar hij dat waterschap, den heer J. van de Velde, tegen 1 Jan. van f 4000 te verkoo- gen tot f1200. De klerk der posterijeu en telegrafi# A. Bevin te Tholen slaagde bij het laatst gehouden examen voor het postradicaal De Kamer van Koophandel te Ant werpen zal hij de Belgische regeeriug pogingen in het werk stellen orn het rijks telegraafkantoor te Vlissingen den geheelen nacht geopend te houden, zulks in 't be lang der scheepvaart. Bij kon. besluit is benoemd tot plaats vervangend dijkgraaf voor den Houwer- polder G. Bolier Gz. Te Zierikzee is ook de kwestie aan de orde eener opheffing van de meis jesschool, maar die is geen ex-middelbare school. De begrootingscommissie die over het financieel beleid Tan burg. en weth. niet best te spreken is, achtte die opheffing wenschelijk daar die school aan de ge meente f 3600 kost, het rijk slechts f600 tegemoetkoming geeft en het aantal leer lingen steels vermindert. Zij wenschte daaromtrent echter thans nog geen voor stel te doen, maxr eerst het gevoelen der sehoolautoriteiten in te winnen. Burg. en weth. verklaarden zich tegen die opheffing doch zijn bereid de betrokken autoriteiten te hooren. De commissie van toezicht op het L. O. is ook tegen die opheffing. Volgens haar zon die geen bezuiniging teweegbren gen, daar dan de meisjes naar de H. B. S. zouden moeten gaan, wat de gemeente al dadeljjk op grooter uitgaven zou te staan komen. Volgens die commissie bestaat er wel degelijk behoefte aan zulk een meisjes school, omdat het onderwijs aan de H.B.8. niet aan de behoefte voor het meerendeel der meisjes voldoet. Bij de behandeling der gemeentebegroo- ting verklaarde) de groote meerderheid van de raadsleden zich tegen het invoeren van nieuwe belastingen, maar werd op ver schillende kleine posten bezuinigd M. C. De rapporten over den aehtmaandschen oefeningstijd van de miliciens luiden vol gens de „N. li. Crt.Ll algemeen ongunstig en deze wordt schier door alle autoriteiten afgeraden. De nood op Curagao. Aan een particulier schrijven uit Curagao, gedagteekend var. 4 Nov. 11., ontleent het Haagsche Dagblad het volgende De toestand alaier is verschrikkelijk. De negerbevolking aan de oostzijde van het eiland gaat een hongerdood te gemoet. De nieuwe belastingen zijn uitgeschre ven tal van handelaren vertrekken van hier of maken zich tot vertrekken gereed. Het moederland erbarme zich eindelijk over onze rampzalige kolonie. De oudste meestoof te Bruinisso genaamd „De oude stoof", die eens getuigde van de zoo bloeiende meekraptselt en han del in Zeeland, zal weldra onder des sloo- pers hamer verdwijnen. Een moord voor 30 gulden! Zondag 13 dezer is zekere C. uit Driel, tijdelijk werkzaam te Styrum (Pruisen) daar uitgegaan om nieuwe kleedingstukken te koopen, waarvoor hij cirea 60 mark bij zich hail. C. is echter met een persoon in aanraking gekomen, die hem waarschijnlijk heeft beroofd en daarna in de rivier heeft gestooten. Zijn lijk werd opgehaald en aldaar begraven. De zaak is in handen der justitie aldaar. De langste Nederlander is L. B., vroeger landbouwer te Thesinge. Hij meet 2.1 M. Had hij een 150 jaren vroeger geleefd, dan was hij in geen land van Europa veilig gsweest voor de zucht naar „lange Kerle" van koning Frederik Willem I van Pruisen en was hij zeker reeds lang inge deeld geweest bg diens Potsdammer Garde De heer ds. v. I. te O., die OHlangs een paar tanden doorgeslikt en te Gronin gen eene zeer gevaarlijke operatie door Prof. Koch oudergaan heeft, is bijna her steld, zoodat hij hoopt spoedig weder te kunnen optreden. Een vertegenwoordiger van een vorig fin de siècle-geslacht is dezer dagen te Fotscha, in Servië, overleden, namelijk de koopman André Glogjaja, die den gezegen- den ouderdom van 118 jaren bereikte. Hij was flink en kras, nam zijn zaken waar tot het laatst, en hij stierf plotse ling, zonder ziek te zijn geweest,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 1