VOOR ZEELAND CHRISTELIJK- HISTORISCH ilo. 28. 1898. Dinsifag 22 floflenfc. 3)pttarfc laorpng. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel meer 10 cent. Uit den Haag wordt aan De Tijd ge meld, dat de minister van Financiën, de heer Pierson, omgaat met het plan, om een tabaksbelasting in te voeren. Wy gelooven er niets van. De minister zal toch de vaderlandsche geschiedenis uit het begin onzer eenw niet vergeten zijn. Hij zal de vruchten van Napoleon I's continentaal stelsel wel kennen, en zich de algemeens ontevredenheid h erinneren dat de menschen niet meer rooken konden, en in plaats van tabak, gedroogd peeloof in hun pijpje deden. Alle belastingen zyn onbemind en on beminnelijk. Maar een tabaksbelasting zon het in on- beminnëlykheid van al hare voorgangsters winnen. Een belasting op dec werkman zyn pruimpje, nog eens, wy kunnen het niet gelooven. Want zoo zij kwame, wij zonden haast de ganBche natie, den minis- zich er tegen geloeven dat ter van financiën incluis 1 verzetten zou. Wil men hezninigen, men ruime dan liever maar een of twee hoogescholen op. Want het is bespottelijk een klein en arm landje, als het onze, dat er drie of vier openbare universiteiten op na houdt. De heer Th. Molkenboer betoogt in Het Centrum, de groote belangrijkheid en prófijtelykhêid der musea voor ambachts lieden smeden, timmerlui, meubelmakers enz. eu wel omdat zy er ontelbare voorbeelden van goed werk vinden, waar ieder in zijn vak neg veel van kaH leeren. Hij beweert ook dat ,,'t handwerk in den tegenwoordigen tijd niets beteekent en van den kant der verandering van so ciale verhoudingen alleen geen verbetering in zake ambacht is te verwachten." Het kan wel waar zjjn. Maar het doet de vraag rijzen of dan hst ambachtsonderwys, het teekenonderwijs op de burgeravondscholen, de opleiding voor het examen van teekenonderwijzers nog zoo weinig profijtelijk is dat zelfs een deskundige als de hesr Molkenboer nog bekennen meet „dat het handwerk nog ongeveer niets beteekent." De heer Dunner krijgt van het denkend deel onder de Joden heel wat te hooren over zyn aanval op de „neutrale" school. Velen haasten zich om te vertellen dat zjj het niet met bem eens zyn. Onder de Joodsehe burgers en kleinen man daarentegen, en by de smalle gemeente zal het woord van dezen Amsterdamschen opper- rabyn, naar wij veronderstellen, in betere aarde vallen. Hy toch is een man van ver reikenden invloed onder zyn geestver wanten. De belachelijke sommatie van het Am- aterdamsche gemeentebestuur die hem nota bene ter verantwoording roept wegens zyn aanval op de openbare school, zal hem wel even weinig deren, als het ge schetter van het radicale oud-kamerlid Gerritsen in den Amsterdamschen gemeen teraad aan zij n adres. Dr» Dunner zal wel begrijpen dat iemand kwaad wordt als men hem onverwacht op de eksteroogen trapt. Zekere heer B. Blok, oad-redaoteur van het (conservatieve) „Dagblad van Zuid- Holland en 's Gravenhage"een Jood schrijft in de N. R. Crt.„Is niet veeleer van suiver-orthodox Joodsch standpunt de neutralè school-waar tot alle christelijke en maatschappelijke deugden wordt opge leid, het best, wanneer zij zoo modern- christelijk mogelijk is?" Juist wat de liberale staatsman Godefroi eveneens Jood reeds in 1857 be doelde by zyn aanprijzing van artikel 23 van 't ontwerp schoolwet. Enkele liberale bladen hebben met groote verbolgenheid acte gegeven van de ont vangst der circulaire vau den opperrabbij n dr. Dun ner. \y^er andere hebben met een air van gerustheid opgemerkt dat zy niets betee kent en geen instemming vindt bovendien. De totaal indruk schijnt echter dat men een zoo boozen aanslag van deze zijdeT niet verwacht had. En natuurlijk, al naar nu de tempera menten verschillen, verschilt ook de waar deering van het feit. Intusschen ook deze steen is aan 't rollen, hij zal niet gemakkelijk tot stilstand ge raken. Van bovenstaande geven wij een paar voorbeelden lo. Het Handelsblad vond dat de zaak niets om 't lijf had en wel niemand hel met dr. Dunner eens zal zyn. Een inzender komt haar echter dien waan ontnemen, door te melden dat de geheele Israëlitische kerkeraad te Amster dam het met den opperrabbijn, enlin den lande {duizenden bij duizenden geloofsge- nooten het met hen eens zyn. 2o. De Middelburg sthe Courant, door een ander blad geleerd, maakt een zinspeling op den naam van den opperrabyn en vindt wat bij omtrent de openbare school zegt tamelyk „dun". De opmerking doet vermoeden dat som mige liberale redacteuren zich dik gemaakt hebben. En 't is een bekend feit wie zich dik maakt vindt dun wat van zijn tegen stander komt. 3o. De Kamper Courant een echte flap uit, gelijk men weetzegt een kleine onbe schaamdheid, waarde Joden het voorloopig mee doen kunnen. Na de „clericalen" gehekeld te hebben wijl zij de openbare school „wegens haar aankweeking van verdraagzaamheid" ver dacht maakten, en de „Israëlieten" gepre zen te hebben voor hunne warme aanhan kelijkheid aan genoemde school, betuigt zij haar spijt dat nu ook in hen „een geest van afscheiding" voer en waarschuwt hen met deze onzes inziens echt clericale, in quisitoriale, onverdraagzame woorden „Het komt ons voor dat dr. D. met vuur speelt. Het ontwaken van een Joodsch clericalisme kan niet anders dan ten naceele komen van de maatschappelijke belangen van het Joodsehe deel der bevolking: Verbeeld u. De openbare school, zegt dit Kamper blad, heeft verdraagzaamheid en volkseen heid aangekweekt. Zou men niet gaan denken dat hier be doeld wordt verdraagzaamheid alleen je gens gelijkdenkenden en volkseenheid voor geval 't volk slechts liberaal wil wezen Onverdraagzamer kan 't toch al niet, om tot den Jood te zeggen: Wat gij hier gedaan hebt, zult gij in uwe maatschap pelijke positie voelen, versta je. Wij hebbeb indertijd den Jood Levy zyn onbe8chaamden uitval tegen de antire volutionairen hoogst kwalijk genomen, toen hy tot ons zeideGij onverdraagzame sectemakers, steekt uwe hand niet uit naar den regeeringsteugel welke ons is, want wij zullen u aan het lyf komen. Wij hebben dit dreigement van den Israëliet maar niet kwijt kannen worden, en Keuchenius heeft deu Levyieten 't on gepaste hunnerzijds van deze bedreiging meermalen aangezegd. Maar nu een liberaal, op zyn beurt, den Jood dreigen komt hem aan zyn broed te zullen komen, wanneer hij 't met dezen oneens blijft, nu toornen wij even hard op den belager der Joden, als wij 't in dertijd op den leider der Joden gedaan hebbenen vragen recht en consciëntie- vrijheid voor hem gelijk voor ieder ander. En dat een liberaal blad zich aan deze vrijheid der gedachte vergrijpt is een be wijs te meer dat de ware gewetensvrijheid ook niet aan die zijde ii, al heeft men 't ons ook al een halve eeuw lang zoeken wijs te mak n. 4o. Een ander blad De Controleur is leeper. Die scheldt niet en dreigt niet; maar betuigt zijn medelijden. DeZondagskouter in dit liberale blad wijdt een gansch artikel aan de zaak en schrijft „Het kan gebeuren dat de een of ander onderwijzer iets gezegd heeft dat hy beter gedaan had te verzwijgen, maar daarom het geheele openbare onderwijs in discrediet te brengen, door een aaneenschakeling van frasen welke men te keus en te keur in de confessioneele bladen kan viuden, komt toch niet te pas, te meer omdat daardoor oogenschijnlijk een scherp wapen is gegeven in de handen der kerkelijks partyen, over welker welwillendheid Israel zich nu niet hoog kan beroemen'1 Dat „mindere welwillendheid der cle ricalen in ons land" tegenover de Joden zal deze schrijver toeh wel behooren te bewijzen. Het is anders wel slim verzonnen: de vrienden staan oj? punt heen te gaan en em ze nu te houden moeten zy die hun heengaan toejuichen worden zwartgemaakt. Maar deze Zondagskorisr zegt nog meer: „De moderne staat gaf aan de Israë lieten hun huidige positie en de geschie denis leert hun wat zy van de theo cratie hebben te wachten. Een weinig voorzichtigheik ware bij dezen opperrabijn waarlijk wel noodig geweest." Stel u voor. De grief is juist dat de „moderne staat" den voorstander der theo cratie heeft teleurgesteld, dat de school van den moderüen staat niet beantwoordt aan de school van de theocratie en nu komt me daar deze schrijver de deugden verkondigen vandien modernen staaten waarschuwen tegen de theocratie. En dan wie onder ons denkt nu aan theocratie Zy zitten ginds in 't liberale kamp be paald vei legen met de desertie ran deu Joodschen bondgenoot. Of wel men schijnt daar op z'n dood voor recht en rechtzinnigheid en rechtvaardigheid en rechtsgelijkheid. 21 November '98. Goes. Vergadering van den Raad op Vrijdagavond 8Vs uur. Voorzitter de heer Ramondl. Afwezig de burgemeester wegens uit- stedigheid. De notulen worden goedgekeurd. De voorzitter deelt mede dat van den minister van binnenl. zaken bericht is ingekomen van 't eervol ontslag aan dhr. Diehl als lid van de commissie van toe zicht op de landbouw-winterschool en zyn vervanging door den heer Hanken. Van Gedeputeerde staten goedkeuring van eene wijziging in de gemeentebegrooting van 1898, en goedkeuring van de getroffen regeling inzake de tolafkoop. Van de Frie&che Mij. van Landbouw een adres over de sluiting der Belgische grenzen voor den veeinvoer. Van den heer v. d. Wart een verzoek om een maand verlof met overlegging van een geneeskundig attest. De voorzitter zegt dat B. en W. bereids dit verlof hebben toegestaan. B. en W. deelen mede dat dr. Diehl met 29 dezer eervol ontslag bekomen heeft als leeraar in scheikunde en nat. historie aan en als directeur van de H.B.S. en bij den aanvang van den cursus 98/99 als tijdelijk direoteur dhr. M. C. J. de Visser optreedt. Sollicitanten zijn opgeroepen ter ver vanging van dr. Diehl als leeraar. B. en W. kunnen als resultaat daarvan mededeelen dat zich voor de dagschool aangeboden heeft als tijdelijk leeraar in de scheikunde dr. J. v. d. Stadt, leoraar aan de H.B.S. te Middelburg tegen een honorarium van f 106,25 'sjaars voor ieder wekelijks les uur op twae dagen 8 uren 's weeks te geven. Wel had dr. Diehl in dat vak 10 uren les, doch regelingen zijn ontwor pen, waardoor de schade van die twee uren tot een minimam wordt teruggebracht. Dientengevolge worden de uitgaven op de begrooting voor dit vak, niettegenstaan e het bedrag per uur met inbegrip der reis kosten wat hooger is dan thans door dr. Diehl wordt genoten, niet overschreden. B. en W. stellen voor dien heer op 28 dezer tijdelijk te benoemen, op bovenge noemde conditiën. En voorts om dr. Th. S. Hofman leeraar aan de landbouwwinterschool aldaar op dienzelfden datum tijdelijk op te dragen de tijdelijke waarneming van 3 uren aan de Burger Avondschool tot 't geven van onderwijs in Natuurkennis. Ook is met toestemming van den In specteur onderhandeld met den heer P. Leenhouts te Koudekerke, thans gediplo meerd leeraar aan de landbouwschool te Wageningen, om les te geven in de vakken der nat. historie aan de Dagschool. De financiëele zijde der zaak ls nog niet ge regeld. Maar B. en W. stellen voor hen te machtigen genoemde heeren te benoemen tijdelijk, den laatsten voor een jaar, en de jaarwedden te regelen tot een bedrag als noodig was voor 't honorarium van dr. Diehl, dat 't althans niet wordt overschreden. De raad hecht daaraan zijne goedkeuring. De heer Coenen verlaat de vergadering. Uit de voordracht ter benoeming van een lid der opeubare gezondheidscommissie wordt met 8 tegen 4 stemmen benoemd dr. A. J. Swaving no. 1 der voordracht no. 2 dhr. J. A. Mol bekwam de overige. Ingekomen was een verzoek van wed. C. Duvekot om ruiling van grond. Adres sante staat zelfs iets meer af dan zij krijgt, wat ten goede komt aan de verbreeding van den Westwal daar ter plaatse. B. en W. stellen derhalve voor het verzoek toe te staan, mits de kosten van overdracht door adressante voor haar rekening worden genomen. De raad keurt dit goed en Desluit het afgestane gedeelte aan den openbaren dienst te onttrekken. Aan de orde komt het verzoek van J. Baljé om 60 M' bouwgrond in erfpacht aan Keizerdyk. B. en W. hebben het terrein ter plaatse doen opnemen en advi- seeren afwijzend, op grond dat 't hun een ongewenschte toestand voorkomt dat de zich daar bevindende pakhuizen uitkomen in een slop. De heer de Jonge merkt op dat het altijd de gewoonte is dat dergelijke ver zoeken worden toegelicht door eene tee- kening. Adressant heeft dit verzuimd en komt daarbij met een 'verzoek zoo vaag en onbestemd dat 't onmogelijk is er iets van te maken. Hij stelt voor aan adres sant te antwoorden dat zijn verzoek zóo niet voor beantwoording vatbaar is. De voorzitter zegt dat B. en W. zich op de hoogte gesteld hebben en dus wel weten wat adressant bedoeltmaar meent de Raad dat een teekening behoort te worden overgelegd, dan heeft hij daartoe het recht. De heer de Jonge herneemt dat hij niet gelooven kan dat adressants verzoek ernstig gemeend is. Het verzotk is in 4 regels vervat, en laat den raad in 't onzekere of hij bij de Ganzepoort of bij 't magazijn der firma Massee wenscht te bouwen. Is 't hem ernst, hij kome nog maals met behoorlijke aanduiding; 't gaat niet aan eerst een votum van den raad uit te lokken en dan pas met een nadere toelichting aan te komen. De heer Ochtman is 't met den heer De Jonge eens dat adressant een teekening moet overlegden, toch stemt hij tegen 't voorstel, dewijl hij is voor dat van B. W. dst een andere strekking heeft, en definitief uitmaakt dat daar ter plaatse nooit zal gebouwd worden. De bedoeling is 't adres niet eerder in overweging te nemen. De heer de Jonge wil niet geacht wor den voor inwilliging te zijn, wanneer adres sant met een beter beslagen adres komt. Maar B. en W. wijzen een bepaalde plaats san. Men kan voor beide voor stellen zijn, 't een wordt door 't ander niet uitgesloten. Later kan de beslissing in den zin van B. en W. toch genomen worden. Nu bedoelt Spreker vooral om dergelijke aanvragers 't aankomen met der gelijke slordige adressen af te leeren. De voorzitter herhaalt dat B. en W. zich eerst op de hoogte gesteld, in de buurt informaties ingewonnen, en daarnaar hun advies ingericht hebben. Bij inwilliging zou de toestand der achterliggende woningen van dien aard worden dat zij heelemaal ingepakt zijn. De heer v. d. Leeuw verklaart zich voor het voorstel van B. VV. Het voorstel van den heer de Jonge wordt met 7 tegen 5 stemmen, die van de hh. de Jonge, Dicke, Janssen, v. d. Peijl en Tem perman verworpen en 't voorstel van B. en W. zonder hoofdelijke stemmingaangenomen. üp het verzoek van P. Schrijver om eenden te mogen houden in de vest, advi- seeren B. en W. afwijzend te beschikken om reden de pacht der visscherij aldaar pas 30 Jnni 1899 eindigt en 't hun on- gewenscht voorkomt voor dien tijd een afzonderlijke vergunning te geven. Aldus besloten. Van de commissie voor de Paardenmarkt is ingekomen een adres waarin er op ge wezen wordt dat op de Paardenmarkt het bezoek speciaal van vreemde kooplieden niet zoo groot is als indertijd bij het in dienen van het rekest tot wederinvoering verwacht werd, niettegenstaande de pu blicatie in couranten, aitgeveven in Zeeuwsh Vlaanderen en Belgiëdat ligt, volgens de commissie, aan den te laten datnm de wij i toch deze kooplieden reeds begin Juni deze streken bezoeken. Met 't oog op den grooten vooruitgang der paardenfok kerij in deze streken gedurende de laatste jaren, het doel van de wederinvoering der markt, voornamelijk wat het verlevendigen van den, handel in veulens en jonge paar den, verzoekt de commissie, op grond van tweemalen opgedane ervaiing, de markt te verzetten op den len Dinsdag in Juni, en dus onmiddellijk voorafgaande aan de paardenmarkt te Zierikzee. Met algemeene stemmen aldus besloten. Omtrent de reclames tegen den aanslag in den Hoofdelijke/! Omslag wordt beslist dat G. de Leeuwen en M. P. v. Hese van het kohier worden afgevoerd, F, J. Verburg en M. Kok Jr. gehandhaafd worden in hun aanslag A. Zonnevijle van de 5e naar de 2e klasse wordt terugge bracht en P. Schrier van de 2e naar de le klasse wordt verplaatst. Aan J. J. Baardolf, J. Wolf en P. K. v. Daalen wordt restitutie verleend wegens te veel betaald schoolgeld aan Meisjesschool en wat laatstgenoemde betreft Hoogere Burgerschool. Nog wordt behandeld het voorstel van B. en W. om een post van f 500 te vo- teeren voor 't maken van afwatering, op de nieuwe begraafplaats. Zij zeggen ter toelichtingReeds bij ons voorstel tot wijziging der begrooting van '98 wezen wij er op dat de afwatering aldaar niet voldoende was. Thans is de toestand daar ter plaatse van dien aard geworden dat directe voorziening dringend noolzakelijk wordt't water blijft op 1% meter onge veer staan, en de graven dreigen onder water te geraken. Er moet een geheel nieuwe sloot bochtsgewijs worden aange legd en verder draineerbuizen worden gelegd, dit kan nu nog goed, aangezien de begraafplaats nog niet gebruikt wordt en 't plantsoen nog jong is. Er is f 500 hoog stens noodig, waarschijnlijk te verkrijgen door preleveering op de rekening van 1897, doch voorstellen in dien geest zullen ten spoedigste den Raad worden aangeboden. De heer v. d. Leeuw klaagt dat hij den aanleg van dit kerkhof enkel door arbeiders van Kapelle is gewerkt, hij spreekt dea

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 1