■me
NIEUWSBLAB
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
entstijfsel j>
iknecht
wstbode
BODE.
g.
Ho. 6. 1898.
r men
men geen
dig.
OCIIVIS.
ge Lijnkoeken
t bij DEKKER,
stekende kvva-
;rp concurree-
zvvaar Spek
lanke Reuzel,
iringgroote
reinig geld. Het
ss voor was-
Bellinkstraat.
n dat mooie en
ngselpapier en
sterschelde.
9.
|o.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
SoiifWag 18 ®cfo6ec.
laacgang.
g a. d. Zaan.
eil maar vergelijk
>INCPOWDER
3 gij zult overtuigd
is de beste en
soort.n.
je (O cemt.
MAM A Cle.,
5 ROTTERDAM.
ouwers.
gnacfusten
oud 525 Liter.
NGERAAD k Co.,
iddelburg.
nd «en
benoodigd, by J.
POND
IBID
Id. H. HARINCK te
Hendrikikincertn.
tond een
of vast, waiék
JS'SMAN Kortedelft.
beveelt zich zeiven
duiecht.
22 jaar oud en van
odsdienst.
roodorp, Camperland,
Noord Bevelend.
kb. D'HUIJ.
[/ER,Groenmarkt B 31
gen 1 November a.s.
ja) nm. 3,256).
óo) nm. 3,55.
',20 nm. 1,55.
|40
2,15.
1,55 3,25 ft)
n 3,45.
10.
Breskens hoogstens
f,10 van Vlissingen
smaakt.
het spoorwegstation
eeken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
SSSKSZBBBaOI
lElWUlzn-.1 n BIFIiH'tTIB
Deze week is er een „Roomsch Katho
liek Congres1' te Utrecht gehouden ter
bestrijding van het Drankmisbruik.
Dat dit Congres op Zondag gehouden
werd, spijt ons, niet zoo zeer omdat de ver
slaggevers dien dag werken moesten die
blij ven eenvoudig weg als zij niet willen
maar omdat honderden werklieden daardoor
weer een ganschen Zondag aan den huise-
lij ken disch onttrokken werden en hun eer
bied voor den sabbath op zeer bedenkelijke
wijze in 't nauw gebracht werd.
Wij hebben reeds vroeger aan 't adres der
Roomsche volksmannen deze klacht gericht
doch zonder gevolg. Thans, nu, naar wij be
speuren, de liberale pers over de inbreuk op
haar Zondagsrust begint te klagen, zal er mis
schien beter geluisterd worden.
Wij willen 't hopen.
Allengs begint de Roomsche Kerk zich
bij de kerkelijke ook de geestelijke belan
gen harer zonen aan te trekken.
Met name het Congres tegen den Zondags-
arbeid thans dat tegen 't Drankmisbruik
getuigen er van.
Wie weet volgt er nu van die zijde niet
nog eens een Congres tegen 't honden van
Congressen op Zondag, uit 't oogpunt van
Zondagsrust en Zondagsheiliging immers zoo
gewenscht.
Nochtans op dit Congres van j.l. Zondag en
Maandag zijn goede woorden gesproken door
mannen als de Aartsbisschop van Utrecht, en
dr. Schaepman en Vlekke (den directeur der
Gastelsche saikerfabriek) en pater Ermann,
en kapelaan Ariens, en mr. Travaglino, en
pastoor Schmeitz.
Levere dit Congres menige goede vrucht
op voor de meest afdoende drankbestrijding.
Wij protesteerden indertijd tegen dit
Congres voor Zondagsrust een Congres
op Zondag!
De Goesche Courant kan nog maar niet
tot de onderscheiding tusschen partij en
beginsel geraken.
Zij gaat uit van de stelling dat waar een
party is een beginset isdit is juist.
Maar nu besluit zij hieruit dat dan ook
elke andere partij (lees: partijgroep) een
ander beginsel hebben moet.
Immers zij zegt: „Het feit dat radicalen,
sociaal democraten enz. afzonderlijke par
tyen, (lees partijgroepen) afgescheiden van
de liberalen, vormen, is een afdoend be
wijs dat de liberalen andere beginselen
hebben dan de genoemde partijen."
En dit laatste nu betwisten wij.
Er is tusschen deze partijgroepen geen
essentieelmaar alleen gradueel verschil.
Een verschil in graad slechts, niet in wezen.
Al deze party-groepen en groepjes in
en buiten de Kamer behooren tot eene
groote party in den lande, tot de groote
wereldparty de liberale partij.
Neemt men nu in de tweede kamer de
verschillende organen dier party, dan ont
dekt men wel schakeeringen, zeer zeker.
Yan der Zwaag, Troelstra, Van Kol,
Ketelaar, Nolting, Gerritsen, Kerdijk, Pyt-
tersen, Mees, Pijnappel, Karnebeek zijn de
onderscheidene organen dier groepen, zij
verschillen in toon, in graad, in tempo
van beweging doch in den wortel hunner
gemeenschappelijke staatkundige belijdenis
zijn zij één.
Bij de verkiezingen vinden zij elkander
weer, alsmede bij gewichtige principiëele
stemmingen waarbij 't aankomt op volks
sou vereiniteit of souvereiniteit J Gods op
heerschappij van Gods Woord of van de Rede.
Wat Groen herhaaldelijk sprak, en laatst
in zijn Nederlandsche Gedachten V bladzij
39 en 229 herhaalde, blijft waar: Twee
■partijen slechts zijn er de liberale of
radicale, en de antirevolutionaire; met
tweeërlei wortelde volkssouvereiniteit en
de souvereiniteit Gods".
Het verschil dat de Goesche Courant
zietis derhalve slechts een verschil in
graad, niet in den wortel.
Natuurlijk zal bijv. de redacteur van
de Goesche Courant niet wandelen in 't
meer ordinaire kleed van zijn collega van
De Toekomst.
't Is waar dat het liberalisme niet tot
het uiterste wil voortstrijden, „ofschoon
daarin tevens de gevaarlijkheid schuilt",
(zie Fabius, Voortvaren biz. 92).
Maar dit verschil raakt slechts de opper
vlakte.
Liberalen zei Groen zijn inconse
quente radicalen r-dicalen zijn consequente
liberalen.
Dat de Goesche Courant dit niet gelooft,
is haar zaak.
Hare naïeve verbazing dat Van Kol (die
toch ook den inhuldigingseed weigerde)
met Domela Nieuwenhuis van 1888 op één
lijn zou staan, laat zich daaruit best ver
klaren.
Toch moeten wij er op aandringen dat
m n er zich op deze gemakkelijke manier
niet afmake.
Het is geen strijd over meer of minder
delicaat, of om 't op de manier van de
Goesche Courant te zeggen, over meer of
minder „in de kraam" te pas komen maar
over de vraag: zal bij den voortgang van
de denkbeelden der revolutie onder ons
de niet voorschrijdende liberaal vrij uit
gaan, wanneer straks zijne minder bevreesde
zonen 't bekende trapje afloopend, aan 't
station socialisme en anarchisme zullen aan
komen en of er ter bestrijding van de
revolutie, ook in hare gematigdheid een
ander wapen is dan het Evangelie
Ketelaar, het radicale Kamerlid van
Amsterdam, wordt in de Bode het re
volutionaire onderwijzersblad, waarvan hij
redacteur is, verdedigd tegen aanvallen
zijner collega's wegens zijn stuitende hou
ding op 't feestmaal te Wageningen.
Hij had geweigerd op te staan toen er
getoost werd op de Koningin, en stond
wel op toen 't Engelsche Volkslied gezon
gen werd.
Ketelaar deed alzoo zei de Bode
om den buitenlanders een attentie te be
wijzen en om te doen uitkomen dat in een
neutrale vakvereeniging geen toosten op
d« koningin te pas komen.
En dan voegt hij er aan toe dat hij de
Koningin overigens een gelukkig leven
(let welniet een gelukkige regeering
toewenscht
Wij verbazen ons niet over dergelijke taal.
Ketelaar, Troelstra, en hoe zij allen
heeten, staan op één lijn, al staan zij na
tuurlijk niet allen even ver op die lijn.
Maar wij verblijden ons aan één kant
over deze verklaring, dewijl wij er door
versterkt worden in onze meening dat
neutraliteit óf een onding is óf de grofste
ontkenning.
Neutraal was voor de openbare onder
wijzers tot nog toe steeds geweestzorgen
dat niemands Godsdienstige begrippen ge
krenkt wordennu begint men aan die
zijde de neutraliteit zelfs tot 't gezag des
Konings uit te strekken.
Men kan er gerust op rekenen dat op
de openbare school, voorzoover de Ketelaars
er onderwijs geven, van deze „verklaring"
geprofiteerd zal worden.
God, Nederland en Oranje, de eerste
factor is er al lang uithet werd en bleef
voorloopigNederland en Oranje.
Maar onder 't regime van derzulken
denkbeelden zijn ook de twee andere be
grippen los gemaakt, is ook de derde faoter
verwijderd.
Het is nu alleen nog maar Nederland.
En wat maken zulko cosmopoiieten daar
dan nog van
Zoo marcheeren de denkbeelden. Zoo
werkt 't grondbeginsel voort.
Van Ihorbecke, die sprak van 't individu
dat de Kroon draagt, over Cort v. d. Linden
die van den eersten staatsdienaar spreekt,
en Ketelaar die neutraal is, tot Van Kol
die aan Oranje den eed van gehoorzaam
heid weigertenz. enz.loopt één draad
de leiding van éénzelfde machtig beginsel.
Gelukkig wie niet zoo ver mee is voort
geschreden.
Doch wie waarborgt ;hem dat hij niet
straks mee wordt afgevoerd
De Nederlandsche Werkmaneen libe
raal volksblad naar 't schijnt, maakt eenige
opmerkingen naar aanleiding van een
stukje uit De Graafschappér over de ver
kiezing te Franeker.
Mogen wij doen opmerken dat 't be-
bewuste stukje is ontleend aan De Zeeuw
van 29 September.
i-
Ook het Feminisme is eeu verschijnsel,
of wil men een kwaal, waarop de aan
dacht onder ons dient gevestigd.
Reeds deden dit ds. Pierson en dr. Keu-
chenius, die beiden hospitanten waren in
de vergadering der Vrije Vrouwen in het
Tentoonstellingsgebouw voor Vrouwenar
beid en 't Feminisme in zijn wijs en...
dwaas doen en laten van nabij hebben
gadegeslagen.
Sommigen meenen dat deze beweging
ophouden zou, wanneer alle dames een
man kregen.
Wij gelooven dit nietook al achten
wij 't niet onmogelijk dat onder deze da
mes menige blauwkous schuilt, en menig
een op den bodem van wier hart teleur
gestelde liefde of onbevredigde verwach
ting ligt.
Het feminisme is echter nog iets anders
en daarom achten wij ook het door den
Franschen schrijver De Colleville aanbe
volen middel om den harem uit het Oosten
als instelling naar West-Europa over te
brengen een remedie erger dan de kwaal
en den eisch dat de Duitsche Keizer die
„het gele gevaar" voor Europa zoo goed
begreep, het gele gevaar voor de Europe-
sche maatschappij (het feminisme) ook niet
over het hoofd zie, alleszins verwerpelijk.
Spaarzaam.
Toen eens een beroemd fabrikant van
fijne mostert gevraagd werd, hoe het mo
gelijk was, dat hij zulk een verbazend
fortuin kon maken uit een artikel, waarvan
men gewoonlijk heel weinig gebruikt bij
het eten, luidde het antwoord„Ik heb
mijn fortuin niet gemaakt uit het weinige
dat gebruikt geworden is, maar eigenlijk
uit wat vermorst wordt."
Het is een bekend gezegde, dat een
Franschman vet zal worden van wat (een
Engelschman vermorst.
Hoeveel zoogenaamde kleinigheden wor
den er dagelijks in menig huis vermorst
om geen andere reden, dan omdat het goed
koop of volop is.
Een kind van jongs af spaarzaamheid
in te prenten is een levenslange weldaad
aan hem te bewijzen.
Iets, het zij volop of goedkoop, onnoodig
te vermorsen, daartoe hebben wij volstrekt
geen het minste rechtdaar uit al het
weinige, massa's die niet te overzien zijn,
ontstaan en zoolang er behoeftigen zijn,
voor wie de kruimels waarde bezitten, is
vermorsen onchristelijk en schandelijk.
Jongelingsbode.
De synodale commisfie der nederl. her
vormde kerk had de predikanten uitge-
noodigd een ure des gebeds te houden met
de gemeente voor de Koningin.
Enkele socialisten onder hen weigerden,
bijv. Bax en Melchers
Maar onder hen zijn ook enkele Chris
telijke anarchisten. Dezen schenen minder
onwillig.
Althans Bahler hield een „inhuldigings"
preek. Maar 't was er een, op zijn wijze.
En brutaal genoeghij gaf ze in 't
licht ook.
Zij verscheen bij Vredevoogd te Gronin
gen schoone uaam voor een uitgever
van eeu „christelijk" anarchistische preek.'
en draagt den titelGeen aanneming
des persoons. Preek van Dr. Louis
A. Bahlergehouden voor zijne ge
meente den llden September 1898, toepas
selijk op de inhuldigings feesten.
Als een merkwaardig staaltje van on
christelijke inlegkunde en antichristelijke
aanranding van het gezag heeft deze preek
van den „christelijken" anarchist die zich
naar Tolstoï noemt, wel beteekenis.
Tusschen haakjes zij gezegd dat de
woorden „christelijk" en „anarchist" elkaar
uitsluiten.
Men kan zich wel diets maken christelijk
te zijn als men 't anarchisme predikt en
zich daarbij beroept op den Christus.
Op den Christus hebben zich steeds alle
predikers ook van de meest onchristelijke
leer beroepen.
Doch ten onrechte.
De Christus het vleeschgeworden
Woord heeft in zyn woord aan alle
poging om Zijn naam aan de leer van 't
auarchisme te verbinden den pas afgesneden.
Christelijk anarchist klinkt even onmo
gelijk als de combinatie Christus en Belial.
De Christus, de Sonverein der souve-
reinen zou dienaren hebben die tegen alle
Souverein gezag reageeren en koningsmoord
schrijven in hun vaandel.
Dwaze verblinding van Tolstoï en al
zijn pantheïstische volgelingen in ons land.
Zij zijn reeds lang buiten het Christelijk
erf getreden en hebben derhalve op de»
naam Christen-anarchist geen aanspraak.
Anarchisten kunnen zij wezen; Christe
lijke anarchisten zyn zij niet; en dat is
niemand.
't Is goed dat men van 't gesohrijf dezer
heeren niet veel notitie neme.
Evenwel, waar zij als predikant zioh
't recht aanmatigen de Schrift naar hunne
pantheïstische meeningen te verwringen,[daar
is 't een enkele maal wel eens nuttig hen
in hun armoede en dwaasheid als exegeten
ten toon te stellen.
De Nieuwe Provinciale Groninger Cou
rant deed dit even, en wel op duidelijke
wijze.
Zij zegt van bovengenoemde „preek"
Wij zouden op deze plaats van dit korte
geschriftje geene melding maken, indien
de schrijver niet behoorde tot de woord
voerders van het dusgenaamde „Christelijk"
anarchisme, a La Tolstoi.
SohrifU«Ylegger is de heer Bahler niet,
wel Schrift/wlegger
Deze theologiae doctor zondigt toch tegen
de voornaamste regels der exegese hij let
niet op de analogia Scripturae en schijnt
tevens eene totale minachting te gevoelen
voor het verband, waarin zyn tekst voorkomt.
Sprekende over Romeinen 2:11: Want
er is geene aanneming des persoons bij
Godtrekt hij met het oog op de gehouden
Inhuldiging onzer Koningin deze valsche
conclusie„God kent geen Keizers en
Koningen, geen vorsten en vorstinnen, geen
M-nisters, geen Kamerleden. Hij vraagt
slechts naar hetgeen zij van binnen als
mensch, nooit naar hetgeen zij van buiten
als mensch zijn. Men houde toeh op met
den godslasterlijken onzin, als zou God
een politieke kleur bekennen. Kunt ge
werkelijk aannemen, dat onze Majesteiten
ook voor Hem Majesteiten zyn?"
En verder„Ik wil niemand en niets
beoordeelen dan alleen naar zijn innerlijk
wezen. Ik kan geene uiterlijke hoogheid
ontzien en geen andere overheid erkennen
dan die daarbinnen zetelt".
Had de schrijver, die van eene Rijks
universiteit zijn bul als theologiae dootor
ontving, toch zyn tekst gelezen
Paulus citeert hier een woord uit Deut.
10:17, waar sprake is over de waarachtige
gestalte, waarin een mensch, een zondaar
tot God moet naderen, en daarvan heet
het: „Besnydt dan de voorhuid uws harten
en verhardt uwen nek niet meerwant
de Heere uw God, is een God der goden
en een Heere der heeren; die groote,die
machtige en die vreeselijke God, die geen
aangezicht aanneemt, noch geschenken ont
vangt".
De bedQeling is dus duidelijk, dat God
niet let op het aangezicht, dat de zondaar
vertoont, op de menigmaal bedriegelijke
houding, welke hij aanneemt, maar als de
Alwetende in het hart ziet.
Welnu, zegt Paulus, God maakt geen
onderscheid, ook niet in nationaliteit, voor
hem zyn de Jood, die zich op zijne af
komst beroept en de Griek, die Heiden
was, volkomen gelijk in het naderen als
zondaar tot Zyn troon. Het evangelie
(Rom. 116) is toch eene kracht Gods tot
zaligheid een iegelijk, die geloofteerst den
Jood, en ook den Griek.
Heeft Dr. Biihler dus het recht om zijn
tekst uit het verband te lichten en dan
de conclusie te trekken, welke wij boven
afschreven
Immers neen.
Volkomen waar is, dat God geen onder
scheid maakt tusschen den eenen zondaar
en den andere, wanneer het er om gaat
hem in genade aan te nemen. Dan zijn
koning en bedelaar voor Hem volkomen
gelijk: en is in de verhouding, waarin de
mensch tot Hem staat geene aanneming des
persoons bij God.
Maar diezelfde God heeft, wat de ver
houding deT menschen onderling betreft,
naar Zijn vrijmachtig bestal den eenen
mensch heerschappij gegeven over den
ander, hem met sjuverein gezag bekleed.
Had Dr. Bahler even zeven hoofdstukken
verder gelezen dan Deut. 10, waaruit Paulus
aanhaalt, dan had hij daar de Koningswet
kunnen vinden, -die God zelf aan Israël
gegeven heeft.
En was God het niet, die over het volk
van Israël hoofden, richters en daarna
koningen aanstelde
Heeft de schrijver het dertiende hoofd
stuk van den brief, waaruit hij zyn tekst
nam, uit den bijbel gescheurd?
Las hij niet, wat dezelfde Paulus aan
Timotheus schreef? (ljTim. 2:13.)
Ia dat laatste staat letterlijk wat we hier
gaarne afschrijven eu onderstrepen
„Ik vermaan dan vóór alle dingen dat ge
daan worden smeekingen, gebeden, voor
biddingen, dankzeggingen voor alle menschen-
Voor Koningen eu allen die in hoogheid:
zynopdat wy een gerust en stil leven leiden
mogen in alle godzaligheid en eerbiedigheid.
Want dat is goed en aangenaam voor
God, onzen Zaligmaker.
Zoo is alles, wat de schrijver schreef,
op eeae door en door valsche praemisse
gebouwd, en daardoor is zijn conclusie door
endoor valsch, lijnrecht iudruischend tegen
de analogia Scripturae.
Heeft het „Christelijk" anarchisme nog
meer zulke voorlichters?
12 Oct. '98.
Goes. Gemeenteraadsvergadering Dins
dagavond. Voorzitter dhr. Burgemeester.
Afwezig met kennisgeving dhr. van der
Leeuw. Notulen gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen zyn o. a.: Van Gedeputeerde
Staten .goedkeuring van eenige raadsbe
sluiten. Van de benoemde leden der C.
v. T. op het M. O. bericht dat zij hunne
benoeming hebben aangenomen en dat zij
uit hun midden benoemden tot voorzitter
den heer J. P. Wesselink, tot secretaris
den heer I. G. J. Kakebeeke. Van de
Gezondheidscommissie berioht dat in de
vacature Adam, in wiens plaats de heer
dr. Goemans als voorzitter is opgetreden,
zoo spoedig mogelijk door het toezenden
van een dubbeltal zal worden voorzien.
Van de hoofden van school B. en C. be
rioht dat de onderwijzer J. K. Moojen
en de onderwijzeres mej. Risseeuw hun
functie hebben aanvaard.
Van den heer dr. Z. Th. Jiiehl ver
zoek om eervol ontslag als directeur van
en leeraar aan de H. B. S. en Burger
Avondschool.
B. en W. stellen voor dit eervol ont
slag te verleenen onder dankbetuiging
voor de bewezen diensten.
AlduB bestoten.
S.