NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Ho. 149. 1898.
Mewfag 17 Scpfemöcc.
Iroa&Cftfe Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Buitenlandsch Overzicht.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij die zich met I
Oct. a. s. op ons blad
abonneeren, ontvangen de nog
voor dien datum verschijnende
nummers gratis.
Van personen uit de omgeving van H.
M. de Koningin-Moeder vernam de heer
Wilkens uit Den Haag naar hij zeide
bij de planting van den Wilhelmiuaboom
op Neerbosch dat het reeds jaren lang
Hare gewoonte is met Hare Dochter eiken
morgen van acht unr tot halfnegen zich af
te zonderen om te bidden en inden Bijbel
te lezen. En wat er ook gebeurt, hoe veel
en velerlei arbeid ook wacht, dat half
uurtje moet er af.
Indien dit waar is en aan de moge
lijkheid er van twijfelen wij niet dan
is dit een prijzenswaardig voorbeeld, waar
mede de Koninginnen vele harer, zelfs
Christelijke, onderdanen beschaamd maken.
't Is ook een waarborg voor den goeden
gang van 's lands zaken.
Mannen als Luther eu Huss, Franklin
en zoovele anderen, handelden niet anders.
Als Luther 't heel druk had, las en bad
hij zelfs, ter bespoediging van den arbeid,
nog wat langer.
■3fr
Het programma is verschenen voor de
opening van de vergadering der Staten
Generaal op Dinsdag 20 Sept., a.
Uit 't programma big kt dat H. M. de
Koningin de vergadering wenscht te
openen.
Punt i van het Programma, dus de
negende in den schooneu stoet die te 12
uur van 't Paleis zich naar 't Binnenhof
de vergaderplaats der Staten Generaal
begeven zal, is: „Hare Majesteit de
Koningin-Moeder, gezeten in eene Staat
siekoets met acht paarden bespannen,
gaande eeii koetsier naast elk paard, en
vier lakeien naast elk portier.
De Chef van het Militaire Huis van
Hare Majesteit de Koningin, te paard,
rijdende naast de Staatsiekoets, een weinig
achter het portier ter rechterzijdede
Gouverneur der Residentie, te paard,
rijdende een weinig achter het portier
ter linkerzijde.
Achter de Staatsiekoets de officieren van
het Militaire Huis van Hare Majesteit de
Koningin, te paard, rijdende twee aan twee,
naar ouderdom van rang, de oudsten voor".
Wij verblijden ons over dit voornemen.
In de quaestie Dreyfus is 't volle licht
nog lang niet opgegaan.
Nu echter komt 't verzet tegen de re
visie uit de eerst mogelijke hand, van
hoven af, van niemand minder dan den
president der republiek.
Dat de pers, die op en top revolutionair
is, den president toeroept dat hij bij ge
bleken meeningsverschil met 'tsouvereine
volk nu ook maar moet opstappen, zal
den president wel koud laten, tenminste
indien hij nog eenige waarde hecht
aan de goddelijke instelling der Overheid
en hij zich bewust is van de souvereine
beteekenis van zijn ambt.
Toch mag men zich afvragen, wat hem
toch wel kan bewogen hebben om door zijn
veto de revisie tegen te houden.
Is 't de overtuiging van Dreyfus' schuld
Of de vrees voor buitenlandsche moeilijk
heden
Of is 't iets anders
Naar 't geen de geschiedenis van de pro
cessen EsterhazyZolaPicquart ons in
de laatste maanden leerde, schijnt het niet
onmogelijk dat er grove ongerechtigheden
gepleegd zijn door den chef van den gene
rale n staf en zijne satellieten.
Het moet reeds uitgelekt zijn. dat wer
kelijk verscheidene stukken, betrekking
hebbende op de beschuldiging van Dreyfus,
niet aan diens verdediger ter inza ge gegeven
zijn,
En nu schijnt 't niet onmogelijk, wat de
Eransche pers beweert, dat bijaldien de
revisie doorgaat, generaal Meroier, de oud-
minister van oorlog die tijdens de veroor
deeling van Dreyfus minister vau oorlog
was in het kabinet Dupuy en de leugen
en 't bedrog heeft gelast of althans goed
gevonden, in de kast terecht komt.
En voor deze daad deinzen naar men
vreest de Eaures en Cavaignacs en Zur-
lindens terug.
De ministerraad moet Zaterdag beslissen.
De mi,lister van justitie Sarrien
heeft het dossier ingezien en zou, naar men
zegt, na de kennisneming verklaard hebben
niet te weten hoe zijn stem nit te bren-
g en.
Hoe het zijrecht en waarheid zullen
zich baan breken, al tracht men dit ook
te beletten.
De miord op de keizerin van Oostenrijk
blijft in alle landen het voorwerp der ge
sprekken.
De anarchisten te Berlijn en de socia
listen in Zwitserland en Italië hebben in
hunHe vergau eringen geprotesteerd tegen
Luccheni's daad.
Te Buda Pest beeft men een inschrij ving
geopend voor een monument, waarvoor al
dadelijk 50 duizend florijnen inkwam.
De Keizer had 's Zaterdags, dus op den
zelfden dag dat zij vermoord werd, nog een
brief van de Keizerin ontvangen, waarin
zij hem meldde dat zij heel wel was en
goed loop en kon, enz.
De politie te Lausanne nam twee anar
chisten Gualdinei en Barbotti gevau-
gen en zond hen onder beschuldiging van
medeplichtigheid aan den moord, naar Ge-
nève op.
16 Sept. 1898.
H. M. de Koningin zond aan den
keizer van Oostenrijk het volgend tele
gram
„Zooeven heb Ik het verschrikkelijke
ongeluk vernomen, dat Uwe Majesteit
heeft getroffen. Diep bedroefd en bewogen
zend ik Uwe Majesteit uit de diepte van
Mijn hart de betuiging van Mijn levendige
en oprechte deelneming, met de verzeke
ring, dat Ik vol liefde en van ganscher
harte deel in de beproeving die God U
oplegt."
Kamers van Landbouw.
Nu de vertegenwoordigers van den Han
del alle krachten inspannen ter verkrijging
van betere Kamers van Koophandel, aeht
de heer G. W. B. te Breda het tijd telkens
weer de landbouwers in Nederland op te
wekken om hunnerzijds aan te dringen
op de instelling van Kamers van Landbouw
Hij wijst er op hoe voor de groote
steden breede (gemeenschapswegen worden
of zijn aangelegd, boe instellingen van
kunst, wetenschap en onderwijs daar ver
rijzen, hoe echter het platteland eenvou
dige tramwegen, verbetering van kleine
riviertjes, inrichtingen voer landbouwon
derwijs behoeft. En nu moeten landbou
wers en belanghebbenden bij bun bedrijf,
hun stem verheffen om hun rechten naast
die der kooplieden en industriëelen te
doen gelden.
Meer dan ooit is dit van beteekenis
op dit oogenblik, schrijft de heer B. De
landbouw verkeert in een overgangstijd
perk van het grootste gewicht, het gebeele
bedrijf van den landbouwer ondergaat
veranderingwat vroeger een sleur en
routine was, zich slapende overervende
van vader op zoon, is geworden tot een
wetenschappelijk bedrijf en zal het in de
toekomst nog meer moeten worden. Ieder
jaargetijde brengt nieuwe ontdekkingen en
wie het meest op de hoogte is, verkrijgt
de beste oogsten.
Nauwelijks een tiental jaren geleden
werd iemand als een man van ij dele theorie
bespot, wanneer hij verzekerde, dat stal
mest met goed gevolg kon worden ver
vangen door kunstmest, en tegenwoordig
worden op ieder dorp de boeren om bun
achterlijkheid uitgelachen, die nog meenen,
dat zij het landbouwbedrijf naar behooren
uitoefenen en kunstmeststoffen daarbij ont
beren kunnen.
De eenvoudigste zandboer weet bo
vendien, dat het verbouwen en onderploe-
gen van vlinderbloemige gewassen den kost
baren stalmesf en het straatvuil kan ver
vangen. Dat heide en schrale gronden kun
nen ontgonnen worden zonder hulp van
veestapel of een kudde schapen en dat ter
verzekering van een gouden oogst somwij
len het uitzaaien van bacteriën noodig is,
zijn algemeen bekende zaken, die op ieders
bijeenkomst van landbouwers worden be
sproken.
Doch juist door dit alles, ik herbaal
het, is de landbouw een nieuw stadium
ingetreden, zijn er veor het bedrijf en de
ontwikkeiing der landbouwers nieuwe
eischen en behoeften ontstaan, die meer
dan vroeger nog het belang van enkelen
met dat van allen doen samensmelten. In
vele streken wordt dit hoe langer boe
meer begrepen, vandaar hun toetreding tot
vereenigingen en bonden.
Hoe nuttig deze ook mogen werken
wenschelijk ware bet, dat een meer alge
meen samengaan een. officieele en wettige
vertegenwoordiging tot stand kwam niet
als de tegenwoordige Kamers van Koop
handel en Fabrieken, wier kracht van
luttele beteekenis is, maar in den geest
van hetgeen de vertegenwoordigers dier
Kamers onlangs aan de regeering hebben
verzocht, waarbij gezamenlijk er naar worde
gestreefd om het krachtig bevorderen van
landbouw, handel en nijverheid als eender
eerste eisehsn van staatsbemoeiing te doen
erkennen.
Door vroegere toestanden geleerd, koes
terde ik de vrees, dat bij bet baanbreken
ven deze nieuwe en betere inzichten voor
vakvertegenwoordiging Handel en Nijver
heid weer zouden voorgaan, terwijl voor
Landbouw dezelfde beboette bestaat, van
daar dat ik den belanghebbenden het woord
„opgepast" heb toegeroepen, nu het nog
tijd is.
De Vlootrevue.
Begunstigd door kostelijk weder had
Woensdag op het Hollandsche Diep de
aankondigde vlootrevue plaats, die bezocht
werd door H. M. de Koningin.
Dea gauschen morgen was het al leven
en beweging op de rivier, ontelbare jachten
stoomden, tjalken en booten zeilden been
en weer, om een goed plaatsje machtig te
worden.
Een prachtig, majestueus gezicht lever
den al die monitors en torpedo's, keurig
versierd en gerangschikt, op. De vloot be
stond uit het flottielje vaartuig van de
Indische Militaire Marine „Koetei", Hr.
Ms. monitors „Cerberus" en „Krokodil",
pantserschepen „Piet Hein" en „Evertsen",
pantserdekschepen „Zeeland", met de com-
mandovlag, „Holland", „Friesland", rivier
vaartuigen „Mose" en „Rhenus",en kanon-
neerbooten „Hefring" en „Hadda".
Het is dus niet heel de vloot, die ver
scheen, slechts een deel er van. Bedoelde
men een groot maritiem vertoon, dan zouden
er nog vele schepen aan kannen worden
toegevoegd.
Behalve deze in linie opgestelde scheeps
macht, behoorden nog daartoe de vischtor-
pedobooten „Ardjoeno", „Etnpong" en
„Batok", die het Koninklijke jacht, bij het
passeeren der schepenlinie, vergezelden,
terwijl op korten afstand van de haven van
Moerdijk geankerd warenHr. Ms. instrue-
tieschepen „Nautilus" en „Castor",
Het eskader stoni ouder bevel van den
schout bij nacht Engelbraeht, directeur der
Marine te Willemsoord en commandant der
stelling van Den Helder, die zich bevond
aan boord van de „Zeeland".
Te 1 uur kwam de Koningin, vergezeld
van baar Moeder, aan den Moerdijk aan.
Terverwelkoming was aanwezig de schout
bij nacht Quispel, directeur en commandant
der Marine te Hellevoetsluis, benevens
enkele nadere autoriteiten, en werden ge
leid naar de in de haven liggende Konings
sloep, om daarmede vervoerd te worden
naar het Koninklijke jacht („Zeehond").
Door den commandant Engelbreeht werd
H. M. daar ontvangen.
De „Zeehond" is een schip van ruim
700 ton waterverplaatsing en heeft eene
maximum-snelheid van 11 mijl. Zij is voor
deze gelegenheid geheel wit geschilderd,
met een vergulde kraal, die voor en
achter in versieringen eindigt. Tuig en
schoorsteen zijn geel. Op het dek heeft
uien het koninklijk salon van „De Valk"
overgebracht en geplaatst tasschen iongroom
(offiicieren-verblijf) en kajuit, zoodat de
achterste mast door het salon heengaat.
De kajuitstrap komt uit in een portaal
van bet salon.
Dadelijk werd bet anker gelicht en stoom
de de „Zeehond" naar de op het Holland
sche Diep aanwezige scheepsmacht.
Het Koninklijke jacht werd gevolgd door
de „Bellona" (instuctiescbip) waarop zich
de Indische Prinsen bevonden. Verder door
den schoener „Dolfijn" met de ministers
aan boord en door de „Nederland" van
de maatschappij „Zeeland" met zich voeren
de de leden van den Raad van State en
van de Staten-Generaal.
Bij het passeeren der nabij Moerdijk ten
anker liggeude oorlogsbodems „Castor" en
„Nautilus", en bij het naderen der in het
Hollandsch Diep opgestelde scheepsmacht
werden door de oorlogsbodems Koninklijke
saluten afgegeven.
Aangekomen bij de scheepsmacht werd bet
Koninklijk jacht vergezeld van de torpedo's
langs de linie, waarbij alle schepen bet
Koninklijk vaartuig voorbijstoomende para
deerden en achtereenvolgens joelden. Een
en ander wss een zeer interessant gezicht.
Bij het Westelijk einde der linie aange
komen wendde het Koninklijk vaartuig
den steven en stoomde in Oostelijke richting
terug, de Noordzijde der linie volgende
tot nabij bet admiraalschip Mr. Ms. pant-
sordekschip „Zeeland", alwaar het jacht
ankerde.
Nadat bet Koninklijk jacht ten anker ge
komen was, bracht Hare Majesteit een be
zoek aan boord van het Admiraalschip.
Bij aanboordkomst van H. M. de Ko
ningin, werd door de equipage van bet
Admiraalschip gejoeld, welk voorbeeld on
middellijk door alle overige schepen der
vloot werd gevolgd, en H. M. de Koningin,
onder het joelen der equipage en dat der
overige schepen, het Admiraalschip verliet,
werd zij met 35 schoten gesalueerd en de
terugreis met het Koninklijk jacht weder
aanvaard. De indruk, die dit alles maakte
ook door de stiptheid en voorbeeldige orde
die bij allen heerschte was schoon.
Des avonds keerden Hare Majesteiten in
de residentie terug.
Gerust mag men zeggen dat deze dag de
band die de Marine aan H. M. verbindt
versterkt heeit.
Een ooggetuige schrijft tn deN.R.Ct.:
Toen de Koninginnen in de Koningssloep
hadden plaats genomen, was duidelijk aan
den wal het commando te vernemen waarop
de 20 riemen met een slag te water vielen.
De forsche riemslagen brachten onder den
donder van het afscheidssaluut en het on
ophoudelijk gejuich der dicht opeengepakte
menigte het Koninklgk gezelschap te 6
20 in. aan den wal. H.M. stapte nog niet
in den gereedstaanden trein maar bleef op 't
emplagement wachten op het gevolg dat
met 2 volgsloepbn naderde. In dien tijd
spraken de Koninginnen langen tijd met
den Minister van Marine en met schout
bij-nacht Quispel. Koningin Wilhelmina
onderhield zich geruimen tijd met den
luitenant ter zee A. Quispel, die de konings
sloep gestuurd had, betuigde hem hare bijzon
dere tevredenheid, en verklaarde dat het
Haar alleen maar speet dat het roeitochtje
niet langer geduurd had. Aau den minister
betuigde H. M. hare bijzondere ingeno
menheid met het bezoek aan de vloot.
H. M. zag er opgewekt en vroolijk uit,
groette en wuifde voortdurend de steeds
juichende toeschouwers toe, en betuigde
ook aan den burgemeester van de gemeente
Klnndert Haren dank voor de vele blijken
vin hartelijkheid en genegenheid van de
zijde der bevolking op dezen dag onder
vonden. Het muziekcorps uit de Moerdijk,
onder directie van den beer Voogt, dat
dezen morgen bij de ontvangst van H.H.
M.M. ook aanwezig was geweest, gaf eenige
muzieknummers ten beste. Bij aankomst
van het gevolg informeerde H. M. op vroo-
lijkeu toon of de dames en beeren zich
goed geamuseerd hadden. Toen sloeg het
uur van vertrek. Nog eenige korte be
groetingen, en steeds minzaam groetend
vertrokken de vorstinnen, met den trein,
dne zoover het oog reikte, stormachtig
werd toegejuicht, door de langs de spoor
baan verzamelde menschen.
Blijkens een advertentie in dit no.
is de heer le Cointre te Middelburg van
plan een gedenkboek uit te geven van de ver
schillende kroningsfeesten in al de gemeenten
onzer provincie gegeven, en deze uitgave
door platen en afbeeldingen te versieren.
Wij juichen dit plan van harte toe. Het
verhaal dezer feestvieringen mag niet
verloren gegaan, 't moet een blijvende ge
dachtenis zijn.
Wij hopen dat de autoriteiten den heer
le Cointre de uitvoering van dit schoone
plan zullen willen mogelijk maken.
De Inhuldigingsfeesten te Goes.
II.
Aan hetgeen wij schreven over de
buurtversieringen behoeven wij niets meer
toe te voegen.
Alie bewoners hebben hun plicht ge
daan. Bij de verlichting kwam de ver
siering nog meer tot haar recht. Ver
scheidene winkeliers hadden voor deze
gelegenheid eens bijzonder fijn geëtaleerd.
Onder velen noemen wij de etalage van
A. M. Vertregt, Donner, firma wed. B.
Eaberij de Jonge, Joosse, Dekker, de Ligny,
den Hollander.
Anderen hadden een kranige verlichting
er bij aangebracht o. a. Schneider, Bitter,
v. Strien, en anderen.
Onder de particulieren trokken op de
Kade de aandacht die van de beeren W.
Pelle, G. H. Kakebeeke, mr. P. Lenshoek
v. Kerkwijk voorts van mr v. Eeten, ds. v.
Koetsveld, ds.v. Lely veld. Vooral de woning
van laatstgenoemde trok zeer de aandacht,
door een zeldzaam schoone en goedgelij-
kende buste der Koningin met een daar
mede in overeenstemming uit fijne zijde
vervaardigden achtergrond met zachte
kleuren; een smaakvolle versiering,
dachten wij zonder echter de waarde der
versiering bij de straks genoemde en niet
genoemde bewoners te willen verkleinen.
Schilderachtig schoon was 't op de Kade
en in de Voorstad.
Al die lampions en lichtjens, weerkaatst
door 't water bij zeer stil en schoon avond-
weder, maakten een aangenamen indruk.
De indruk van dit schouwspel werd
aan de Voorstad en Jacob Palckestraat
verhoogd door 't branden van teertonnen,
hetgeen iets fantastisch er aan gaf.
Wij wenschen echter niet verder te spe-
cificeeren.
Alle straten waren goed, prachtig ver
sierd en verlicht. Burger en buitenman
hadden een paar aangename dagen.
Om terug te keeren tot de orde van
het feest melden wij nog dat Woensdag
avond het bezoek door het hoofdbestuur
aan de versierde straten begeleid door de
twee muziekgezelschappen plaats had. In
iedere straat werd halt gehouden voor de
woning van den voorzitter der buurtcom-
missie.
Bij de Lange Kerkstraat werd begonnen,
die zwart zag van de menschen. De heer
J. Donner werd door den heer v. d. B. la
Motthe gecomplimenteerd en de aangespro
kene antwoordde, terwijl hij namens al de
voorzitters der Buurtcommissien aan de mu
ziekgezelschappen „Hosanna" en „Enpho-
nia" een medaille uitreikte als blijk van