NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- sr HISTORISCH Ho. 181. 1898. SaMag 6 lugusfus. ItoaaCfde laotgatig. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Het Voorloopig Verslag. De Plaatsvervanger. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p- f 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Er staat wel een en ander in dit Voor loopig Verslag dat onze lezers belang in boezemen zal. Wat is een Voorloopig Verslag? De Tweede Kamer ontvangt van de Begeering een wetsontwerp met „Memorie van Toelichting". De Tweede Kamer vergadert dan in vijf sectiën elk van 20 leden in die sectiën wordt het wetsontwerp uitgekleed, van alle kanten bekeken, besproken, gewogen, be oordeeld iD iedere sectie is een rapporteur, dat is een lid die de verschillende op- en aanmerkingen te boek steltde vijf rap porteurs komen bijeen, en maken samen uit dat groote stel van op- en aanmerkin gen een „voorloopig verslag" op. Zulk eea voorloopig verslag is derhalve een voorloopige mededeeling aan den minister hoe de Tweede Kamer over het haar aangeboden wetsontwerp denkt. Wil de lezer nu ook zoo ongeveer we ten hoe de Tweede Kamer over 't voor- loepig in de sectiën onderzochte wetsont werp op den leerplicht denkt, dan leze hij slechts 't onderstaande. Hoe 't volk over de wet op den leer plicht denkt weten wij wel zoo ongeveer. Haar of zijn vertegenwoordigers het er mee eens zijn moet nu blijken. En nu lezen wij eerst de algemeene be- scqovwiugen; dat wil zeggen de opmer kingen omtrent de zaak zelf, de wet in haar geheel, de indiening, enz. En dan is de inzet voor de Regeering niet heel vriendeiyk. Wij lezen toch Vele leden verklaarden met leedwezen de indiening van dit ontwerp te hebben gezien. Met het middel dat de Regeering wil bezigen om haar doel te bereiken, kon men zich in beginsel niet vereenigen. Het wetsontwerp heet te strekken tot invoering van leerplicht maar, aldus betoogde men, betreft in waarheid de invoering van schooldwang. Bewijs 9. FEUILLETON. Door J. de Liefde. Treurig nam Harucha zijn staf en begaf zich in het gebergte. „Helaas zeide hij bij zich zeiven, „wat zijn ze diep gezonken. Alles is tot hun behoud gereed gemaakt maar zij zeiven zij willen niet. Ho- demgo verkiest een dwazen roem, dien hij vruchteloos najaagt, boven de liefde van zijn vorst. Foelongo vergaapt zich aan het grove zinnelijke genot van een ruw jagersleven liever, dan dat hij zijne plaats herneemt in den beschaafden kring van Edenga's hof. Is dan hnn smaak voor hetgeen goed en schoon is, zoo plotseling ten eenen male verdwenen? Zouden zij iaa werkelijk hun tegenwoordig leven beter achten dan hun vroegere toen zij nog als geliefde zonen vrij en gelukkig in- en uitgingen ten huize huns konings Ik k a n dit niet gelooven. Konden zij het gebeurde ongeschied maken, ik houd mij verzekerd, dat zy niets liever doen zouden dan dat. Maar het i s nu eenmaal geschied, en zij kunnen er niets aan veranderen. Hunne schande en trouweloosheid is open baar geworden, en de snoodheid van hun afval is aan iedereen bekend. Herstel is hier niet meer mogelijk, tenzij langs den weg der vernedering. Niet dat Edenga hen op een vernederende wijze ontvangen zou. Integendeel, rik ben verzekerd dat hij een groot feest aanrichten zou, waarbij hij hun de plaats aan zijn zijde inruimen zou. Doch dit gelooven zij niet, omdat zij het edele hart van Eder.ga naar hun eigen snood en trouweloos hart beoor- deelen. Zij hebben zelven opgehouden lief Dat geeft artikel 1, terwijl artikel 4 slechts bij wijze van uitzondering huison derwijs toelaat. En ook in de Memorie van Toelichting komt telkens uit dat het niet te doen is om leerplicht maar om schooldwang. Het standpunt der regeeriHg berust op de stelling dat de Staat de opvoeding der kinderen in eigen hand moet nemen. Zij verliest uit het oog dat de Staat niet is de maatschappij. Zij wil de natuurlijke, van Godswege aan de anders opgelegde verplichting om hunne kinderen op te voeden, overbrengen op de overheid en de ouders maken tot dienaren van den Staatswil. Omzetting van zedelijke en natuurlijke verplichtingen, in Staatsplichten moetin- tusschen leiden tot verzwakking van de zedelijke constitutie van het volk. Invoe ring van schooldwang is toepassing van het stelsel van Staatsvoogdij en daarom in strijd met onze geschiedenis en onzen volksaard. Moet dan het Schoolverzuim niet be streden O, Ja. Maar daartoe dient men andere midde len te kiezen dan de invoering van een anti-nationaal stelsel, volgens hetwelk de Staat als oppervoogd optreedt en zich het recht toekent ten aanzien van de opvoeding der kinderen tusschenbeide te treden, niet slechts voor 't geval dat die opvoeding door de ouders verwaarloosd wordt; maar zoodra de ouders zich niet houden aan de zeer strikte rege len, welke het wetsontwerp ten aanzien van het schoolbezoek gelieft te stellen. Nog meer. Wordt naar het oordeel van velon met de invoering van den persoonlijke dienstplicht reeds een bedenkelijke greep in [de volks vrijheid gedaan, men achtte het al zeer Daar wordt enkel van 't bezoeken van scholen gesproken. te hebben, daarom weten zij niet meer wat liefde is, noch wat zij doet en hoe zij vergeven en vergeten kan. En nu zij eenmaal uit die heerlijke sfeer der liefde uitgerukt zijn, hebben zij, naar 't schijnt, de gedachte van ooit weer te zullen lief hebben, geheel laten varen, en zij hebben er zich in gevoegd, om hun heil en genot buiten de liefde te gaan zoeken in alles wat ruw en woest, hatelijk en ellen dig is. En nu, ja voorzeker, nu hebben zij in dit walgelijk leven reeds een zeke ren smaak gekregen, dien zij vroeger, toen zij nog in de liefde waren, voor onmogelijk zouden gehouden hebben. Want zoo is het met het hart eens menschen gesteld. Zoolang hij nog hoopt tot het goede in staat te zijn, behoudt hij ook nog een smaak voor het goede. Maar heeft hij die hoop laten varen, dan werpt hij zich geheel in den stroom van het booze, omdat hij meent daar nog iets te kunnen hopen. Zoo hoopt Foelongo hier mettertijd een leven zonder moeite en zorg te zullen vinden. Hoodemgo hoopt den troon van Sehedad te bemach tigen en hier als vorst te regeeren. Maar ach, zij konden beiden een gelukkig leven en eene vorstelijke eer reeds lang deel achtig zijn, indien zft slechts het heuglijk bericht geloofden, dat ik hun gebracht heb. Geloofden Ja het bericht ge looven zij wélzij kunnen het niet meer ontkennen, nu zij het zelven uit den mond der roovers gehoord hebben. Maar zij gelooven dat bericht niet, zooals zij het uit mijn mond gehoord hebben. Ik heb het hun als een heuglijke tijding verkondigd, maar voor het trotsche hart is de boodschap der genade niet heug- I ij k, omdat Zij eene vernederende onverstandig 'daarop een aan een groot deel der bevolking zoo antipathiek voor stel te doen volgen als dat tot invoering van leerplicht. In andere landen, met name in Duitschlarid heeft de schooldwang ingang gevonden door den invloed van militaire begrippen. Frankrijk en Oostenrijk gingen tot die invoering over onder den indruk der aan die landen door Duitsch- land toegebrachte nederlagen. In ons land is de bevolking op militarisme en Staatsdwang niet gesteld. Op Engeland kan men zich in deze materie niet beroepen, omdat de toestanden op schoolgebied daar geheel anders zijn dan ten onzent, bepaal delijk omdat daar de bijzondere school regel en de openbare school aanvulling is. Men wees er verder op dat een groot deel der werklieden tegen leerplicht gestemd is. Verschil van meening omtrent dit on derwerp heeft, in verbant met den strijd over den aard van het openbaar onderwijs, aanleiding gegeven tot scheuring in den boezem der eerste groote werk- liedenvereeniging die hier te lande geor ganiseerd werd. Voorstanders van leerplicht vindt men onder deze kringen voornamelijk in de grootere steden en hoofdzakelijk bij hen die hnnne kinderen toch reeds geregeld naar school zenden. Maar ten platten lande zijn de meeste arbeiders met den leerplicht niet ingenomen, terwijl in vele streken de arbeiders die nu nog omtrent den leerplicht geen oordeel gevormd hebben, dezen zullen verfoeien als zij hem in de praktij k leeren kennen. Op het oordeel der werklieden, die de meerderheid der bevolking vormen, dient boodschap is. En die vernedering ligt niet in mijn woord, want ik herinner mij niet dat ik hun iets vernederends gezegd heb maar zij ligt in het gevoet van hun eigen hart, hetwelk de waarheid niet ontveinzen kan, dat zy, het aanbod der genade aannemende, te gelijker tijd stilzwijgend hunne schande en schuld, toestemmen zouden. Om deze toestemming, om deze schuldbelijdenis is het hier te doen. Zij ontkennen hunne strafwaardig heid, en daarom kunnen zij ook de genade niet aannemen, die hun de straf kwijt scheldt. Merkwaardig is in deze de houding, die Hoodemgo aanneemt. Hij wil zijne schuld niet geheel en al ontkennen hij wil de vergeving zelfs aannemen, maar dan ook alleen als de vergeving van een licht vergrijp, van een kleinen misstap". „Toen ik Hoodemgo," aldus ver volgde Harucha, „berichtte, dat die verge ving alleen geschiedde op grond van Sesmia's gadelooze opoffering in zijne plaats, werd hij terstond geërgerd. En natuurlijk, want Sesmia's opoffering predikt met luider stem de waarheid, dat hunne misdaad geenszins een licht vergrijp, maar eene schandelijke snoodheid is, die de straffe des doois verdiend heeft. Ja zeker, die steengroeve is voor hen eene diepe, ver schrikkelijke ergernis I De hoogmoed kan niet in het hart blijven wonen, wanneer het deze genade aanneemt". Zoo sprak Harucha bij zichzelven, ter wijl hij eenzaam voortwandelde in het gebergte. En hij nam zijn hoorn en blies een langen, slependen toon, die, die dui zendmaal van rots tot rots weerkaatst, eindelijk in de tallooze onpeilbare afgron den wegstierf. ter zake van de indiening van een voorstel als dit gelet te worden. Waar zoo velen van schooldwang af- keerig zijn, is te vreezen dat de uitvoering der wet veel te wenschen zal overlaten. Het lag niet op den weg van het te genwoordig Ministerie om eea voorstel tot invoering van leerplicht te doen. Bij de jongste algemeene verkiezingen is de leerplicht evenmin op den voorprond gesteld als de persoonlijke dienstplicht. Bovendien zijn vele liberalen tegen leerplicht. Herinnerd werd hoe de tegenwoordige minister van buitenlandsche zaken (de Beaufort) in 1883, blijkens zijn advies aan de Ju ristenvereniging, van meening was dat de Staat geen gebruik behoort te maken van zijn bevoegdheid om leerdwang in te voeren. De ministers van waterstaat en financiën (Lely en Piersen) hebben deel uitgemaakt ven 't kabinet van 1891, waarin ook zitting had mr. Smidt die als lid dor Kamer bij de behandeling der wet van 5 Mei 1889 een rede hield waar in hy verklaarde dat alleen zedelijke dwang de ouders tot hun plicht diende te brengen. (2) Men mocht dus betwijfelen of de drie genoemde Ministers wel instemmen met dit wetsontwerp, waarvan de Memorie van Toelichting enkel door den minister van binnenlandsche zaken is geteekend. (3) Deze wet en die op den dienstplicht Handelingen 1888—1889 blz. 1332. De Kamerleden vergaten te herin neren aan 't ernstig protest van den minis ter van justitie tegen leerdwang in z\jn. „De wet van 't recht, no. 1881" blz. 13, waar hij de beweging „voor openbaar onderwijs, ja zelfs voor school plicht en leerdwang „een reacti onaire beweging" noemt, en „een voor bijgaande ebbende strooming in den grooten vloed der vrijheid"(Red.) Zoekende bewandelde Harucha zijn weg in het gebergte. Na eenigen tijd in gepeins voort te zijn gegaan, bevond hij zich ongemerkt in een dal, dat door de natuur als tot eene schuilplaats voor al wat niet gezien wilde worden, ingericht scheen. Hooge zware rotsen omgaven een enge barre ruimte, die zelfs op den helderen middag slechts flauwelijk van de zon be schenen werd. Hier was de verblijfplaats der padden, slangen en schorpioenen. Eene kille huivering rilde den bede onwille keurig door de leden, toen hij dit akelig oord betrad. Hij nam zijn hoorn en wilde dien juist aan de lippen zetten, toen hij op eenigen afstand, door den grauwen nevel heen, twee gestalten ontdekte. Hij naderde en ontwaarde Rondaza, die aan de zijde eener vrouw op een omgewaaiden boomstam gezeten was. De vrouw had het voorkomen van alles, wat wellust en ver- dierlijking door wellust teekende. Hare gedaante was zoo wulpsch en walgelijk, dat Harucha vau afkeer slechts met moeite zijne oogen naar de plaats, waar zij gezeten waren, gericht houden kon. Zij hield den arm om Rondaza geslagen, dien zij met haar afschuwelijke lief kozingen aan zich trachtte te boeien. Zy scheen die eehter tevergeefs aan hem te verspillen, want hij zat somber zwijgend aan hare zijde, en teekende met een stok figuren in het zand. Zijne gedaante was in alle opzichten deerniswaardig; zijn ge laat was bleek en vervallenzijn versleten kleederen waren ternauwernood meer in staat zijne leden te bedekken. Afzichte lijke wonden, de gevolgen zijner onge bondenheid, ontsierden zijn aangezicht en zyne gekromde houding verried maar al te zeer dat hij een zwaren last van kommer stempelen dit ministerie tot een ministerie van plichten en staatsdwang. Yeeleer had men van dit kabinet voor stellen op eigenlijk sociaal gebied mogon verwachten. Te dien opzichte bestaat zeker nog meer urgentie (spoednood Red.) dan met betrek king tot de invoering van leerplicht. Volgens verscheidene leden mocht aan de invoering van leerplicht niet gedacht worden, dan met voorafgaande of gelijktij dige verbetering in de regeling van het lager onderwijs. De ten onzent bestaande toestand wordt door zeer velen onbevredigend geacht. Terecht wordt geklaagd dat 't lager on derwijs te uniform en te intellectualis tisch (j) is en dat het niet berekend is op aansluiting aan ambacht en bedrijf, terwijl de verhouding tusschen openbaar en bijzonder onderwijs nadere regeling be hoeft juist die gebreken geven tot dikwijls schoolverzuim aanleiding. Ook onder hen die zich mat de begin selen van de voorstanders van het bijzon der onderwijs niet kunnen vereenigen zijn er die het bedenkelijk achten dat het onderwys op de openbare scholen feitelijk buiten zedelijkheid en godsdienst om gaat. Waar nu vaststaat dat de inrichting van het onderwijs verbetering behoeft, dient die verbetering tot stand te komen, voor dat men de verplichting tot het bezoeken van lagere scholen oplegt. Te bedenkelijker zou de invoering van leerplicht zijn, nu een niet onaanzienlijk aantal openbare onderwijzers (4) Uniform, dat wil zeggen dat t onderwijs bijv. in 't nietigste dorpje precies moet ingericht zijn als te Amsterdam daar is onder anderen bijv. 't gesol met 't onderwijs in de vry'e en ordeoefeningen het gevolg van Intel.ectualistisch wil zeggen dat men te veel uitsluitend in opvoeding van het verstand heil zoekt. En de ervaring leert toch dat de knapste koppen niet altijd de braaf ste menschen zijn 1 torste, die hem bestendig ter aarde ge bogen hield. Het gelukte Harucha langs den rotswand voorwaarts te sluipen en ongemerkt op zulk een afstand te naderen, dat hij het gesprek tusschen deze twee beluisterenkon.- „Zijt gij dan zoo geheel en al onge voelig geworden zeide de vrouw, hem zacht streelende. „Eertijds bemindet gij mij met zulk eene vurige liefde „Helaas ja!" antwoordde Rondaza, zonder op te zien „dat is maar al te waarmaar vervloekt zy de dag, waarop mijn oog het uwe ontmoette". „Ondankbare Is dat het loon voor al het genot, dat ik u verschaft heb kreet zij, „Een schoon genot, gij leugenaarster!" riep Rondaza. „Wat hebt gij mij niet al voorgespiegeld, zoo ik u mijn hart schonk Gij zoudt my in een paradijs brengen, waar eeuwige vreugde onze eeuwige liefde bekronen zou. Eene eindelooze jeugd zou daar ons deel zijn, en het genot zou zoo min een einde kennen als de smart een begin. Ik heb u geloofd en my do or u laten medesleepen, van berg tot berg, van dal tot dal. Hoe dikwijls ben ik niet, om aan uw grillen te voldoen, van steil ten afgevallen, zoodat zelfs mijn leven in gevaar was. Hoe menige doorn heeft niet mijn voet gekwetst, mijne handen en myn aangezicht opgeretenGij trachttet dan de pijn door hernieuwde liefkozingen weer te stillen. Na elke nienwe smart troosttet gy my weder met de verzekering, dat het paradijs, waarheen wij wandelden, niet verre meer was. „PatrimoniumWordt vervólgd).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 1