Buitenlandsch Overzicht.
KERKNIEUWS.
SCHOOLNIËÜWS.
RECHTSZAKEN.
Een christelijk gezind man op de open
bare school, dan is er geen chr. school
noodig.
Dus redeneert men.
Kan dit niet, dan moet er eene chr.
school zijn.
Gelukkig dat ook nog dergelijke oonolu-
siën gehoord worden.
Hoe menigeen toch zegtkan dit niet,
dan doen wij het er ook maar mee.
Maar 't besef Sb er in beide gevallen
niet, dat de strijd tegen de staatsschool,
tegen de neutrale school ook met hare
gedienstigheden, altijd moet aangebonden, en
de volksconsciëntie aldoor moet wakker
geschud om eene christelijke school te ver
krijgen.
En dan niet een school op voorwaarde
dat een ander 't jaarlijksch tekort dekt.
Dat is een gansch verkeerde voorstel
ling van de roeping van 't particuliere ini
tiatief.
Op die wijze zouden vele gemeenten
wel nimmer eene Chr. school gekregen
hebben.
De Nationale Tentoonstelling van Vrou
wenarbeid organiseerde ook Congressen.
Op sommige dezer congressen zijn goede
woorden gesproken.
Daar zijn dames als Jungius, Van Hogen-
dorp, Keuchenius, Voute, mevr. Klerck
en mannen van verschillende richtingen
Asser (Jood), Van der Veer (Tolstoyiaan),
ds. Pierson, prof. Molengraaff, ook Room-
schen en Gereformeerden bijeen geweest
om hun protest tegen de ontucht, tegen
de versmading der „onechte" kinderen,
tegen 't verbod van onderzoek naar het
vaderschap uit te spreken, en samen midde
len te beramen tot raformatie.
Wij willen hopen dat van een en ander
een stenographisch verslag bestaat dat in
druk verschijnt en zoo onder de menschen
komt.
Op die wijze kan 't daar gesprokene
althans voor een deel, nog een goed zaad
blijken dat vruchten draagt.
Het spreekt vanzelf dat wij 't met de
Nelly's en andere prediksters der alzijdige
liefde en der vrije hu welp ken niet alleen
niet eens zijn maar dat wij hare gevaar
lijke leer principiëel bestrijden.
Maar 't is ook veel waard dat de zuivere
Christelijke denkbeelden op deze wijze
in kringen gebracht zijn, waar men er
nimmer van hoorde, een onderwerp van
bespreking en nadenken zullen worden
onder menschen die uit beginsel vijandig
staan tegenover 't Christendom.
De titels van Koningin Wilhelmina.
De Koningin heeft het recht op het voe
ren van de navolgende titels
Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje Nassau, Gravin van Katzenelbogen
Vianden, Dietz, Spiegenberg, Buren, Leer
dam, Culemborg, Markgravin van Veere en
Vlissingen, Vrouwe en Baronesse van Bre
da, Beilstein, de Stad Grave en landen van
Cuijk, Li8sveldt, Herstal, Cranendonck,
Waruston, Noteray, Dachsburg, Polanen,
Willemstad, Niervaart, Steenbergen,/ IJsel-
stein, Brede voort, St. Maartensdijk, Geer-
truidenberg, Turnhout, Zevenbergen, de
Hooge en Lage Zwaluwen en Naaldwijk,
Onafhankelijke Vrouwe van Ameland, Erf-
burggravin van Antwerpen en Besancon.
Wij hebben een vorige maal nog al veel
over Bismarcks leven gezegd. Over zijn
sterven viel niet veel te vermelden.
Voor wie zijn politieken levensloop in
jaartallen verlangt te bezitten, geven wij
nog het volgende overzicht, dat wij do
eerste maal vonden in het Nieuws van
den Dag.
1815, 1 April. Bismarck geboren.
18211832. Schooljaren te Berlpn.
1832. Student in de rechten te Göttingen.
1835. Na het eerste examen als Aus-
kultator aangesteld bij de rechtbank te
Berlijn.
1836. Overgeplaatst bij de administratie
te Aken.
1837. Na het tweede examen aangesteld
als referendaris te Potsdam.
1838. B. treedt in krijgsdienst als een
jarig vrijwilliger bp de jagers der garde,
later bij de jagers te Greifswald, waar hp
tevens voor den landbouw studeert, om de
vervallen familiegoederen in Pommeren te
kunnen beheeren.
1845. Verlaat na den dood zijns vaders
den militairen dienst en vestigt zich op
het landgoed Schönhausen (waarvan het
grootste gedeelte in 1830 was verkocht).
1846. Wordt lid van den Landdag der
provincie Saksen en dpkgraaf.
1847. Wordt lid van den Vereenigden
Landdag en bestrijdt daar de liberalen.
Treedt in het huwelijk (28 Juli) met Jo
hanna von Puttkamer.
1848. Stemt in den Vereenigden Landdag
tegen het dank-adres aan den Koning, om
dat diens macht door de revolutie is ver
minderd, en beweert, dat „de groote steden,
als brandpunten der revolutie, van den
aardbodem moeten verdelgd worden Me
dewerker aan de Kreuzzeitung
1849. Verdedigt als lid der Tweede Kamer
in Pruisen het samengaan met Oostenrijk
tegen liberale maatregelen.
1851. Benoemd tot Raad van Legatie,
later tot gezant van Pruisen in den
Duitschen Bondsraad te Frankfort.
1859. Raadt, het zwakke van den
Duitschen Bond onder Oostenrijksche leiding
jngezien hebbende, zijn Koning een zelf
standig krachtig optreden tegenover Oosten -
rijk aan, maar wordt teruggeroepen en als
gezant naar Petersburg gezonden.
1861. Biedt Koning Wilhelm I een me
morie aan tot hervorming van den Duitschen
Bond.
1862 24 Mei. Benoemd tot gezant te Parijs.
24 Sept. Benoemd tot Staatsminister
in Pruisen (8 October Minister-president
en Minister van Buitenlandsche Zaken),
waar hp over de legerorganisatie den strijd
met de Kamer aanvaardt en vier jaren
zonder begrooting laat regeeren.
1863. Vorstencongres te Frankfort, over
de hervorming van den Duitschen bond,
zonder gevolg.
1864. Oorlog tegen Denemarken, over
Slees wij k-Holstein verbonden met Oos-
tenrijk.
1865. Benoemd tot graaf.
1866. April, Bondgenootschap met Italië
16 Mei. Aanslag op B., gepleegd
door den student Cohen.
1866. Juni. Uittreding van Pruisen uit
den Duitschen bond en oorlog met Oos
tenrijk.
1866. Idemniteitswet. verleend door
de Pruisische Kamer. Ontvangt een do
tatie, waarvoor hij de heerlijkheid Varzin
koopt.
1867. Stichting van den Noordduitschen
bond waarvoor hp kanselier wordt. Lu-
xemburgsche quaestie.
1870. Spaansche erfopvolging. Oorlog
met Frankrijk.
1871. Vredestractaat van Frankfort. Het
Duitsche Rijk gesticht. B. wordt rijkskan
selier, tot Prins verheven en ontvangt het
vorstemdom Laueuburg met het Sachsen-
wald.
1872. Begin van de Kulturkampf tegen
de ultramontanen. Jezuïtenwet. Bijeenkomst
der drie keizers te Berlijn.
1873. B. legt tijdelijk het Minister-
Presidentschap van Pruisen neder.
1874 13 Juli. Aanslag van Kuilman te
Kissingen. Legerwet voor 7 jaren. Be
dreiging met aftreden.
1878. Minister van koophandelpolitiek
der hooge invoerrechten. Breuk met de
nationaal-liberale partij. Socialistenwet,
Congres van Berlijn (Oostersche quaestie).
1879. Offensief en defensief verbond
met Oostenrijk.
1883. Italië treedt tot dit verbond toe.
Eerste verzekeringswetten voor arbeiders
tegen ziekte en ongelukken.
1884. Tweede bijeenkomst der drie kei
zers te Skierniwice. Koloniale politiek.
1885. Viering van B.'s 70sten verjaar
dag. 2,750,000 Mark bijeengebracht, waar
voor het familiegoed Schönhausen wordt
teruggekocht en waarvan l'A millioen wordt
bestemd voor de Schönhausen-stichting.
1887. Ontbinding van den Rijksdag we
gens de legerwet, die door den nieuwen
Rijksdag in Febr. 1888 wordt aangeno
men. („Wij Duitschers vreezen God en
verder niets ter wereld").
1888. Dood van Keizer Wilhelm I (9
Maart) en van Keizer Friedrich (15 Juni).
Keizer Wilhelm II handhaaft Bismarck als
Rijkskanselier.
1890. 20 Maart. Bismarck vraagt zijn
ontslag en dit wordt door den Keizer
verleend, die Hem tot Hertog van Lauen-
burg benoemt.
1891. Bismarck tot lid van den Rijksdag
gekozen, waar hp niet verschijnt.
1892. B. te Weenen bp het huwelijk
van zijn zoon door de Duitsche Regeering
onheusch behandeld. Ovaties te Dresden,
Munchen, Kissingen en Jena.
1894. Ontvangst te Berlijn door den Kei
zer. Overlijden van Mevrouw Von Bismarck.
1895 23 Maart. De Rpksdag weigert een
gelnkwensch te zenden, ter gelegenheid van
B.'s tachtigsten verjaardag
1895 26 Maart. Bezoek van den Keizer
te Friedrichsruhe.
Sedert dien tijd is hem weinig leeds
meer geschied, veeleer voortdurend veel
trouwe hulde ten deel gevallen, tot Zater
dag, 30 Juli 1898, de dood hem riep.
Nog enkele bijzonderheden na Bismarcks
dood voorgevallen verdienen vermelding.
De Keizer zond aan diens oudsten zoon
Herbert een telegram van den navolgen
den inhoud
Met diepe droefheid deelnemende in de
smart, die gjj allen o.a den dierbaren groo-
ten doode lijdt, betreur ik het verlies van
Duitschland's grooten zoon, wiens trouwe
medewerking aan den arbeid der weder-
vereeniging des vaderlands hem levenslang
de vriendschap van mijnen in God rusten
den grootvader, Z. M. den grooten Keizer,
deed verwerven en voor alle tijden den
onvergankelijken dank van het geheele
Duitsche volk.
Ik zal zpn stoffelijk overschot in den Dom
te Berlijn doen bijzetten en hem acn de
zjjde mijner voorvaderen een laatste rust
plaats bereiden.
Graaf Herbert, thans beet hp' Vorst
Herbert, welken titel hij met Friedrichsruhe
vqn zpn vader geërfd heeft, schreef den
Keizar dat hp diens wensch als een bevel
zou opvattan, had niet de overledene her
haaldelijk en uitdrukkelijk verklaard in
het Sachsenwald te willen rasten.
De Keizer zich blijkbaar daarbij neer
leggend, zond den beeldhouwer Begas naar
Friedrichsruhe om een afgietsel te nemen
van het gelaat en een sarkophaag te ont
werpen, waarop Bismarck's beeld in de
historische kurassiersuniform moet komen
te liggen.
Deze beeldhouwer heeft echter geen
vergunning gekregen van de familie. Even
min de photograaf Lenbach.
Zoodoende bestaat er alleen maar een
kort na Bismarcks dood vervaardigde foto
grafie genomen door Arthur Mannel, die
reeds sedert jaren bp alle gewichtige ge
legenheden in de nabijheid van Bismarck
mocht komen om merkwaardige gebeurte
nissen te fotografeeren voor een latere
„fotografische levensgeschiedenis" van Bis
marck.
Voorts trekt het de aandacht dat nog
voor de Keizer en de Keizerin het lij k van
den ontslapene konden komen zien, de kist
reeds Maandagavond gesloten en verzegeld
is geworden, en de deur niet of slechts
noode voor bezoekers geopend wordt.
Zelfs de rijkskanselier Hohenlohe, geest
verwant van den ontslapene, mocht het
lijk niet meer zien. Herbert Bismarck
verontschuldigde zich wegens ongesteldheid
en de familie beweert dat de balseming
het lpk ontoonbaar heeft gemaakt.
Zou dit de reden zpn
't Is waar bp engagement, bp trouwen
8n bp sterven wordt te veel van een
menech wat men noemt „gekletst", maar
zou het toch ten slotte niet waar kunnen
zpn dat de overledene tot't laatst van zpn
leven maatregelen heeft voorgeschreven
die strekken moesten om zijn tegenstanders
een hak te zetten
Had Keizer Wilhelm indertijd, doelende
op hem, niet gezegd, „die mij in den weg
treedt, zal ik verpletteren"
En was Bismarck geen onrecht geschied
bij zpn gedwongen ontslag-aanvrage?
Indien het waar is dat hier Bismarck
zelf nog achter zit, dan zullen wij hem
niet oordeelen, maar dan is hij toch onver-
zoend met de menschen van hier gegaan
en de Schrift zegt toch uitdrukkelijkIn
dien gij den men-eken hunne misdaden
niet vergeeft, zal ook uw Hemelsche Vader
u uwe misdaden niet vergeven.
Intusschen is zeer te betreuren het
feit dat reeds daags na Bismarcks dood de
brief werd openbaar gemaakt, dien hij in
1890 aan Wilhelm II schreef, toen hij zijn
ontslag moest nemen.
De aanleiding lag in 't plan eener inter
nationale arbeidsconferentie.
Reeds in ons vorig overzicht meldden
wij dat Bismarck zich daar tegen had
verklaard.
Bismarck heeft echter later tot den
Franschen journalist Des Houx 't tegendeel
verklaard. Maar, zegt hij
„Deze gedelegeerden waren bewonde
renswaardige diplomaten, zeer fijne hove
lingen. Inplaats den keizer terug te bren
gen tot de werkelijkheid en het sociale
vraagstuk zooveel mogelijk te beperken,
beijverden zij zich maar hun keizerlijken
gastheer te vleien en hem in zijn droom
beeld te versterken. Ik was er verrukt
over, de keizer eveneens, maar wij waren
op weg om in de steppen der ergste uto
pieën te verdwalen. Ik maakte deze op
merking, maar zij werd slecht opgenomen.
„Ik had reeds dikwijls aanleiding ge
had om mijn ontslag aan te bieden, maar
ik nam het steeds op dringende rerzoeken
terug. Op dezen dag antwoordde de keizer
mij enkel met een ongeduldige handbe
weging. Ik keerde naar het kanselierspa
leis terug, deed de zaken als gewoonlijk
en zond rapporten aan mijn meester.
„Twee dagen later kreeg ik in het pa
leis aan de Wilhelmstrasse bezoek van den
secretaris des Keizershij zeide tot mij
„De keizer is verbaasd dat hp de aange
kondigde ontslagaanvraag nog niet heeft
ontvangen, hij vraagt of gij erop blijft
staan". Ik antwoordde dat ik mijn vorst
zou schrijven.
„Den volgenden morgen kwam de kei
zerlijke afgezant terug en zeide tot mij
„Z. M. vreest dat uw brief met de
ontslagaanvraag weggeraakt is. Om allen
twijfel weg te nemen, heeft Z. M. mij
opgedragen U te zeggen dat Uw verzoek
om ontslag uit den dienst goed opgenomen
zal worden".
„Toen was alles uitmen gaf mij den
titel van hertog van Lauenburg, onge
twijfeld als incognito voor de reis".
Tot zoover deze voor den Keizer zeker
onaangename en voor Wilhelm en Bismarck
gelijkelijk compromitteerende onthullingen,
door Bismarck zeiven misschien wel be
steld er moet ook uitgelekt zijn dat de
laatste woorden tusschen den keizer en
zijn kanselier in het Eugelsch werden
gewisseld. Bismarck, opstaande, vroeg
kortafThen 1 am in your way Sir
(Ik sta u dus in den weg Sire waarop
de keizer nog korter met yes (ja) ant
woordde.
Voorwaar geen aangenaam licht dat op
dit sterfbed schijnt te vallen.
Intusschen hebben wp op 't oogenblik
slechts te rekenen met de zichtbare feiten.
En dan kan gezegd dat de officieele aan
raking tusschen de Bismarcks en den keizer
zeer harteli|k is. De keizer en de keizerin
kwamen gisteren avond 6 uur te Frie
drichsruhe aan. De keizerin was in zwa-
ren rouw en droeg een krans van witte
bloemen. Aan 't station wachtten Bismarcks
zonen en schoonzoon hen op. De Keizer
kuste Herbert op beide wangen. Na de
ontvangst begeleidde Herbert de keizerin
aan zpn arm naar de sterfkamer, waar ds.
Westphal nit Brunsdorf de predicatie hield
naar aanle ding van 1 Cor. 15 53, 54, 55
en 57, welke tekst indertijd door Bismarck
zelf voor zijn lijkdienst was uitgekozen.
Hp heeft nu 't plan om te Berlpn voor
het gebouw van den Rijksdag een open
baren lijkdienst te houden, opgegeven, toen
hij gehoord had van Bismarks laatsten
wil. Hij heeft nu bevolen dat Donderdag
in de Kaiser-Wilhelm-Gedachtnisskirche te
Berlijn een stille kerkelijke doodendienst
zal worden gehouden.
Te raidden van al dezen rouw klinkt
toch nog in een deel van Duitschland de
fecstklok.
Gisteren morgen toch is te Koburg het
huwelijk voltrokken van hertog Ernst
Gunther van Sleeswijk Holstein met prinses
Dorothea van Saksen Koburg. Hij is
„protestant", zij „katholiek". De keizerin,
zuster van den bruidegom, had zich wegens
den rouw over Bismarcks dood, doen ver
ontschuldigen.
Het huwelpk is „protestantsch" inge
zegend de bruidegom had geweigerd aan
de Roomscke plechtigheden zich te onder
werpen.
Het bruidspaar is eenige uren daarna
op de huwelijksreis getogen.
Ingevolge het besluit van het Noord-
Amerikaansche kabinet heeft president Mc
Kinley gisteren de vredesvoorwaarden,
aan Spanje gesteld in de nota die Zaterdag
aan den Franschen gezant te Washington
is overhandigd, laten openbaar maken.
Dit wordt, beschouwd als een teeken
dat Spanje officieus in de voorwaarden
heeft toegestemd; en derhalve Cuba, Por-
torico en een der Phiiippij nen met nog
een kolenstation op de Ladronen prijs
geeft.
De veldtocht op Portorieo wordt in
middels zonder bloetstorting voortgezet.
De Spanjaarden bieden geen weerstand,
besloten als zij schijnen om alleen de
hoofdstad, San Juan, met eenigen ernst te
verdedigen
Op de Philipppnen gaat het den over
winnaars niet naar den vleesche. De
„opstandelingen" zijn het ook met hen
niet eens. Generaal Blanco krijgt de schuld
van alles. Troepen ontevredenen door
kruisen de straten van Havana, en slinge
ren de grofste beleedigingen naar hunne
redders.
Ook uit Cavite komen onrustende be
richte a.
De Amerikanen erkennen te laat dat zp
hun de overmacht hebben gegeven.
Aguinaldo gaat voort met den baas te
spelen rondom Manilla. Onder anderen
weigerde hij den Amerikanen lastdieren
te bezorgen.
Hij verwijt hun dat zij gekomen zijn
om een republiek van de opstandelingen
te vestigen.
Aan al deze verwarring zal en moet wel
langs geen anderen weg een eind komen
dan door den vrede.
Een staaltje van welingelichte woor
denkeus der liberale pe: s. Haar hoofdorgaan
de N i e u w e R o 11. C r t, spreekt in zijn
no. van 3 Aug. Ie blad A van „d e k e r-
keljjke inzegening van Bis
marcks 1 jj k".
3 Aug. 1898.
Goes. In de openbare raadsvergade
ring op Vrijdag 5 Augustus s., des avonds
te 8 uren, zijn de volgende punten aan
de orde1. Resumtie notulen der vorige
vergadering 2. Ingekomen stukken 3.
Verzoek om eervol ontslag als leeraar aan
de H. B. School van G. C. C. Bethe4.
Benoeming onderwijzeres aan de Meisjes
school; 5. Verzoek van M. Monhemius
om eervol ontslag als binnenhavenmeester,
met voorstel van B. en W. omtrent ver-
leenen van pensioen; 6. Verzoek W. Kok
om uitweg aan de Schipperswegeling7.
Verzoek W. Brouwer om uitzicht op ge
meentegrond 8. Verzoek toelating meisjes
op de H. B. School; 9. Verzoek W. Pelle
en C. de Wilde om overdracht van ge
bruik van grond; 10. Verzoek bewoners
Nieuwstraat over naamsverandering der
straat; 11. Voordracht leden college van
zetters 12. Rekening burgerlijk armbestuur
over 1897 13. Rekening schutterij over
1897 14. Begrooting schutterij voor 1899
15. Wijziging begrooting 1898 van het
burgerlijk armbestuur; 16. Suppl. Kohier
H. O.; 17. Voorstel oninbare posten op de
rekening 1897 18. Indiening van de ge
meenterekening over 1897.
Meelvervalschiugen.
De heer K. De Boer uit Zaandam, dit
onderwerp dezer dagen in een vergadering
der afd. Noord Holland van de maatschappij
van landbouw inleidende, heeft er op ge
wezen dat het meel sterk wordt vervalscht
ook met voor de gezondheid schadelijke
stoffen.
Te New-York bereidt men op groote
schaal meel uit populierenzaagsel. De
molenaar adverteert „mineraline" met ver
mengingstoestel, waardoor de vervalscher
f 1000 tot f 4000 voordeel trekt per wag
gon. 't Buitenlandsch meel wordt boven
dien vervalscht met gips, aluin, kopersul-
phaat, enz. (behalve de verontreinigingen.)
Of onze meelfabrikanten zoo braaf zijn?
„Geen wettig bewijs van meelvervalsching
is ooit in ons land geleverd".
Deze deloyale concurrentie bedreigt onze
meel-industrie me.t ondergang. „Moeten
wij", vraa't spreker „voor onze consum-
tie geheel steunen op buitenlandsche pro
ductie?" Meel is heel wat moeilijker te
controleeren dan graan. Bevorderen wij
onze meel-industrie krachtig, dan moeten
wij zorgen, dat voldoend toezicht wordt
gesteld op het „malen" (en dit kan alleen
geschieden wanneer het graan als graan
wordt ingevoerd, meel-invoer alzoo worde
verboden.)
In dien geest zal het Hoofdbestuut nu
een verzoekschrift richten tot de Regeering.
Ned. Herv. Kerk.
Bedankt voor Rozenburg door ds. P. de
Back te Oostkapelle.
Beroepen te Polsbroek ds. Y. Bootsma
te Zoetermeer.
Bedankt voor Helenaveen door ds. C.
de Vries te Hellendoornvoor Ouden
hoorn (toez.) door ds. E. Janzen te Est.
Kats. Onze nieuw beroepen leeraar,
da. Joh. de Voogd zal D. V. 14 Augustus
intrede doen na bevestiging door den con
sulent ds. E. M. v. Ysendijk te Kapelle.
Geref. Kerken.
Drietal te Sneek B ds. H. C. v. d. Brink
te Heeg ds. J. Brouwer te O. en N. We
tering en ds. K. Troost te Ambt Vollenhove.
Beroepen te Assen ds. S. Oudkerk te
Kralingen te Murmerwoude dhr. M.
H. A. v. d. Valk cand. te Groningen;
te Ezinge (2e maal) en te Zalk da. W.
Bouwman te Lutjegast.
Aangenomen naar Sleeuwijk door ds. A.
H. Nieboer te Aalten naar Nieuwolda
door ds. H. T. Hoeksema te Zevenhuizen.
Bedankt voor Holten door ds. R. Brou
wer te Rhoon voor Den Helder door
ds. N. H. Koers te Wanswerd.
Chr. Geref. Kerk.
Drietal te Kampen ds. G. Bos te Gouda,
Schouten en de Vries candidaten.
Tweetal te Arnhem G. Klumpert en H.
J. L. de Vries candidaten te Amsterdam
en 's Gravenhage.
Aangenomen naar Doesburg door dhr.
v. d. Kodde cand. te 's Gravenhage.
Bedankt voor Oud Beijerland door ds.
G. Bos te Goudavoor Kampen door
ds. J. i.chotel te Haarlem.
Oud Geref. Kerk.
Bedankt voor Rotterdam door ds. H.
Roelofsen te Opheusden.
Doopsgezinde Gem.
Beroepen te Wolvega ds. U. J. Reinders
te Ternaard.
Aangenomen naar Arnhem door ds. P.
B. Plantenga te Wormerveer.
Aan de gemeente Serooskerke (S.) is,
boven en behalve de bijdrage bedoeld in
art. 45 der onderwijswet, een subsidie ver
leend van f 200, tot eene behoorlijke
inrichting van haar lager onderwijs.
Mejuffr. A. Cappon, geb. te Goes,
onderwijzeres aan de chr. school te Vlaar-
dingen, slaagde heden te 's Gravenhage
voor de acte Engelsch.
Zierikzee. De heer A. Boot, onder
wijzer aan de chr. school alhier, staat op
t zestal voor hoofd der school te Halfweg,
Geslaagd te Breda voor de hoofdacte
de heeren J. v. Willigen te Tholen, Th.
H. Janssen en A. Verhoeven, beiden te
Graauw en te 's Gravenhage voor de acte
Engelsch de heeren M. A. de Man te Ierseke,
J. Jurry te Terneuzen en J. Risseeuw te
Arnhem.
Benoemd tot onderwijzer aan de Chr.
School te Hoek bij Ter Neuzen, dhr. J.
liel thans onderwijzer te Culemborg.
Door de arrondissements-rechtbank te
Zierikzee is P. van der W., onderwijzer,
wonende te Stavenisse, die gedetineerd was
in het huis van bewaring te Zierikzee, be
klaagd van misdrijf tegen de zeden, gepleegd
bij kinderen die aan zijn onderwijs en leiding
waren toevertrouwd, bij beschikking van
30 Juli 11. buiten vervolging gesteld en
zijne invrijheidstelling bevolen.
Veer©. Maandagavond kwam alhier
eene commissie bijeen op de raadzaal van
het stadhuis, teneinde te spreken over
de aanstaande feestviering te dezer
plaats. Als Bestuur werd gekozen tot
voorz. Jhr. W. C. van Panhuijstot
vice-voorz. dhr. J. van der Kleijn; tot
Secr. dhr. A. J. Geldoftot penningmees
ter dnr. P. W. Roest.
Besloten werd voorloopig met het oog op
de feesten in naburige plaatsen, het feest
alhier te houden op Vrijdag 9 September,
en alsdan de kinderen der Openbare en
Bijzondere scholen te onthalen, alsmede
de armen der gemeente te bedeelen.
Zierikzee. Het bericht van een voor
genomen huwelijk tusschen twee oudjes
in het gesticht alhier wordt door de
Nieuwsbode tegengesproken. Een grappen
maker moet 't de wereld in gezonden
hebben.
Nieuw- en St. Joosland. Giste
ren a ond werd alhier in het schoolge
bouw eene openbare vergadering gehouden
ter bespreking van het Kroningsfeest. Ruim
zestig personen namen aan die vergadering
deel. Eene commissie van vijftien perso
nen werd benoemd tot het opmaken van
een programma, en het inzamelen van
gelden. De Burgemeester die de vergade
ring leidde,werd tot Eerevoorzitterbenoemd.
Dinteloord. Maandag is alhier op
79-jarigen leeftijd overleden de wethouder
W. Schilperoort, die onafgebroken 18 jaren
lid van den raad en 13 jaar wethouder
was. Gedurende meer dan 25 jaren was
de overledene dijkgraaf van den Konings
oordpolder.
Naar men meldt is thans de positie
der brievengaarders belangrijk verbeterd
doordien hun een algemeene verhooging