NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK- r
HISTORISCH
IO
I»
■1st-Vlak©.
r.
I4ISI.&A&.
Sot
Stoomboot-
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Toynbee-werk.
De Plaatsvervanger.
Ho. 125.
Safertfag 28 Mi.
tumafftfp laacgang.
Bl
iEBGOES,
van Dinsdag.
Y e6r's morg.
Is 5,uur.
3,37, 'snamid.
Is 6,30. Des
9,'sav
ende), 's nam
'DIENST
ST.
lake vm. 5,20
l onmiddellijk
pondeerenden
5,15 uur.
jn vm. 7,
llijk na aan-
vm. 9,en
SI:
morg. 7.u.
N:
s morg. 8.u
Zierikzoe.
>oorweg Goes
Ziorikzee:
■ïorg. a midd
6,30 3,30
7,50
7,50
6.—
7,50
7.50
7.50
6.30
7,50
7,50
6-
3,30
3,30
5-
3,30
3,30
3.30
3.30
3,30
3,30
4.30
STST
LOTTERDAM
Tau
rg. Rotterdam.
71
9,40
1,45
71
9,40
1,45
77
9,40
1,45
n
9,40
,45
77
9,40
1,45
9,40
7
77
9,40
1,45
77
9,40
1,45
77
9,40
Q.
DTTERDAM
plaatsen.
Rotterdam:
'smorer
!1 11,—
12 11,—
11,-
11.—
15 12,—
16 12,—
17 11,
18 11.—
12.—
10 10,45
11 11,—
schelde.
3,25 en 6,20c).
1,55 6,50.
ib) en 4,50.
ib) 5,10.
6,20r) A).
6,40 A).
kens hoogstens
ar Borssele en
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De man naar wien dit werk genoemd
werd is Arnold Toynbee, tweede zoon van
een beroemd Engelsch oordokter. Hij was
23 Augustus 1852 te Londen geboren.
Reeds vroeg trokken dichtkunst, moderne
letterkunde en wijsbegeerte hem aan, en
gedurende de vier jaar die hij te Oxford
doorbracht, bestudeerde hij vooral de staat
huishoudkunde.
Aan de hoogeschool zocht en vond hij
een grooten kring van vrienden.
Het viel hem echter op dat bij de meesten
hunner het gevoel voor den godsdienst af
wezig was en velen hun tijd verluierden,
onverschillig voor de nooden der lagere
klassen die hij. Toynbee, zoo liefhad.
Hij trachtte hen van deze dwalingen
te genezen, en nadat hij gepromoveerd
was, wendde hij daartoe ook in ruimeren
kring al zijne hem aangeborene welspre
kendheid aan.
Hij begon in 't openbaar op te treden,
bg voorkeur voor menschen uit den wer
kenden stand en vestigde zich om hen beter
te leeren kennen en te lyinnen helpen,
midden onder hen in een der buurten van
Whitechapel [„Commercial Road"]. Daar
hielp hg den predikant Barnett in zijn
evangelisatiearbeid.
Doch zyne gezondheid leed onder al
dien inspannenden arbeid zeer.
Slechts acht jaren woonde hij daar.
Nog twee krachtige redevoeringen hield
hg, gericht tegen Henry George's Voor
uitgang en Armoede (Povertynd Progress).
Nog een reeks lezingen hield hij te
Oxford voorde mannen nit de aanzienlijke
en wetenschappelijke wereld, over de „om
keering op 't gebied der nijverheid („The
Industrial Revolution").
Ten laatste werd hij, in 1863 reeds, op
ruim 30-jarigen leeftijd, van zijn post op
geroepen.
Doch zijn werk droeg rijke vrucht.
De geestdrift, door zgn voorbeeld ge
wekt, deed het denkbeeld van een Toynbee-
Hall rijpen. Onder directie van den pre
dikant Barnett kwam deze stichting tot
stand, in Commercial Street, Whitechapel.
Zg is een vereeniging die zich ten doel
stelt de herinneringen aan Toynbee en zgn
3~ FEUILLETON.
Door J. de Liefde.
Terwijl wij de drie afvallige broeders
hun onzaligen weg laten vervolgen, begeven
wg ons naar de raadsvergadering van vorst
Eienga, waar wg zyne trouwe raadslieden
met prins Sesmia in hun midden in diepa
smart verzameld jzien. Weldra verscheen
ook de vorst zelf. Zg schoon en mannelijk
gelaat teekende diepen ernst, die getuigde
dat hg het volle gewicht van het tegen
woordige oogenblik besefte. Maar was ook
de kalme opgeruimde glimlach, die anders
zgn aangezicht verhelderde verdwenen, geen
spoor was er in zyne gelaatstrekken te
zien van hetgeen naar angst of vrees
zweemde.
„Mijne vriendenzoo sprak hg, toen
hg plaats genomen had, „de afgrond heeft
zich voor onze schreden opengedaan en
dreigt ens te verslinden. Het is onzen
vijanden gelukt, een storm over ons te
verwekken, die het schip van den staat
aan hevige schokken zal bloot stelleu.
Maar boven ons is de hemel, en van daar
verwachten wg onze kracht en wijsheid.
Wg behoeven die in dit oogenblik het
meest, en ik mag vertrouwen dat wg ze
ook thans het spoedigst en overvloedigst
bekomen zullen. Ons geweten is rein
onze zaak is de zaak der gerechtigheid en
der waarheid. Het zal niet mogelijk zijn
dat wg bezwijken; want wg zgn sterker
dan onze tegenstanders, omdat wij het
recht en de waarheid aan onze zijde hebben.
Ik heb mijne getrouwe vazallen in aller
ijl laten oproepen, en tot myne groote
arbeid in 't belang der arbeiders levendig
te houden.
Zoo verrezen weldra ook buiten Enge
land, ook in ons land, ook te Middelburg
en elders, dergelijke Toynbee-vereeuigin-
gen, die zich de verheffing van het volk
ten doel stellen; de standen tot elkander
te brengen en den zin voor staathuishoud
kunde (oeconomie) te wekken.
Nu is jongstleden Dinsdag in de congres
zaal der Nationale tentoonstelling van vrou
wen-arbeid te 's Gravenhage gesproken over
het Toynbee-werk. Inleider de heer F. M.
Wibaut van Middelburg, die daarbij uit
ging van de volgende stellingen
lo. Toynbee-werk in Nederland wil
neutraliteit betrachten ten opzichte van den
klassenstrijd. Dus kan het de arbeidersklasse
niet steunen in haren strijd om een beter
leven
2o. leden der bezittende klasse, die be
seffen het goed recht der strijdende arbei
dersklasse, vinden in Toynbee-werk, dat
den klassenstryd erkent, een waardige taak.
In zgn uiteenzetting deed de heer Wibaut
uitkomen, dat het Toynbee-werk ten on
zent allervriendelijkst is bedoeld, maar niet
scherp gedacht. WerkeR voor volksont
wikkeling is iets anders dan verbroedering;
de onderrichtende voordrachten, de cursus
sen, de lessen brengen daartoe niet. Lit
alles is goed herhalingsouderwijs op kleine
schaal. Voor de eigenlijke Toynbee-vrien
den is dit niet het ware. Het leidt niet
tot omgang tusschen rijken en armen op
gelyken voet, wat Toynbee beoogde en
waarvan hg het bewgs leverde door onder
de armen te gaan wonen.
Ja zelfs party trekken voor de arbeiders
wat zijne volgelingen in Engeland, verder
gaande dan hg, betrachten, wordt door zgne
volgelingen in Nederland stipt vermeden.
Zg zijn neutraal. En dat partytrekken is
toch zoo noodig, zal er eenige verbroe
dering tusschen ryken en armen kunnen
ontstaan.
Toynbee-werk moet aan „bitterheid" lei
ding geven, niet van socialen vrede spre
ken, zoolang er sociale oorlog is. Dan zal
het ook onderricht geven, evenals nu, maar
'tzal niet smoren het streven naar gelijk-
heid in de voorwaarden van sociale ont
wikkeling, Toynbee-werk moet revolutio
nair luide doen klinken den haat voor al
vreugde zie ik dat zg van heinde en ver
uit de omliggende sloten en kasteelen toe
snellen, om mg hun sterken arm te leenen.
Reeds verzamelen zg zich op het plein
hier beneden. Ik zal hen in drie hoopen
verdoelen, die van drie verschillende zijden
op de muiters zullen indringen. Onze drie
heldhaftige broeders, Hoodemgo, Foelongo
en Rondaza zullen hen aanvoeren. Zg zgn
nog jong van jaren, maar door hunne uit
stekende talenten vergoeden zg ruimschoots
wat hun aan ondervinding ontbreekt. In-
tusschen
„Hoe, mijn vader!" riep prins Sesmia
verschrikt uit, „zult gij mg dan van de
eer en het genot verstoken la'en om uwe
eer en rechten te verdedigen
„Mgn zoon", antwoordde de vorst, „uw
leven is mg dierbaar, en mg niet alleen,
maar den ganschen volke. Het zou te roe
keloos zgn, zoo wg den erfgenaam der
kroon reeds terstond aan zulk een groet
gevaar blootstelden."
Nu ontstond er een edele stryd tusschen
de heldhaftige ouderliefde van den prins
en de teedere bezorgdheid van zgn vader.
Bgna echter was het den vader reeds ge
lukt den edelen tegenstand zijns zoons te
overwinnen, toen plotseling een der vazal
len de vergaderzaal binnenstormde en riep
„Op mannen, zoo het leven u lief is
Het oproer neemt hand over hand toe;
de opstandelingen hebben groote verster
kingen bekomen, en o snoodheid, niet
te peilen de drie gebroeders Hoodem
go, Foelongo en Rondaza hebben zich aan
hun hoofd gesteld. Reeds voeren zg den
aangroeienden hoop tegen het paleis aan
nog weinige oogenblikken, en wg zullen
overrompeld zgn."
wat slecht is in de maatschappelij ke ver
houdingen.
Dit ongeveer is de opvatting van den
heer Wibaut, wiens rede luide toejuichin
gen ontlokte, doch tevens krachtig protest
vond, onder anderen bij zijn medebestuur
der van Ons Huis te Middelburg den heer
Herman Snijders.
Volgens 't verslag in de Nieuwe Rott.
Crt. van 21 dezer, 2e blad, (wg konden
wegens plaatsgebrek er eerst thans de aan
dacht op vestigen), verklaarde deze heer
't met hem totaal oneens te zgn. Al is 't
Toynbee-werk beginwerk, nog on volmaakt,
deze eeuzijdige critiek verdient 't niet.
Den klassenstryd negeert 't niet, maar
Toynbee-werk wilonderlinge waardeering
en achting bevorderen of aankweeken in
den stryd ooi belangen 't wil dien stryd
gestreden zien zonder haat en verbittering.
Dit doel wordt bereikt by hen, die tot
dusverre te bereiken zgn. Toenaderende be
middeling in arbeidsgeschillen is ook het
Toynbee-werk te Middelbnrg niet vreemd.
Elke stelling van den heer Wibaut werd
door den heer Snyders aan deze grondge
dachten ter bestrijding getoetst. Hg ver
klaarde daarbg het bestaan van een klas
senstryd net te erkennen, wel een stryd
van belangenwees op de kracht der so
cialisten in het afbreken en op hun gemis
aan kracht om daarvoor iets in de plaats
te stellen, hetgeen z. i. ook weder uit de
inleiding van den heer Wibaut bleek, en
schetste ten slotte nog eens Toynbee-werk
in al zgn maitschappelgke beteekenis, op
wekkende tot medewerking aar. dat schoone
werk in den stryd van belangen.
Van de overige sprekers en spreeksters
verklaarden mejuffrouw Knappert zich
dankbaar; mejuffrouw Drucker en me
vrouw Rutgers-Hoytsema zich wèl-, mej.
Goutsmit en de heer Lulofs zich niet met
den heer Wibaut eensook de heer P. L.
Tak, van Amsterdam, gaf als zgn overtui
ging op grond van ervaring te kennen,
dat Toynbee-werk de iliusie moet laten
varen, iets te kunnen bijdragen tot ver
meerdering van gemeenschapsgevoel, 't Kan
overigens nut hebben, maar uit dien hoofde
niet. Daartoe is de omgang te klein. Het
beperkt zich tot verspreiding van kennis
in kleinen kring, daarbg niet eisehend dat
de arbeider, die kennis komt opdoen, zgn
Zonder een woord te spreken, vloog
Sesmia nu de raadzaal uit. Op het plein
gekomen, sprong hij te paard, en de rijksba-
nier grijpende, steldde hg zich aan het hoofd
der vazallen. Onder een luid gejubel schaarde
zich een schoon leger, van liefde voor
vorst en vaderland brandende, achter hem,
terwijl ieder oogenblik nieuwe medestrij-
ders aanbracht, die vau alle zgden uit
stad en land toesnelden. Het was een
heerlijk schouwspel, toen deze heldenschaar
met dien edeleu prins aan de spits, de
slotbrug overreed, waarvan het geluid als
een donder heinde en ver weerklonk. In
vollen draf suelden deze leeuwen de
wapperende rijks vaan achterna, en weldra
bereikten zg den muitzieken hoop, die met
zwaarden, lansen, steenen, stokken, zeisen
en hooivorken gewapend, door de drie
gebroeders werd aangevoerd. Zij bedachten
zich geen oogenblik, maar wierpen zich
met voile vaart, als een bergstroom op de
muiters. Er ontstond een vreeselijk ge
vecht, en weldra kleurde het burgerbloed
de straten. De uitslag van dezen hevigen
worstelstrijd bleef echter niet onzeker. De
muiters, door deu geweldigen overval
verrast, konden den schok niet weerstaan
en werden uit elkander gejaagd. Honder
den vonden onder de zwaardslagen der
ridders den dood en nog meer werden
gevangen genomen.
Zoodra de drie broeders deze voor hen
ongunstige wending van het gevecht be
speurden, zagen zg elkander aan, en elkaar
wenkende, wendden zg terstond hunne
paarden en vlogen de stad uit. Gelukkig
voor hen viel de avond reeds in, toen zg
de poort nitsnelden, en onder de bedekking
van den nachf gelukte het hun, het ge-
karakter met de parapluie ia den bak zet.
De heer Yan der Veer, uit 's Hage, die
op de tentoonstelling van vrouwenarbeid
een drukkerij heeft opgericht, zeide Als
Toynbee-werk is een uiting van den geest
van liefde voor medemenschen, ook bui
ten Ons Huis, ook buiten voordracht of
les, dan is 't een schoon en edel werk. Niet
wanneer het beperkt blijft tot die paar
uurtjes per week. Helpt niet een ander,
zoolang ge niet met u zelf in het reine
zijt. Altijd dat zoeken naar het materieele
lijden, aLtijd dat streven naar dat zooge
naamde beter leven, het materieele. Zoekt
eerst het Koninkrijk Gods en zgne ge
rechtigheid.
In deze woorden van den geestdriftigen
oud-leider der Zeeuwsche sociaal democraten
spreekt de overtuigde Tolstoyiaan, die „Het
Koninkrijk Gods is binnen in u" gelezen
heeft en tracht te verwerkelijken.
Zoolang nu Tolstoï een soort pantheïstisch
Christendom predikt, en de grondwaar
heden der Schrift loochent, hechten wg
aan zgne aanmaning om eerst het Koninkrgk
Gods te zoeken geen waarde.
Hg spreekt hiermede wel d en Heiland
na, doch bedoelt het blijkbaar anders.
Toch duidt dit woord in den mond van
dezen eens zoo heftigen sooialist, die eens
den meest fanatieken klassenstryd predikte
en daarbg ruwelijk te schelden wist op
de „adellijke dieven",, op eene groote ver
andering, die ons den wensch doet uitspreken
dat deze eerlijke tegenstaader nogeens moge
bekeerd worden van 't Tolstoyisme tot
den Christus.
Want eerst de bekeering tot den Christus,
de persoonlgke gemeenschap met den leven
den Heiland, die is 't, welke de personen
en de klassen nader tot elkander brengt.
Zie in de bovenbedoelde vergadering
werd ook het woord gevoerd door een
modernen dominé ds. van Wijk uit Zwolle.
Hij was 't met den heer Wibaut eens.
Hij laakte het ieder-voor-zich-stelsel, dat
het welslagen van het Toyn-bee-werk belet.
Als, zoo sprak hg, het „vriendelgk be
doelen" geen liefhebberij is, maar werkelijk
meenen, dan komt men er van zelf toe.
Christus won zijn stryd tegen een stelsel
waaruit nooden en ellenden sproten. En
hg noemde alle Toynbeewerkers Christenen
in dien zin dat zg strijden tegen het
bergte te bereiken, in welke uitgebreide
woestenijen en ondoordringbare bosschen zg
eeue veilige schuilplaats vonden.
Met roem beladen, en door het dank
baar gejubel der goede ingezetenen ver
heerlijkt, keerde Sesmia tot zgn vader
terug, die hem als sprakeloos van vreugde
in de armen sloot. De Volgende dagen
was er een algemeen feest in hetgansohe
laud, en de naam van Sesmia prijkte
boven de deuren der woningen met lauwe
ren omkranst.
De gevangen muiters werden naar de
steengroeven gezonden, waar zg in harden
en schandelijken arbeid het loon voor
hunne misdaden ontvingen, terwijl daaren
tegen de getrouwe vazallen, nadat zij
acht dagen lang feestelijk onthaald waren,
met rijke geschenken begiftigd, huiswaarts
keerden.
Toen echter de feesten voorbij waren, en
alles weer tot de vorige rust was terug
gekeerd, deed zich in het paleis, ja in het
hart van vorst Edenga en zgn zoon, eene
diepe smart gevoelen. De vorst, als hg
's avonds aan de zijde van den prins in
de huiskamer gezeten was, zag drie zetels
ledig staan, welker gezicht hem vaak de
tranen uit de oogen lokten. Het waren
de zetels die vroeger door de drie ge
broeders ingenomen werden, wanneer zg
aan 's vorsten disch aanzittend, de genoe
gens deelden en verhoogden, welke de
huiselijke kring vau dezen beminnelijken
vorst versierden. En Sesmia Ach, ook
zgn hart bloedde over het lot zijner drie
verloren vrienden.
Den ganschen dag, hetzij hg in staats
zaken bezig was of zich verpoosde van
den arbeid, miste by deze drie metgezellen
recht.van-den-sterkste-stelsel welke stryd
volgens hem het allen-voor-allen-stelsel
voorbereidt.
Jammer dat de bladen de repliek van
den heer Witbant niet opnamen nu kwamen
de belangstellenden niet te weten wat hij
tegen de gehoorde argumenten heeft aan
gevoerd.
Jammer is het aan een kant dat er niet
een is opgestaan voor hem om de verhou
ding van den Christus tot de sociale noo
den in 't licht te stellen.
Nu toch zgn de moderne, de Tolstoyi-
aansche en de socialistische dwepers en
dweepsters, allen naar huis gegaan met het
zalige gevoel dat zij den Christus tot bond
genoot hebben.
En hoe zal dit kunnen, zoolang tot allen
gelijk tot ons, zgn streDge woord uog klinkt
Voorwaar, voorwaar zeg ik u: tenzij dat
iemand wederom geboren worde, hij kan
het koninkrijk Gods niet zien.
Wij zullen| ons over de tijdelijke voor-
deelen van Toynbee-werk niet uitlaten.
Zij kunnen groot en vele zijn.
Doch wat dit tot elkander brengen
van ryken en armen aangaat, hetwelk door
den Toynbee-arbeid heet te worden be
oogd, en waarbij de Christus en zgn strijd
tegen zeker stelsel wordt aargehaald, ver-
gete men aan die zyde toch nimmer dat
ja de sociale toestand onder Israel in de
dagen Zijner omwandeling op aarde te
wenschen overlietdoch de persoonlgke
verhouding tusschen rijk en arm gunstig
afsteekt bij die in onzen tijd.
Er was niet zoo groote afstand in 't per
soonlijk verkeer tusschen rijken en armen
gelijk zg toen in de gelijkenis van den
ryken man en Lazarus naar het leven ge-
teekend werden; als tusschen ryken en
armen in onzen tijd, gelijk zij bezig zgn,
althans in 't streven van Toynbee-Hall en
dergelgke, elkander te naderen, openbaar
wordt.
Wie zgn Bijbel kent, onder anderen Lukas
14 1214, weet dat onder meer het aan
zitten van de armen aan de tafel der rijken
gewoonte was.
Iets wat in onze maatschappij, ondanks
het Toynbee-werk, en laten wij er bij voegen
ondanks de persoonlijke vroomheid van
menig belgder des Heeren, eenvoudig on
denkbaar zou wezen.
zijner jeugd, met wie hij van jongaaf
zoo menig onvergetelijk uur had doorleeft.
Hij had hen innig liefgehad, en zelfs
nu nog, hoe snood huane misdaad ook
ware, gevoelde hij teedere banden, die hen
aan hem verbonden. En het was niet zoo
zeer, of niet louter om zijns zelfs wille,
dat hij hen betreurde het was hun diepe
val, hun ellendig lot, dat zijn hart brak,
zoo menigmaal als hij hunner gedacht. Yan
tgd tot tgd waren hem berichten ter oore
gekomen van den deerniswaardigen toe
stand, waarin zij zich bevonden. Jagers en
reizigers hadden op hunne tochten de drie
gebroeders nu en dan ontmoet in de on
metelijke woestijnen, die zg thans gedoemd
waren te bewonen, en de beschrijving, die
deze berichtgevers van de levenswijze
dezer weleer zoo gelukkige koningskinde
ren gaven, was hartverscheurend. Half
naakt, van koude en hitte geplaagd, zwier
ven zij in de wildernis rond, genoodzaakt
met wilde kruiden of rauw vleesoh hun
nijpenden honger te stillen. Het niet wa
gende zich buiten deze ontoegankelijke
schuilplaaten te begeven, zagen zij zich
tot een leven gedoemd, gelijk aan dat der
wilde dieren, in wier midden zij woonden.
Dit alles was aan vorst Edenga en zijnen
zoon bekend, en hun hart werd door droef
heid overstelpt, als zij herdachten wat deze
drie jongelingen eens geweest waren, en
welk een jammervol uiteinde zij nu tege
moet gingen. En thans was eerst de lente
ingetreden maar wat zou hun te wachten
staan, wanneer de winter met al zyne
verschrikkingen eenmaal aanbrak
„Patrimonium"Wordt vervolgd).