NIEUWSBLAB
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Ilo. 124. 1898.
DonUai) 21 M.
froitaffifo laacptifl.
Buitenlandsch Overzicht.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p p0,95.
Enkele nummers0,02 5.
UITGAVE VAN
EN
van 1 '5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Goed onderwijs kweekt braven.
In dien geest liet zich minister Borge-
sius uit tot aanprijzing van de leerplichtwet.
Op de 100 gevangenen, zegt hij, kunnen
20 lezen noch schrijven.
De heer den Hertog, een radicaal school
man, lacht evenen de minister vraagt
nu, pleit dit niet tegen de onderwijsloos-
heid, zoo 20
Minister, lacht de ander schalks, pleit
't dan niet tegen 't onderwijs, maar 80
Een argument dat derhalve wel niet meer
gebruikt zal worden.
„Wat wij aan het onderwijs uitgeven,
halen wij uit op de gevangenissen".
Een gematigde editie van dit versleten
adagium is de opmerking van den heer de
Hertogh in De Gids
Een flink toegepaste leerplicht zal de
jeugd aan orde en tucht wennen. Van de
slapheid in het respecteeren der Wet is het
ontbreken van leerplicht een der vele oor
eaken.
Er is veel dat bewijst dat wij leerplicht
hebben te prediken. Maar bewijst dit dat
wij leerdwang hebben in te voeren
In geenen deele.
Den Hertog zegt: Het kind heeft recht
op een minimum van schoolopvooding.
Daarom leerdwang.
Ei zoo
Elk kind heeft aanspraak op een mini
mum van voeding en kleeding.
Moet daarom dan nu de voeding en
kleeding van alle kinderen onder staats
toezicht
o, Neen
Maar zoo dit niet, waarom dan 't an
dere wel?
Den Hertog zegtDe trouwe leerlingen
hebben recht op bescherming tegen bederf
van 't onderwijs door de ODgeregelden.
Zoo?
Fatsoenlijke ouders hebben recht te ver
wachten dat hunne kinderen op school
niet zitten naast onrein gekleede kinderen.
Moet daarom ook de kleeding van uw kind
onder staatscontrole
Alle misstanden, die gij aan kunt wijzen,
eischen verbetering, maar de redeneering
„dus moet er dwang zijn van staatswege"
houdt geen steek.
Vele liberalen als gij met hen over
de prostitutie spreekt, zeggen zacht aan;
neem de menschen zooals zij zijn maak
door uw forsche maatregelen den toestand
niet erger.
Goedmaar waarom dan zoo ook niet
geredeneerd waar 't het onderwijs geldt
Waarom dan alle misstanden niet gere
geld willen opruimen
Waarom dan ook niet gehoord, wan
neer wij op onze beurt, en met vrijwat
meer recht, hun toeroepen geduld 1 wij
gaan immers sterk vooruit op het gebied
der schoolmaak toch dat het volk zijn
eigen verantwoording leert voelen.
Mr. Th. Heemskerk een der mannen
van het Unie-rapport heeft gezegd:
van Godswege is den ouders het gezag
over hunne kinderen gegeven. Dat ouder
lijk gezag bestond reeds voor er een over
heid bestond.
Den Hertog de radicale volksopvoe
der acht deze zonderlinge redeneeneg
een overblyfsel van denkbeelden in de
oude patriarchale tijden, toen de ouders
hun kinderen zelfs mochten dooden ot
verkoopen.
Zoo iemand schijnt wel niet te over
tuigen.
Vergeet niet deze zelfde heer den Hertog
heeft in den Amsterdamschen gemeenteraad
de openbare school tegenover de Christelijke
school geprezen, dewijl daar 't kind niet
volgepropt wordt met mythologische voor
stellingen.
De Bijbel een boek vol mythologische
voorstellingen
Professor Opzoomer ook een eerlijk
liberaalnoemde den Bijbel een „wespen
nest vol fabelen."
De ouders hebben geen onbeperkte macht
over hun kinderen, zegt de heer den Hertog.
Dat weten wij tusschen haakjes ge
zegd ook wel.
Maar meenende dat wij het niet
weten tracht hij zijn stelling te bewijzen.
In de eerste plaats met een beroep op
den Staat.
In de tweede plaats met een beroep op
den Dienstplicht.
Op den Staat.
Natuurlijk is deze weder de reddende
engel die het kind als een individu er
kent door zijn inschrijving in de geboor
teregisters.
Maar eilieve, dat deed de Kerk al lang
voor hem: en doet 'tin den doop ook;
daarmede uitgaande van de gedachte dat
nog Iemand anders recht heeft op 't kind.
Dat was ook de beteekenis der Besnij de-
nis „in de patriarchale tijden" door God
ingesteld.
En de Dienstplicht.
Alsof die geen minder inbreuk maakt
op het recht der ouders. En alsof dit het
zelfde ware
Doch al ware het werkelijk hetzelfde,
kan toch moeilijk een inbreuk op de familie
verdedigd door te wijzen op een andere
reeds lang bestaande inbreuk.
Bovendien wat heeft dienstplicht met
leerdwang te maken?
Bij dienstplicht blijft de Staat op zijn
eigen terrein, namelijk dat van zelfbehoud
in den strikten zin des woords, maar bij
leerplicht treedt hij op als zedemeester en
opvoeder, die zich verbeeldt te mogen en
te kunnen beoordeelen welke opvoeding
de ware is.
Wie dat leert hebbe den moed aan den
Staat ook het recht te gunnen de gods
dienstige opleiding der kinderen te regelen.
Want bij godsdienst heeft de Staat niet
minder belang.
Dien moed toonden bij voorbaat reeds
dr. Bronsveld c. s. en allen die inclassicale
besturen adhaesie betuigden aan zijn adres.
Aan hunne hulp in den strijd tegen 't.
ontwerp Borgesius hechten wij dierhalve
weinig.
Tenzij men hier meer te denken
hebbe aan een gelukkige inconsekwentie
dan aan een ongelukkige consekwentie.
Wij oordeelen niet.
Zij mogen het zeiven doen.
In het „Vaktijdschrift voor Onderwijzers"
staat een artikel van een onderwijzer die
de gebitten zijner 44 leerlingen van
9, 10 en 11 jaar, op school onderzocht en
daarvan de resultaten mededeelt.
Zij zijn inderdaad bedroevend.
En wel verre van om deze fin de siècle
flauwigheid te lachen, juichen wij de daad
van dezen onderwijzer toe en wekken ou
ders en onderwijzers op tot ernstige samen
werking om te trachten het toenemend
kwaad der slechte kiezen onder de kinderen
onzes volks te stuiten.
Waar toch vindt men nog kinderen met
enkel goede tanden
't Is waar bij vele kinderen is een klier
achtig gestel oorzaak van een slecht gebit.
Doch bij hoevele kinderen ligt de oor
zaak in door de oudeis in de hsnd ge
werkte snoepgewoonten in 't verzuim van
mondspoelingen en zuivering der tanden
in de keuze der broodsoort als hoofdvoed-
selin 't aanwensel om de korstjes weg
te werpen en 't kauwen van het voedsel
zooveel mogelijk te vergemakkelijken of
te voorkomen.
Wij laten de mededeelingen van dezen
onderwijzer hieronder volgen met vriende
lijk verzoek aan de ouders die dit lezen
om bij de opvoeding hunner kinderen ook
de verzorging van de tanden hunner kin
deren, vooral niet te vergeten.
De 44 leerlingen in bovengenoemde
klasse hadden 1030 tanden en kiezen en
hiervan waren 145, d. i. 14 pc. in meer
dere of mindere mate aangetast en wel
17.5 pc. bij de meisjes en 12 pc. bij de
jongens. Slechts 4 kinderen hadden een
volkomen gaaf gebit. Meer dan de helft
der kinderen hadden van 13, meer dan
een derde hadden van 411 zieke tan
den.
De normale toestand is, dat de kinderen
op school komen met 24 melktanden. Tus
schen het 6e en het 7e jaar komt de eerste
blijvende tand voorden dag nl. de voorste
kies. Daarna gaat de tandwisseling geregeld
voort, doch het normale aantal tanden blijft
24, totdat op 11 of 12 jarigen leeftijd de
3e kies voor den dag komt. Van de 12
leerlingen van 11 jaar hadden 4 1 m. en
3 j.) reeds het getal van 28 bereikt, 4
(2 m. en 2 j.) hadden er 26, terwijl de
andere 4 de 3e kies nog met hadden en
dus nog steeds 24 tanden bezaten. De
regel is dus, dat op 12 a 13 jarigen leef
tijd het volledige gebit 28 tanden bevat.
Bijzonder leerzaam zijn de lotgevallen
van de eerste vier blijvende tanden, de
zoogenoemde 6-jaarskiezen. Daar de meeste
ouders ze voor melktanden houden, wordt
er van een aansteking dezer kiezen weinig
notitie genomen. „Je krijgt toch wel een
andere terug". Doch dat pakt verkeerd
uit en te meer is dit te betreuren, daar
deze kies in de kinderjaren verreweg de
krachtigste en voor het kauwen de voor
naamste is.
Bij mijn onderzoek bleek,dat van de44 maal
4 is 176 zulke tanden, die deze kinderen
van 9 tot 11 jaar behoorden te bezitten,
reeds 16 geheel verdwenen en 34 aange
stoken waren, te zamen 49 of 28 pc. Toch
waren deze tanden pas 2 a 5 jaar oud.
Men heeft voor eiken leeftijd den staat
der 6 jaarskiezen nagegaan en gevonden,
dat het ziektepercent jaar op jaar toeneemt
en van 18,5 pc. op 7 jarigen leeftijd stijgt
tot 6U pc. op 15-jarigen leeftijd.
Het Handelsblad, in de meening ver-
keerende, dat 't bij de verkiezing van
leden van gedeputeerde staten in de staten
van Zuid Holland enkel om aftredende
liberalen ging, zegt dat de herkiezing van
enkel liberalen door dit feit wordt geëxcu
seerd maar voegt deze liberale redactie
er bij indien het een open zetel ge
golden had, zou het brutaal egoïsme ge
weest zijn, daar een liberaal voor te kiezen.
De Nederlander constateert terecht dat
Het Handelsblad er hier leelijk in vliegt.
„Vacant (toch) waren vijf zetels, drie van
aftredende, twee van niet herkozen liberalen.
Voor mr. Goekoop werd een liberaal ge
kozen met de bedoeling dat deze zou op
staan na afloop der verkiezing te Brielle.
Yoor jhr. Caan werd ondanks het be
kende voorstel der rechterzijde gekozen
een liberaal, die zijn functie reeds heeft
aanvaard.
De woorden dan zou het brutaal egoïsme
zijn geweesj, als captatio benevolentiae ge
richt tot de rechterzijde, worden dus door
de werkelijkheid omgezet in een scherp
verwjjt aan de liberale party".
Zierikzeeheeft Zondag een ongekende
feestdrukte doorleefd.
Yolgens ons verschafte mededeelingen
hebben de vereenigingen „Vreemdelingen
verkeer" en „Kunst en eer" een feest ge
organiseerd, waartoe de openbare wandel
plaats aan 't publiek verkeer onttrokken
en op hooger bevel afgesloten werd.
Den ganschen dag duurden de drukte
en de vermakelijkheden, die ook onder
kerktjjd moeten zijn voortgezet.
Om half 4, dus voor het eindigen der
godsdienstoefening in de chr. geref. kerk,
trok de muziek door de stad, terwijl des
avonds illuminatie en vuurwerk de feeste
lijkheden besloot en eene serenade gebracht
werd aan den burgemeester.
Tweeërlei valt hierbij op te merken.
In de eerste plaats dat de eerbied voor
den Dag des Heeren in dit meest gelibe
raliseerde deel onzer provincie steeds minder
wordt. Een kwaad dat. trouwens ook op
andere plaatsen schromelijke afmetingen
neemt.
En in de tweede plaats dat de Christelijke
historische beljjders in kerk en staat van
den burgemeester van Zierikzee steeds min
der mogen verwachten.
Door het toestaan van deze feestelijk
heden op den Rustdag en 't aanvaarden
van de huldebetuiging dezer openbare
sabbathsschenner8 heeft hij bewezen
volkomen eens te zjjn met de liberalen en
die met hen eens geestes zijn.
Wat te meer te betreuren is, dewjjl
hij vóór zjjne benoeming den naam had
van een goed christeljjk historisch man
te zjjn, tot wiens aanbeveling verschillende
invloedrijke antirevolutionairen in en bui
ten Utrecht zich hadden opgemaakt.
Kenners in Zierikzee beweren dan ook
dat uit christelijk historisch oogpunt gezien
burgemeester Yermeys bitter tegenviel en
dat 't lawaai, de openbare ontheiliging van
den Dag des Heeren welke Zondag is ge
Bchied, onder burgemeester Ermerins niet
zou zijn voorgekomen.
Deze afloop spijt ons zeer en moet ieder
een smarten die zich van de naleviDg van
Gods heilige ordinantiën onder 't tegen
woordig gemeentebestuur, hetzij met meer
der hetzij met minder grond, nog zooveel
had voorgesteld.!
President Mc. Kinley heeft een „state
paper" uitge aardigd tot instelling van een
bestuursregeling voor dat gedeelte van
Cuba hetwelk door de Spanjaarden is en
wordt ontruimd: de provincie SanYago.
Dit is het eerste besluit van dien aard,
hetwelk door een Amerikaansch president
is uitgevaardigd. Het is in het Engelsch
en in het Spaansch den volke kenbaar ge
maakt,
De vestiging eener nieuwe politieke mo
gendheid op Cuba werd hiermede een feit.
Alle havens en plaatsen, welke thans in
het bezit zijn van de Amerikaansche land
en zeemacht, zullen open zijn voor den
handel van alle neutrale naties in artike
len, welke geen contrabande zijn en tegen
betaling van de rechten, welke op het
oogenblik van den invoer geldende zijn.
De inlandscha politie zal gehandhaafd
worden voor zoover zulks practisch zal
blijken; hetzelfde is het geval met de ge
wone rechtbanken, welke voor de bezet
ting reeds bestonden.
De belangrijkste wijziging in de tarieven
van Santiago is de vermindering van het
tonnengeld van één dollar op twintig
cent van schepen, die 2000 ton of meer
inhoud hebben.
De bevolking voorzoover zij 't nog niet
reeds was, zal op die wijze wel worden
verzoend met haar nieuwen heer.
Het is in ieder geval een feit van groot
historisch belang voor de Amerikanen.
Het verdringen van een Europeesche
mogendheid uit West Indië zal een daad
van onberekenbare gevolgen blijken ge
weest te zijn.
Nu de pijn geleden was, blij kt dat de
Amerikanen te hard geschreeuwd hebben,
toen zij aanhoudend pochten op de door
hen platgeschoten forten. Het fort Morra
zelfs staat nog daar zoo goed als ongedeerd.
Maar ook de ovengave van San Yago
door de Spanjaarden blijft een feit met
voor hen zeer duistere vlekken.
Men moet namelijk weten dat in de stad
geen zieken, slechts weinig gewonden en
nog 23 duizend strijdbare mannen waren
met ontzaglijk veel krijgsmateriëel. Het
aantal Spaansche krijgsgevangenen bedroeg
meer dan 'tleger der Amerikanen onder
Shafter dat hen krijgsgevangen maakte.
Shafier schreef dan ook„Toen ik in
de stad kwam, vond ik een waren doolhof
van versterkingen. Hadden de Spanjaarden
den strijd voortgezet, zooals zij het de
eerste dagen gedaan hebben, dan had het
ons 5000 man kunnen kosten voor de stad
ingenomen was.
Vermoedelijk is tweespalt binnen de
stad aanleiding geweest tot de overgave.
Caimanera in de baai van Guantanamo
heeft zich mede overgegeven.
Manzanillo zal wel volgen, na het heftig
bombardement van gisteren.
Thans ging 't op Portorico aan terwijl
de opstandelingen onder Aguinaldo op de
Philippijnen hunne aanvalÉn vernieuwden,
en de hoofdstad, Manila, belegeren.
Aguinaldo zond den generaal Augnstin
twee parlementairs met dan eisch om te
capituleeren, omdat 50,000 opstandelingen
de stad omringen, en gereed zijn haar te
bostormen, terwijl Spanje geen versterking
meer kan zenden. Augustin antwoordde
dat hij zal strijden tot het uiterste, al is
er geen hoop.
Aguinaldo acht het zeer moeilijk, zich
van Manila meester te maken, wegens de
versterkingen die de stad omringen. De
Amerikanen wachten nog meer troepen af,
en zullen waarschijnlijk eerst in Septem
ber, na afloop van het regenseizoen en als
de warmte wat minder drukkend gewor
den is, met de krijgsverrichtingen aan
vangen.
Te Manila heerscht gebrek aan graan,
maar rijst en vleesch is er nog genoeg voor
verscheiden maanden.
Reeds rezen op Cubamoeilijkheden tusschen
de overwinnaars en de opstandelingen. Wel
hadden deze steeds broederlijk samenge
gaan en elkanders diensten aangenomen
doch nu 'top het verdeelen van den buit
aankomt zijn de laatsten ontevreden. Zij
benoemden Castillo tot gouverneurdoch
Me. Kinley wil door de bewoners een
volksraad doen kiezen.
De opstandelingen echter, ook niet dom,
willen liever het veroverde gebied maar
dadelijk in bezit nemen.
Trouwens indien het waar is wat voor
en tjjdens de oorlogsverklaring door de
Amerikanen gezegd is dat 't alleen er om
ging om de Cubanen uit de macht hunner
tirannen te verlossen en hun een geregeld
eigen bestuur te geven, dan hebben deze
menscb en nu gelij k dat zij tegen een mogelij ke
annexatie bij Amerika voorloopig krachtig
opkwamen.
Want al zou de ruil voor 'tlang ver
drukte Cuba niet kwaad zijn, wat voorloo
pig reeds bleek uit de door Mc. Kinley
uitgeschreven hervorming, niets gaat toch
boven een onafhankelijk bestaan en wie
zou dit dezen dapperen menschen niet van
harte gunnen
Een botsing schijnt onvermijdelijk.
De Amerikanen behandelen de Cubanen
met groote minachting vooral nu da toon
dien Castello tegen Shafter aanslaat wel
wat hoog klinkt; en Garcia, een ander
leider van den opstand, geweigerd heeft
op diens uitnoodiging om de ontplooiing
der Amerikaansche vlag te San Yago te
komen bijwonen.
Dat overigens Cuba aan Spanje heel wat
gekost heeft, of liever teruggenomen heeft
van hetgeen Spanje aan Cuba gedurende
twee eeuwen ontnam, blijkt uit de volgende
cijfers.
De Cubaansche opstand is in Maart
1895 uitgebroken. Sedert dat tijdstip zijn
de pensioenen, aan weduwen en weezen van
gevallen militairen verleend, met 2,138,000
frs. vermeerderd. Die aan gewonde en
voor het leven vermiakte officieren en
soldaten beloopen 3,725,000 frs. Over
189293 was het bedrag van de militaire
pensioenen niet hooger dan 300,000 frs.
Vooral de pensioenlast toont aan, welke
verliezen aan officieren, soldaten en zeelieden
Spanje in zijn koloniën geleden heeft. De
onkosten van deze oorlegen bedragen sedert
1895 drie milliarden francs, dus twee-vijfde
van de oorlogsschatting die Frankrijk aan
Duitschland heeft opgebracht.
Admiraal Cervera is met zijne officieren
te Annapolis aangekomen. Allen, behalve
kapitein Eulate, gaven hun eerewooid, en
zijn nu vrjj om in de maritieme academie.