NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
no. m. 1898.
Safectfag 16 Mi
taaffde laarpug.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKERK, te Goes
en
van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Bij dit nummer behoort een bijvoegsel.
Zomervergadering der Provinciale Staten
van Zeeland.
Morgenzitting van 14 Juli 1898.
Op het in de vorige zitting vastgestelde
uur opent de Voorzitter op de gewone wijze
de vergadering, welke blijkens presentie
lijst wordt bijgewoond door de heeren van
Waesberghe Janssens, Siegers, Eruijtier,
van Deiuse, de Casembroot, Dronkers, van
Rompu, van der Have, Moerdijk, IJsebaert,
Vader van 's Gravenpolder, M. Bolle, Fok
ker, Heijse, Kakebeeke, van Teylingen,
Hennequin, van Woelderen, Loois, Oggel,
Hollestelle, Moes, van der Meer, den Boer,
van der Lek de Clercq, de Bats, de Jonge,
Noordijke, Havers, Lucasse, van Lijnden,
Maas, de Veer, Pompe van Meerdervoordt,
Hammaeher, van Dam, Erasmus en J. A.
Bolle, zoodat afwezig zijn de heeren de
Smidt, van Bnren, Hombach en Kloppers.
Volgens de agenda is thans aan de orde
de beëediging van de herkozen heeren de
Smidt en van Buren. Daar beiden eohter
weder afwezig zijn, kan hieraan geen ge
volg worden gegeven.
De notulen der vorige zitting worden
'hierop door den griffier gelezen en gearre
steerd, waarna de Voorzitter mededeeling
doet lo. van de samenstelling der afdeelin-
gen van Gedeputeerde Staten, 2o. van de
benoeming van Voorzitters en Ondervoor
zitters der afdeelingen en 3o. dat Gede
puteerde Staten uitvoering hebben gegeven
aan het besluit der Staten van 6 Juli jl.no. 7.
Vnn Gedeputeerde Staten is ter dadelijke
behandeling verder ingekomen een voorstel
omtrent den eervol ontslagen ambtenaar de
Nood. Conform het voorstel des Voorzitters
wordt de behandeling verdaagd tot bij
punt 26 der agenda.
Thans komen in beraadslaging de volgen
de voorstellen van Gedeputeerde Staten
Provinciale Stoombootdienst op de Wester-
schelde - Dienst op Hoedekenskerke.
In de wintervergadering van 1897 waren
Gedeputeerde Staten diligent verklaard ten
aanzien van het adres van ingezetenen van
Hoedekenskerke en omliggende gemeenten
om eene mildere regeling van den dienst
op de Westersehelde.
De Commissie van toezicht op dien dienst
uit Gedeputeerden, is, den Directeur ge
hoord, tot de conclusie gekomen, dat eene
uitbreiding van den dienst op Hoedekens
kerke alleen zou kunnen plaats hebben ten
koste van dien op het traject Vlissingen
Terneuzen. De beperking van laatstgenoem
den dienst zou tot vele klachten leiden en
bovendien is het verkeer op en het vee-
vervoer van en naar Hoedekenskerke zoo
luttel dat eene uitbreiding van den dienst
op Hoedekenskerke hierdoor niet gewettigd
wordt, te meer, wil men den dienst op Ter-
neuzen niet beperken, dit alleen zou kunnen
geschieden door eene extra-boot in te
leggen. Derhalve stellen Gedeputeerde Sta
ten voor aan adressanten te kennen te ge
ven dat hun verzoek niet voor inwilliging
vatbaar is.
Big kens het algemeen verslag der af
deelingen, waarvan het rapport werd uit
gebracht door den heer den Boer, werd
het voorstel van Gedeputeerde Staten niet
algemeen goedgekeurd. Verschillende leden
betreurden het dat aan het verlangen der
inwoners van Hoedekenskerke niet kon
worden tegemoet gekomen.
De heer van der Lek de Clercq zou zoo
gaarne dat verlangen willen bevredigen,
hij is van oordeel dat er wel motieven
voor zijn. In zijne afdeeling heeft men
gesproken om den dienst uit te breidea
op Maandag en Donderdag ten gerieve der
Belgische markten, doch hij vindt dat
Donderdag en Zaterdag daarvoor geschik
tere dagen zijn en maakt er een voor
stel van.
De heer van Deinse hoort met genoegen
het voorstel van der Lek de Clercqal
leen zou hij het Gedeputeerd College vrij
(rillen laten in het bepalen der dagen.
De heer Siegers handhaaft het voorstel
van Gedeputeerden en blijft het handhaven,
nadat het nogmaals door den heer van der
Lek de Clercq bestreden was.
De heer Moes is een voorstander van
het voorstel van Gedeputeerden, daar, door
uitbreiding van den dienst op Hoedekens
kerke, die op Terneuzen noodzakelijk
wordt benadeeld.
De heer Pompe van Meerdervoort komt
op tegen de bewering van Gedeputeerden
dat de dienst op Hoedekenskerke zulke
geringe voordeelen afwerpt, dat geen uit
breiding zou gewettigd zijn. Hij treedt
in eene vergelijking met hetgeen de dienst
op Bor.ele oplevert en komt tot de con
clusie dat uitbreiding van den dienst op
Hoedekenskerke zonder gevaar ten koste
van dien op Borsselen kan plaats hebben.
Alleen vindt hij met het oog op de
marktdagen te Gent Maandag en Donder
dag de geschiktste dagen.
De heer van Deinse is van meening dat
de bepaling der dagen eene zaak van
latere gelegenheid is, die men gerust aan
Gedeputeerden kan overlaten. Hij doet
alsnu het voorstel om, zonder bepaling
van dag, den dienst tweemaal 's weeks te
doen plaats hebben.
De heer van Rompu moet tegen dat
voorstel ernstig waarschuwen. Uitbreiding
van den dienst op Hoedekenskerke kan
alleen plaats hebben ten koste van dien
op Neuzen. Ten koste van dien op Bors
selen, dat in een geheel anderen hoek
ligt, is eene ongerijmdheid. En wil men
den dienst op Terneuzen niet benadeelen
en een legio van klachten vermijden, dan
zal eene kostbare uitbreiding van mate
rieel noodwendig er het gevolg van
moeten zijn.
Het voorstel van Deinse, dat door den
heer van der Lek de Clercq was overge
nomen, wordt verworpen en daarmede het
voorstel van Gedeputeerde staten als aan
genomen beschouwd. Voor stemmen de
heeren van Deinse, Dronkers, Vader van
's Gravenpolder, M. Bolle, Fokker, Kake-
beeke, Oggel, den Boer, van der Lek de
Clercq, de Bats, de Jonge, Noordijke, Pompe
van Meerdervoort, Hammaeher, van Dam,
Erasmus en J. A. Bolle tegen de heeren
van Waesberghe Janssens, Siegers, Frnijtier,
de Casembroot, van Rompu, van der Have,
Moerdijk, IJsebaert, Heijse, van Teijlingen,
Hennequin, van Woelderen, Loois, Holle-
telie, Moes, van der Meer, van Lijnden,
Hu vers, Lucasse, Maas en de Veer.
Aankoop van een gebouw voor de Pro
vinciale bibliotheek.
Gedeputeerde Staten deelen mede dat
het gebouw, krachtens besluit der Staten
van 12 Juli 1859 thans tot bibliotheek
ingericht, veel te weinig ruimte aanbiedt,
hetgeen ook door den bibliotheearis beaamd
wordt. Bovendien moeten de lokalen,
waarin zich de boekerij bevindt, volgens
schrijven van den Minister van Binnen-
landsche zaken binnen kort ontruimd wor
den.
Dientengevolge zijn zij genoodzaakt ge
weest naar eene andere gelegenheid om
te zien. Een geheel nieuw gebouw zou
volgens den bouwkundige, belast met het
toezicht op de Rijksgebouwen in de Abdij
inclusive den aankoop van het terrein te
staan komen öp f 58550. Op de Balans
was een gebouw aangeboden, waarvoor
voor aankoop en inrichting f 50000 ge
vorderd wordt, terwijl het lid der Staten
de heer Heijse, mede een huis aanbood in
de Lange Delft, dat wegens aankoop f 17000
en wegens inrichting f 13000 te zamen
f 30000 zal kosten.
Dit laatste huis stellen Gedeputeerde
Staten voor aan te koopen, welk voorstel
in de afdeelingen, blijkens het algemeen
verslag uitgebracht door den rapporteur
A. Loois Jzn., slechts van een enkel lid
bestrijding ondervond.
Als dat lid doet zich kennen de heer
Hennequin. Hij vindt de kosten te
hoog en de plaats ongelukkig gekozen. Bij
de 30 mille zal nog moeten gevoegd wor
den het salaris van een concierge, welk
bedrag behalve nog andere onvoorziene
uitgaven de rente vertegenwoordigt van
een niet onaanzienlijk kapitaal. Bovendien
zullen nog uitgaven noodzakelijk worden
door de omstandigheid dat het gebouw zoo
ver van de Abdij verwijderd is. Is meer in
de nabijheid geen ruimte vinden die met
minder kosten tot bibliotheek kan worden
ingericht
De heer Loois kan zich metShet voorstel
van Gedeputeerden wel vereenigen, doch
bij het inzien der plannen, vindt hij de
indeeling minder doelmatig, en de begroo
ting wel wat hoog. Naar zijne meening
zijn dit omstandigheden, die de aanhouding
der zaak tot de najaarsvergadering wellicht
gewenscht maken.
De heer van Lijnden beantwoordt beide
sprekers namens Gedeputeerden. Den heer
Hennequin zegt hij dat Gedeputeerden ge
daan hebben wat zij doen konden en na
rijp beraad tot hun voorstel gekomen zijn,
dat het minst kostbare is, terwijl hij den
heer Loois opmerkt dat de inrichting tot
de competentie van Gedeputeerden be
hoort, mits zij het aangevraagde erediet
van f13000 maar niet overschrijden.
Het voorstel van Gedeputeerde Staten
wordt hierop aangenomen met algemeene
stemmen, behalve die van den heer Henne
quin, terwijl de heer Heijse buiten stem
ming blijft.
Verzoek van den Raad van Veere om
een subsidie der huishouding van de ge
meente.
Conform het verzoek van den Raad van
Veere stellen Gedeputeerde Staten voor
eene subsidie te verleenen van f 500 en
geven daarbij een overzicht van de ont
vangsten en uitgaven, waardoor zij ver-
mcenen dat hun voorstel zeer gewet
tigd is.
In de afdeelingen, waarvan het algemeen
versiag werd uitgebracht door den rap
porteur Moerdijk, had het voorstel geen
eenparige instemming gevonden.
De heer Hennequin bestreed hot voor
stel. Hij is van meening dat het inwilli
gen van het verzoek een gevaarlijk ante
cedent scheppen is, daar in volgende jaren
meerdere gemeenten om subsidie zullen
aankloppen en bovendien bij aanvragen
om subsidie als deze moet als basis worden
aangenomen, dat het te hebben bedrag
voor opcenten op de personeele belasting
niet lager zij dan de opbrengst bij de vo
rige wet, terwijl hij ook wijst op de
hooge kosten van huishoudelijk bestuur.
De heer van Waesberghe Janssens treedt
namens Gedeputeerden op om het voorstel
te verdedigen. Hij is van meening dat het
bij de stukken gevoegde overzicht van de
ontvangsten en uitgaven duidelijk genoeg
spreekt en dat de gemeente Yeere door 50
opcenten op de personeele belasting en
zeer hoogen hoofdelijken omslag reeds zwaar
genoeg is gedrukt.
De heer Heijse is het volkomen met den
vorigen spreker eens en brengt ook in
herinnering wat het bestuur van Yeere al
niet gedaan heeft toen de accijnsen moesten
worden prijs gegeven naar zijne meening
is Veere wel gerechtigd om aanspraken op
subsidie te doen gelden.
Het voorstel van Gedeputeerde Staten
wordt hierop goedgekeurd met algemeene
stemmen, behalve die der heeren M. Bolle,
Fokker, Hennequin, van Woelderen, Maas,
Hammaeher en Erasmus.
Verzoek van den Raad van Nisse om sub
sidie in de kosten der huishouding van de
gemeente.
Mede onder overlegging van een staat
waarin de ontvangsten en uitgaven ge
specificeerd zijn, stellen Gedeputeerde Sta
ten voor aan de gemeente Nisse een subsidie
van f 225 te verleenen.
Big kens het rapport der afdeelingen uit
gebracht door den heer Moerdijk' waren
dezelfde opmerkingen gemaakt als ten op
zichte van V eere.
De heeren van Waesberghe Janssens en
Siegers verdedigen het voorstel dat door
den heer Hennequin wordt bestreden. Zij
wijzen er op dat op de gemeente Nisse,
slechts even 600 zielen tellende, een hoof-
delijke omslag drukt van f1600, dat het
schoolgeld vrij hoog is en niet minder dan
70 opcenten op de personeele belasting
geheven worden, zoodat aan verhooging
niet mag worden gedacht.
Het voorstel van Gedeputeerden wordt
hierop aangenomen met algemeene stemmen
behalve die der heeren Fokker, Henne
quin, van Woelderen, Maas, Hammaeher
en Erasmns.
Wijziging reglement voor de calamiteuse
polders of waterschappen.
De gezamenlijke eigenaars van de gronden,
in den calamiteusen Annapolder verzoeken
met het oog op de doorbraak van dien
polder in December 1894 dat art 94 van
het reglement voor de calamiteuse polders
in dien zin worde aangevuld dat eene
tusschentijdsche schatting van de onzuivere
opbrengst der gronden mogelijk worde.
Gedeputeerde Staten stellen dientenge
volge voor aan het slot van art. 94 toe
te voegenGedeputeerde Staten kunnen
ingeval van doorbraak van een dijk, op
verzoek van belanghebbenden, eene nieuwe
schatting bevelen, waarvan de kosten voor
rekening van den calamiteusen polder ko
men. Deze nieuwe schattig geldt voor een
nieuweu termijn van 10 jaren, ingaande
op 1 Mei van het dienstjaar, volgende op
dat, waarin de schatting heeft plaats gehad.
Blijkens het algemeen verslag der afdee
lingen, waarvan het rapport wordt uitge
bracht door den heer Vader van 's Gra
venpolder, had het voorstel in de afdee
lingen geen tegenkanting ondervonden.
Een lid stelde voor de redactie te wijzigen
als volgt
Gedeputeerde Staten hevelen in geval
van doorbraak van een dijk zoo belang
hebbenden znlks verzoeken eene nieuwe
schatting, waarvan de kosten voor rekening
van den calamiteuzen polder komen.
Deze nieuwe schatting geldt voor den
overigen duur van het loopend tienjarig
tijdvak en gaat in op 1 Mei van het dienst
jaar volgende op dat waarin de nieuwe
schatting heeft plaats gehad.
Als het lid, die deze redactie aanbeval,
doet zich kennen de heer Heyse, die er
thans een bepaald voorstel van maakt, het
welk hij in twee deelen splitst.
Het eerste gedeelte wordt aangenomen.
Yoor de heeren v. Deinse, Dronkers, v. d.
Have,Moerdijk, Ysebaert,Vader v. 'sGraven-
polder, M. Bolle, Fokker, Heijse, Kake
beeke, van Teylingen, Hennequin, van
Woelderen, Loois, Oggel, MoeB, van der
Meer, den Boer, van der Lek de Clercq,
de Bats, de Jonge, Noordijke, de Veer,
Pompe van Meerdervoort, Hammaeher,
van Dam, Erasmus en J. A. Bolletegen
de heeren van Waesberghe Janssens, Siegers,
Fruijtier, de Casembroot, van Rompu, Hol
lestelle, van Lijnden, Lucasse en Maas.
Het tweede gedeelte wordt verworpen.
Voor de heeren van Waesberghe Janssens,
van Deinse, Dronkers, van der Have, Moer
dijk, Ysebaert, Heijse, van Woelderen,
van de Lek de Clercq, de Bats, van Lijn
den, Noordijke, de Veer, Pompe van Meer
dervoort, van Dam, Erasmus en J. A.
Bolletegen de heeren Siegers, Fruitier
de Casembroot, van Rompu, Vader van
's Gravenpolder, M. Bolle, Fokker Kake-
beeke, van Teylingen Hennequin, Loois,
Oggel, Hollestelle, Moes, van der Meer,
den Boer de Jonge, Lucasse, Maas en
Hammaeher.
Wijziging grenswerken calamiteuse wa
terschap Stavenisse.
Daar tot behoud van de oostelijke zee
wering van den Margarethap older, behoo-
rende tot dat waterschap, wellicht reeds
spoedig onderzeesehe werken tot oeverver
dediging dienen te worden aangelegd, welke
gedeeltelijk zullen vallen buiten de grens
der werkeii van het calamiteuse waterschap
Stavenisse en van den Oud-Kempenshofstede-
polder, stellen Gedeputeerde Staten voor
de grens te bepalen door eene lijn welke
gaat door het snijpunt van de buitenkruin-
lijnen van den zeedijk van den Margaretha-
polder en den zeedij k van den Oud-Kem-
penshofsteaepolder. Zij deelt den hoek, door
beide baitenkruinlijnen gemaakt, groot 108
graden 5 minuten midden door.
Blijkens het algemeen verslag der af
deelingen, dat werd uitgebracht door den
rapporteur Vader van 's Gravenpolder,
konden alle leden zich met het voorstel
vereenigen, dat ook thans zonder discussie
of hoofdelijke stemming wordt goedgekeurd.
Wijziging reglement wegen en voetpaden.
Op dit reglement zijn door Gedeputeerde
Staten verschillende wijzigingen voorge
steld, die volgens het algemeen verslag der
afdeelingen, uitgebracht door den rappor
teur van Deinse, hier en daar nog al tegen
kanting ondervonden.
Toch werd art. 87bis waarhij verboden
wordt de wegen te berijden met rij- of
voertnigen door mechanische kracht voort
bewogen, van welk verbod Gedeputeerde
Staten, na zoo noodig Burgemeester en
Wethouders en voor een weg met kunst
bedekking ook de onderhoudsplichtigen te
hebben gehoord, ontheffing kunnen ver
leenen, aangenomen met algemeene stemmen,
behalve die der heeren Fruytier, van Rompu,
Moerdijk, Hennequin, van Woelderen, van
der Lek de Clercq, de Bats, de Veer en
Hammaeher
De overige wijzigingen werden stilzwij
gend goedgekeurd, eveneens een voorstel
van den heer Hammaeher om aan art. 87
toe te voegen een verbod om gebruik te
maken op grindwegen van bespanningen
van meer dan 2 paarden, tenzij voor het
vervoer van personen. Voor dat voorstel
stemden de heeren Siegers, van Deinse,
van der Have, Vader van 's Gravenpolder,
M. Bolle, Heijse, Hennequin, Loois, den
Boer, van der Lek de Clercq, de Bats,
de Jonge, van Lijnden, Lncasse, Maas, de
Veer, Pompe van Meerdervoori, Ham
maeher, van Dam en Erasmustegen de
heeren van Waesberghe Janssens, Fruijtier,
de Casembroot, Dronkers, van Rompu,
Moerdijk, Ysebaert, Fokker, Kakebeeke,
van Teijlingen, van Woelderen, Oggel,
Hollestelle, Moes, van der Meer, Noordijke
en J. A. Bolle.
Tolheffing op den weg tusschen Goes en
's Gravenpolder.
Aangezien de termijn van afkoop der
tollen op genoemden weg eindigt, stellen
Gedeputeerde Staten voor weder tot tol
heffing over te gaan, indien de betrokken
gemeente zich niet verbinden om gedurende
zekeren termijn, ingaande met 1 Januari
1999, jaarlijks te zamen eene som van
f800 aan de Provincie te betalen als
afkoopsom. Bij een nader adres hebben de
gemeenten Goes, 's Heer Arendskerke,
's Heerenhoek, Kloetinge, 's Gravenpolder,
Ierseke en Krabbendijke verzocht voor
afkoop voor een termijn van 25 jaren de
af koopsom te bepalen op f 600 per jaar,
doch Gedeputeerde Staten stellen voor dit
verzoek te wijzen van de hand,
Blijkens het algemeen verslag der af
deelingen, uitgebracht door den rappor
teur van der Have, waren de gevoelens
tamelijk verdeeld.
De van Woelderen stelt voorde afkoop
som te bepalen op f 600, de heer Pompe
van Meerdervoort op f736.50 en verdedi
gen beiden hun standpunt, door verschil
lende leden gesteund en bestreden, met het
gevolg dat het voorstel van Woelderen
viel, dewijl het alleen gestennd werd
door den voorsteller en de heeren Fruij
tier, M. Bolle, Kakebeeke, Oggel, den
Boer, de Jonge en Noordijke, welk lot
ook het deel was van het voorstel Pompe
van Meerdervoort, waarvoor met den
voorsteller stemden de heeren Fruijtier,
van Deinse, Vader van 's Gravenpolder,
M. Bolle, Kakebeeke, van Teylingen,
Hennequin, van Woelderen, Oggel, Holle
stelle, den Boer, van der Lek de Clercq,
de Jonge, Noordijke, Lucasse, van Lijnden
en J. A Bolle.
Door verwerping dezer beide amende
menten werd het voorstel van Gedepu
teerde Staten als aangenomen beschouwd.
En hiermede verklaarde de Voorzitter
de morgenzitting geëindigd.