NIEU WSBLA D VOOR ZEELAND. J.BosA.Jzn. CHRISTELIJK- HISTORISCH J. BOS. SaMag 25 ftttu. fuiaaffife lantgang. BIJVOEGSEL. aan de kiezers in het district vlissingen. STEMBILJET stof tot dank. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Ilo. 118. 1898. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. -O0- Het is ons niet mogen gelukken een tweeden loop naar de stembus te ontgaan. Tegen WOENSDAG 29 JUNI wor den wij weder opgeroepen om een Lil voor de Provinciale Staten te kiezen en hopen wij U dan in grooteren getale te ontmoeten want, hoewel de Zeeuwen geen volk zijn om in een dwangbuis gestoken te worden, Iaat ons niet ver geten, dat elk recht ons ook ten plicht zjj, en nauwgezette plichtsbetrachting onze rechten vermeerdert, Hoe de keuze ook uitvalle, nu moet een van beide candidaten de meerder heid verwerven en zelfs in het moge lijke geval dat op beide heeren een gelijk getal stemmen werd uitgebracht, zou de leeftijd beslissenen de oudste gekozen zijn. Dat is een bepaling die aan elke verkiezingscampagne een einde maakt. Zet dns nu, Kiezers, door dien laat- sten gang, de kroon op het zoo flink door U aangevangen werk. Dankbaar zullen wij zijn, na zóóveel als wij aan verkiezingslectuur te door worstelen hadden, rustig te kunnen voortvaren met onzen maatschappelijken arbeid, elk in zijn beroep of bedrijfen zij, die aangewezen zijn om uwe belan gen in Staat en Provincie te behartigen, bovendien aan het werk dat hun te doen gegeven is. Moge Gods zegen daar in ruime mate op rusten. Doch er is meer. De dag nadert waarop onze geliefde Koningin de regeering staat te aan vaarden de dag, waarop het, naar wij hopen, niet meer te zien zal zgn, hoe veel onnoodig stof is opgezweept ja, hoeveel onheilig vuur misschien op het politiek altaar is ontstoken. Dit ongedaan te maken is onmogelijk. Wij kunnen het den Voorzitter der Liberale kiesvereeniging te Middelburg wel vergeven dat hij ons, die belijden te gelooven in een God, die het lot der volken regeert, een zwarte bende heeft genoemd. Wij nu-gen echter niet vergeten dat hij er bijvoegde dat die bende moeilijk te overwinnen is en voor die bij voeging zgn wij hem dankbaar want daarin is, misschien onbewust, uitge sproken, dat die gesmade bende een Helper heeft, die overwinnen moet, doch op Zijn tyd; en ons dan ook ter victorie leidt. Laat u dus niet ontmoedigen. TJw strijd moedig aangevangen, onder de leuze geen leerdwang, maar daar tegenover, handhaving van het OU DERLIJK GEZAG. Deze leuze heeft in den lande weerklank gevondenen er is, ook door uwe inspanning, bij deze verkiezingscampagne een geduchte bres geschoten in de gelederen der Liberalen. Door nu, bij de herstemming, den heer BOS te kiezen, wordt die bres nog breeder en ,de regeering zal in den afloop eene vingerwijzing zien om mis schien het hatelijk wetsontwerp op den leerplicht zegge leerDWANG, voor den minderen man neerkomende op SCHOOLDWANG, in te trekken. Het zij hier ten overvloede nog eens herhaald Wij hebben den strijd niet tegen per sonen dit wensohen wij U vooral te doen beseffen. Wij kunnen, wij mogen echter niet aflaten, nu nog een poging te doen, om des beginsels wil, den heer BOS do meerderheid te verschaffende tegen- candidaat toch heeft in der tijd ver klaard geen candidatuur onzerzijds te kunnen aannemen. In de gegeven omstandigheid zwijgt bij ons alle persoonlijke consideratie; en met alle respect voor het aftredend Lid den hier W. A. Graaf van Lijnden, wien wij als persoon hoogachten, drin gen wij niettemin bij U aan, met ons te stemmen op den heer van wien wij U de verzekering geven dat hij is beslist Antirevolutionair, hoewel niet doleerende zooaL de Af- deelingen der Centrale Yrijzinnige Kiesvereeniging in het district Vlis- lingen, die beter moesten en konden weten, in hun strooibiljet, als vermoe delijke reden van zijne candidatuur ver onderstelden. Kiezers! Wij achten het al een zeer zwak ar gument ter aanbeveling zijner candi daten, wanneer men die der tegenpartij moet afbreken door onwaarheden omtrent hen te debiteeren. Niet, dat wij den heer BOS minder zouden achten indien die leugen der Liberalen, waarheid be vatte. Bij ons is het geen vraagtot welke kerk behoort de candidaatwij eeren elk in zijne overtuiging bij welke kerk hij zich voor zijn geweten verplicht rekent te houden en bovendien, dolee renden kennen wij niet. Hij, die als politiek voorlichter meent te moeten optreden, dient ook te weten dat die naam onder de Ker ken niet meer bestaaten alleen nog als schimpnaam door sommigen wordt gebezigd. Wij zullen die kwalificatie vanwege de Liberalen dan ook maar boeken in de rubriek ZWARTE BENDE; en hiermede stappen wij van het Kerke lijk terrein aten de kiezers vergeven het ons dat wij or den voet even op zetten, daartoe verlokt door den Seiten- hieb der Liberalen. Zooals wij reeds zeidenaan onze kandidaten wordt niet gevraagd, tot welke Kerk behoort gij Aan ons, An tirevolutionairen is de vraag alleen onderschrijft de Candidaat het An tirevolutionair Programen is hij voorts een bekwaam en achtenswaardig mensch. De reden waarom wij dus hier ver klaren dat de heer BOS niet DOLEERT, is niet, om daaruit iets voor of tegen onzen candidaat te distilleerenmaar om er U, kiezersop te wijzen welke voorlichting gij van de Liberale Kies- vereenigingen in het District te wach ten hebt. Naar het ons voorkomt staat het met de Liberale voorlichters alzoo Zij wisten niet wat zij moesten weten of, en dit is erger zij wisten het wel en misleidden U. Wij meenen, dat, in de verloopen dagen, over en weder, de zaak die bij deze verkiezing geldt, genoegzaam is toegelichtan onthouden ons daarom er nu nog dieper op in te gaanom vooral U kiezers, Diet verder te kwellen met een overmaat van lectuur. Men kan ook van hot „goede" te veel krijgen. Lsat ons eindigen met het gevleugelde woord van Nelson tot het onze te maken Elk man doe zijn plicht. Dit schrijvende ruiken wij do zeelucht weer. Het gezicht op het wijde pekelveld toont ons de vrijheid; de golven wui ven ons toedo bewoners van Walche- rens Zuid- en Yvest-kust zullen zich in geen dwangbuis laten steken. De bakermat van M. A. de Ruyter zal niet onder de plak komen en zeker niet daaronder blij ren. Moge dan de avond van Woensdag 22 Juni 1898 ons de heugelijke mare hrengen dat met groote meerderheid is gekozen de candidaat der Antirevo lutionairen de heer VOOR DE herstemming voor een Lid der Provinciale Staten. De kiezer die op BOS stemmen wil, moet «lus 't witte puutje voor BOS zijuuaam ZWART maken. Let wel, die jeliebben wil moet je ZWART maken. De reeds verkregen uitkomst der verkiezingen voor de prov. Staten heeft ons niet beschaamd; in Wal cheren overtrof ze zelts onze ver wachting. De honderd stemmen meer derheid waarop wij zoo wat rekenden, klom tot eene meerderheid van wel tweehonderd stemmen, bij sommige onzer candidaten. In Goes, in Zierik- zee, in Tholen en in Sluis bleef het zoo als het was; in Walcheren wonnen wij reeds twee zetels en kan nog een derde gewonnen wordener één te winnen is daarenboven ook in het land van Hulst nog mogelijk. Maar hoe ook de uitslag der her stemming wezen zal, dit staat vast, dat de vroeger verkregen meerder heid niet verloren, maar versterkt is geworden. En wat de dwangwet aangaat, deze is veroordeeld geworden, door de meerderheid der kiezers. Dat ze anti nationaal is, is ontwijfelbaar zeker. Doch dat neemt niet weg, dat wij voor eene goede opvoedingen degelijk onderwijs zijn. Daarvoor moeten wij gewis en zeker zijn. Het woord des Heeren ons in schrift gegeven, zegt ons reeds dat wij onze kinderen moeten leeien lezen, en wel met oordeel des onderscheids. De Heilige Schriften toch moeten onderzocht en verstaan worden, voorzoover dat door onderwijs kan. Immers ook onze kinderen moeten op hun beurt, naar het gebod Gods reeds aan Abraham gegeven, het hunnen kinderen kun nen vertellen. Nog meer. Door middel van 't genoten onderwijs moeten onze kinderen op rijperen leeltijd gekomen belijdenis kunnen doen van de waarheid Godsook moeten zij de tegensprekers kunnen wederleg gen en de waarheid zooals ze in Christus is, kunnen verdedigen. Wij hebben het bij den heiligen doop beloofd, dat wij ze zullen onderwij- een en doen onderwijzen. Dit is ons eene heilige taakeene taak, die wij voor den Heere en Zijne gemeen te op ons namen. En daar wij ons geroepen gevoe len, voor de eer van God en voor de rechten van Christus op te ko men, op elk terrein van het leven, en den wensch koesteren, dat onze kinderen dat met ons zullen doen, zoo ligt het voor de hand, dat goed en deugdelijk onderwijs ons eene behoefte is. Leerplicht, ja dat stant bij ons als een paal boven water. Op welspre kender wijze dan de liberalisten, die nog altijd op algemeene kosten hunne kinderen lieten opvoeden en onder wijzen, hebben wij, door het oprich ten onzer Christelijke Scholen, daar van blijk gegeven. Dewijl ook de christen als burger niet achteraan wenscht te komen, maar in ieder opzicht flink wenscht te zijn, acht hij onwillekeurig eene goede voorbereiding noodig. De le venstaak, op maatschappelijk gebied te vervullen, neemt de ware christen ook ernstig op. Wetenschap en kunst veracht hij niet, maar eert hij. Doch het ware heil, het wezenlijke geluk, de innerlijke beschaving en veredeling verwacht hij er niet van. Maar de Heere zijn God gebruikt opvoeding en onderwijs om hem en de zijnen het heil zich bewust te doen worden en te schenken, om voor de levensbestemming te bekwa men en aan de dure roeping te doen beantwoorden. Genoeg. De antirevolutionairen van den echten stempel achten het eene heilige roeping te ijveren voor de opvoeding en het onderwijs hunner kinderen. Maar de liberalisten, den zoogenaamden staat ot zelfs de Over heid dertien of veertien jaren heer en meester te laten over hunne kinderen, lien, hem of haar al die jaren te laten zeggen, wanneer en waai in «ij onderwijs moeten ont vangen, zie, dat is voorde antirevo lutionairen onduldbaar. Dat ingrijpen in de rechten der ouders en dat omkeeren van de ordeningen Gods weerspreken en weerstaan zij. In zulk een dwangbuis kunnen en willen wij Nederlanders niet gaan; zelfs al is het, dat andere natiën het zich getroosten. Want niet de an dere volken, maar de ordinantiën bods eerbiedigen wij, erkennende, dat zij regel voor het leven in al zijne geledingen zijn. Daarom kiest elk man van beginsel, ook bij de herstemmingen voor de provinci ale Staten, slechts de mannen, van wie hij weet, dat zij met hem voor de ordinantiën Gods zich buigen. De «Middelburgsche Courant» noemt in haar nummers, die na de verkiezing van Vrijdag 11. verschenen, «kerk en leerplicht.» als waarover wij het in onze verkiezingsnummers vooral hadden. Welnu, dat is zoo; want kerken leerplicht waren door de liberalen aan de orde gesteld. De gewezen Minister van Houten en de heer Gewin zagen de kerk gaarne gebannen, volgens hetgeen door eerstgenoemde geschreven en door laatstgenoemde onlangs uitge sproken is. En wat nog meer zegt, de beginselen der geheele liberale partij staan vlak tegenover de begin selen van de kerk van Christus worden zij verwezenlijkt, dan gaat Christus' kerk ten onder. Omdat wij daarvan overtuigd zijn en omdat dit gezien wordt, wijzen wij er op. Dat te doen is plichtsbetrachting; want als de kerk van Christus uit ons dierbaar Vaderland gebannen is, woont God niet meer in ons midden en derven wij het licht en de kracht en den zegen, die de Heere ons door en in haar schenkt een modern heidendom is dan het wel eer zoo rijk gezegende Nederland geworden. Geeu wonder dus, dat wij mannen wenschen gekozen te zien in Raden en Staten, die zoo menigmaal het pas geeft, voor haar welvaartijveren. Wat nu den leerplicht aangaat, zooals de liberalisten dien willen, daarmee durfden zij blijkbaar niet voor het volk verschijnen. Zoomin als ze bij gelegenheid der verkiezin gen huune beginselen entwikkelen, kwamen zij met hun leerplicht voor het front. Omdat zij het niet deden, deden wij het maar. Wij deden het, zonder te vragen, of de Middelburgsche courant het ons veroorloofde en ot het haar wel gelegen kwam. Voorts noemt zij ons «drijvende antirevolutionai ren», en wel, omdat wij den heer J. H. Snijders niet rustig zitten lieten. In Goes had men nog een tal van niet-drijvende anti-revolutionairen immers velen werkten daar mee, om den heer Kakebeeke te doen blijven. Wij zijn op zulke anti-revoluti onairen niet belust. Maar dit tusschenbeide, wat wy eigenlijk de Middelburgsche courant vragen willen, isot zij het ook prijst, wanneer liberalen aan de anti revolutionairen, die eenmaal zitting hebben, hunne stemmen geven en mitsdien zorgen, dat zij hun zetel behouden Wij herinneren ons niet dat dit geschied is. Naar het ons dus moet, voorkomen, heet het geen drijven wanneer anti-revolutionairen door liberalen worden vervangen; maar in het omgekeerde geval heet het dat wel. Waarom Wij weten geen andere verklaring dan deze: «wij, liberalen, hebben meerdere en hoogere rechten dan gij. Voor hetgeen wij u gunnen, moet gij dankbaar zijn». Zoo zijn de manieren. Doch voor de vrijheid en de gelijkheid stellen

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 5