B. I. BI BOEE. J. I BE JONffi Jz. P. C. LUCASSE. B. M. DEIN BOEK. M. DE JONGE Jz. J. LEMSON. MR. C, LUCASSE, B. M. DEN BOER, (aftr.). M. DE JONGE Jz., (aftr.). J. LEMSON. eu Mr. C. LUCASSE, (aftr.). Boer, B. M, Den Jonge Jz., M. De Lemson, J. Lucasse, mr. C. KRABBENDIJKE. De macht bij haar partij. De stemming heeft plaats op Vrijdag 17 Juni van 8—5 ure. Niemand verzuime zijn oproepingskaart mede te nemen. Heeft men zijn oproepingskaart verloren, of er geen ontvangen, men kan op de Secretarie er een bekomen. Men make op zijn Stemkaart, die men bij de Stembus ontvangt, alleen de witte stip zwart in het eerste, derde, vijfde en zevende vakje. En heeft men die beide hoofdeigen schappen dan ia men zeker ook geschikt voor de verdere werkzaamheden, die aan leden van Provinciale Staten kunnen worden opgedragenea die zich in hooldzaak bepalen tot het deelnemen in verschillende commissies om over tol- of sluisgeldheffing, over verbetering van wegen en vaarten, over politiereglementen rapport uit te brengen. HET STRAFK1STJ£H Beter ware 't te spreken van een con duitestaat. Dat wil hier zeggende opsomming van hetgeen de aftredende Statenleden in den laatsten tijd zooal hebben verricht. Naar de opvatting van de Goesche Courant zal 't wel moeten heeten een strafregister want die zond aan al de kiezers een lijvig artikel, waarin mr. Lucasse wordt afge- streept wegens hetgeen deze zooal tegen zijn kiezers gezondigd moet hebben. Toen wij eenigen tijd geleden ons zet ten om een dergelijke gedraglijst op te makenkwam een oogenblik de gedachte bij ons op om de tekortkomingen van den heer Kakebeeke te noteerendoch wij lieten 't na, dewijl wij veronderstellen dat bekwaamheid moet geërd boven veronder stelde onbewijsbare vergisdngen. Maar jawel, de liberale pers heeft 't net gedaan. Zij verzwijgt natuurlijk dat de heer Ka kebeeke (met de Jonge) gestemd heeft bij v. voor de tram van Zierikzee, wat ons een paar opcenten meer op ons belastingbiljet beeft bezorgd; en dat Den Boer en Lucasse daartegen gepleit en gestemd hebben. Zij verzwijgt ook dat de heer Kake beeke in de zitting van 16 Jnli 1897 warm gepleit heeft voor de heffing van negen opcenten meer op de hoofd som der personeele belasting. Hoe bij er voor sprak en stemde om die in plaats van 18 op 97 te brengen en hoe het de heeren J>i:.\ ltOEB, 1>E JOJ1GE en M- CASSE zijn geweest die dit door hun tegenstemmen hebben verijdeld. Zij verzwijgt ook dat in zake de wegs- verbetering van Kruininge en Krabben- dijke, de beer Kakebeeke gezwegen maar de keereii DE5T BOER en 1>E JOXGE dit belang krachtig hebben bepleit. Zij verzwijgt ook dat in zake het toe- staau van 't geheele subsidie aan 's Heer Arendskerke voor zijn weg de eere- palin van deze overwinning toekomt niet aan den heer Kakebeeke, wiens naam zij met vette letter schrijftliocwel liij ook tlsuir geen woord in gezegd heeft maar aan den beer DE JONGE, die met groot talent en zaakkennis de verdediging van de belangen der bewoners van 's H. Arends kerke c. a. leidde en met groote meerder heid mede door de stemmen van DEN VOER en LUCASSE zijn voorstel zag aannemen. (Zy verlaagt den heer Kakebeeke door haar mededeelingen tot stemmachine, want de man heeft heusch niets anders gedaan •dan stemmen. Het woord voeren deed hij slechts eenmaal, en wel in zijn pleidooi voor vermeerdering der opcenten maar dat heeft hij voorgelezen. De sprekers zijn metterdaad de 3 andere aftredenden geweest.) Zij verzwijgt natuurlijk dat, toen bet subsidie voor het Goesche Sas groot gevaar liep, wat voor die stad een schadepost van duizenden zou geweest zijn, het niet de heerKakebeeke maar de heer DEN ROER geweest is, die dit gevaar door zijnbreede toelichting beeft afgewend. Zij verzuimt er op te wijzen dat de uit- nemendste pleitbezorgers voor de Goesche Ambachtschool, om baar 't subsidie niet te doen verliezen, zijn geweest, niet de heer Kakebeeke, schoon by er wel voor stemde, maar de heeren DEN BOER en DE JONGE. Zy vergeet natuurlijk te herinneren dat toen de belangen der landbouwers uit Hoe- dekenskerke in verband met den steiger te 'Borssele moesten behartigd worden, het vooral en van hier alleen de heer DEN BOER is geweest, die krachtig in 't belang van 't district gesproken beeft. Zy vergeet ook om licht te bevroeden redenen want Geill staat tegenover Den "Boar—r zy vergeet heelemaalaan de kiezers van Yerseke te zeggen dat 't subsidie aan Yerseke voor verbetering harer haven, toen een voorstel kwam dat aan Yerseke een •schadepost van f 8750 zon bezorgd hebben, bet de heer DEN BOER is geweest en niet de heer Kakebeeke, die zweeg; maar de beer Den Boer, die 'tvoor Yerseke opnam en daardoor '1 gevaar hielp afwenden. Diezelfde heer DEN BOER pleitte (zitting 21 Maart 1892) opneming van krank zinnigen in Chr. gestichten ook bestreed de heer LUCASSE krachtig het denk beeld om een provinciaal krankzinnigen gesticht op te richten wat weer eenige op centen meer op het belastingbiljet zen hebben bezorgd. Den 8 Juli 1892 vonden wij de heeren DEN BOER, LUCASSE en DE JONGE onder de voorstemmers van het voorstel Pompe om een jaarlykseh subsidie ten behoeve van v. d. Voorde's wagendienst. Den 9 Nov. 1894 stemden DE JONGE en DEN BOER voor het voorstel Pompe om calamiteusverklaring van den Sopbia- P Toen in de zitting van 14 Juli 1896 het voorstel van gedeputeerde staten kwam om alleen rentelooze voorschotten te ver- leenen voor wegen die hoofdverbindingen zijn was het de heer LUCASSE die in een principiëele uiteenzetting bepleitte en daarna voorstelde om te bepalen dat dergelijke voorschotten ook konden worden verleend voor de verbetering van andere wegen, mits 't algemeen belang er by be trokken zy, en waren't met den heerKake beeke, de heeren Den Boer en de Jonge die dit zeer billijke voorstel in 't belang van den wegenaanleg op Zuid en Noord-Beveland steunden. En 't is dan ook in dit licht dat wij L.'s stem tegen't voorstel in zake Krabbendijke (zitting 16 Juli 1897) moeten beschouwen. Wij herhalen het was de heer DEN BOER die met talent de redenen uiteen zette waarom aan Krabbendyke het ge vraagde voorschot moest worden verleend. En de beer DE JONGE stond hem krachtig ter zijde daarbij de bezwaren van den beer Lucasse trachtende weg te nemen, wat hem niet gelukte. Want de heer Lu casse, schoon 't met de heeren den Boer en de Jonge eens, beriep zich op 't eenmaal aangenomen beginsel dat een dergelijk ver zoek reeds eenmaal ingewilligd zijnde, een tweede verzoek om dezen weg met pro vinciale hulp te verharden, moest worden afgewezenterwijl hij bovendien terug deinsde voor de hooge opcenten op de grond- en personeele belasting, die 'tgevolg er van zullen zijn indien nu ook andere gemeenten die reeds eenmaal waren gehol pen, op Krabbendyke's voorbeeld, insgelijks om een subsidie voor de tweede maal kwa men aankloppen. Dit is ook een argument zouden wij zeggen. Men behoeft het er niet mede eens te zyn, maar men mag het toch met eenzijdig voorstellen als zou mr. Lucasse aan Krab bendyke en Kruininge niet hebben gegund, wat de anderen wel gunden. Tegen die eenzijdige voorlichting waar schuwen wy de kiezers. Wy waarschuwen ben vooral, omdat de oorzaak dieper ligt. Wy hebben u herhaaldelijk in verkie zingsnummer betoogd het groote gewicht ook van de verkiezing voor leden van ge deputeerde staten. En nu is mr. Lucasse een der flinkste werkkrachten in dit college, die de zaken goed doet, al ia hy er Kamerlid bij. Dit weten de liberalen wel. Zy weten dat zy ons van een der beste leden berooven zouden door hem te doen vallen. Daarom vragen wy allen kiezers, die met ons de Christelijke historische beginselen belyden, dit te beletten. Wy hebben thans de feiten laten spreken en vragen derhalve met gerust heid uw stem voor In de Goesche Crt. staat een advertentie voor den heer Kakebeeke, geteekend „Eenige antirevolutionaire kiezers". Deze advertentie is ook aan de Zeeuw aangeboden doch wegens niet onderteekend zyn van de advertentie geweigerd. De man die de advertentie aanbood dit mogen wy wel zeggen is onder ons niet als antirevolutionair lekend. Men late zich derhalve door deze onder- teekening niet verschalken. Leerplicht. Wy mogen niet zwijgen {van de diep treurige poging door de liberale regeering gewaagd om onze rechten als ouders op en over onze kinderen te verkorten. Wy bedoelen 't wetsontwerp tot invoe ring van den leerplicht. Volgens dit ontwerp worden niet alleen oudera die hunne kinderen verwaarloozen, maar alle ouders gedwongen hunne kin deren van hun 6de tot hun 13de jaar op school te doen. Onze kinderen op te voeden is ons een heilige plicht; en de duizenden die wy, antirevolutionairen, jaarlijks aan goed on derwijs voor onze kinderen, besteden en 't hooge schoolgeld, dat wy maandelijks voor behoorlijk chr. schoolonderwijs over hebben getuigen dat wy dien plicht ernstig opvatten. Wy hebben dus welsprekend en veel meer klinkend dan de liberalen getoond dat wij den leerplicht ernstig opvatten. Maar nu komt de Staat ons in de wet vertellen wat en hoeveel en hoe lang wy onze kinders zullen laten leeren en hy doet er tal van strafbepalingen bydie vooral den minderen man onder ons zeer zullen di ukken. Wy zwijgen nu van de belastingen, die met eenige miljoenen er door zullen ver meerderen. Wy zwijgen er v~n dat de radicalen 't verplicnt schoolgaan tot het veertiende jaar willen doorvoeren dat de gemeenten op groote kosten worden gejaagd voor uit breiding of bijbouwing van scholen en benoeming van meerdere onderwijzers. Maar wat nog erger is, vele ouders zul len door deze dwangwet worden gedupeerd. Volgens haar toch moeten de kinderen van hun zesde tot hundertiende jaar op school gaan. Wij hebben weinig woorden noodig om daarvan de gevolgen te schetsen. Daar wy het volk beter meenen te kennen dan de heeren wetgevers die 't met deze wet meenen te zegenen, houden wy ons verzekerd van de instemming der overgroote meerderheid van wie dit lezen als wy beweren dat deze wet een schadepost is in 't huishouden. Gij hebt uw kind op haar 5de jaar naar school gedaan met de gedachte, dan is het op haar 11de volleerd en dan kan zy haai moeder helpen, want gy hebt zoo'n groot huishouden. Neen, zegt de wet, nog twee jaar langer zal zy schoolgaan. Uw jongens dienen op hun 11de of 12de jaar de school te verlaten daar is niets tegen als zy vlug zijn; en op 't veld verdienen zij licht f 1 of f 1,50. Gij kunt die inkomst niet mis sen. Neen, zegt de wet, dat moet maar. Uw jongens moeten tot hun dertiende of veertiende op school. Uw jongen moet een ambacht leeren daar nogal wat aan vast is; onder uw toezicht by voorbeeld. Neen, zegt de wet, van die jaren oin voor zyn ambacht te leeren, moet er een af, en al is hy volleerd op school, hy tnag nog een jaar zitten. En zegt gy nu ik kan hem niet missen. Mijn huishouden is te groot; ik heb 't te druk; mijn vrouw is ziekelijk; de kleine kinderen hebben oppas noodig, ik neem inyn kind er af, dan komt de wet u dreigen en dwingen en ten laatste straffen met aanplakking van uw naam op het plakkebord als een onwillige, en ten laatste met boete en gevangenis. Een tweede ieelyk punt in deze wet is het schoolverzuim. Wij zijn zeer voor bevordering van getrouw schoolbezoek. Daar geven wij ons geld mee voor, om het te heloonen. Te Goes bedraagt het schoolverzutm door deren vriendely ken maatregel maar 9tiende procent. Nu komt de wet en zegtnw kind moet naar school, en nu gaan zy ons een zedelijk dwangbuis aan doen. Gij wilt eens een dag met uw kinderen uit, wat anders ten gevolge van uw drukke werkzaamheden een heel jaar door niet kan; maar de wet verbiedt het u. Ziekte of bevalling uwer vrouw maken 't noodig dat. nw oudste thuis blijft, het mag niet, zegt de wet. Gy acht 't zelfs beter dat uw kind heele- maal nit school blijftde wet legt u de ver plichting op de permissie daartoe by den dokter te gaan vragen en die zal uitmaken of uw kind gezond genoeg is om toch naar school te gaan, ook al beweert gij honderd maal dat zij er te zwak toe is. (Wie dat advies van den dokter betalen moet, zegt de wet nietl). Wilt gy uw kind om bijzondere redenen niet naar school doen, maar gy laat 't les aan huis geven, dan moet dat kind eenmaal per jaar by den schoolopziener examen komen doenen als die man dan oordeelt dat uw kind te weinig weet dan waarschuwt hy u, en roept 't kind over eenige maanden terug, om weer examen te doen. Doet de arme kleuter dan nog geen goed examen ge noeg naar zyn zin, dan moet zy toch naar school, en dat tegen uw wilen dat al hebt gy nog zulke ernstige bezwaren by voor beeld tegen 't gehalte of de richting van dat onderwijs. Zoo zouden wij tal van grievende ge vallen kunnen noemen, die zich bij uit voering dezer wet. zulien voordoen. En nu zegt men weldie wet komt er toch maar wij zeggen dat kan, maar wij kiezers altemaal te zamen, wij moeten door te stemmen alleen op mannen die tegen die wet zijn, aan de regeering des lands laten zien dat 't volk van Ne derland gelijk Tborbecke gezegd heeft geen volk is om in een dwangbuis ge stoken te worden; en dat wij deze wet verfoeien als een aanranding van het God delijk recht der ouders; als een overbren ging van de taak des Gezins op deu Staat als een inbreukmaking op de vrijheid, en een benadeeling in de inkomsten van den minderen man. Wy hebben duidelijk aangetoond, naar wij meenen, dat de liberale kiesvereeni- gingen in ons district niets bedoelen dan de macht te brengen in de liberale partij. De Goesche Courant heeft zelf gezegd in haar no. van 5 Mei 1892: „Nu is het onzerzijds niet de bedoeling de macht in de Staten te brengen in een combinatie van liberalen en katholieken maar om ze integendeel te behouden voor êêne partij, namelijk de onze'-1. „De onze", dat is de liberale. Vier, niet drie. Na onze toelichting vragen wij u, Kie zers, met vertrouwen u toch stipt te hou den aan de candidaten door ons gesteld. Trouw bouwt en houdt. Voorts blij ve niemand thuis. Op één man kan het aankomen. Toont door een trouwe opkomst, dat er kracht In uw wil en wil in uv daad is gevaren. Plichtbesef en anders niet moet ook Vi dag spoorslag van al nw handelen zijn. De Centrale Antirevolutionaire Kiesvereeniging „VREKS GOD, EERT DEN KON1NU", gevestigd te Kapelle, hee; voor de stemming op VRIJDAG 17 JUNI tot Candidate gesteld de heeren mannen die wij met volle viijmoedigheiil en gerustheid kunnen aanbe velen. Drie er van toch zijn aftredende ieden, zijn bekend en behoevei, diensvolgens wel geen nadere aanbeveling. De vierde is een nieuwe, is a meermalen vernoemd, doch nu als Candidaat gekozen, aangezien hij zulk ingevolge zijne beginselen ten volle verdient. De beginselen zal men wellicht zeggen, ja, daar wordt zoovee mede geschermd, maar toch komt het daar juist op aan, is daar allei aan gelegen. Zal men met God optrekken in den strijd dezes levens, of zal men zooals de liberalen doen, beginnen met Godverloochening, door de mensche lijke rede en wijsheid boven alles en als eenig uitgangspunt te stellen P Dat doen toch de liberalen, zie maar b. v. als onloochenbaai bewijs de uit liuu bron voortgekomen Leerplichtwet, wat is dat ander; dan eigen wijsheid, zoo zelf dat zij u, vaders van kinderen, uwe kinderei zullen dwingen te leeren wat hun goeddunkt, en zoo en op zulken langer tijd als zij goedvinden, en zoo gij u er tegen durft te verzetten hebber zij daartegen voor u straffen gereed, schande, boete en gevangenis. En nu zoudt gij zeggen, wat hebben de Provinciale Staten daar mede te maken, wacht eens, de Provinciale Staten kiezen de Gedepu teerde Staten, en die, dat weet gij, hebben zeer veel zeggenschap over uwe gemeenten, en bovendien de Provinciale Staten kiezen de Eerste Ka merleden en die zijn met de Tweede Kamer het wetgevend lichaam, dus is Provinciaal Statenlid van een zeer groot belang. De liber alen zullen u wel trachten wijs te maken dat er nu geen Eerste Kamerleden moeten gekozen worden, en dat eerst in 1902 een Eerste Kamerlid moet gekozen worden, maar zij wachten zich wel u er bij te zeggen, dat de nu te kiezen Provinciale Statenleden zitting hebben tot 1904 en dus wel degelijk een Eerste Kamerlid moeten kiezen. Zie kiezers, zoo zoeken de liberalen u te verschalken en om den tuin te leiden, wacht U dus in uw en uwer kinderen belang voor hunne sirénenzangen, denkt maar aan het versje: „Wanneer de vogelaar deu vogel vrij ziet vliegen, Dan llurt hij zoet om zoo den vogel te bedrie gen.» Wanneer gij Kiezers, dat alles bedenkt en overdenkt, dan is het zeker en gewis dat gij geen andere kunt noch wilt kiezen dan de Heeren K. J. VAN DE WAL. G. MOERDIJK. Het Bestuur der Antirevolutionaire \Kiesvereeniging'. „Vreest Godeert den Koning*, G. SLABBEKOORN. L. J.jFLORUSSE. J. WONDERGEM. JACs. FRAANJE. 1 G. DE JAGER Gz. De Besturen der Af deelingen. Kapelle: K. J. VAN DE WAL. L. EVERSDIJK. J. BURGER. C. OSSEWAARDE. J. ZEGERS. Kruiningen: J. WONDERGEM. Jac. MINNAARD. P. DE SMIT. M. v. d. BOOMGAARD. M. KOLE. Baarland P. ELENBAAS. JAN DE JAGER. J. P. ALLAART. J. LOUISSE. Jacb. DE JAGER Gz. W. DE JAGER Gz. Krabbendyke: G. SLABBEKOORN. C. P. VOGELAAR. H. A. BREKER. TH. VAN DOORN. J. SONKE. Hansweert: L J. FLORUSSE. J. ZUIDEMA. M. ROMIJN. T. DE BORST. J. BEKKING. Voor N. en O. te G o e s. J. ADAM. J. BUIJSE. A. S. J. DEKKER. M. QUAKELAAR. A. M. VERTREGT. Ier sek e: G. MOERDIJK. W. BOGAARD. C. SINKE. I. WILLEMSE. Biezelinge A. GEELHOED. Jacs. FRAANJE. JACb. DEKKER. C. TRAAS. G. MARIS. Wemeldinge: J. v. ELSACKER. A. RUISSAARD. J. A. ZUIJDIJK. J. DOMINICUS. D. DE JONGE. De Antirevolutionaire kiesvereeniging. te COLIJN8PLAAT, beveelt voor de stemming van 4 leden der Provinciale Staten, op VRIJDAG 17 JUNI eerstkomende, aan, de door haar gestelde candidaten, de heeren Zij wekt alle gelijkgezinde kiezers op, trouw ter stembus op te komen, en op bovengenoemde candidaten hunne stem uit te brengen. Het Bestuur, M. NOORDIJKE, Voorzitter. C. M. DOUW. M. J. CONTANT. I. GEIJSPEERE. W. C. BARENTSEN, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 6