„De Oesterbeurs". OP VRIJDAG 1? JUKI DE KERSEN, PREIMEN, ENZ., DE KERSEN Grasmaaimachine. OPENBARE VERKOOPING- veilen RECHTSZAKEN- op Vrijdag 17 Juni 1898, verkoopen: Vrijdag 17 Juni 1898, openbaar verkoopen Zaterdag 18 Juni 1898, des namiddags 3 UUR, publiek verkoopen publiek verkoopen Donderdag 23 Juni 1898, Het Hotel, Restauratie en Café „IDEAL" A. REIJNIERSE, bijzonder (gunstig afsteekt bij die Van een deel van bettamelijk oorlogsgezinde Congres. Wij ontvingen uit Noord- en Zuid Be veland verschillende protesten tegen deze naar men meende ganscb onbillijke critiek. Ook uit Amerika ontvingen wij klachten. Thans nu wij kennis namen van hetgeen Amerikaausche bladen over deze dankzeg ging schreven, gevoelen wij ons geroepen onze beschuldiging van farizeïsme in te trekken. Wij mogen de edele aandrift van een deel der Amerikaansche grooten en onder danen in deze qnaestie niet miskennen. Zij werpt op deze eerste openbare uiting van dankbaarheid een voor ons geheel ander licht. Het spreekt van zelf dat wij hiermede de wyze waarop door een deel van den Senaat deze oorlog begonnen werd, niet goedkeuren. Integendeel wij blijven deze misprijzen. En 't argument dat Spanje voor drie eeuwen ons land zooveel kwaads berokkend heeft, werpen wij daarby verre van ons. Evenzeer het argument dat het Amerikaan sche volk in zijn geheel meer gevoelt voor vrijheid en onafhankelijkheid dan het Spaansche. Recht gaat boven sympathie. Maar ontkend mag niet langer dat vele Amerikanen gelijk immers ook vqlen ia andere Christenlanden de verdrukking der Cubanen niet langer wilden of konden aanzien. Wat in ons oog bedenkelijk blijft is de staatkundige inmenging der regeering, voor zoover die machtsuitbreiding zoekt, waar uitsluitend hulpbetoon langs diplomatieken weg plicht ware geweest. Ook deze oorlog lag in het plan der Goddelijke Yoorzienigheid, doch ook de roede der tuchtiging gaat niet vrij uit, wanneer zij iets anders wil zyn dan waartoe zy besteld werd. Mogen èn Spanje èn Amerika beiden dit leeren 1 De stemming voor de Provinciale Staten heeft in enkele plaatsen reeds plaats gehad. In Amsterdam I zyn de aftr. liberalen met Roomschen in herstemming. In II is gekozen de heer Meilink (antir.) met 528 van de 971 stemmen. De benoemde is hoofd eener openbare school aldaar. Voorts moet herstemd worden tusrchen 't aftredend liberale lid en een Roomsche. Het aftredend liberale lid van gedeputeerde staten Roëll werd niet herkozen. Deze drenkeling is echter door de christelijk historischen in district VI opgevischt. In district III zyn de aftredende libe ralen herkozen. In IV een, terwyl de ander met een radicalen geestverwant Zqegers Veeckens in herstemming komt. In V zyn de aftredende liberalen uitgeworpen en komen de radicale en antirevolutionaire candidaten met malkaar in herstemming. In VI komen de aftredende lib. in her stemming met een antirevol. en 1 katholiek. In VII en IX insgelijks. In VIII is de antirevolutionair Schut gekozen niettegen staande de officieële tegenwerking der a.r. propagandaclnb „Keuchenius" die den heer v. Munster, redacteur van de Oranjevaan had gecandideerd. Voorts komt een aftredend liberaal met een katholiek in herstemming. Hadden de christelyk historischen onze candidaten gesteund, dan zouden de liberalen in bijna alle districten zyn uitgeworpen. Evenwel het is toch al mooi. Arrondissements-Rechtbank te Middelburg. Dinsdag zyn veroordeeld wegens: mishandeling'. P. J. v. R., 26 jhvr. van S. J., arbeidster, Sluiskil (Ter Neuzen), tot 1 m., en C. W., 22 j., slager, Middelburg, tot 7 d. gev. straf, en P. C. v. d. P., 37 j., slager, Sluis, tot f 10 b. s. 10 d. h. vernielingC. K., 20 j., landbouwers knecht, N. en St. Joosland, tot f5 b. s. 5 d. h., en vernieling en beschadiging A V., 16 j., en M. G\, 16 j., werklieden, Axel, ieder tot f5 b. s. 5 d. h. Vrijgesproken: W. B., 34 j., koopman, Ter Neuzen, beklaagd van het veroorzaken van lichamelijk letsel door schuld. In de j. 1. gehouden vergadering der Arbeiders Kiesvereeniging „Ontwikkeling" te Middelburg is besloten als candidaten voor de a. s. verkiezing der Provinciale Staten te steunen de heeren H. Snyders, J. H. Snyders en H. J. van der Meer. Goes. De belanghebbenden die drie weken geleden besloten tot het oprichten van eene vereeniging van landbouwers en tot het plaatsen van twee weegbruggen alhier waren Dinsdag in de Prins van Oranje weer bijeen. De heer jhr. H. P. de Jonge toen als voorzitter gekozen, deelde mede dat de onderhandeling met de heeren Pelle c. s. om hunne bruggen over te nemen tot een goed einde gekomen is. De bruggen zyn, nadat zy door een deskundige getaxeerd zijn, door het bestuur na over en weer bieden gekocht voor f 1400. Met de noodige herstelling, verbetering, en overdracht zou den de bruggen op f 1700 komen. Die aan 't station is tamelijk, maar die aan de haven is geheel niet te gebruiken gaat zelfs op 10 kilo niet door, maar door slechten on derhoud verwaarloosd, kunnen zy toch heel goed in orde gebracht worden, en voorts is een klein jaarlyksch onderhoud nood zakelijk. Het bestuur heeft gemeend de aandee- len op f 25 te moeten stellen, maar om ieder in de gelegenheid te stellen deelne mer te kunnen worden, znllen ook halve aandeelen worden uitgegeven, terwyl één persoon niet meer dan twee volle aandee len kan noch mag nemen. Mooht even wel boven pari worden ingeschreven dan zullen de halve aandeelen voorgaan en de heele zoo noodig uitgeloot worden. Ongeveer half Juli, moeten de aandeelen geplaatst zyn. Tot de overdracht van ge meente- en staatsspoorwegen te verkrijgen, zullen de noodige stappen gedaan worden. Tot het ontwerpen van een concept re glement en een tarief, stelde het bestuur zich beschikbaar. Er werd direct voor f 737,50 in aandeelen geteekend toezeg gingen van niet aanwezigen kunnen zich by een der bestuursleden aanmelden ter teekening. De heer P. Smith, scheepsmakelaar te Vlissingen, (die sedert ruim twintig jaren de betrekking van consulair agent der Vereenigde Staten van Noord-Amerika heeft waargenomen, en die tevens vice-consul van Spanje is, heeft, wegens den oorlog tusschen beide genoemde landen, eervol ontslag gevraagd uit eerstgemelde betrek king. Op zijne aanbeveling is als zoodanig aangesteld de heer H. M. Kloppers aldaar. Vlissingen. Gisterenavond had alhier weder een treurig ongeval plaats. De 20- jarige schippersknecht van een in het kanaal liggende tjalk, geladen met hout voor „de Schelde", had het ongeluk over boord te vallen. Daar niemand aan boord noch in de nabyheid was, kon hulp niet worden verleend en toen men deze wilde verlee- nen was hij reeds in de diepte verdwenen. Door de politie werd onmiddellijk gedregd onder en in de nabyheid van de tjalk. Een uur later gelukte het door middel van een sleepnet den ongelukkige op te visschen. Het lijk werd naar de stad gebracht en per brancard vervoerd. Zaamslag. Hoorde men in den laat- sten tijd herhaalde malen van hoender- diefstal, thans is er op het stak van diefstal eenige verandering waar te nemen. Zoo is er dan in den nacht van Maandag op Dinsdag, alhier by den landbouwer Abr. Dees Jacz. een aanzienlijke party spek en hammen ontvreemd, welke in de piezel (bergplaats van gedorschen graan) was op gehangen en waartoe de dief of dieven zich door verbreking van het slot toegang ver schaft hebben. Dader of daders onbekend. Wemeldinge. In het Volksblad staat het bericht dat de heer C. Lindenbergh, wethouder bedankt heeft als lid van den raad alhier. Het bericht is juist; 't ontslag was reeds een week geleden genomen, doch wijl hem een week beraad aangeboden was om op zyn besluit terng te komen, meldden wy er niets van. Eind vorige week heeft echter de heer Lindenbergh gemeld dat hy by zijn be sluit volhardt. Het besluit wordt door alle party en betr urd, dewijl de heer Lindenbergh een degelijk wethouder |en 20 jaar lang een algemeen geacht raadslid was en de quaes- tie waarom hy heenging, allicht door een request aan gedeputeerde staten had kun nen verholpen worden. Immers de naaste aanleiding tot zyn ontslag is een besluit door den raad met 3 tegen 2 stemmen genomen (de heeren Pieterse en de Schip- por waren afwezig) om een Wilhelmina- lindeboom te planten vlak voor de woning van den heer Lindenbergh. Een besluit, door de meerderheid doorgedreven, niet tegenstaande er te Wemeldinge nog ver schillende plekken zyn waar de lindeboom zou staan kunnen en by de plaatsing el ders geen enkel gemeentebelang zou ge schaad zynwat nu door 't vertrek van den heer Lindenbergh, naar onze vaste overtuiging, wel degelyk geschiedt; tenzij de kiezers van Wemeldinge hem met groote meerderheid weer mochten kiezen. Dit zou, schoon de heer Lindenbergh liberaal is, een wyze daad zyn, ook van de antirevo lutionaire kiezers. By de restauratie der Nieuwe kerk te Middelburg is, (gelyk reeds door ons was medegedeeld) gevondeH de zeer goed bewaarde grafzerk van Jacob Simonszoon Magnus, die in 1530 zitting had in het Middelbnrgsch gemeentebestuur, sedert 1550 aldaar burgemeester was en in 1558 stierf. Hy werd begraven in de Westmunster kerk. In hetzelfde graf werd ook zyn echtgenoote Maaike Roelants begraven. De N. Zondagsbode meldt de volgende bijzonderhedenDe zerk vertoont de goed bewaarde beelden van een man en vrouw met twee kinderen. Daaronder 12 kinde reu, 6 jongens en 6 meisjes. Eene afbeel ding is te vinden in de Zeelandia lllustrata. Op den binnenrand staat: Hier ligt be graven Jacob Simonszoon Magnusburge meester in zijn tijd van deze stad, die over leed anno 1558 op 22 December en Maaike Roelants dochterzijne huisvrouw overleed anno 1570, den 29 October. Zij hadden samen 17 kinderen. Toen de Westmunster kerk in 1575 werd opgeruimd nam de familie de zerk terug en legde die neer in de Nieuwe kerk, ver moedelijk op het graf van des burge meesters moeder Petronella Chijs. Op den buitenrand staat daarom Eerst heb ik in de Westmunsterkerk gelegen, nu heb ik plaats hier op moeders graf gekregen. Anno 1^5. De teekening is zoo goed bewaard, dat de kleeding nog zeer goed het model zou kannen aangeven voor personen nit een historischen optocht. Goes. Op uitnoodigiug van den Bur gemeester te Goes waren Dinsdagmiddag 19 Burgemeesters byeen ter voorloopige bespreking van den afkoop der tolheffing op de Rijks- en Povinciewegen in Zuid- Beveland. Men was het spoedig eens dat de noodige stappen hiertoe werden gedaan, want een tolgeldheffing daar kon men niet aan denken. Ter verdere regeling der zaak werd een commissie benoemd, bestaande uit de heeren W. E. K. Lenshoek te Goes, J. A. P. Geill te Ierseke, J. Risseeuw te 's Gravenpolder, U. E. Lewe van Nyensteijn te 's Heer Arendskerke c. a., C. A. Sprenger te Kloetinge, J. G. P. Timans te's Heeren- hoek en J. Eleubaas te Krabbendyke. De eerste zal als voorzitter fungeeren en de drie absente Burgemeesters van Nisse c. a., Waarde en Rilland-Bath zullen door de commissie aangezocht worden in deze zaak mede te werken en ze by de gemeente besturen voor te bereiden. Driewegen. Dinsdagmiddag omstreeKs 2 ure werden de ingezetenen dezer gemeente opgeschrikt door het luiden der brandklok. Spoedig bleek dat huis, schuur en inboedel van den klompenmaker H. R. in lichtelaaie stond. Aan blusschen viel niet te denken, en alles werd een prooi der vlammen. Alles was verzekerd. Men vermoedt dat de brand is ontstaun door het spelen van kinderen met lucifers. N. en St. Joosland. Gisterenmiddag geraakte alhier een jong paard dat voor een mestwagen stond van den landbouwer v. W. schichtig waardoor het den voerman C. de K. van den wagen trok zoodat deze het voertuig over zyn rechterbeen kreeg zoodanig dat bet boven de kuit af is. Dr. v. Catz verleende al spoedig geneeskundige hulp. Kruininge. Vele kiezers alhier zijn van plan als protest tegen 't onware en onwaardige geschrijf der liberale kiesver- eenigingen in 't verkiezingsnommer der Goesche Courant, tegen mr. C. Lucasse, hunne stem op dezen heer uit te brengen. Zij weten wel dat mr. Lucasse namens gedeputeerde staten het verzoek om f 3000 voor wegsverbetering heeft bestreden doch zij vergeten daarby niet dat een lid van gedeputeerde staten namens dat college spreekt en spreken moet, ook al is hij 't er niet mede eens; terwijl zij ook begrijpen dat de heer Lucasse wel niet anders zal hebben kunnen stemmen dan hij gedaan heeft. Bovendien zullen velen die hart hebben voor de antirevolutionaire beginselen, be grijpen dat een statenlid daar niet zit om Jan ot Piet een pleizier te doen, maar om 't belang der geheele provincie te dienen; terwyl weer anderen zooveel liefde hebben voor de partij dat zy niet gaarne door hem niet te stemmen, een liberaal zouden helpen kiezen die straks in de staten de liberale party versterken komt en de eerste kamer helpt berooven van onze uitnemende leden Godin de Beaufort en Van Asch v. Wijck die krachtige bestrijders van de leerplichtwet, een liberale party wet die niets rekent met de nooden van onzen arbeidenden stand met zyne geringe verdiensten en groote gezinnen en schreiende behoeften. Omtrent 't ongeluk der roeiers v. D. en L. uit Vlissingen Zondag bij Breskens overkomen, nemen wy de volgende aan vulling van ons bericht in ons vorig no. uit de Midd. Crt. over Het weer was goed, de beide bevaren mannen zagen tegen het tochtje volstrekt niet op en omstreeks negen uur kwamen de drie mannen te Breskens, waar de roeiers hun passagier aan wal zetten en zeiven ook nog eenigen tijd vertoefden. Om kwart over tien achtten zy het tijd om huiswaarts te gaan en werd de terug reis ondernomen, die voor een van beiden een zoo ongelukkig einde zou nemen. Van Breskens roeiende werd weldra het zeil geheschen en de weg gekozen boven de boei, teneinde de ree te houden en vrij te blijven van de te verwachten mailboot. Om te draaien ging men over staghet zeil wilde echter niet zakken en plotseling sloeg de boot om. De beide opvarenden behielden echter hunne tegenwoordigheid van geest, wisten zich aan de boot vast te klampen en zich erop te werken. Het gelakte hun zich eenigen tijd daarop te houden tot voorbij de Nieuwe sluis. Toen echter kwamen de bezwaren; herhaaldelijk werden de mannen van de boot afgeslagen, doch telkens weer wisten zij hun vaartuig te bereiken. Wat zij daarbij doorleefden, behoeft niet beschreven te worden. Dien kamp moede, trachtte Van Dilst, een goed zwemmer, zijn zwager Lems te bewegen de boot te veriaten en te beproeven zwemmende den wal te bereiken. Lems weigerde echter, omdat hy niet zwemmen; kon. Van Dilst achtte dit geen bezwaar, hij meende zoowel zichzelf als Lems zwem mende te kunnen redden, te eerder omdat de wal zeer nabij was. Intusschen hadden de schipbreukelingen aanhoudend geroepen, doch zelfs niet de echo antwoordde. Eindelijk waagde Van Dilst een poging om te trachten met zwemmen den wal te halen, welke poging hij echter moest op geven. Na zich weder op de boot gewerkt te hebben, wierp hij zich, niettegenstaande Lems hem daarvoor ten zeerste waarschuwde na wat uitgerust te zyn, opnieuw in de golven. Hij wist zich ee tijd boven te houden, doch moest weldra den strijd met het element opgeven. Voor het oog van zijn tochtgenoot, die nog poogde hem een riem toe te steken, zonk hij ter hoogte van Knocke in de diepte. Lems bleef op de boot en bracht daarop doornat, koud, heeschvanhet roepen om hulp en telkens en telkens weer den dood voor oogen hebbende, den ganscken nacht door. Door een stortzee werd eindelijk, om streeks een uur of vier, de boei, die Lems toen had kannen doen kantelen, ter hoogte van Cadzand op het strand geworpen, doch daarmede was 'smans ellende no; niet geleden. Wyl zyn toestand nog steeds gevaarlijk was, riep hij opnieuw om hulp doch zonder gevolg niemand hoorde hem en kon redding bieden. Meer dan twee uur bleef hij in kien liachelijken toetand. Toen eindelijk de boot nog verder op het strand geschoven was, sprong Lems te water en had het geluk zich op het land te bergen, waar hy, geen wonder voor waar tengevolge van den doorgestanen doodsangst en vermoeidheid, ineen zakte. Na eenigen tijd daar hulpeloos gelegen te hebben, wist Lems zich te vermannen en gelukte het hem zich verder het land in te sleepen, tot hy te Cadzani aankwam en daar een liefdelyke verzorging, hulp en bijstand vond. Zoo spoedig hy eenigszins tot zich zelf was gekome», zorgde hy, dat aan zijn gezin de blijde tijding koa gemeld worden, dat hij gelukkig den dood ontkomen was. Die tijding was een ware uitkomst voor zyn vrouw en zeven kinderen, die reeds in doodelijke ongerustheid verkeerden, maar een allertreurigst bericht voor het gezin van den roeier Van Dilst, bestaande uit een vrouw en acht kinderen, waarvan het oudste nog slechts zeventien jaar oud is, die daardoor het noodlottig omkomen van hun man en vader moesten vernemen. De roeier Lems, ofschoon nog zeer onder den indruk eau het gebeurde, is overigens welvarend, hoogst dankbaar voor zijn redding uit een gevaar, waarin hy her haaldelijk meende op den rand des grafs te zijn. Een vliegende slang Aan een particulier schrijven aan den heer Els van Roodepoort, ontvangen van zyn neef G. Coetzee te Alice K. K. ont leent de Voortrekker (een Zuid-Afrikaausch blad) het volgende Kempt, dist Alice, 25 April, 1898. Geachte Oom, ik wil u vertel wat gebeurt is op mijn werf, op den lsten Maart 1898. Mijn dochter zat langs mijn huis te werken en mijn honden lag bij haar. De honden sprong met eens op en blafte, zy keek toen op en zag iets aankomen van de kant van Debee Nek. Zij nam de loop en riep Kom kijk die groote Pofader in die lug, en al de kinderen liepen toen nit om te zien, en mijn vrouw zat in de huis bij de achter venster zooals u weet kan zij niet loopen. Het ding gaat toen over myn huis en de vrouw zag toen net zyn Achter lijf. Het ding is omtrent 50 voet lang, en de dikte van een achterwiel van een wagen en de fatzoen van een Pofadar zonder kop, vaal van kleur. Hy gaan net zoo als een Pofader uit beide zijden kwam een donkere rook zoo als uit een bakoven en de rook ging niet van hem weg. Toen hy over mijn huis was kreeg hij als het ware een ruk toen zwaaide hij zijn staart in de richting van Transvaal en krijgt toen twee armen en dit wyst naar Grahamstad, maar zonder handen, en een kring omtrent 4 voet groot de kleur van die kring was blauw toen verdwijn die twee armen en hij gaan regtop, en de staart drnaide om de kring, zoo als een slang dat om iets vast draai, en de kring verander zooals een nieuwe blik welke de zon tegen schijnt, maar dit heeft gou gegaan totdat het niet meer kon gezien wordt. Tusschen myn huis in de plaats van Leach. Het was toen omtrent 2000 voet van de aarde op. Drie van mijn dochters, mijn vrouw en een kleurling hebben het gezien. Schaam voor geen mensch om dit te vertel. Zoo zeker als de zon schijnt was dit gezien. Het was tien minuten voor twaalf in den voormiddag. G. COETZEE. Als men nu nog niet precies weet, hoe het gedrocht er uitziet, kunnen wij het heusch niet helpen Men schrijft uit Baarn Tobey, een der weiuige overgebleven Afrikaansche negers uit ons Indisch leger, had reeds in Indië den wensch te kennen gegeven om de Koningin eens te zien. Met verlof trok hy naar Holland, zoodat hij kans kreeg zijn wensch vervuld te krijgen. Verleden Zaterdag kwam hij onder geleide van den sergeunt van Har- dinxveld te Baarn en zou Zondag, wanneer de Koningin naar de kerk zou rijden, bi) het paleis post vatten. Reeds 's morgens om half zeven was hij bezig zijn Indische uniform op te poetsen, en daarna stapte hij naar Soestdijk. Men was reeds op de hoogte van de komst van dezen neger en van zijn verlangen, met het voor hem gunstige gevolg, dat de waarnemende adjudant der Koningin, Jhr. van Suchtelen van den Haere, Tobey en zijn geleider eene plaats aanwees binnen het hek. Eindelijk kwamen drie hofrijtuigen voor, en Tobey was opgetogen van vreugde. Het oogenblik was gekomen, dat Hare Majesteiten hem zouden passeeren. Terstond nam hij een onberispelijk militaire hou ding aan. De Koningin liet haar rijtuig stapvoets rijden en toen H M. Tobey bespeurde, knikte zij hem lachend toe. Wel had Tobey zich een Koningin anders voorgesteld zooals hij dat op een plaatje gezien had, met een kroon op doch zooals hij de Koningin nu zag vond hij Haar toch ook lief. De Koninginnen reden naar de kerk te Soestmaar Tobey kou het paleis nog niet verlaten. „Nog eens zien Koningin", zeide hij. Eerst toen ook dit verlangen vervuld werd, was Tobey tevreden. V eldra zal hij weer naar Indië terng- keeren, en men kan er zeker van zijn, dat hij aan zijn makkers veel te vertellen zal hebben van Holland en van de lieve Koningin die Tobey zoo aardig groette." O De Deurwaarder HOLLMANN, te Goeszal des namiddags om 1 uur aan den Breescnen- lijk nabij den Dam te Ierseke 500 Twee-meterszeeften- (waaronder 300 Zinken). IOOOO IJ eren Pennen. 30000 Ledige Pannen. 's avonds te 7 uren, te Kapelle, in de herberg van J. Hanson, ten overstaan van Notaris MULOCK HOUWER, van in eenige boomgaarden in Kapelle en Biezelinge. De Notarissen PILAAR en mr. LIEBERT te Goes zullen op des avonds te 6 uren, te Kapelle, in de gemeenteherberg, ten verzoeke van hunne principalen, in het wasseude in boomgaarden, gelegen in de gemeenten Kapelle, Kattendijke, Goes, Kloetinge. Notaris LIEBERT te Kapelle zal op in de herberg bij J. Hanson te Kapelle, wassende in boomgaarden onder Kapelle. Notaris LIEBERT te Kapelle zal op Zaterdag 18 Juni 1898, des avonds half 6 uur, te Wemeldingein de herberg bij M. Kobstanje, wassende in verschillende boomgaarden onder Wemeldinge. Notaris L. E. A. LIEBERT te Kapelle zal op des namiddags 3 uur te Ierseke in het te verkoopene, publiek Groot 3 Aren 20 Centiaren. Nadere inlichtingen te bekomen bij voor noemden Notaris en bij den heer P. J. VAN EIJKEREN te Ierseke. Het nieuwste der Deering Har» vester Co. te Chicago, leveren thans ook op Walcheren het bewijs, dat ze uit munten in prachtig werk, in zeer lichten geruischloozen gang, gemakkelijke behandeling en soliede sterke constructie. Koopt geen andere machine alvorens „de Ideal" te hebben gezien en beproefd. Onderdeelen verkrijgbaar. Hooischudders. Hooiharken van af 70 gulden. Eventueel niet aanwezige machines wor den binnen twee dagen geleverd. Te bezichtigen: Melkinrichting,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 2