TttËï, ItiU, T Cz., i© NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. roomers, ID CHRISTELIJK- HISTORISCH orraad in iVECHT ID necht I [leiburg, A, urg )00. LIS. er ons, machines, toebehooren, nes, Hooiharken, ders. KING Mrnfaij 28 Hei. tmaaffiCe laacgang. te Westzaan, en eigen ge- is, Juffers, Kol- "eschaafde- en ■n, enz. OOP: VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN 10.20 10,20 Pinksterzegen. Lohman. eptember 1897, No. 31. LTES Jr. en E.B ARENBROEK. URISGSK. Zeeland te richten tot gHoofd-Agent voor AIRE, Kleine Markt. Wagenaarstraat. lend. instructie, eer te berichten dat snomen den verkoop of meer exemplaren orraad. 102. 1898. GOES. (bij Zaandam), eeren, een groote 4- Menwagenwielen itijd een nieuwe n assen. VDER, Biggekerke. ber een NIERSE, 't Zand- October een RIAANSE Kz. te October een Lnecht gevraagd, elande. )ENE, Biggekerke. WEE SE Cz., Seis- DIENST LB.-EOTTEEDAM Fan Van elbnrg. Rotterdam. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 8,45 9- 5- 6,- 8,45 n 9,40 n 9,40 9,40 wordt g e e n V e Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Wegens Pinksterfeest verschijnt Maandag geen nr. van ons blad. Wat is het lentegroen, ach, zonder malschen (regen 't Verschrompelt en't verdort; Wat is een Pinksterfeest, maar zonder Pink sterzegen, Door Jezus uitgestort Wat winst, ofschoon de Heer mijn zonden (heeft vergeven, Toen ik Hem viel te voet, Als in bet doodsgebeent' geen geest komt (van nieuw leven, Door louterenden gloed. Hoe tegenstrevend 'k U, mijn God, vaak heb (bejegend, Toeb ik geloof in U, En ik laat U niet los, tenzij dat Gij mij (zegent Mjjn Heiland, doe het nu. Ik weet, van U toch is het willen en het (werken Hoe Satan mij verschrikt, Ik wacht den vollen stroom, die't dorstend (hart zal sterken, De matte ziel verkwikt. Excelisor. Zij die aan de zijde der regee ring staan, gelooven niet in d e kracht der vrijheid. Dit deden de liberaien vroeger welnu zij echteriiervaren dat hunne libe rale theorieën niet door het volk worden aanvaard, grijpen zij met steeds toenemenden ijver naar „de wet"; deze zal het vofk wijsheid leeren. Het liberalisme is in den grond niets anders dan dwang onder de valsche leus van vrij heid. Het is oprechter dan het clericale Roomsche stelsel en het weerstaat allen invloed van het oude en nieuwe Cal vinisme, om een ander een zwaarder juk op te leggen, 't Is en blijft de oude geschiedenis van het houten en het ijzeren Juk. Gispen. Duizenden uit alle standen, waaronder vele parlementsleden, pairs, zoo Angli- caansche als Roomsche en predikanten bezochten gisteren Westminster Hall waar Gladstone op het praalbed lag. De kist stond op een, hooge katafalk. Er brandde een kaars. Er prijkte een kruis; maar nergens bloemen. Er is berekend dat ten minste honderdduizend mensehen de lijkkist zijn voorbijgetrokken, als een laatste in drukwekkend huldebetoon waarbij werk lieden uit de laagste volksklassen zioh vrijelijk en ordelijk mengden onder de edellieden van de hoogste standen. De dood verbreekt alle afstanden. Zij 't nu maar niet wat een Noorsch spreekwoord zegt: t hart vergeet wat d'aard bedekt. 27 Mei '98. Coes. Wjj vestigen de aandacht op de vergadering op Pinkstermaandag te hon den van den Gereformeerden Jongelings- bond, afdeeling Zeeland. Daar zullen vooral des middags belangrijke besprekingen ge voerd worden. Er is gelegenheid ken- nis te maken met den nieuwen Middel- burgschen leeraar dr. Wagenaar, die een goed woord spreken zal in verband met de Kroningsfeesten. Laten onze jongelin gen den tweeden Pinksterdag door een ruime en trouwe opkomst toonen dat zij de moeite die 't Zeeuwsch Jongelingsverbond zich getroost om te Goes te komen vergaderen weten te waardeeren. Coes. Vergadering van den gemeente raad, Donderdagmiddag 3 uur. Voorzifter de heer burgemeester. Tegenwoordig al de leden en de secretaris. De voorzitter deelt mede dat van Gedep. Staten goedkeuring is ingekomen van 't raadsbesluit in zake grond aan Brouwer c. s. Dan van de commissie voor de (Economische Spijsuitdeeling verslag en rekening over 1897/98 waarbij de voor zitter mededeelt, dat hij met het Dag. Bestuur daarbij tegenwoordig is geweest en zijn tevredenheid heeft betuigd namens de burgerij en de commissie verzocht op dezelfde wijze voort te gaan. (Applaus.) Vervolgens o. a. een belangrijk geschrift van de Zuiderzeevereeniging orer de droogmaking der Zuiderzee, welk geschrift de voorzitter zeer ter lezing aanbeveelt. En eindelijk een adres van 103 ingezetenen verzoekende in nadere overweging te willen nemen 't beslnit in zake een adres der firma Massee nu alsnog op 't verzoek van ge noemde firma afwijzend te beschikken. Daarna komt aan de orde een voorstel van B. en W. tot bet onttrekken aan den openbaren dienst van gemeentegrond aan. de B. de Wittestraat. B. en W. zeggen ter toelichting ongeveer 't volgende Volgens art. 230 der Gemeentewet moet aan die behandeling voorafgaan een raads besluit om dien jgrond aan den openbaren dienst te onttrekken. B. en W. stellen dus voor dat de Raad besluite te verklaren dat een ged. gemeentegrond lang 54 en breed 8 M. aan de Boude wijn de Witte- straat niet meer voor den openbaren dienst bestemd zal zijn. B. en W. stellen voor 't besluit af te stemmen. Eenerzijds toch is uit de dis cussie gebleken dat ook de Raad den tegen- woordigen toestand der toegangswegen tot de stad onhoudbaar vindt en er dus ver betering moet komen. Anderzijds dat daartoe geen andere weg bestaat, dan langs de B. de Wittestraat, daar de weg langs Help n zelf wel breed genoeg is, maar men toch ook zoo slechts langs nauwe straten het centrum der gemeente kan bereiken. Ook is bekend dat de firma Massee nog geen jaar geleden gelegenheid had het perceel van den heer Merrennee te koopen, een terrein bijna even groot als bet nu aangevraagde, terwijl baar van gemeente wege is aangeboden een stuk grond achter haar magazijn gelegen zoodat 't haar eigen schuld is, indien zij nu gebrek aan terrein heeft, en 't dus allerminst op 's Raads weg kan liggen om voor de firma groote algemeene belangen op te offeren. De voorzitter zegt, in af wij king van de gewoonte, zelf 't eerst omtrent deze aan gelegenheid het woord te nemen, en zijn advies te geven, wijl hij de vorige maal wegens ziekte afwezig moest zijn. Niet dat de verdediging van 't voorstel van B. 6D W. door de heeren Lenshoek en Ramondt niet duidelijk is geweest. Integendeel en de heer Ochtman heeft volkomen juist sprekers gevoelen uitgedrukt wat betreft de verhouding tusschen bijzonder en open baar belang. Maar de zaak is uit een verkeerd oogpunt bekeken. Verzuimd is de Wet te hoorenen art. 230 der ge meentewet zegt duidelijk dat gemeente gronden niet mogen worden vervreemd dan nadat zij door een besluit van den Raad verklaard zijn ter openbare dienst niet meer bestemd te wezen. Reeds 't bestaan van dit artikel in de wet wijst er op dat de wetgever 't vol strekt niet zulk een eenvoudige daad vond gemeentegrond voor den pnblieken dienst bestemd daaraan te onttrekken. Integendeel behoort de Raad en zelfs de burgerij zich niet te beschouwen als eigenaar maar slechts als rentmeester der gemeentegoe deren, van de \aderen ontvangen en die den kinderen ongeschonden over te dragen, voorzoover niet nog grootere belangen noodzaken daarvan af te wijken. Thorbecke zei dan ook in zijn toelich ting der wet dat de bewoners der ge meente er recht op hebben dat zoolang de weg weg is, deze niet kan overgaan in handen van een bijzonder eigenaar die bun gebruik daarvan zou kunnen beletten. Alleen waar 't gemeentebelang het vordert, bijv. toeneming van bevolking en aanbouw van buizen niet anders mogelijk is, zou een groot enkel tot versiering der gemeente strekkend plein voor 't bouwen van wo ningen kunnen worden gebezigd. Spr. toetst deze uitlegging aanj 't onder havige geval en stelt vast dat 't hier geldt het belang van één firma,j datj de aanbouw elders mogelijk is, wijt aanj de firma gemeentegrond achter baar magazijn is aangeboden en 't stuk grond dient niet enkel tot versiering maar is de berm van een weg die thans nog enkel voor voet gangers gebruikt wordt, maar weldra voor rijweg zal moeten of althans desnoods dient te kunnen worden ingericht. ^Dit geval voldoet in geen enkel opzicht aan de door Thorbecke gestelde eisohen en niets rechtvaardigt dan ook de verkoop van den grond. Spr. zwijgt hier opzettelijk over het groote belang dat de weg voor de gemeente heeft, in de vorige zittingen geschiedde dit op afdoende wijze. Maar wel wijst hij er op dat met deze quaestie niet alleen het gemeentebelang maar ook 't algemeen belang wordt gemoeid. Goes is een groote'Anarktplaats met naar evenredigheid smalle, bochtige straten. Daaraan valt weinig te veranderen, maar dan dient toch een weg die de volle breedte heeft en den koristen afstand biedt naar het centrum der stad niet voor goed in particulier eigendom te veranderen, en even ongeschikt te worden alt de bestaande. Daarbij heeft ieder bezoeker van Goes, reiziger of marktganger belang, te meer daar Goes bet centrum is van Noord- en Zuid Beveland. Wijlen de heer Massee eindigde dan ook indertijd zijn request Jom de thans door de firma bezeten terreinen te erlangen, met de opmerking „dat de rooiing van bet aangevraagde terrein 12 meters uit de school der 2e klasse is genomen en het magazijn 15 meters van dat gebouw verwijderd blijft." Deze heer begreep dat 't gemeentebelang niet was zijn per soonlijk belang; en dat hij overtuigd was van de noodzakelijkheid van een rijweg aldaar, zegt de door hem bij 't adres ge voegde teekening, die wij zullen kunnen gebruiken, wanneer wij ooit tot dit besluit komen mochten, en welk adres met tee kening Spr. een riem is onder 't hart. Spr. zal dan ook met alle middelen dio de wet hem geeft trachten te beletten dat deze ramp over de gemeente kome. Slaagt hij niet, hij zal den troost hebben gedaan te hebben wat hij kon. De heer Dicke zegt dat toen de Raad in de vorige zitting 't besluit nam over 't praeadvies in zake de aanvrage, zonneklaar bleek dat de Raad, evenzeer als B. en W. te rade gaande met 't gemeentebelang, was voor afstand van grond daar ter plaatse. En Spr. voor zich meende dat de vraag omtrent den omvang van den af te stanen grond eerst later zou ter sprake komen. Spr. had zich dan ook gevleid dat B. en W. nu een praeadvies zouden gegeven hebben, dat rekening hield met den wenseb door den Raad in wettige, voltallige ver gadering uitgesproken. Dat zij daarna eerst over details, het meer of minder gewen chte van afstand van een bocht overleg ook met de aanvragende firma zouden hebben ge pleegd. Maar van dit alles blij kt niets. B. en W. negeeren volkomen wat de Raad als zijn wil beeft te kennen gegeven, en dui delijk en klaar worden andermaal dezelfde argumenten aangevoerd, niettegenstaande even duidelijk de Raad bad te kennen gegeven dat bij daarvan niet gediend was. Het preadvies van nu is gelijk aan dat van de vorige maal. En in hoofdzaak zijn de argumenten van 't adres daaraan gelijk luidend wat Spr. niet verwondert daar zelfs leden van 't dagelij kscb bestuur dit adres hebben geteekend en dus als supplianten den raad komen vragen nu Ja te zeggen waar hij kort te voren Neen heeft gezegd. Spr. vindt dit al heel ongewoon. Hij vraagt wat zin het zou hebben wanneer men ons in 't dagelijksch leven kwam uitnoo- digen om wat wij gezegd hebben op de zelfde gronden even daarna juist andersom te zeggen. Wat voorstelling maken dan toch requestranten van den Raad om hem in staat te achten op grond van dezelfde argumenten eerst Neen en dan weer Ja te zeggen. Het zou Spr. spijten zoo de disoussies daarop ingingen, immers dan kon over veertien degen weder een nieuw adres van andere buurtbewoners den Raad weer dringen van besluit te veran deren. En zoo wordt het zwaartepunt der regeering verplaatst van den raad naar de burgerij wat schade zou doen aan den ernst waarmede de zaken hier moeten behandeld worden. Spr. constateert dan ook dat wij hier thans een voorstel hebben zonder preadvies. Wij staan als raad voor 't eigen aardig geval om, nu wij het niet eens zijn met B. en W een besluit te moeten nemen zonder praeadvies. Spr. heeft tegen de aan vrage zooals zij daar ligt groote bezwaren maat hij vermoedt dat B. en W. over dien hoek of de breedte van den weg 't wel met adressant zouden eens geworden zijn. Deze zou allicht van haar aanvraag wat hebben doen vallen. Spr. komt tot de con clusie dat nu wij geen praeadvies hebben deze zaak tot nader onderzoek dient ge steld in handen eener commissie die doe wat des Burgemeester en wethouders is. Hij doet daartoe 't voorstel, onder gehou denheid indien dit mocht worden verwor pen, ook tegen 't voorstel in zake de ont trekking van den grond aan den publieken dienst te stemmen, maar tevens te doen uitkomen dat wanneer de firma Massee bescheidener aanvraag doet, Spr. voor in williging zal te vinden zijn. De heer Dicke stelt voor bet voorstel tot afstand van gemeentegrond thans aan hangig in handen te stellen eener commissie tot'nader onderzoek. De voorzitter wijst op enkele onjuisthe den in 't betoog van den vorigen spreker. Bij de afstemming van 't praeadvies var. B. en W. in de vorige zitting heeft de Raad wel degelijk beslist over den afstand van al den aangevraagden grond. Het voor stel van B. en W. liep over die aanvraag die moest toegestaan of afgewezen. Geen derde wes mogelijk. Elke bespreking om trent minder grond zou buiten de orde geweest zijn. De Raad heeft verklaard den gebeelen afstand te willen. Is er nu een andere geest in hem gevaren; of heeft hij als Thomas eerst willen zien of voelen (de heer de Jonge staat op en plaatst zich voor 't venster) dan is dit Spr. wel, maar dan moet de Raad ruiterlijk terug komen op zijn besluit. Dat het adres ook door Spr. geteekend is en door de wet houders, zij maakten hierbij slechts ge bruik van een hun bij de wet verzekerd recht dat elk burger heeft om op te komen tegen een beschikking die hij niet acht in het belang der gemeente. Heeft de heer Dicke verwacht dat wij in onderhan deling zouden zijn getreden met de firma daartoe had de firma de eerste stappen moeten doen. B. en W. zijn niet van plan in dergelijke gevallen de eersten te zijn. Bovendien zijn zij tegen eiken afstand op gronden zoo even aangegeven. De heer Ramondt begrijpt de bewering van mr. Dicke niet als zou niet besloten zijn 8 X 54 M- grond af te staan. Dit is wel degelijk zoo. B. en W. vólgen dan ook den wettigen weg door met dit be sluit te komen, om den gevraagden grond aan den openbaren dienst te onttrekken. Spr. gelooft wel dat dan met de firma nog wel nader zou worden gesproken, maar eerst moet de Raad een besluit nemen. De beer Ochtman zal niet in herhalin gen treden wat betreft de mérites der zaak zelf. Maar bij acht evenzeer dat na de genomen beslissing dit besluit dient in stemming te komen. De raad kan 't nu verwerpen, dan kan de firma Massee met een nieuwe aanvraag komen, en eerst dan kunnen wij over prijs en condities spra ken. De tijd om te marchandeeren is er nu niet. De heer v. d. Peijl dankt 't Dagel. Be stuur voor de afpaling van het aange vraagde terreinjammer dat dit niet eenige dagen vroeger was geschied, dan zou althans Spr. 't besluit niet hebben hel pen nemen, vooral niet met het oog op de toekomst De voorzitter zegt dat dit niet aan de orde is, maar het voorstel Dicke om een commissie te benoemen, dewijl hij B. en W. in deze zaak niet vertrouwt. De heer Dicke merkt op dat dergelijke woorden aanleiding kunnen geven tot on- noodig scherpe discussies; bovendien zjjn zij onjuistintegendeel Spr. stelt in 't Dagel. Bestuur het grootste vertrouwen maar hij legt nogmaals den nadruk op de afwezigheid van een prae-advies met inachtneming van een besluit der vorige vergaderingterwijl de motieven van B. en W. ook nn weder gericht zijn op finale afwijzing. Wij behoeven niet te marchandeeren gelijk de heer Ochtman zegtmaar naar Spr. meent is het steeds gebruik geweest dat de bijzonderheden met de adressanten zelf besproken werden wat tot bespoediging der zaak kon leiden en tot juistere beoordeeling. Spr. meent dat dergelijke samensprekingen tusschen Dage- lyksch bestuur en adressanten gewoonte warenen daarom handhasft Spr. zijn voorstel, echter niet met voorbijzien van de bekwaamheden of goede trouw van het Dagelij ksch bestuur; integendeel de Raad stelt daarin het volste vertrouwen. De voorzitter handhaaft zijn meening dat eerst artikel 230 Gemeentewet moest toe gepast. De raad moet geen monnikenwerk doen. Wanneer de Raad beslnit tot afstand dan zal Spr. op grond van art. 70 ver nietiging van dit Raadsbesluit bij de Ko ningin vragen. Wat de heer Dicke ver langt is onmogelijk. B. en W. zijn niet de dienaren van den raad en zouden der halve een meening dat de Raad misschien niet ongenegen zou zijn op een andere aanvraag in te gaan, aan de firma niet overbrengen. Zij hebben hun eigen overtuiging en die hebben zij neergelegd in hun praeadvies, een praeadvies dat er is, al ontkent de heer Dicke dit. En afstemming van 't be sluit is genoegzame vingerwijzing voorde firma Massee om een billijker aanvraag te doen. Spr. acht eene commissie ter onder handeling derhalve onnoodig. De heer Dicke twijfelt niet of B. enW. een zelfstandige opinie hebber,, en hij hoopt dat B. en W. overtuigd zijn dat ook de Raad eene zelfstandige opinie heeft. B. en W. zijn niet de dienaren van den Raad, maar de gemeentewet zegt toeb dat zij de besluiten van den Raad hebben voor te bereiden en uit te voeren. Spr. blijft met den voorzitter van meening verschillen dat reeds beslist zou zijn over afstand van al den grond. Hij besliste slechts in be ginsel en verlangt nu meer overzicht waarom en hoeveel grond hij aan den pu blieken dienst zal kunnen onttrekken. Naar Sprekers inzien bevatte immers het praeadvies niets anders dan dit beginsel en is dit uitdrukkelijk bij de discussies aldus uitgesproken. Verschillende leden bevestigen dit. De heer Van der Leeuw meent na al het geboorde een middeltje gevonden te hebben om de zaak in het reine te brengen. De Voorzitter merkt op, dat nu het voorstel van mr. Dicke aan de orde is. De heer Ramondt zegt nog dat eeii

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 1