POTTER,
iwistneis
N1EUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
•EN.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
en Veeteelt
RKT
SSEN.
TRAS,
iselpapieren en
ID
!IO
;necht
BAL,
CEMENT.
lUTEVISCÏT
KAAS
lo. 101. 1898.
Dofttfecifag 26 flet.
altijd.
elburg.
ÈN PER SCHIP.
zijn
Goes,
sorteering
icurreerende prijzen.
leken op zicht
Noordstraat.
Lorte Delft G 9,
elaars,
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
De Statenverkiezingen.
Buitenlandsch Overzicht.
ïaatptig.
oor f 97,50.
JILT LA MOTTHE
r. HENDRIKSE te
J. WONDERGEM,
J. DE GEUS en
Lbtskerke.
LISSINGEN.
eweele te Middelburg
praagd alle soorten,
Aardewerk, Kristal,
I- en Zilveren voor-
Ijes, Waaier*, Glazen,
rorden heden mime
goederen met por-
ngen nit het huis van
taxeert, en koopt alk*
,ing.
VLISSINGEN.
Iteit in
[Ier voorzien is van
(2 cent,
Ir 5 ons.
>pt men bij
om zelf 5 L. LIMO-
|Citroen, Frambozen,
[rooulimonade.
pn aankomende
(fIJGER, Biggekerke.
10ENE, Biggekerke.
JWERSE Cz., Seis-
jevraagd
K a p e 11 e.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedarC regel
meer 10 cent.
0
De partijen honden zich tamelijk stil.
Wat echter niet zeggen wil dat zij niet
werkzaam zijn.
Wij verwachten eene even groote activiteit
al* andere jaren al zal de strijd niet hef
tig zijn wegens 't vooruitzicht der natio
nale kroningsfeesten, met niet minder groote
beslistheid zal van weerszijden in Zeeland
getracht worden de zittende leden te doen
vervangen.
En dat is te verklaren.
De heer Doorenbos, voorzitter der Mid-
delburgsehe liberale kiesvereeniging, sprak
het reeds voor weken openly k uit dat de
antirevolutionaire statenleden door libera
len moeten vervangen worden, „dewijl
helaasde provinciale staten do leden
der eerste kamer kiezen."
Dit is aeer juist gezegd, al is deze keuze
niet het eenigste wat tot bestrijding onzer
candidaten dringt.
Mr. v. Gilse, redacteur van de Am-
hemsche Courantook een liberaal, voor
stander van eene evenredige vertegenwoor
diging maar, gelijk van zelf spreekt, niet
zoo maar te hooi en te gras, roept alle
liberalen op om overal te traehten de
„clericalen" te verdringen, ook met'toog
op de kenze voor leden der gedeputeerde
ataten.
Wij denken er niet aan dit den voorzit
ter der vereeniging voor evenredige ver
tegenwoordiging kwalijk te nemen.
Hem te zeggen: gij zyt voor evenredige
vertegenwoordiging en daarom moet gij
enkele zetels aan de antirevolutionairen
overlaten, zou al even groote dwaasheid
zyn, als wanneer wy Domela Nieuwenhuis
den grooten strijder voor het denkbeeld
opheffing van 't privaatbezithet productie-
kapitaal aan de gemeenschap gingen toe
roepen begin gij dan vast maar te deelen
van 't uwe.
Wy nemen het derhalve den liberalen
niet kwalijk dat zij in Middelburg Van
der Meer en Dronkers; in Goes Den Boer,
de Jonge en Lucasse; in Hnlst v. Waes-
berghe en Moerdijk wensohen uit te wer
pen, mits zij dit doen met de noodige at
tentie voor de door hen bewezen diensten.
Bij een gezond party leven is dergelijk
strydvoeren noodzakelijken dat te meer
dewijl 't by dezea strijd met gaat, of
althans gaan mag, om of tegen de personen
maar om de beginselen.
Maar dan spreekt het ook van zelf dat
niemand 'tons kwalijk mag nemen, dat
wy door eerbied voor ons beginsel ge
drongen, hetzelfde doen.
Wij hebben 't reeds meermalen gezegd,
en 't ook eenige weken geleden op het
krast doen uitkomen, dat onze stryd niet
bedoelt den eenen of anderen goeden man
aan een zetel in de staten te helpen, of
den een of anderen kwaai man, om met
Kruger te spreken, van zyn stoel te weren.
Was 'torn den goeien man te doen, dan
zouden er allicht onder de liberalen we
zen die wy hebben moesten moesten min
der sympathieke statenleden geweerd, er
zouden er van de niet-liberalen allicht
kunnen losgelaten worden.
Maar 't is niet de kwade man maar het
kwade beginsel dat wij bestrijden niet
de geede man maar de naar onze meening
goede beginselen die wy wenschen voor te
staan.
Tegen de Revolutie het Evangelie blijft
de beproefde leus van onzen grooten Groen,
waarmede wij dien strijd op ieder terrein
aanbinden.
En dat ook niet om eigen party te be
vorderen. Indien morgen aan den dag de
liberalen tot de antirevolutionaire begin
selen bekeerd worden, zullen wij ze ook
van stonden aan voor alle colleges, waar
zij ook maar eenigszins invloed kunnen
uitoefenen, aanbevelen.
Dan mogen, wat ons betreft, de goede
Van Deinses en Kakebeekes blij ven zitten
en desnoods de onzen door de goede
Sprengen en Brnggemans, en boe zjj meer
beeten mogen vervangen worden.
Maar 't is hier geen quaestie van partij
belang. Het geldt het landsbelang. Is dan
uw partybelang het landsbelang, vraagt gij?
Neen, maar de beginselen door de anti
revolutionaire party beleden, die alleen zijn
't welke naar onze vaste overtuiging in 't
belang zyn van ons land bet kan en zal
het gansche volk goedgaan, wanneer het
naar deze beginselen wordt bestuurd.
Daarom mag niemaad onzer die het
kiesrecht ontving, bij den komenden stem
busstrijd werkeloos blijven. Iedereen beeft,
minstens genomen, door zyn stem op 17
Juni, a. s. getuigenis te komen afleggen
van zijn geloof, en van 't geloof in de
kracht zijner beginselen.
Mannen van beginsel en vertrouwd in
zaken moeten overal candidaat gesteld
en zij, die reeds blijken van bekwaamheid
en stuurmanskunst, hetzij in 't gedeputeerd
college, hetzij in den meer bescheiden
kring der provinciale staten, gegeven
hebben, moeten opnieuw gecandideerd
worden.
Praotische mannen moeten zy zyn. Zeker,
daarom herkiezen wy alle antirevolutio
nairen die van bun practischen zin in de
practyk reeds blijk gavenen trachten
wy onze besten te doen kiezen voor de
eerste maal ter vervanging van de liberalsn.
Of die dan geen practische mannen zijn?
Wy stellen op den voorgrond dat wy
in de twaalf jaren waarin wij af en toe
gelegenheid hadden raad te geven bij de
statenverkiezingen, zooveel vooruit gegaan
zyn, dat wy de bekwame mannen onder
ons met tientallen kunnen aanwyzen.
Vroeger heette bet in de kringen waar
men nog o, zoo voor godsdienst is, maar
toch den neus voor de fijnen optrekt, dat
die fijnen niets kunnen dan bidden en
psalmen zingen en een goed woordje spre
ken op eene begrafenis.
Thans begint gelukkig ook in die krin
gen het besef door te dringen dat die fij nen
meer kunnen dan dat, dat zy ook de zaken
van woonplaats en provincie aardig helpen
beheeren.
Men begint ook de bekwaamheden, het
talent in den christelijk historischen belij
der te eeren.
In die kringen althans begint het geloof
aan een denkend en een niet-denkend deel
van zijn kracht teverliezen.
Daarom doen wij dan ook te luider
onze meening weerklinken; een meening
trouwens van meet af door ons uitgespro
ken, dat er in de liberale party sieraden
zijn, vele en groote, talenten en karakters
in wie 't werk der algemeene genade
krachtig uitkomt; en die wij gaarne zou
den wensohen tot de onzen te mogen reke
nen, doch die helaas op 't eenige punt
waar 't op aankomtde belijdenis van den
levenden Heere, 't geloof in den Eenigen
Naam, den y ver voor Gods Koninkrijk en
de liefde voor de Broeders, vijandig tegen
over ons staan, wien bet Kruis van Chris
tus eene ergernis of een dwaasheid is, al
naar 't standpunt is dat hunne beschouwing
van den Christus bepaalt.
Dit is nu eenmaal het niet weg te
cijferen feit, waarmede bij de keuze ook
voor de Staten onzer provincie door ons
moet gerekend.
Van liberale zijde heeft men dal ten
allen tijde beslist ontkend.
Van die zijde heeft men steeds beweerd
dat het er niet op aankomt hoe men leeft
en wat men gelooft, als men maar knap
is en verstand van de zaken heeft, en dat
't dan wel eender zal zijn, wien men kiest.
Maar die dit zeiden, stelden toch altijd
candidaten van hun kleur, en nooit eens
een van onze richting.
Wanneer 'tniet op 't beginsel aan
kwam, had men dan toch ook best can
didaten van een andere richting kunnen
stellen.
Dat dit niet geschiedde, bewijst dat men
iets zei wat men niet meende. Het be
wijst dat 'top de richting van den candi
daat wel degelijk aankwam.
Het is dan ook niet alleen de keuze
voor de eerste kamer en voor gedepu
teerde staten die elke partij naar mannen
van haar richting doet uitzien maar ook
andere belangen worden door deze onder
scheidene richtingen beheerscht.
Of zou 't ons hetzelfde zijn, met 't oog
op de quaestie van Zondagsrust en Chris
telijke verpleging van krankzinnigen
behartiging der belangen van het Vrije
Onderwijs en eerbiediging van de auto
nomie der gemeenten, of dit al aan een
geloovig man of aan een wien het tamelijk
onverschillig zou zijn, werd opgedragen?
En dan de sociale quaestiën, quaestiën
als van minimumloon, maximum-werktijd,
verzekering van werklieden tegen onge
lukken en dergelijke, ook al kwamen zij
nog niet zoo druk aan de orde, zullen al
meer de aandacht vragen, en dat zyn
quaestiën met een geestelijken achtergrond,
en slechts wie leeft uit de Christelijk
historische beginselen heeft voor dezen
geestelijken achtergrond oog.
Met dt Standaard bijvoorbeeld zeggenwij:
„Zelfs zou de stelling niet moeilyk te
verdedigen zyn, dat ook zuiver stoffelijke
belangen eerst werkelijk goed behartigd
kunnen worden door hen, die ook oog
hebben voor het ontastbare en onzienlijke.
„Wie slechts ziet wat voor oogen is,
aanschouwt slechts deu buitenkant der
dingen de kern ontgaat hem.
„De vraag ligt voor de hand
„Kwam u ooit ter oore dat in de ge
meenten waar 't liberalisme nog altijd den
scepter zwaait, alles zooveel beter gaat
dan daar waar ook clericalen een stem in
't kapittel hebben? Ge weet beter".
Maar de keuze voor de eerste kamer
alleen zou en moet voor alle man van
antirevolutionairen huize genoeg zyn om
niet te aarzelen aan wien hy zijn stem
zal geven.
Voor de tweede kamer met zekere warmte
ter stembus te gaan, om den antirevolu
tionair gekozen te krijgen, en aan de
staten, het kiescollege voor de eerste
kamer, niet de aandacht te wijden of zijn
stem aan een tegenstander uwer beginselen
te geven, zou water en vuur in ééne
hand dragen zyn.
Wiens streven 't is een tweede kamer
te krijgen met eeue meerderheid van Chr.
historische richting, die moet ook een
dergelijke meerderheid verlangen in de
eerste en dientengevolge ook in de
provinciale staten.
De belangen van den polder, het steiger,
den tram, de omnibus, den keiweg en wat
niet al, zyn in de handen van eiken
candiiaat goed toevertrouwd, dit mag men
gaarne aannemen.
Maar men verschalke u dan ook niet
met te verzwijgen dat hij die voor uw
polder, uw steiger, een goed woord spre
ken zal, straks ook de antirevolutionaire
leden der eerste kamer - Godin de Beau
fort en Van Asch v. Wijk zal helpen
uitwerpenen al 't werk in de goede
richting door de tweede kamer gewrocht,
door de {eerste kamer zou laten vernietigen.
„Zoolang, helaaszei de he r Dooren
hos, de provinciale staten de leden der
eerste kamer kiezen, mogen de liberalen
geen antirevolutionaire candidaten stellen
voor de staten.
Zeer juist, zeggen wij.
Maar dan spreekt het ook van zelf, zoo
lang de leden der eerste kamer door de
provinciale staten gekozen worden mogen
wy, antirevolutionairen, geen liberalen
naar de staten kiezen.
Zoo politiek onnoozel zyn wij niet om
dit niet te snappen.
En zoolang wy nog het vrouwenkies
recht niet hebben, is er onder de kiezers
geen die zich de schrandere Penelope ten
ideaal stelt. De vrouw die, om haar
minnaars aan de praat te houden, des
nachts al 't weefsel weder uittrok dat zij
des daags in elkaar gezet had.
RAMPEN EN" FEESTEN.
De weersgesteldheid was sinds ver
scheidene weken zeer ongunstig voor
plantengroei en veldarbeid geweest.
Het weder bleef koud, de wind
schraal er viel veel regen van het
schoone voorjaarsweder viel nog niet veel
te bespeuren.
Gelukkig kwam er verademing.
Immers zulk eene ramp is dubbel ernstig,
dewijl de voornaamste (levensmiddelen, ten
gevolge van den oorlog zoo duur zijn.
Menige arbeider moet van een weekgeld
van vier gulden (negentig heele centen
daagsmet een groot gezin rondkomen
Onder ben zyn er die wegens ziekte
of zwakte der vrouw ook de bijverdienste
der vrouw moeten missen en nog een
kleinigheid moeten afzonderen voor hulp
van goede buren.
Heeft nu zulk een veldarbeider bij zyn
dure brood ook nog het gemis van dag
geld wegens stoornis in 't werk dan treft
hem de ramp dubbel zwaar.
En ook de boer klaagde, niet zonder
reden. Wat wordt er zoo van de veld
gewassen Hoe komen zijn arbeiders, hoe
komt hij zelf er op die wijs door
Waar is nu de dankbaarheid na de uit
komst? En by den pas geleden druk waar
was de verootmoediging Is er nog niet
groote reden voor?
Nog is 't waarwie God verlaat heeft
smart op smart te verliezen en is er
niet, zoo gy weldoet, verhooging?
Wy gaan 't Pinksterfeest tegen.
Mocht het een feest zijn dat de Nederland-
tche Christenen wakende vindt en biddende
om milde stroomen des Heiligen Geestes.
Zoekt eerst het Koninkrijk der Hemelen,
zegt de Heere, en al deze dingen (de
dingen des tijdelijken levens) zullen u
toegeworpen worden. Dit is de hoofdvoor
waarde voor meerder welvaart en grooteren
zegen.
Er wordt hard geklaagd tegenwoordig,
en terecht.
Maar er worden toch ook plannen ge
maakt voor feesten en festivals, welke aan
den ernst dier klachten doen twijfelen.
Bijvoorbeeld, hoe denken onze boeren
over de hippische feesten, tegen Pinksteren
te Goes georganiseerd?
Hoe deuken zij over onze tentoonstellingen?
De hippische feesten, de harddraveiijen,
de wedrennen, met of zonder datnes, hebben
naar onze meening geen enkele strekking
om ze te verdedigen.
Beschaven en veredelen doen zij niet
geldelijk voordeel brengen zij ook niet.
De pinksterdagen die dagen van heiliger,
ernst en vroolyke rust moesten zijn, worden
in groote drnkten en uitspattingen door
gemaakt. En voor vele landbouwers zijn
dergelijke „aardigheden" een geldweg-
gooierij op groote schaal.
En men klaagt zoo.
Men verdient zoo weinig.
Men kan zyn arbeider geen boogerloon
geven.
In den rijken Wilbelminapolder bereikt
't dagloon den gulden nog niet. Hoe klein
moet naar verhouding dan de winst der
boersn, 't salaris van directeuren, 't divi
dend van eigenaren niet zyn.
En naar venant is ook de verdienste van
andere landbouwers op de Bevelanden
schraal en bedroevend.
Maar wij vragen zijn dan de uitgaven
bijv. op Pinksterdag, van Toondagen en
Meidiesendagen, en Kermis- en Chr. Feest
dagen en gewone Marktdagen spreken wij
nu niet, zijn die uitgaven aan de klachten
omgekeerd evenredig?
Is 't dan niet waar dat met de aan
staande hippische feesten 't geld als water
vloeien zal, 't lieve, zuur verdiende, voor
een deel den arbeider onthouden loon zal
worden opgemaakt
Wij redeneeren uit een sociaal, uit een
algemeen menschelijk standpunt.
Van 't Christelijk historisch standpunt
zyn dergelijke feesten -nog wel op de
dagen die aan de uitstorting des Heiligen
Geestes herinneren onverdedigbaar.
Geen enkele zoon of dochter van Chris-
telijken huize of gereformeerde beginselen
behoorde er te zijn.
Bovendien de tijden zyn er niet naar.
In tijden van oorlog en duurte en werk
loosheid en grooten achteruitgang begeeft
men zich tot dergelijke uitspattingen niet
maar zoekt veeleer de eenzaamheid, om
de consciëntie te doen spreken, en naar de
stemme Gods te hooren die in al onze
huiselijke en sociale tegenheden weerklinkt.
Maar ook zij, die niet meer rekenen met
't geloof; voor wie de geestelijke dingen
dwaasheid zyndie materialistisch
alleen van de stof heil verwachten, geen
hooger belang kennen dan aardsch genot;
naar niets anders streven dan naar bevre
diging van bloot materiëele behoeften voor
hen die alleen hechten aan pret en een
goedgevulde portemonnaie, is deze vraag
niet overbodig. Zoudtgij werkelijk meenen
dat gij met deze dingen geldelijk voordeel
zult behalen; of zijtgyu van het tegendeel
bewust
Gaat de land bon wstand er op vooruit,
sedert hij de oud-Hollandsche huiselijkheid
heeft prijsgegeven, sinds hij met de degelij
ke zeden der vaderen brak, de zuinigheid
aan de mode ten offer brachten den
ouden geliefden Statenbijbel, van 't venster
kozijn in de keuken, naar 't lessenaartje
door een doek gedekt, of naar de la van
't kabinet in de pronkkamer liet verhuizen?
Loop, gy, die dit beweren en volhouden
zoudt.
Maar wy spraken ook van de tentoon
stellingen.
Of wij daar dan ook tegen zyn?
Wij hebben ons van den beginne voor
tentoonstellingen verklaa.'d. Wy hebben
ze reeds terstond bij ons optreden ook
tegenover bezwaarden met een beroep op
de Schrift verdedigd.
Wij hebben in 't schoone kapittel XL
uit Jesaja een machtigen steun voor onze
meening op dit punt.
Maar de tentoonstellingen zijn in de
laatste jaren ontzettend verbasterd. Ook aan
deze op zichzelf goede inrichting heeft de
geest der eeuw o, zoo veel bedorven.
Het is al pretmaken en drinken en rij
den en rossen; en 'tjongevolk demorali-
seeren wat men ziet.
Van de kern, het middelpunt wordt zoo
weinig gezien. Het goede in de tentoon
stellingen wordt steeds geringer, 't ver
keerde neemt al gaandeweg toe.
Leest 't programma van de te Tholen
op 15 Juni te houden tentoonstelling van
wege de Maatschappij van landbouw en
veeteelt in Zeeland. Zeker, er staat veel
goeds op.
Maar wat heeft nu toch, eilieve, een
festival met een landbouwtentoonstelling
te maken.
Waarom van deze zaak een brasgelegen-
heid gemaakt
Waarom deze goede zaak zoo bedorven
Het is ons niet mogelijk al deze dingen
zonder zorg gade te slaan.
Wij zien niet in dat zy de weg zyn
om tot betere toestanden te geraken.
DE OORLOC.
Gissingen, anders niet, zijn 't die wij
thans neerschrijven.
Commodore Schley moet te Santiago zijn
aangekomensterk kanongebulder als van
een ernstig zeegevecht moet in Cuba's
nabijheid vernomen zyn.
Weer moeten 100 duizend vrijwilligers
opgeroepen wezen, dewijl generaal Miles
die denkt noodig te hebben voor de krijgs
verrichtingen op Cnba.
De opstandelingen op Cuba moeten aan
de Amerikanen gemeld, hebben dat zij op
hun steun kunnen rekenen, mits zy na
den oorlog terstond Cuba weer verlaten.
Zij zijn er derhalve niet gerust op of
de Amerikanen Cuba's onafhaukelykheid,
wel zoo hartelijk begeeren.