NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
lo. 99. 1898.
Mewfag 21 ilei.
ftnaafftfc faargang,
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
DE PHILIPPIJNEN.
Buitenlandscli Overzicht.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij die aan de zijde der regee
ring staan, gelooven niet in d e
kracht der vrijheid. Dit deden
de liberaien vroeger welnu zij
echter ervaren dat hunne libe
rale theorieën niet door het volk
worden aanvaard, grijpen zij met
steeds toenemenden ijver naar
„de wet"; deze zal het volk
wijsheid leeren.
De Nederlander.
De Haagsche correspondent van de
Zutphensche Ct. deelt als curiosum mede
•wat er over leerplicht te lezen staat in de
Handelingen van de Tweede Kamer van
16 Februari 1883.
De Heer Clerx bracht als lid van de
commissie voor de verzoekschriften het
volgende rapport uit
„In de handen uwer commissie zijn ge
steld de volgende verzoekschriften IV
van Johan Herman Harms, te Rotterdam,
strekkende om den algemeenen leerplicht
te doen invoeren.
„Daar dit verzoek echter niette rijmen
is met de bepalingen der wet als onder
meerderen die van art. 2 Burgerlijk Wet
boek, de vrijheid waarborgende voor allen
die zich op het grondgebied van den
Staat bevinden, alsmede dat slavernij en
alle andere persoonlijke dienstbaarheden,
van welken aard ook of onder welke be
naming ook, niet in het Rijk geduld
worden, is uwe commissie van oordeel en
heeft de eer aan uwe vergadering voor te
stellen, ten deze over te gaan tot de orde
van den dag".
„De vergadering vereenig t zich met de
voorgestelde conclusie". Aldus is geschied
16 Februari 1883 dus nog nauwelijks
15 jaren geleden
Wij merken naar aanleiding van deze
herinnering op dat deze correspondent door
een waarheid te zeggen en eene waarheid
te zwijgen, feitelijk een curiosum maakt,
waar er geen is.
Hy verzuimde namelyk 't verslag der
volgende zitting na te lezen, dat hem
alles zou opgehelderd hebben.
Hoe geschiedde vroeger door de tweede
kamer het onderzoek der verzoekschriften
De discussie van 18 Febr. heeft 't aan
't licht gebracht.
De leden der commissie verdeelden de
stukken onder elkander ieder zag de hem
toegeschikte stukken door en maakte zelf
op eigen hand, volgens afspraak, zonder
FEUILLETON
Ofschoon het grootste deel der Phflip-
pijnsche eilanden bijna geheel beschaafd
is, zijn dit mericwaardige land en zijn.
schilderachtige zeden nog weinig bekend.
De onmetelyke baai van Manilla is de
grootste en een der prachtigste der wereld.
Z9 wordt beheerscht door een machtig
hoogland, de Sierra de Mariveles, die het
oude Ciudad der vroegere veroveraars, de
stad van Philips II, met haar roode
daken, met de ouderwetsche grijskleurige
muren en ontelbare massieve torentjes
fraai doet uitkomen.
Een breede stroom, de Pasig, loopt door
de stad en vloeit door een estnarium met
honderd mondingen in zee de grootste
vertakking vormt een ware haven en van
de monding tot de Spaansche brug liggen
schepen van alle soorten en uit allerlei
landen naast elkaar. De oorlogsschepen
ankeren tegenover Manilla, by Cairté, het
groote arsenaal van den Philippynsehen
archipel. De kaden van den Pasig herin
neren door de geweldige drukte en het
handelsgewoel aan onze groote Europeesche
dokken. Manilla bestaat uit twee geheel
afgescheiden deelende Ciudad, de om
muurde stad, die bewoond wordt door de
monnikenorden, de troepenen het bestuur,
nader overleg te plegen met de overige
leden der commissie, de conclusie op.
Nn waren in de toenmalige commissie
3 liberalen en 2 anti-liberalen gezeten en
't antiliberale lid Clerx, (Roomsch)
kreeg het adres van Harms om Leerplicht
tot zijn deel. Hy maakte de conclusie,
las die voor, te midden van groot lawaai
want er werd nooit geluisterd naar 't uit
brengen van dergelijke rapporten, er werd
druk door de leden onder elkander gecon
verseerd, en niemand wist dat dit rapport
zou worden of werd voorgelezen en dat
de heer Clerx heel ondeugend deze con
clusie zou voorstellen. Dc voorzitter der
Kamer, vol verbazing over die conclusie,
wachtte opzettelijk een beetje lang eer
hy den hamer vallen liet, vroeg met na
druk of ook iemand het woord er over
verlangde, doch wijl er niemand zich aan
bood, daar immers niemand geluisterd had,
liet hy den hamer vallen, en zoo werd
deze conclusie binnen geloodst.
De heer Borgesius en anderen hebben
hiertegen in de volgende zitting geprotes
teerd, doch er was niets aan te veranderen.
Sedert dien tijd hebben de commissiën
voor de verzoekschriften hun taak een
beetje ernstiger opgevatmr. Harmen
Smeenge komt de eer toe dezen Augias
stal te hebben geruimd, zoodat het bin
nenloodsen eener conclusie zonder voor
kennis der commissie va» rapporteurs niet
meer mogelijk is.
De heer Clerx heeft er natuurlijk groot en
schik in gehad.
GLADSTONE, j
Op Hemelvaartsdag is de oud-minister
Gladstone ingegaan, naar wij vertrouwen
mogen, tot de eeuwige rust, die er over
blijft voor het volk Gods.
Woensdagmorgen verergerde de toestand
van den lijder zeer. De familieleden wer
den geroepen. Zyn jongste zoen Stephan
zeide 't gebed der ftervenden op en men
hoorde den reeds twee dagen lang buiten
kennis gewaanden man de woorden „Onze
Vader" uitspreken vooral het woord vader
werd luide gehoord door allen.
Henry Gladstone was uit Londen aan
gekomen per extratreinde prins van Wales
zond, van een wapenschouwing terug-
keerend, een telegram van deelneming met
het lijden van den kranke.
Het buitengewoon sterke gestel van den
lyder hield het nog tot Donderdag uit.
Tegen 5 uur in den morgen ontsliep hy,
heeft een zeker karakter van naargeestige
grootheid bewaard. De vale, zware ge
bouwen zyn geheel stijlloos by elke
schrede Jontmoet men in de rechtlijnige
straten nare puinhoopen, bedekt met
doornstruiken een derde van de stad is
zoo door verschrikkelijke teremotos (aard
bevingen) neergeworpen. De lage huizen
met één verdieping zyn leelyk en zien
er stuursch uit. De uitwendig banale
kerken zyn inwendig .ongehoord weelderig
en prachtvol.
Manilla heeft reusachtige voorsteden.
In deze wijken, die twintig maal belang
rijker zyn dan de ommuurde stad, komt
de vroolykheid, het leven en de beweging
van het volk los.
In de onmiddelyke omgeving van Manilla
is de plantengroei betrekkelijk schraal,
men moet eenige mijlen ver gaan om de
tropische weelde te vinden.
Men kan zeggen, dat de eilanden van
de Philippijnen een waar aardsch paradijs
vormen, waarin de schoonste orchideeën,
tabak, suiker, indigo, abaca (soort van
hennep), cacao, thee, rijst en overheerlijke
vruchten by na in het wild groeien, waar
men de kostelijkste mineralen vindt, koper-,
ijzer-, en kaolinmijnen, waar goud in over
vloed is, als stof, in korrels, in de berg-
stroomen en in rijke aders by na aan de
oppervlakte van den grond.
Het klimaat, dat een onverdienden roem
zacht en kalm.
Reeds moer dan een jaar was zyn hart
niet in orde geweest. Aangezichtspyn, door
gevatte kou, is toen gevolgd.
Te Cannes, op herktel van gezondheid,
vertoevende, werd Gladstone zoo ziek dat
hij naar Hawarden terug moest.
De hartkwaal, de morfine en het weer
hebben zyn dood, menschelijkerwijs ge
sproken, verhaast. De dood heeft lang
gewerkt aan dezen by na 90 jarigen krach-
tigen man. Doch eigenlijk, nog onver
wacht, velde hij hem. Onverwacht, wyl
de dokter nog Dinsdag te voren gespeld
had dat nog wel veertien dagen dit lyden
zoo duren kon.
Gladstone vond de dood niet onvoorbe
reid. Hy haakte naar 't einde, niet als
een die 't lyden moe is, maar als een die
weet waar hij henen gaat.
Hij heeft maanden lang bitter geleden;
en dit was hem een groote teleurstelling,
daar hij nog zooveel doen wilde. Hij had
nog groote plannen, vooral over godge
leerde onderwerpen. Koffers met boeken
had hy nog uitgezocht, om er een nuttig
gebruik van te kunnen maken hetgeen
niet alzoo wezen mocht.
In zyn leven, maar vooral in de laatste
weken uit zyn gesprekken bleek zeer hoe
zijn aangezicht was als reizende naar
Jeruzalem.
Hij was the grand old man, Engeland
ten voorbeeld, ook door zyn groot, kin
derlijk geloof.
William Ewart Gladstone werd den 29
December 1809 te Liverpool uit Schotsche
ouders geboren.
Zijn eigenlijke naam was Gladstan e,
wat aan een havik die op een rots veilig
zyn nest bouwt, doet denken; in Lanarks
hire zijn vele rotsen, waar de havik huist,
en waar reeds in de 14 de eeuw Gladstone's
voorvaders hunne kasteelen hadden.
Het geslacht ging echter financieel ach
teruit, zoodat de vader van Gladstone 't
brood verdiende als kantoorklerk bij een
korenkoopman. Hij werd later koopman
voor zichzelf, trouwde een Hooglandsche
vrouw, was gelukkig in zaken, werd rijk,
parlementslid en baronet; en gewon zes
kindereneerst drie zoons van welke
William de derde, de knapste er later de
meest vooruitstrevende ook in de politiek
bleek.
Zijn ouders waren streng geloovige puri
teinen, die hem in de vreeze des Heeren
opvoedden, aan welke opvoeding Gladstone
tot aan zijn dood getrouw bleef. Hij
leerde er bidden maar niet minder
geniet, is veeleer verraderlijk de Europe
aan heeft te kampen met bloedarmoede,
dyssenterie, cholera, en sinds eenige jaren
met rotkoorts. Pokken en tering richten
groote slachtingen aan onder inboorlingen.
De Tagal met dezen naam worden
de gedoopte en aan het sSpaansche gezag
onderworpen stammen aangeduid is klein,
baardeloos, welgevormd, zijn gitzware ha
ren glanzen of liever druipen van coeosolie
zyn blik is glinsterend en zachtzinnig, de
neus ietwat dik, soms plat en zijn gelaat
is niet onbevallig. De Tagal, die vroolijk
en slenterig is, houdt veel van muziek,
van dansen, van tooneel voorstellingen,
hanengevechten envliegers.
Bijna overal op de Philippijnen is het
dagelijks feest: bals, concerten, gastmalen,
processies en serenades volgen alkaar hei
geheele jaar door op.
Onder de wilde stammen zijn er die de
schoonheid bezitten van de schoonste In-
disohe rassen, terwijl de negrito's veel op
apen gelijken.
De Philippijnsch-Indische vrouw en de
kleurlinge (bijna altijd dochter van een
Tagalsche en een Spanjaard) zij n vermaard
om haar bevalligheid en bekoorlijkheid.
Ze hebben sculpturale vormen, prachtig,
loshangend haar, groote zwarte oogen en
verwonderlijke kleine handen en voeten.
De Philippijnsche vrouw is vroolijk, sen
timenteel en razend behaagziekmet be
werken. Weinige menschen hebben zoo
weinig uren in hun leven gemist als hij.
Hij leerde er ook debatteerende oude
Gladstone toch liet zijn kinderen tot in de
kleinste dingen hun gedrag en meeningen
verdedigen; hij liet zich zelf door zijn
zoons bestrijden. Het was een aanhoudend
spelen en scherpen van het vernuft. Dat
is Gladstone late r als parlementslid en
minister ten goede gekomen.
Op zyn elfde jaar moest hy naar de
school te Eton, waar hij veel studeerde,
weinig vermaak zocht, (alleen roeien deed
hij gaarne) en tegen de ruwe zeden zijner
makkers protesteerde door woord en gedrag.
In 1828 ging hij naar de hoogeschool
te Oxford. Toen reeds voorspelden zij die
hem in de clubs hoorden debatteeren, dat
deze jongeling nog eens eerste minister
zou worden. En toch, dit zocht by niet.
Zijn «enigst verlangen was predikant te
worden. Zij vader stond dit echter niet
toe doch kon niet beletten dat tot aan
zyn laatste levensdagen de theologie Glad
stone's liefste studievak bleef.
Toch heeft hij over zyn daad van ge
hoorzaamheid aan zijns vaders wil nimmer
spijt gehad.
In 1833 begon Gladstone zyn politieke
loopbaan. Hij sloot zich aan bij de Torie-
partij de hedendaagsche Conservatieven.
De hertog van Newcastle koos hem tot
afgevaardigde van Newark in het Lagerhuis
een recht dat de groote landheeren
toen nog bezaten.
In die dagen zag het jonge parlements
lid er bleek en tenger uitdat leek niet
de man wiens groene grijsheid eens de
wereld verbazen zou.
Ruim zestig jaren is by, met korte tus-
schenpoozen, lid. van 't parlement geweest,
den laatsten tyd aldoor voor het Schotsche
district Mid Lothian viermaal is by eerste
minister; vijfmaal leider van het Lagerhuis
geweest en nog verscheidene malen be
kleedde hij eenfageren rang in hetministerie.
Van 183435, in het ministerie Peel,
was hij onder-secretaris van koloniën. In
1841, weer onder Peel, werd hij vice-
president, tevens lid van 't Kabinet. In
1845 werd hij minister van koloniën.
In 1846 braken de liberale beginselen
bij hem door. Hij liet zich nier weer
herkiezen om conflict te vermijden met
zyn kiezer, bovengenoemden hertog van
Newcastle. Maar buiten het parlement
schaarde hij zich met groote beslistheid
onder de volgelingen van den vrijhande
laar Cobden.
Welk een verschil Tien jaren te
Voren verdedigde hij de slavernij gelijk
valligheid draagt ze een bontgestreepte
sleepjapon, saya geheeten, die met een
stuk zwarte faille om de heupen gesnoerd
en op zij sierlijk gestrikt wordt. Over de
welgevormde buste wordt een lichte che
misette met kostbaar borduurwerk gedragen,
welke vaak een waarde van 100 piasters
en meer heeft, een lichte in een punt op
de schouders gelegde fichu valt los over
de borst neer. De voet wordt gestoken in
een fluweelen met paarlen bewerkte chinela,
die door den gekromden kleinen teen aan
den rand wordt vastgehouden.
Slechts één smetje kleeft er op dit portret
de Philippijnsche schoone rookt geweldige
sigaren en kauwt buyo (een mengsel van
betelblaren, arckenoot en kalk).
Is de kleedij der vrouwen sierlijk en
bevallig, die van de mannen is door en
door bespottelijk. Over een linnen of licht
laken8chen broek fladdert met de slippen
in de lucht een uit Europa (ingevoerd
hemd. De Indiër is er niet toe over te
halen dit stuk ondergoed voor zijn naaste
te verbergen. Hij draagt op een geruiten
zakdoek een lichten lantai uefhoed en
aarzelt in plechtige omstandigheden niet
een kachelpijp op te zetten.
Het lustige leventje van den Indiër be
gint 's avonds. Dau baden de schouwbur
gen in licht en wordt er gedold op de bals,
de tertulias. In de bamboehutten bij het
enerveerend tinrintintin der bamboeinstru-
die op de plantages zijns vaders te Demerary
werd uitgeoefend en 't denkbeeld
eener protestantsche staatskerk voor Ierland.
Yan toen af bestreed hij beide.
Weder in 't parlement gekomen, thans
voor Oxford, werd hij de felle bestrijder
van het conservatieve ministerie Derby,
dat hij in 1852 hielp ten val brengen.
In 't „coalitie" ministerie (Whigs en Tory's)
Aberdeen werd Gladstone minister van
financiën. Hij werd, en bleef voorstander
van de vredespolitiek, en protsteerde tegen
den Krimoorlog. Hij trad uit het kabinet
en voegde zich voor goed bij de liberalen
met wie hij in 1857, door een afkeurend
votum over den Chineeschen oorlog, 't mi
nisterie Palmerston dwong 't Parlement
te ontbinden.
Gladstone werd kort daarop als bui
tengewoon commi «saris naar de Jovische
eilanden gezonden om de eilandbewo
ners, die een vereeniging met Grieken
land verlangden, met de Engelsche heer
schappij te verzoenen, doch hij keerde
terstond onverrichter zake terug, en werd
opnieuw kanselier der sohatkist in het ge
reconstrueerde ministerie Palmerston.
In 1864 voor zeer groote uitbreiding van
kiesrecht en voor de hervorming der
bisschoppelijke kerken pleitende, verloer
hij zijn parlementszetel voor Oxford, dooh
de kiezers van South Lancashire verko-
z en hem.
Na Palmerstons dood was Gladstone de
ziel der Regeering in 1867 moest hy ech
ter plaats, maken voor Disraêli (later lord
Beaconsfleld) die tot diens dood zyn tegen
stander bleef. De kabinetten Gladstone en
Disraëli wisselden sinds elkaar af.
In 1868 werd Gladstone's voorstel tot
scheiding van de Angliaansohe kerk in
Ierland van den Stant met 320 tegen 290
stemmen aangenomen. Bij de daarop gevolgde
entbinding viel Gladstone in zyn district,
doch Greenwich koos hem schitterend.
Het ministerie Gladstone trad op, en
dreef vele hervormingen door, doch werd
in 1874 door dat van Disraeli vervangen.
In de Bulgaarsche quaestie bestreed hij
ernstig de politiek van laatstgenoemde en
vorderde voor de Christenen in Bulgarije
gelijke rechten als voor dc Mohamedanen.
In 1881 had dit zyn herkiezing, voor
Leeds en Midlothian, ten gevolge. Hy
epteerde voor laatstgenoemd district; ter
wijl hy eerstgenoemd aan zijn zoon Her-
bert liet. Gladstone trad weer aan 't hoofd
van het kabinet; en in 188b nog eens.
Hij was echter te onbaatzuchtig in de
quaestiën Egypte,JSoedan, Ruslavd, Ierland,
en vooral de laatste quaestie deed de li-
m—j—
menten voeren de jonge meisjes, de daragas
met mannenhoeden op, de flamencas-dansen
uitde castagnetten klapperen, de guitaren
zingen in trémolos, een furia breekt los,
die dansers en danseressen in dolle jaléos
en fandangos meevoert.
De Indiër is evenals de mesties bjjzon-
der gastvrij de Europeaan kan by allen
op elk uur binnentreden en is er zekor
van zelfs onder het meest schamele dak
een hoffelijk onthaal te vinden. Zyn tegen
woordigheid wordt als een eer beschouwd.
De bamboehutten, meestal op palen ge
bouwd, zyn zindelijk; de Tagal, die op
den.grond zittende eet en op de latten
van den vloer slaapt, heeft geen meubelen
noodig, in eenige tampipis, een soort van
lichte doozen, is de geheele garderobe van
het huisgezin geborgen.
De Indiër, die zeer vroom is, reserveert
een geheelen wand van zyn hut voor heili-
genprentjes, waarvoo" onafgebroken een
lampje brandt. Doch breekt de nacht aan,
dan maakt de godsvrucht voor heel andere
gedachten plaats; dan gig den donkere
schaduwen door de duistere Btraten, dan
slaat het uur der serenades, het uur, waarop
de Philippijn onder het balcon van zyn
schoone de pava (pauw) gaat spelen, waarop
hy aan het Monte of Parguiquispel kwijt
raakt, wat hij bezit of niet bezit, het uur
eindelijk, waarop in de vuile hut van den
Chinees het opium triomfeert.