NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
io. 95. 1898.
fDondkiCag 12 Het.
fmaaffife faatgang.
VERSCHIJNT
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Buitenlandsch Overzicht.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKKRK, te Goes
en
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
POLITIEK.
Enkele liberale bladen trachten de
meening ingang te doen vinden, dat het
verzet tegen het wetsontwerp op den leer
plicht door „de politiek" wordt beheerscht
en beroepen zich dan op de stemmen van
enkele antirevolutionairen en R.-Katholie-
ken, die „leerplicht" verdedigen.
Geen voorstelling is onjuister dan deze.
Dat ook antirevolutionairen en roomsch-
katholieken vaak „leerplicht", zelfs eene
wettelijke regeling daarvan, hebben ver
dedigd, is oud nieuws. Leerplicht wordt
zelfs door elk goed christen verdedigd, en
overheidsbemoeiing ter naleving van dien
plicht behoeft niet principieel te worden
bestreden.
Geheel iets anders echter is de bemoei
ing met deze zaak door een godsdienstlooze
overheid of eene regeling zooals door
Minister Borgesius wordt voorgesteld.
Zelfs indien goede Christenen, zich door
hun ijver voor trouw schoolbezoek latende
meeslepen, zich vóór die regeling verkla
ren, blijkt daaruit nog niet dat zij het
verband van deze wet met geheel ons
toekomstig staatsbeleid hebben doorzien.
Men kan toch moeilijk beweren, dat
onzerzijds geen argumenten zijn aangeroerd
om dat verband aan te toonen. Van li
berale zijde weerlegt men die dan ook
niet, maar men maakt het volk diets dat
hier „de politiek" in het spel is.
Alsof men niet wist, dat van onze zyde
steeds, en jaren lang, tegen leerplichtrege
ling in ons land is gestredendat zelfs
zeer vele liberalen er nooit aan gewild
hebben, en dat ook nu de oppositie mede
is uitgegaan van een groep die waarlijk
wel getoond heeft haar oordeel over re-
geeringsontwerpen geheel los te maken
van de zoogenaamde „hoogere politiek".
En juist die groep heeft meer dan eenige
andere de indiening van het wetsontwerp
betreurd.
Wij keeren dan ook de zaak juist om.
De liberalen weten zeer wel, dat dit
ontwerp al heel weinig het schoolverzuim
zal beletten.
Toch heeft dit radicale Kabinet het in
gediend, lo om politieke redenen ter vol
doening aan stembusbeloften2o omdat
de aanneming van dit wetsontwerp de er
kenning is van het beginsel, welks toe
passing ten slotte geheel het gezin onder
werpt aan de voogdij van den neutralen
staat. (De Nederlander.)
-
Schoolverzuim.
Het verschil tusschen ons en
de liberalen op dit punt bestaat
alleen hierin dat dezen over de
voortreffelijkheid van goed onder
wijs veel praten en ook, maar
dan liefst op andermans kosten,
veel doen; terwijl wij er minder
over praten, maar destemeer uit
onzen eigen zak er voor over
hebben.
,,'t Was 1 April j.l. en ze waren op
reis naar Leeuwarden, om het schriftelijk
examen voor de onderwijzersacte te doen. Ze
hoopten zóó, dat ze voor aardrijkskunde
een opstel over de Povlakte mochten
krijgen. Te Leeuwarden ontmoetten ze
onbekende lotgenooten. „Vanwaar?" werd
gevraagd. „Van Hardegarijp", luidde het
antwoord. „Hardegarijp Waar ligt dat
Zoo vroegen zij, die zoo'n goed opstel
wisten te maken over de Po-vlakte".
Het staat in het Schoolblad en moet
waar gebeurd zijn.
Onmogelijk is 'tniet.
Eenige jaren geleden reisde eens op de
Zierikzeesche Boot een bekwaam jong
rechtsgeleerde van naam, zoon van een
beroemd oudminister, in Zuid-Holland ge
boren, en de man deed zulke onnoozele
vragen omtrent de namen der rivieren
die hij door- en der dorpen in zijn
eigen provincie die hij voorbij voer. Hij
gaf blijk met de aardrykskunde van dit
deel van Zuid-Holland hoegenaamd niet op
de hoogte te zijn.
Het is geen zeldzaamheid dat onze
knapste mannen van de eenvoudigste din
gen het minst afweten; dat wie in de Pc-
vlakte zich thuis gevoelt, vreemd is in
zijn eigen omgeving.
Een kwaal waartegen een dertig jaar
terug reeds door Duitsehe en Nederlandsche
opvoedkundigen o. a. door Wendel werd
gewaarschuwd.
DE OORLOC.
Wij beginnen met de volgende bijzon
derheden omtrent den slag bij Cavite.
De Spanjaarden bevonden zich in een
vrij sterke positiehet water was laag
en hun versterkingen onderhielden een
levendig vuur. De Spaansche schepen trok
ken achter de „Castilla" en hun vuur was
niet minder heftig. Een schot trof de
„Baltimore", gelukkig zonder iemand te
treffen. De „Olympia" was nu gereed om
het gevecht te beginnen. Dewey, de chef
van zijn staf en enkele andere personen
bevonden zich op de voorbrug. „Gij moogt
vuren als gij klaar zij t, kapitein Gnidley",
zei Derwey en om 5.41, op een afstand
van 5500 yards, bracht het 8 inches kanon
van den voorsteu toren een eersten groet
aan de Spanjaarden. Tegelijkertijd zouden
ook de „Baltimore" en de „Boston" haar
projectielen van 200 pond naar de „C.astilla."
Een schot trof de stuurboordzijde van
de „Boston" en ontplofte in den stateroom
van Ensign Doddrige, waar brand ontstond
ook een andere bom deed gevaar voor
brand ontstaan, doch de bemanning was
vlug bi) de hand. Een andere bom trof
den voormast van de „Boston" vlak voor
kapitein Wilder, op de brug. De granaat,
die de kajnit van de „Boston" binnen
drong, ontplofte op vijf voet van een der
officieren. Toch werd deze niet geraakt. Op
de „Olympia" had de officier van gezond
heid zijn operatie-tafel opgeslagen in de
groote kajuitde geestelijke, die den dokter
hielp, had juist zijn hoofd naar buiten
gestoken, toen een granaat het schip in
de zijde trof, geen el daarvan af. De
geestelijke trok zijn hoofd naar binnen
terwijl de granaat sprong, hij bleef onge
deerd.
Het Spaansche vlaggeschip en de „Castil
la" hadden tongen tijd hevig gebrand en
het laatste schip, dat verlaten moest wor
den, was de „Don Antonio de Ulloa",
dat overhelde. Aan de „Petrel" werd een
sein gegeven, om alle oorlogsschepen in de
binnenhaven te vernietigen en luitenant
Hughes stak met een gewapende boot do
„Don Juan de Austria", de „Marqués del
Duero", de „Isla de Cuba" en de „Correo"
in brand. Het groote transportschip de
„Manilla", verscheidene sleepbooten en
kleinere schuiten vielen in handen der
Amerikanen. De bevelen van Dewey
warenhet Spaansche escader te nemen of
te vernietigen. Nimmer werden bevelen
nauwkeuriger uitgevoerd. Binnen zeven
uur na aankomst op het terrein van het
gevecht was alles afgeloopen.
De manschappen hadden vreeselijk te
lijden van de hitte. Op de schepen was
alles dicht gemaakt, de vuren werden zwaar
gestookt, en bij de hitte van het geschut
vuur kwam nog het branden van de tro
pische zon.
Do dag eindigde met het werpen van
de ankers voor de Btad Manilla en met
het zenden van de mededeeling aan den
gouverneur-generaal, dat de haven geblok
keerd was en dat, indien één schot op de
Amerikaansche vloot werd gelost, de bat
terijen van de stad zouden worden ver
nietigd.
Zoodra de inboorlingen gehoord hadden
dat de Spanjaarden Cavite verlaten hadden,
begonnen zij de stad te plunderen. Zij
vielen zelfs de hospitalen aan en de Ame
rikanen moesten wachten aan land zetten
en de gewonden naar Mani 11a laten over
brengen. Te San Roque, bij Cavite, werden
alle huizen geplunderd. De bevolking van
Manilla was inderdaad dermate van voed
sel verstoken, dat het gepeupel de winkels
en het hospitaal plunderden, waarop de
Amerikanen voedsel en geneesmiddelen aan
de bezettingstroepen van Cavite medegaven.
De nederlaag der Spanjaarden werd
mijlen ver verkondigd door hun brandende
oorlogsschepen. De „Reina Christina" stond
Zondagavond nog in volle vlam, het was
een prachtig gezicht.
De groote Amerikaansche bladen roemen
allen den heldenmoed der Spanjaarden tegen
over de verpletterende overmaoht der Ame
rikanen, welke den strijd voor hen van
den aanvang af hopeloos maakte. Hier
komt bij dat de Spanjaarden volkomen in
het ongereede waren, zoodat ze zelfs de
draadgemeenschap tusschen de havenforten
en Manilla afgesneden hadden en die forten
dus niet konden seinen, toen zij het bin
nenvaren der Amerikaansche oorlogssche
pen eindelijk bespeurden.
Commodore Dewey ontving van de regee
ring een eeresabel, een bevordering tot
schout bij nacht, eene dankbetuiging en
een voorschot van 10 duizend dollars voor
belooningen en eereblijken aan de grootste
helden van den zeeslag bij Cavite.
De Roomsche Aartsbisschoppen in de
Vereenigde Staten hebben een brief opge
steld, die Zondag in &Ue Roomsche kerken
afgelezen zal worden. Ia dien brief wordt
voorgeschreven gebeden te houden voor
het welslagen der Amerikaansche wapenen
en voor de zielerust van wie in den slag
vallen.
Omtrent den grooten zeeslag die Zondag
ergens in den Atlantischen Oceaan gele
verd is, weet men nog niets naders. Het
gevecht schijnt ten noorden van San Do
mingo, dat is Haïti, te zijn begonnen.
Nabij Portinco, ook een van de groote
AntillenCuba en Jamaica zijn de andere
van de vier boven genoemd zijn zeven
tien Spaansche oorlogsschepen gezien.
De Amerikanen vermoeden dat het
Spaansche eskader van de Kaapverdische
eilanden ligt tusschen deze eilanden en
Pernambuco.
Men vreesde dat het de Oregon op
wachten zon, een Amerikaansch slag
schip, toeer dan tienduizend ton groot en
kraohtig gepantserd en bewapend, dat met
nog twee andere oorlogsschepen langs de
Braziliaansche kust naar 't noorden stoomde
en gisteren te Bahia (oude hoofdstad van
Brazilië) is aangekomen. Die vrees is even
wel beschaamd, daar toch genoemd eskader,
gelijk wij reeds vroeger meldden, te Cadix
is aangekomen.
Indien de Amerikanen in den jongsten
slag weder de overwinning behaald heb
ben, zal 't landingsleger dat in het zuiden
ligt deels naar Cuba overstekeu, deels een
landing op Portorico beproeven.
Generaal Miles en zijn staf vertrokken
van Tampa om deel te nemen aan den
eersten Cubaanschen veldtocht. Alle troe
pen te Chickamanga kregen order om uit
te rukken, het 3e en 6e cavallerie naar
Tampa het le en 10e cavallerie naar
New Orleanshet 2e naar Mobile.
Het vliegend eskader van commodore
Sehley bevindt zich nog te Hampston
Roads op de kust van Virginië.
Een nieuw Spaansch eskader van 11
groote en kleine schepen en torpedo jagers
schijnt te zijn uitgerust; een van deze
laatste heeft een snelheid van 30 mijl
per uur.
Omtrent de politieke bedoelingen met
den oorlog van Amerika's kant raakt men
wel een weinig op de hoogte, nu men tof
zelfs in de meest gematigde bladen lezen
kan dat de Amerikanen plan hebben de
Philippijnen te veroveren en te behouden.
Dadelijk werd het door een der grootste
New-Yorksche bladen uitgesproken: ook
wij wenschen een eigen plaats in Azië,
niet by de gratie der andere mogend
heden, maar wat wij zelf veroverd heb
ben, en wij zullen 't handhaven ook.
Dit betreft de Philippijnen en Manilla.
Maar de oorlog was toch jverklaard alleen
om de onafhankelijkheidsverklaring van
Cuba te verkrijgen
In Spanje blij ft het onder dit alles recht
treurig er uitzien. Oproer hier en oproer
daar. In verschillende steden, zooals Cadix,
Albaide, enz. zijn weer onlusten uitgebro
ken, en men vreest dat dit op meer plaat
sen zal geschieden, waar het nu nog kalm
is. In verschillende steden is de staat van
beleg afgekondigd. Te Linaris nam het
gepeupel Zondag stormenderhand het stad
huis in, en wierp de meubels op de straat.
De gendarmes vuurden in het stadhuis en
de oproerlingen schoten terug met revol
vers zoodat de gendarmes moesten afdein
zen en zich opstellen aan den hoek van
de straat. Er zijn twaalf dooden en vijftig
gewonden, die op straat bleven liggen. Op
denzelfden dag zyn betoogingen gehouden
te Poutevedra de troepen werden aange
vallen en gaven vuur, waardoor drie doo
den en drie gekwetsten vielen.
De quaestie van de levensmiddelen blijft
inmiddels te Madrid groote zorg wekken.
Mer, berekent dat de voorraad graan binnen
de maand opgeteerd zal zyn. Er worden
maatregelen genomen om buitenslands graan
te koopen.
Van moord en doodslag gaat het Brood-
oproer in Italië vergezeld.
Hoe het te Milaan toeging, toont het
volgende verhaal van een ooggetuige
Zaterdag hadden op verschillende plaat
sen bijeenkomsten van werklieden plaats.
Fabrieken en werkplaatsen waren gesloten,
het tramverkeer werd gestaakt. De
betoogers trachtten de lichting van 1873,
die onder de wapenen is geroepen, te
beletten naar hare regimenten te vertrek
ken. De spoorwegen werden vertraagd
door de groote moeilijkheid die het inla
den der troepen ondervond maar nog
kwam het tot geen openly ken opstand.
Later op den dag nam de betooging
een meer dreigend karakter aan. In de
straat Carso di Venetia werden barricaden
opgeworpen, om het patrouilleeren der
cavalerie te bemoeilijken. De tramwagens
werden omvergeworpen en als verschan
sing gebruikt het paleis Saporitti werd
opengeloopen en geplunderd, de meubelen
werden er uitgehaald en voor het bouwen
van bar.icales aangewend. De troepen,
die werden ontboden, vuurden herhaalde
lijk op de volksmenigte, zoodat verschil
lende personen gedood en gewond werden,
van de daken werden dakpannen op de
troepen geworpen. Des avonds werd de
staat van beleg afgekondigd.
En hoe het er Zondag toeging zegt ons
het volgende
De militaire overheid zag zich genood
zaakt op verschillende plaatsen van de stad
batterijen op te stellen. Des avonds waren
in d,en omtrek der stad alle spoorwegen
opgebroken. Yan 's middags tot 's avonds
hoorde men kanongebulder by de Porta
Ticinese. Vertrouwbare berichten waren
echter niet te krijgen, daar geen telegram
men verzonden mochten worden en men
de toegangen tot de stad zorgvuldig be
waakte. Men herhaalt dat 300 menschen
gedood en 1000 gewond zyn er zyn 8000
man troepen in de stad.
Hartverscheurende by zonderheden om
trent deze gevechten werden openbaar.
Zoo werd, terwijl de soldaten de eerste
barricade bestormden, een rijkgekleed jotg
meisje door een kogel in de borst ge
troffen. Zij viel tegen een muur en had
nog slechts de kracht „moeder" te roepen,
voor zij stierf. Op dergelijke wijze werden
verscheidene oude lieden, die niet spoedig
genoeg uit den weg wisten te komen,
doodgeschoten of vertrapt de scholen
gi.igen net uit, doch gelukkig hieven de
schoolkinderen ongedeerd. Men zag overal
ouders in doodsangst naar hun kinderen
zoeken, terwijl de kogels hun om de
ooren floten.
Studenten uit Pavia die aan den opstand
deelnamen, bezetten het Capucijnerklooster
en schoten van daar uit op de voorbij
trekkende troepen. De bevelhebber liet
hierop een bres in den muur van het
klooster schieten, de studenten vloden, de
capucijners werden ingerekend en met
hen drie socialistische leden der Kamer
en een Russische volksmenner.
Een ander socialistisch Kamerlid ont
kwam naar Zwitserland en vertelde te
Lugano dat de revolutionairen te Milaan
een federale republiek willen stichten naar
het model van Zwitserland.
Het spoorwegverkeer is gestaakt. Aan
den Zwitserschen kant geschiedt 't over
de St. Gotthard-baan onder militair ge
leide doch aan den - Italiaanschen kaut
staat alle vervoer stil.
Zoowel opstandelingen als troepen leden
groote verliezen. De laatsten maakten 300
gevangenen.
De opstandelingen hielden de equipages
die zich op de straat vertoonden aan en
gebruikten ze om hunne gewonden te ver
voeren wie er in zat (in dubbelen zin!)
moest maar een goed heenkomen zoeken.
Dat onder de ellende ook de bitterste
vijandschap zich mengt bewijst 't feit dat
zy onder anderen een nonnenklooster be
stormden onder den uitroep dat zy de
nonnen noodig hadden om er de barricaden
mee te verhoogen. De regeeringstroepen
hebben dit snoode bedrijf in tyds belet.
De opstand werd met beleid geleid en
maakte den indruk van reeds lang te zyn
voorbereid geweest.
Een gisteren uit Lugano verzonden
telegram zegt„De toestand in Milaan
schijnt niet verbeterd te zyn. Er loopen
geen treinen meer tusschen Chiasso en
Milsan. Men beweerd dat de stakende
spoorwegbeambten het centraal station te
Milaan bezet houden. Boeren uit Brianza,
met hooivorken gewapend, zyn de werk
stakers te hulp gesneld."
Zondagavond werd uit Florence geseind
dat de onlusten er voortduurden. De
politie dreef op het Victor-Immanuel-plein
de menigte met geweld uiteen, waarbij
twee menschen gedood en velen gewond
werden. Alle winkels, kerken en openbare
gebouwen zyn er gesloten. De opstande
lingen hebben vele hotels en winkels
beschadigd. Een menigte vreemdelingen
hebben Florence verlaten, ook de Koningin
nen van Nederland.
Uit Turijn wordt gemeld, dat in offici-
eele kringen groote engerustheid heerscht
over het voortduren der onlusten en vooral
over de gebeurtenissen in Milaan. De
regeering moet reeds besloten hebben tot
verdaging der Kamerzitting.
Yoor het oogenblik is het thans te
Mila an en Napels rustig. In laatstgenoemde
stad waren ds onlusten door studenten
aangestookt, die trams en electrische palen
omver wierpen en schoten uit revolvers.
De troepen gaven tweemaal vuur, waarby
éen persoon gedood werd.
Te Luino trachtten de opstandelingen
de gevangenis en de kazerne te over
meesteren. Te Messina hebben de troepen
de stad bezet. In tal van plaatsen in en
om Florence en in verschillende provinciën
moest de staat van beleg worden afge
kondigd. Dit geschiedde ook te Napels.
Te Venetië zyn als voorzorgsmaatregel
23 socialisten in hechtenis genomen. Gar
nizoen en vloot zyn geconsigneerd.
Arme bevolking van Italië, mag men
wel zeggen, dié door de malaise tot wanhoop
gebracht, den alechtsten weg tot verbetering
koosen nu ook nog, gelijk by v. te Flo
rence en in de Marken door watersnood
geteisterd wordt, daar de rivieren buiten
haar oevers getreden, duizenden menschen
v an al hun have en goed hebben beroofd,
het water in de straten meters hoog deden
stijgen, uit vele omliggende dorpen de be
volking vluchten deden om het leven er
af te brengen, het zaad overstroomden
en dus een mislukten oogst verwachten doen.
Onzen lezers zullen zeker de verkiezin
gen voor de Fransche Kamer wel niet in-