NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH Ho. 81. 1898. 2)ondki£a(j 1 Hpcif. famafftfe laacgan^ VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN LEEGPOMPEN. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p.i0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes EN va» 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Onder de gevleugelde woorden van onzen tijd beslaat dat hetwelk hier boven staat een voorname plaats. Maar 't staat in geen al te besten reuk. Men bezigt 't van zekere zijde nooit anders dan om er den fanatieken haat mee te doen uitkomen, waarmee de voorstanders van Christelijk onderwijs jegens de openbare school bezield zijn. „De openbare sehool leegpompen" het woord is van H. Pierson staat ei genlijk op éen lijn met „het vaderland ten verderve" een uit zijn verband grrukte zinsnede, die jaren geleden, als wapen tegen Lobman, san wien het vader schap er van werd toegekend, gebruikt werd. Ja, daarmede vergeleken, klinkt 't be kende „Vooruit en niet terug" van Pincoffs, dat duizenden ongelukkig maakte, als en gelentaal in veler ooren. Is 't opzet of onkunde die dit gevleu geld woord in zoo slechten reuk bracht? Wij kunnen 't niet beslissen. Wij vreezen 't eerste doch onderstellen liever het laatste en willen met 't oog daarop gaarne eene historische toelichting van het woord geven, uit welke het duidelijk zal worden dat het woord inderdaad niet verdient met zoo zwarte kool geteekend te worden. En de daad ook niet. Het woord „de openbare sehool leeg pompen" is al verschei lene jaren oud, ea is sedert dien tijd, tot zelfs in de Tweede Kamer toe, bij zoo velerlei gelegenheden aangehaald en in verkeerden zin uitgelegd en op op tal van vergaderingen der libe ralen gehoord, dat 't niet zonder reden is dat enkele menschen er zich door laten opwinden tegen die aanmatigende voor standers der Christelijke school. En nu dezer dagen het kamerlid dr. de Visser in De Voorzorg die zelfde uitdruk king, natuurlijk tusschen aanhalingsteekens, ook weder in verkeerden zin kwam te bezigen, achtten wij het niet ongepast eene poging te wagen om 't zoo fel gesmaie woord tot zijn rechte beteekenis terug te brengen en de bevreesden gerust te stellen. Reeds eenige maanden Da de invoering der schoolwet van '89 werd door voorstan ders der Chr. school op de noodzakelijk heid gewezen om den principiëelen school strijd voort te zetten doch in dien zin dat de beginselen der vrije school tot hun recht mogen komen. Drie groote beginselen vooral moeten doorgevoerd; die beginselen zijn de school aan de ouders rechtsgelijkheid tusschen beide scholen vrije examens. Deze beginselen moeten als pompmachines werken en de staatsschool, die deze drie beginselen verwerpt en vermoordt, zou bij doorwerking dier beginselen op vele plaatsen onnoodig blijken. Het is 't onde woord van Groen, eok een gevleugeld woord zoo men wilde vrije school regel, Btaatsschool aanvulling. Natuurlijk niet zoo maar bij wettelijk decreet een antirevolutionair begint niet met als dwang op te leggen, wat door overreding, langs den weg der zedelijke middelen algemeen eigendom worden moet. Maar door onbelemmerde doorwerking van 't beginsel. En de twee eerste der drie bovengenoemde beginselen beschouwen wij ook als zoodanige machines. De heer Pierson schreef toentertijd in zijn „Bode der Heldringgestichten" het volgende „Ik stelde voor, dat onze taak was de openbare school leeg te pompen, even als men dit met drie machines had gedaan ten aanzien van het Haarlemmermeer. Die drie machines waren le gelijkstelling van de openbare en de bijzondere school 2e verplichting van de ouders, om zeiven voor de opvoeding hunner kinderen te zorgen en 3e de vrije examens. Het verheugt mij, dat dit woord leeg pompen door de voorstanders van de open bare school aldus is verbreid ik kan er hen niet genoeg voor danken alleen spijt het mij, dat men niet altijd de drie ma chines er bij noemde, want daar hangt juist het rechte begrip van mijn bedoeling mede samen. De tegenpartij zag in mijn woord niets anders dan een bewijs van dwependen haat tegen alle staatsonderwijs en men wierp het steeds den vrienden der bijzondere scholen voor de voeten. Zeer ten onrechte. Ik heb geen den min sten haat tegen staatsonderwijs en wanneer deze drie machines, die met zuiver geeste lijke kracht werken, de Staatsschool niet leeg kunnen pompen, mag en moet zij, wat mij betreft, blijven. Maar indien deze drie inderdaad de Staatsschool kunnen vernieti gen, dan is die school ook niet veel waard. Men oordeele. De eerste machine is ge lijkstelling van beide scholen. Is daar eenige kwade toeleg in tegen de openbare school? Kan zij daar niet tegen Kan zij niet De- staan zonder bevoorrechting Kan zij dus alleen leven ten koste van hare mededing- tter Wie dat gelooft, eert haar niet. Zij veroordeelt dan zich zelve. De tweede machine heetverplichting van de ouders om voor de opvoeding hunner kinderen te zorgen. Neem eens aan, dat de ouders steeds dieper die verplichting voel den, ja dat wij het allerbeste bereikten, n.l. dat alle ouders liever den iaatsten cent, dien zij missen konden voor de opvoeding hunner kinderen, besteedden, dan geschenken aan te nemen van den Staat zou de open bare school dan verloopen Ja welnu dan is dit weer geen eerbewijs aan die ssbool. De hoogste en hartelijkste belangstelling van de zijde der ouders in de opvoeding hunner kinderen is dus de dood der openbare sehool. Des te erger voor haar. De derde machine heet; vrije examens. Die machine is nog niet aanbesteed het zal zelfs nog lang duren, eer de bestekken worden gemaakt. Maar ik vraag al weder neem aan, dat ons volk zich flink en vrij ontwikkelde, zoodat wij overal met toewij ding de openbare belangen bahartigd zagen en wij door zeLf te handelen, niet meer aan een staatsexamen behoefden gebonden te wor denzou dan de openbare school in min achting komen Zegt men wederom ja, zoo blijkt opnieuw, dat de openbare school alleen leven kan, mits men geloove aan ééne, onfeilbare, van Staatswege geijkte wijs heid en deze wijsheid met geweld aan de natie oplegge. Indien mijn drie machines de openbare school knnnen leegpompen, dan is zij van zelf als onbruikbaar geoordeeld. Nu ge loof ik voor mij, dat dit inderdaad zoo is, maar wie anders oordeelt, behoorde zijn geloof aan de openbare school uit zijn werken te bewijzen en niet zoo bang te zijn voor die machines. Immers dat men met de Cruquius, de Lynden en Leeghwater het Haarlemmer meer kon leegpompen, was om geen andere reden dan dat dit meer niet zeer diep was. Om de zee leeg te pompen, zou men wel wat meer krachten moeten bij zetten. Wat zoo gemakkelijk met drie machines van eenvoudige makelij kan worden drooggelegd is zeker niet zeer diep. Maar is het onze schuld, als de vrienden der openbare school haar zoo weinig vertrouwen Voorloopig kunnen zij nog gerust zijn. De eerste machine is bijna gereedvoor de tweede heeft men eenige heipalen geslagen, meer niet, 't zal de vraag zijn, hoelang zij ongebruikt zal blijven voor de derde is nog geen architect benoemd. Met deze ééne machine loopt de openbare school nog weinig gevaar. Er zijn er zelfs, die meenen dat zij boven op een kwel gebouwd wordt. De tijd zal het leeren." Tot zoover de heer Pierson. Indien hij dit punt nogmaals toelichten zou, hij zou kunnen wijzen op de schandelijke inbreuk op 't tweede der door hem genoemde rechtsbeginselen, dror 't ontwerp leerplicht, hetwelk de taak der opvoeding den ouders ontneemt, ea den Staat in handen speelt. Een maatregel waarvoor van die zij de waar men deze drie machines vreest, o zoo veel lof heeftdoch die een van de grondzuilen der vrije school raakt. Omtrent de vrije examens laten wij ons op 'toogenblik niet uit. Doch de beide andere genoemde beginselen blijven onze aandacht en belangstelling behouden. Wij zullen den schoolstrijd niet staken voor deze beginselen hebben gezegevierd. De school niet aan den staat maar aan de ouders. En geen bevoorrechting der Staatsschool meer boven de vrije school, waar beide aan do eischen der wet vol doen en minstens even „goed" zijn. Leerplicht. Een onzer grieren tegen de wet. is de verlenging van schooljaren. De vader van het kind mag niet be slissen of het kind van zijn 6e tot zijn 12Je, of van 7e tot zijn 13de jaar zal schoolgaan. Neen, zegt de minister die het volk niet kenthet zal zijn van het 6e tot het 13de en dat niettegenstaande duizenden hun kind op zijn 12de jaar om geldelijke-, soms ook om gezondheidsreden, al van school moeten doen en anderen om dezelfde redenen ze niet voor hun zevende jaar op school mogen doen. En dat bijv. terwijl zelfs dokters, o. a. dr. Snoeck Henkemans te 'o Gravenhage (in Het Vaderland van 15 Maart) verze keren „dat vele ouders het. belang hunner kinderen beter zouden behartigen wanneer zij, zooals ik zelf begonnen ben te doen, hen niet op zes-, maar op zevenjarigen leeftyd naar de lagere school zenden." Wetenschappelijke» steun geeft aan dezen wenk o. a. het feit, dat de kimierlyke hersenen tot het zevende jaar toe sterken groei vertoonen, daarna gedurende de jaren, waarin gewoonlijk de school bezocht wordt, veel minder, gelijk deze dokter zegt. En zouden zij die zoo zweren bij de adviezen der doctoren dan dit advies zoo maar in den wind durven slaan „Dr. v. d. Laar, vergissen wy ons niet, op politiek terrein geestverwant van dr. de Visser) of vrij antirevolvtionair?)..." Dat schreven wij in ons no. van 2 April jl. En wij hebben ons inderdaad vergist. De heer dr. mr. v. d. Laar toch is lid der antirevolutionaire kiesvereeniging „Nederland en Oranje" te Utrecht, welke vereeniging is aangesloten bij het Centraal Comité Wij verhengen ons in dubbelen zin deze vergissing te kunnen herstellen. Kweeke de Staats hoogeschool nog vele zulke wetenschappelijke mannen, christen democraten, die zich niet om kerkelijke of andere redenen laten weerhouden om zich aan te sluiten bij den Christen arbei ders, welke „al onze scholen opeischen voor den Christus". De zelfmoord van den Rotterdamschen kroeghouder, voorafgegaan door moord op zijn eigen kind, heeft bij velen groot af grijzen gewekt. De misdaad is dan ook gruwelijk ge weest. Vooral echter wachte men zich er voor om, door te staren op 't feit van den moord, de aandacht af te trekken van 't feit van den zelfmoord. Zelfmoord is afschuwelijker dan moord, dewijl hij eene daad van de groo ste laf heid Den de genade voor eenwig van zich werpt. Maar bij 't toenemend ongeloof van on zen tijd, erkent, gevoelt men dat zoo met meer. En hoe kan 't ook anders. De theorie van deu zelfmoord wordt door de grootste denkers, in fijne woordenkeus, in kgiscli betoog, in beeld en lied, gepre dikt de philosophic, de wetenschap ba- veelt haar aan. Bij hen ligt de schuld dat er zoovele gevallen van zelfmoorden voorkomen. Zij zaaiden wat thans gemaaid wordt. In de eerste helft onzer eenw waren het mannen uit het volk, die volgons Bilder- dijk, deze leer verkondden: Spot met duivel en met hel, Noem deu godsdienst kinderspel, En zoo 'tal u tegenloopt, Dan u zelf maar opgeknoopt. Maar in onze dagen zijn't niet meerde „ploerten", maar de ernstige denkers die zoo spreken. Een, met name de oud-minister Van Houten betoogt in een zijner wijsgeerige werken dat wanneer iemand niets meer van het leven te wachten heeft, hij er een einde aan moet maken, en dat de aandrang, waarmee betrekkingen of vrienden hem dan willen terughouden, hem steeds her innert aan een groep feestvierende studen ten, waarvan éen slaap krijgt en raar huis wil, terwijl de anderen hem, zonder bil lijke reden, met alle geweld willen doen blijven! Wij herhalen, zoo redeneert de liberale oud-minister v. Houten er over. Wien verwondert 't nog dat bij zoo cy nische prediking van den zelfmoord niet nog meerdere ontevredenen en levensmoe den slaap krijgen en naar huis gaan. Duur brood. Als door een recht op het graan de tarwe een gulden naar boven ging, en uit de opbrengst van dit reeht een tweede gulden aan den landbouwer per mud ten goede kwam, zou er duur brooden door dat dure brood namelooze ellende voor de arbeidende klasse komen. Zoo is het bij de stembus van '97 in den hoogsten toon het volk voorgezongen, en een groot deel van het kiezersvolk heeft dit geloofd. Thans steeg de prijs van het graan veel ineer dan één gulden. Feitelijk bevinden we ons derhalve in den toen voorgespiegelden toestand, en van het „dure brood" verneemt ge niets. Wel verre echter van het ongelijk dezer brood-profeten te erkennen, werpt men ons thans tegen, dat de hoogere graanprijs toch ten plattenlande niet die beterschap aanbrengt, die onzerzijds waar schijnlijk werd geacht. Fraaie redeneering metterdaad. Het gevolg dat onmiddellijk moest komen: het duurder brood, laat men thans rusten, en ons verwijt men nu reeds, na verloop van pas enkele maan den, het uitblyven van een gevolg, dat eerst kun komen, als de nieuwe toestand tijd en stabiliteit had verkregen, om zich te vesrigen. Mag men intusschen, gelijk de Zeeuw terecht herinnert, den grooten graanhan delaar Wood Davis in the Forum ge- looven, dan zal welhaast heel deze strijd over graanrechten tot het verleden be- hooren. Hij toch beweert, dat binnenkort de voorraad beschikbaar graan geheel zal tekort schieten, om in de wereldbehoefte aan brood te voorzien. Alleen voor Europa voorspelt hij een tekort van honderden millioenen bnsheis, en bij slechten wereldoogst van nog meer. Stand. •k De Sprokkelaareen veel positiever blad dan De Vaderlanderneemt laatstgenoemd blad onder handen om zijn schampere op merkingen aan 't adres van den heer Donner naar aanleiding van diens voorge nomen interpellatie in zake den plicht der regeering om de kerken uit te noodigen tot 't honden van een Biduur op den Kroningsdag. De Vaderlander had natuurlijk onder toejuiching der liberale pers gevraagd: wat nuttigheid heeft zoodanige noodiging, uitgaande van een liberaalradicaul kabinet, voor de gereformeerde kerken Wat meer dan die van een blooten vorm En is dat niet den bededag, die toch een teeder karakter heeft en hebben moet, beduime len en misbruiken als politiek oorlogstuig De eerste vraag beaamt de Sprokkelaar. Zij zegtook wij zouden deze vraag liefst niet doen aan dit ministerie dat zeer helt naar het anli-christelijke. Edoch zoo vraagt De Spr. er bij de heer Donner was volkomen in zijn recht, wanneer men van gevoelen is dat onze natie nog altijd beschouwd moet worden als een Chistelijke terwijl de regeering moet voorgaan in het bandhaven van het Christelijk karakter der natie. Doet nn een liberaal radicaal ministe rie dit niet dan wenden wij ons osk tot hetzelve niet met een zaak ah de heer Donner doetmaar „dan wenschen wij de beteekenis van het verkeerde daarom niet te doen neerkomen op het hoofd van den heer Donnermaar op de regeering op het Ministerie.11 De Vadert, is in zorg dat het ministerie nu „als ongeloovig sanhedrin op de kaak gezet" zal worden en daarvan zal dan de heer Donner de schuld hebben. 't Is heel vriendelijk voor het „liberaal radicaal" ministerie. Vooral die woorden „sanhedrin" en „op de kaak zetten" iu dit verband moeten het ministerie ten goede komen. Nu, wij zonden de regeering met als een „sanhedrin" betiteld wenschen maar wel zouden wij willen vragenGij regeering, die u aan het hoofd stelt van eene christelijke natie, beseft gij zoo wei nig de heilige roeping welke daardoor op n rust om die natie voor te gaan in haar christenplicht bij de troonsbestijging van haar Koningin Het blad wijst er dan zeer terecht op dat bij ontkenning van dezen plicht de wetgever ook de opleiding tot alle chris telijke deugden maar van 't programma der openbare school afvoeren moet. Ook wij scharen ons aan de zijde van dhr. Donner, doch meer onvoorwaardelijk en wel voornamelijk daarom, dat wij niet vervallen in de fout der beide christelijk historische bladen, boven door ons ingehaald, van namelijk de regeering te verwarren met de dienaren der Kroon. Van de Kroon moet de nitnoodiging uitgaan door middel van de ministers en zoolang de Grondwet de Koningin nog bij de gratie Gods Koninginne zijn laat, en de Koningin zelf bij elke correspon dentie met de Volksvertegenwoordiging deze nog aanbeveelt in Godes heilige be scherming ja zelfs de Van Houtens en Taks, aan de traditie getrouw in de Troonrede de Koningin de bede om de hulp des Almachtig en, zij 't ook enkele malen lot Hoogeren Zegen verdund, in den mond leggen, kan en mag niet anders ver wacht dan dat de dienaren van zoodanig eene Kroon, een verzoek als hetgeen de heer Donner bedoelt, tot de berken doen uitgaan. Wij gaan op dit punt nog verder dan de Sprokkelaarvalt ook deze traditie weer weg, dan valt or nog meer, en daar zullen wij tegen protesteeren. Mondje dicht, gelijk de Vaderlander wil, teneinde 't liberaal radicaal ministerie niet in 't gedrang te brengen, daar doen wij niet aan mee. En geen oprecht vaderlander zal een dergelijken sfloop als der wateren willen aanzien of bevorderen. Principiis obsta. Weersta de beginse len ook met alle achting voor de personen. Op dit punt niet christelijk historisch, maar antirevolutionair. 0) De Vaderlander is christelijk histo risch naar den liberalen-de Sprokkelaar is christelijk historisch naar den vrjj anti revolutionairen kant. Het Rotterdamsch Nieuwsblad liet op 1 April een vischjen nit, van welke daad zij genoegen beleeft. Het beestje zwemt nog. Zij berichtte namelijk dat de „onbe- zoldigden" bij de regeering zullen aan dringen op een pensioen ten bedrage van 't twee derde van hun traktement. Wij vonden 't bericht wel wat gek toch namen wij 't over. Doch ook andere'

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 1