NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
lo. 75. 1898»
DomMag 24 Haart.
ftnaaffife laacgang,
VERSCHIJNT
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Een verontrustend artikel
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p.0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKERK, te Goes
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cenfe
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
z'i die zich met
w April a. s. op ons blad
wenschen te abonneeren, ont
vangen de tot dien datum ver
schijnende nummers gratis.
Ue Nederlandsche Graanhandel werd
eer.ige wekea geleden verrast met de ver
taling van een artikel in 't Amerikaansch
blad The Forum (De Markt), welk artikel
door een der voornaamste graanhandelaars,
Wood Davis, geschreven, het verontrus
tende opschrift draagtDe dreigende on
toereikendheid van broodgranen, vooral
Tarwe, als voedingsartikel voor den mensch.
Op dit geschrift vestigen wij de aan
dacht.
De broodverbruikende bevolking der
geheele wereld is in de laatste kwarteeuw
van 371 miljoen tot 500 miljoen toegeno
men, een vermeerdering van 37Vs procent.
Er is een steeds klimmende verhooging
niet alleen door toeneming der bevolking
maar ook door vermeerdering van gebruik
en vermindering van oorlogen en epidemi
sche ziekten.
Grootere oppervlakten worden hierdoor
met granen bebouwd.
De landen met een groote bevolking
toonen een groote vermeerdering aan.
Engeland boogt op een vrij hoogjstaan-
den leefregel der handswerksklassen onder
welke niet alleen meer brood, maar ook
meer vleesch, melk en vruchten per hoofd
verbruikt wordt dan weinige jaren terug.
Tevens is 't verbruik per hoofd van aard
appelen en andere mindere soorten voedsel
verminderd.
In Frankrijk steeg het verbruik van
Tarwe per hoofd van 7,2 bushels per
jaar van 1880 tot '90, tot 8,01 bushels
gedurende de jaren '90 tot '95. Tegelij k
verminderde het gebruik van Kogge per
hoofd van 1,54 tot 1,45 bushels, en dat
van masteluin van 0.45 tot 0,25 bushels.
Het verbruik van boekweit en aardappelen
nam af.
In andere landen is 't ook zoo gegaan.
Sedert 1871 is de bevolking van Europa
langzamerhand met 91 miljoen gestegen
of 30 procent, terwijl de roggevelden in
Europa ,4Vs procent zijn ingekrompen, die
met spelt en masteluin 23 procentdie
met boekweit 40 procent. Het aardappel-
gebruik vermindert in Europa, uitgezon
derd in Busland, zeer.
In Hongarije en Scandinavië is sinds
1890 het verbruik van tarwe per hoofd
meer dan verdubbeld.
In België 57 procent meer tarwever-
bruik.
In ons land eveneens een hooger procent.
Hoe in Rusland de verhouding zoo bij
uitzondering verslechteren kon
Meer dan 85 pCt. van de groote bevol
king van Rusland vindt werk op het land
en sedert de emancipatie der lijfeigenen
zijn de verdeelde landen der dorpsgemeen
ten herhaaldelijk weder verdeeld onder
•en snel toenemend aantal gezinnen. Die
wederverdeeling is zóo ver gedreven en
met zulk een ongewenschten uitslag, dat
de Czaar ze niet lang geleden, verboden
heeft, behalve met verlof der regeering,
daar een erfbezit, dat dertig jaar geleden
groot genoeg was om éen gezin te onder
houden, door verdeeling in het geheel
niet meer aan het doel beantwoordt, en
dus dwingt grovere soorten voedsel te ge
bruiken, den armoedigen [[toestand verer
gert, en den voet, waarop men leeft, ver
laagt. Zulke veranderingen in den econo-
mischen toestand van het gros der bevol
king, spiegelen zich af in eene merkwaar
dige verandering van leefregel, waaronder
bijna honderd millioen menschen lijden,
daar het verbruik van Tarwe per hoofd
14 pCt. is afgenomen, dat van Rogge 13,5
pCt. sedert het einde der achtste decade
(1890). Daarentegen is het verbruik van
O een bushel is 36 kop.
mais en aardappelen per hoofd toegenomen,
dat van aardappelen met 13.5 pCt.
Indien het verbruik van Tarwe per
hoofd in Rusland sedert 1880 niet afge
nomen was, »ou de Russische uitvoer van
die graansoorten gedurende de laatste zes
tien jaren, 250,000,000 bushels minder ge
weest zijnen indien het verbruik van
Rogge per hoofd gelijk was geweest aan
dat van de achtste decade, dan zouden
niet alleen de 750,000,000 bushels Rogge,
die sedert 1880 uitgevoerd zijn, in het
land zelf verbruikt zijn, maar zouden nog
daarenboven 350,000,000 bushels van de
uitgevoerde Tarwe voor eigen gebruik be
steed zijn. Dat wil zeggen eene vermin
dering sedert 1880, van 13.5 pCt,, in het
verbrnik per hoofd in Rusland, heeft ge
diend om den voorraad der invoerende
landen met 1,360,000,000 bushels van voor
brood bestemd graan, te vermeerderen, en
heeft daardoor verhinderd dat er schaarschte
gekomen is in Midden en Westelijk Europa
en een der machtigste factoren is geweest
om een gedruktheid over de gansche land-
bouwwereld te veroorzaken.
Dit toenemend verbrnik van broodgra
nen in Europa, uitgezonderd Rusland, valt
ook waar te nemen in Amerika, ook Zuid
Amerika dank zij de emigratie, emanci
patie en met name in Brazilië der betere
koffieprijzen.
Het grootste verbruik van Tarwe dat
bekend is, is dat van Australiëen het
hoofdelijk verbruik wordt slechts door dat
in België en Frankrijk overtroffen.
En wat nu over de geheele wereld de
jaarlijksche opbrengst per hoofd in bushels
bedraagt, deze klom van gemiddeld 3Vs
in 1871 tot gemiddeld 4 procent in 1895,
terwijl die van andere granen afnam. De
gemiddelde opbrengst in de laatste kwart
eeuw per jaar en per hoofd is 3,75
bushels.
Zoo opmerkelijk is de verandering ge
weest in het totaal der acres met voor
brood bestemd graan, met betrekking tot
de verbruikende bevolking dat de opper
vlakte die gebruikt werd tot het voortbren
gen van Tarwe, Rogge, Spelt, Masteluin
en Boekweit nu 2 miljoen acres mindsr
bedraagt dan 15 jaar geleden en slechts
20 miljoen acres meer dan in 1871.
Indien de veigrooting der oppervlakte
gelijken tred had gehouden met de 37,5
procent waarmede de brood verbruikers toe
namen, zoo zou de vergrooting der voor
Brood bestemde oppervlakte, sedert 1871,
veel meer bedragen hebben dan 80 miljoen
acres, in plaats van de magere 20 miljoen!
De oppervlakte met Tarwe bebouwd
van de landen deor broodverbruikere be
woond, die minder dan 1 pCt. van hun
voorraad uit Azië en Noord Amerika be
trekken, nam toe van 125 miljoen tot
158 miljoen acres. Dat is 25 procent, ter
wijl het aantal broodverbruikers toenam
met 37Vs procent.
Buiten de streken die door broodverbrni-
kers bewoond worden, in Indië, Perzië,
Aziatisch Turkije en Noord Afrika zijn
omtrent 40 miljoen acres met Tarwe be
bouwd maar de uitvoer uit al die streken
bedraagt te zamen in de laatste jaren
minder dan 20 miljoen bushels per jaar
en neemt trapsgewijze af naarmate de be
volking dier landen toeneemt; van hier
dat voor het benoodigd brood de bevolking
van Europeesche afkomst voor meer dan
99 procent afhangt van de bijdragende
oppervlakten (3) die zij bebouwt.
Nu schijnt 't gemiddeld aantal acres met
broodgranen per hoofd, dat voor een
kwarteeuw 0,7 acre bedroeg met meer dan
een vijfde verminderd. Dit onheilspellend
feit, zoo concludeert onze Amerikaan, be
wust dat de staatslieden spoedig voor veel
ernstiger vraagstukken zullen staan dan
die van het tarief en de muntquaestie.
Bijdragende oppervlakten, zoo kan men
gemakshalve de oppervlakten noemen van
't bebouwd land dat voordehandelaramingen
dient. Meer dan 95 procent van bebouwd
land is door de broodverbruikers in beslag
genomende rest is voor handelsramingen.
Amerika is sterk in graanopbrengst ver
minderd.
Yau 1871'82 vermeerderde over de
geheele wereld de opbrengst met 24 mil
joen acres. Amerika leverde er 17 miljoen
van. En thans van de 8000000 acres
opbrengst meer over de geheele aarde van
188297 droeg Amerika niemendal bij.
En 'tis opmerkelijk toen Amerika niet
meer bijdroeg hield de graanopbrengstver-
meerdering met de bevolkingstoename geen
gelijken tred meer, doch kwam ten achter.
De tegenwoordige toestand met be
trekking tot voorraden en prijzen zou reeds
veel vroeger zijn gekomen, hadden wij
niet rulke goede oogstjaren en hooge op
brengsten over de geheele aarde gehad als
in de laatste jaren het geval was.
Bestaat er kans op verbetering der ver
houding 1
Amerika zal zijn maisvelden in tarweak-
kers dienen te herscheppen ZuidAmerika
kan vooruitgaan Siberië kan dank zij
den Siberischen spoorweg zich op den
tarwebouw gaan toeleggen.
Maar van geheel het uitgestrekte Siberië
zijn slechts 50 miljoen acres voor landbouw
geschikt. Veel meer dan de helft van Si
berië'* bebouwbare land wordt reeds be
woond door gemeenten van Russische boe
ren, die werkzaam zijn aan het voortbren
gen van jden voorraad, noodig voor een be
volking van 6 miljoen zielen.
Siberië zal,) naar kenners,beweren, nooit
voldoende voor eigen bevolking kunnen
voortbrengen.
Alleen Argentinië en Uragay beloven
een aanzienlijke vermeerdering.
Sedert 1884 is de met Tarwe bebouwde
oppervlakte in de Vereenigde Staten on
geveer evenveel afgenomen als die van
Zuid-Amerika is teegenomen. De acres die
men aan de Tarweakkers ontnam, zijn in
gebruik genomen voor mondbehoeften,
vruchten, groenten, melkerij, hooi, wat
al in verband staat met toenemende be
volking.
Nog een enkel woord over de graan
prijzen.
Doordien de Tarwevelden in de Ver
eenigde Staten tusschen 1870 en 1880 met
meer dan 17 miljoen acres zijn vermeerderd,
veroorzaakten de onvoldoende oogsten in
1879 en '80 slechts een matige stijging
in de prijzen der broodgranen. Vanaf
1882 zijn de prijzen echter sterk gedaald
tot het jaar van den hongersnood in Rus
land. De oogsten van '82, '84, '87 en '88
waren zeer groot, ware dit anders geweest
dan zou de daling in prijs tot staan zijn
gekomen daar het verbruik toen sneller
toenam dan de acres die de Tarwe ople
verden, terwijl sedert 1884 de met Tarwe
en Rogge bebouwde oppervlakte over de
geheele aarde met geen enkele acre werd
vermeerderd.
De goede oogsten tot 1896 vergrootten
in Amerika den voorraad met 1200 miljoen
bushels tarwe, behalve de roggeen ook
Rusland voerde in 1896 veel tarwe en
rogge uit. Dit deed de prijzen ongemeen
dalen en de verdiensten ophouden.
Doordien hetgeen men had overgehouden
zoo ver verminderde als met het oog op
de toekomst bestaanbaar was, zijn de toestan
den met betrekking tot het benoodigde en
den voorraad, door den mageren oogst van
1897, zeer veel verschillend van die, welke
jaar op jaar voortduurden na die van het
begin dezer eeuw toen de prijs tot vier
a vijf dollars steeg, daar het nu weder
onmogelijk is een geheel onvoldoenden
oogst aan te vullen door een aanzienlijk
overschot van voorafgaande jaren. Van
1882 tot 1889 en van 1890 tot 1896 waren
groote overschotten voorhanden om de
kleine tekorten aan te vullen van de min
der dan middelmatige oogsten, die
sedert 1882 opgeborgen waren.
Hoe is nu bij benaderiug de tegen
woordige toestand Europa heeft in de
laatste zes jaren verbouwd en ingevoerd
9930 miljoen bushels tarwe of gemiddeld
1655 miljeen per jaar, waarvan 210 mil
joen jaarlijks als zaaitarwe gebruikt zijn
en 1445 miljoen als voedsel voor 380
miljoen zielen, terwijl de voorraad per
hoofd 3,8 bushels is geweest. Dit jaar zijn
er in Europa 992 miljoen monden te voe
den welke 1490 miljoen bushels tarwe
zullen noodig hebben.
De oogst in Europa zal minder dan
1200 miljoen bushels bedragen, dus moeten
meer dan 500 miljoen bushels van buiten
at komen. Nn kan Europa 140 miljoen
bushels missen. Mocht Zuid Amerika, Indië
en Australië een grooten voorraad hebben
dan zal Europa voor Augustus a. s. 98
miljoen bushels uit die bronnen kunnen
verkrijgen. Door zulk een onwaarichijnlijke
uitkomst echter zou dan zelfs niet voorzien
zijn in 300 miljoen bushels Tarwe; 225
miljeen bushels Rogge, 30 miljoen bushels
andere granen en het equivalent aan
aardappelen gelijk aan 150miljoen bushels
Tarwe. Er zal dus in Europa een tekort
zijn gelijkstaande met 700 miljoen bushels
van voor brood bestemd graanBlechts
door een gering overschot van vorige
oogsten te dekken, zoodat een deel van
Europa's bevolking zich zal moeten be
helpen met Maisbrood.
Al 't bovenstaande, gevoegd bij 't feit
dat de behoefte aan Tarwe er» Rogge
jaarlijks met meer dan 40 miljoen bushels
toeneemt, doet een somberen blik in de
toekomst slaan. En wanneer wij dan eens
oogsten krijgen als in 1879, 1880 en 1881,
oogsten met een opbrengst ver beneden
die welke nu uitloopt op een tekort van
minstens een vijfde van het benoodigde
brood.
Het is een sombere schilderij die deze
Amerikaan voorhing. En hij voegt aan zijn
beschouwingen geen enkelen raad t oe dan
dat de wereld haar plicht versta om alles
in 't werk te stellen teneinde een enorm
tekort aan verbouwgrond te doen ver
dwijnen 1
Doch ook de staf onzes broods is in Gods
hand.
Leerplicht.
Niet de opvoeding regelenmaar be
langrijke verwaarloozing straffendat is
't standpunt waarop de overheid behoort
te staan.
Maar staat dan niet in't Burgerlijk Wet
boek artikel 159 dat de ouders zich
wederzijds verplichten hunne kinderen op
te voeden
Zeker. Maar het Burgerlijk Wetboek is
het Strafwetboek niet.
Dat 'tin 't Burgerlijk Wetboek alzoo
staat is slechts het constateeren van een
feit; het boeken van een bestaande ver
plichting. Let wel het boekenniet het
opleggen, veel minder het strafbaar stel
len en allerminst bedoelt het een controle
over een natuurlijke verplichting.
Was 't dit laatste dan zou immers de
overheid het recht van huiszoeking daar
aan verbinden.
Wy willen niet dat de Overheid bij ons
mkomt om de verwaarloozing te zien
maar dat de verwaarloozing uitkomten
zoo in het oog loope, zichtbaar worde.
Een andere uitlegging heeft dan ook bo
vengenoemd wetsartikel niet.
De schildluis.
De Regeering heeft aan professor Ritzema
Bos uit Amsterdam opgedragen zich in
de Vereenigde Staten van Noord Amerika
op de hoogte te gaan stellen van de ver
breiding der San José schildluis en van
de gevaren welke onze Nederlandsche ooft-
teelt zouden kunnen dreigen, ten gevolge
van de vermeerdering aldaar en de uit
breiding van dit insect, ten einde onze
Regeering van advies te kunnen dienen be
treffende onzerzijds te nemen maatregelen.
Nog deze maand gaat dr. Bos „onder
zeil".
Omtrent 't gevaar dat bij de overkomst
van de schildluis onzen vruchtboomen
appelen, perziken, pruimen, noten, bessen,
kersen, maar ook elzen, wilgen, rozen,
„boven 't hoofd" hangt, deelden wij reeds
een en ander mede.
De aangetaste boomen en planten sterven
door de inwerking van het insect, dat
slechts een millimeter groot en daardoor
voor het ongewapend oog nauwelijks be
merkbaar, eene buitengewone vruchtbaar
heid heeft, zoodat het zich in korten tyd
entzettend vermenigvuldigt.
Vooral in de laatste drie jaren heeft
het zich op onrustbarende wijze verbreid,
zoodat verschillende Staten van Noord-
Amerika door afsluiting der grenzen van
levende boomen, planten en vrachten uit
de besmette streken, zich tegen overplan
ting trachten te behoeden.
Nu zyn in de laatste jaren steeds meer
versche vruchten, voornamelijk appelen
en peren, uit Amerika in Engeland ingevoerd.
Het gevaarlijk insect zou alzoo ook
naar Nederland kunnen worden overge
bracht en aangezien de Duitsche regeering
nu reeds maatregelen heeft genomen tot
wering van het insect, lag het op den weg
van onze Regeering om eveneens maat
regelen te nemen.
En dit te meer, waar ons land een
levendige handel voert op Duitschland in
vruchtboomen, planten enz.en er gevaar
zou bestaan dat Duitschland zijn grenzen
voor dien handel zou sluiten.
Daarom juichen wij dan ook zeer toe
het dezer dagen door de tweede kamer
aangenomen wetsvoorstel, hetwelk strekt
om de Regeering de bevoegdheid te ver-
leenen om, als gevaar voor invoer van
plantenziekten dreigt, dien invoer onmid
dellijk (zonder medewerken der Volksver
tegenwoordiging) te verbieden.
De Voorzorg, officieel orgaan van den
Chr. Nat. Werkmansbond, bevat een schrij
ven van dr. de Visser waarin hij zijn stand
punt tegenover 't onderwijs uiteenzet. Zijn
„ideaal iseene staatsschool van een chris
telijk protestantsch karakter, met snbsidi-
eering van bijzondere scholen, zoowel
Roomsche als Joodsche en neutrale. Maar
mocht dit onuitvoerbaar blijken, dan gelooif
(ik) dat het stelsel Lohman (de vrije school
voor heel de natie(voorstel Unie rappert)
boven eenig ander de voorkeur verdient".
Het is niet duidelijk of dr. de Visser
ook de Gereformeerde en eventueel op te
richten Socialistische scholen onder deze
te subsidiëeren bijzondere scholen rekent.
Maar wat zal Bronsveld er van zeggen
dat deze zijn geestverwant en bestnnrder
van Volksondertcijs nu reeds zoo ver van
Bronsveld en zoo dicht hij het bekende
Unie-rapport kwam te staan.
De vriendschap tusschen den Sultan en
den Christen-Kaiser heeft toch op één punt
nog een goed g volg.
Wilhelm hoopt dezen zomer Jeruzalem
te bezoeken.
Maar de door de heidenen vertreden
heilige stad heeft geen drinkwater dat ge
schikt is om een Koningszoon die met zoo
hechte banden aan den Turkschen Christen-
dooder verbonden is, aangeboden te worden.
En nu haast zich de Saltan van Turkije,
tot wiens gebied het land Kanaan behoort,
om de oude waterleiding van koning Salo
mo te herstellen.
Daarna, wat in geen eeuwen gebeurd
is, zal er in Zion weder frisch drinkwater
te bekomen zijn en de groote wegen die
van Jeruzalem naar Joppe, en langs Jericho
naar Jordaan en Roode Zee loopen zul
len begaanbaar gemaakt worden.
Lezer, schiet u hierbij niet Jesaja's vier-
en-twintig eeuwen oude profetie te binnen,
waar van bronnen en gebaande wegen ge
sproken wordt
23 Maart '98.
Vergadering van den gemeenteraad te
Goes op Maandagavond 21 October 8 uur.
Voorzitter de heer Ramondt, wethouder.
Tegenwoordig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering en
deelt mede dat de burgemeester bericht
heeft ingezonden, wegens ongesteldheid niet