8> J5> NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. izaden :necht iknecht "bode, CHRISTELIJK- sr HISTORISCH raA »OTE ODE. ECHT necht g. lo. 69. 1898. DontMag 10 Maatf. fiuaafftfe Jaargang. 5aj et. IDELBURC. per El. [nstbode. VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Nederland en Oranje op de school. Buitenlandsch Overzicht roefstation Wa- id ere LAND- tslnitend eerste Veerenden prijs. a 1i n g. r wederver- 1IDDELBURG. IP 15. >0 zeer goe- ;st van postwis- TE NEMEN, bevallen. -Z.j Bruinvisch, 1, Domburg. rdt te Brigdamme -jeref. belijdenis, eele huishouding bejaarde, nu en e. Aanbiedingen het adres van Harlingen. een klein gezin 32. Ben ian, tegen hoog Clij verstraat P pi een fELEMAKER te Koudekerke. e v r a a g d eene ÏERLING te iSSEN, Oost-Sou- W. WISSE te Meliskerke, ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maande» franco p. p0,95. Enkele nummers0,02B. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cents Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij die zich met April a. s. op ons blad wenschen te abonneeren, ont vangen de tot dien datum ver schijnende nummers gratis. i. '»L»nds behoudenis lijdt laat bij de verwaarloozing van lauds ge schiedenis. Hooit, in 1600. In de Bondsvergadering der Nederland- sche Onderwijzers, waarin 'de motie tot proelameering der neutraliteit bij de aan staande kroningsfeesten werd aangenomen, waren een groote honderd afdeelingen ver tegenwoordigd. Er zijn er dus nogal heel wat die zich verbonden hebben tot een „huiohelachtig zwijgen". Waren zij eerlijk, dan zonden zij tegen die Kroningsfeesten mesten waarschuwen, dooh dit verbiedt hun de neutraliteit. Het zon indrniechen tegen 't bekende artikel 33. Men zon door te spreke» zondigen tegen de wet. Maar doet dit de openbare onderwijzer ook niet met zijn zwijgen Er waren in die vergadering ook eenige Bondgenoeten uit 't tegenovergestelde, uit het christelijke kamp. Vertegenwoordigers van de Unie der Chr. Onderwijzers. Of moeten wij zeggen Unie der onderwijzers aan Chr. scholen Wat die daar deden Openbare en bijzondere onderwijzer» in bond de voorbereiding tot de kronings feesten besprekende, dat laat zich denken. Maar openbare onderwijzers hunne an tipathie tegen dezen nationalen feestdag te hooren uitspreken, en dan als Christelijk onderwijzer kalm te big ven zitten tot ,het laatste, dat men dit kan laat zioh minder gemakkelijk denken. jWat deden deze volgelingen van Calvijn by de geesteskinderen van Rousseau Fog erger vernamen wij omtrent be doelde Bondsvergadering. Er werden na afloep voorstellingen gegeven. Een daarvan was het drama uit Spreuken 7 vs. 7 tot 24, in een klucht herschapen. Maar mogen Chr. onderwijzers nn wel aanraking zoeken met mannen die zoo iets aandurven Dezs Bond heeft ook een motie aange nomen om afkeuring uit te spreken voor de rede van den heer Lohman die gewei gerd had te geloot en dat de sociaal demo cratische onderwijzers derwijs nentraal zou den zijn dat zij hunne belijdenis op de school heelemaal voor zich zonden honden. Gaarne brengen wij hnlde aan deze be scheidenheid. Buiten de school is die anders zoo groot niet. In hun blad zeggen zij 't royaal dat de hoofden, ook ambtelijk, naar beneden moeten. Of biertoe reden bestond Ook wij hebben indertijd, bij eersten oogopslag, gezegd dat 't jammer was dat de beer Lohman zijn volkomen juiste be schuldiging nist illustreerde met een spe ciaal feit tot stating. Maar is dit noodig? Is 't niet waar wat de heer Lohman zei, 5 6t'1 Z0° S100*'® bescheidenheid om zijn gedachten te verbergen over eenige zaak, zelfs by sociaal democratische onderwij zers niet mag worden verondersteld Trouwens het Nieuwe Schoolbladonder redactie van hoofden aan openbare scho len, scheon de besehuldiging lakende, er kent zelf dat van deze bescheidenheid onder sociaal democratische onderwijzers met algemeen big kt en dat inderdaad ge- bestaat dat de vurigste onder hen, als opvoeder, ook de kindoren zal lastig vallen met propaganda voor zijne beginse len. Of zijn zoo vraagt het blad Zijn de (tegen)sprekers onbekend met het boekje „De jeugd van Frans Richter", uitgegeven jcoor de S.-D. Onderwijzers- vereeniging, waarin een poging wordt ge daan, de kinderen op te leiden in alle sociaal-democratische dengden Eenigen tijd geleden zoo gaat dit zelfde blad voort schresf C h r i s t i- aan Cornelisseninde Volksonder wijzer een artikel over het geschiedenis onderwijs op de openbare school, waaraan wij enkele zinsneden ontleenen „De groote moeilijkheid zit dan ook voor den onderwijzer, die socialist is, daarin om bij z'n geschiedenisonderricht telkens te voelen, hoever hjj zich wage n mag. Maar dat heeft hg' immers ook te doen bij dit onderwijs ten opzichte der verschillende godsdienstige richtingen, die hij moet ont zien. Hij moet immers ook zijn woorden leggen op "n goudschaaltje, wanneer hij de groote kerkhervorming of den persoon van Luther bespreekt I De geschiedenis is nu eenmaal 'n netelig leervak, de wondeplek bij uitnemendheid in de „neutrale" lagere school I Maar voor den onderwijzer-socialist is er op dit gebied wel wat uit te voerenals hij doceert met oordeel en takt en als hij z'n woorden weegt. Hij behoeft geen socialisme te verkon digen 1 Als h\j maar der waarheid getrouw de toestanden schetst, zeoals ze zgn, met de bedoeling z'n leerlingen aan t denken te brengen. Wanneer de onderwijzer z'n leerlingen de toestanden schetst der uitgemergelde bevolking van Frankrijk, eerst onder het kostbare bestuur van Lodewgk XIV en XV en daarna van den zwakken Lodewgk XVI, met heen wijzing naar de historieschrijvers, vermeldend, hoe de boeren in de jaren, onmiddellijk aan de revolutie voorafgaande, gras aten, gekookt gras in den letterlijken zin des woords En dan is 't immers een kleine moeite om eens n eeuw verder te wippen naar onzen tijd en er op te wijzendat ook in onze dagen de toestand weer treurig is, en om er dan bij op te halen, met heenwijzing naar de krantenberichten, dat, zoo er al misschien geen gekookt gras gegeten wordt in Neder land, t eten van gekookte aardappelschillen door mcnschelijke wezens in onze provincie Friesland voorkomt. Het ligt alles aan de takt, waarmede de onderwijzer als docent optreedt. En er komen ook in de vaderlandsche geschiedenis tijdperken genoeg voor, waarin de onderwijzer de behandeling van 'n be paald feit, zeggen wij eens van 't Kaas- en Broodvolk, kan vastknoopen aan 'n schilde ring van de toestandenwaaronder wij thans leven, en die'm gelegenheid gevente tpr eken van werkstakingen, armenbedeeling onder toezicht van marechaussées. De geschiedenis is en blijft voorzeker 'n netelig terrein in de lagere volksschool, maar voor den socialist-onderwijzer is er toch op dat terrein voor de ontwikkeling der denkbeelden en in 't belang der bescha ving van 't toekomstige geslaeht wel wat te doen." En na dit aangehaald te jhebben, komt het neutrale blad tot de volgende be kentenis Genoeg, om te doen zien, dat niet alle sociaal-democratische onderwijzers hoog genoeg staan om de school, het opkomende geslacht, buiten hun propaganda terrein te sluiten. Een bekentenis die het waarschuwend woord van den heer Lohman toch wel eenigszins schijnt te rechtvaardigen. Op één punt spreekt 't zelfs niet tegen, waar het zegt: „Of nu de sociaal-democratische richting der onderwijzers „volstrekt niet tegenover het grootste deel der bevolking het aanzien der openbare school vermin dert" Troelstra laten wij in het midden dat zal wel niet overal het zelfde zijn." En 't is maar goed ook dat men dit in het midden Iaat. Slechts daar waar de openbare onderwijzer hetzij uit bere kening, hetzij uit overtuiging zoogenaamd orthodox onderwijs, ook in de geschiedenis geeft, is de openbare school nog in eere, doch niet omdat zij een openbare schooi is, maar omdat zij den Christelijken toe naam nog niet verloochent. Wat wij hierboven zeiden omtrent „huichelachtig zwijgen" is eene scherpe uitdrukking die men lezen kan in Profes sor Nahers Boek over dr. A. Pierson. .jj} Hij schrijft „Het valt te betreuren dat op de open bare school het onderwijs in de geschio- denis, vaderlandsche en algemeene, nood wendig onvruchtbaar is. Men eerbiedigt iedere godsdienstige over tuiging en z w ij g t derhalve over alles wat de geschiedenis wetenljk belangwekkend maakt. De Hollandsche zeehelden uitstekend maar men zal toch moeten toegeven, dat in de wereldhistorie Bernard van Clairvaux krachtiger heeft ingegrepen dan de Kuyter. De geschiedeuis moet geen geschiedenis van veldslagen wordenongetwgfeld. Maar ook niet van huisraad en kleederdrachten. Op de denkbeelden komt het aan die de wereld vervormd hebben. Maar nu treft het aldus; dat die'.denk beelden te allen tijde tot op het jaar 1897 de religie tot achtergrond hebben. Wat wil nu de neutrale school daarmede aanvangen Zij schijnt mij veroordeeld tot een huichelachtig verzwijgen. En dat dit niets to veel gezegd is, dat bewijzen de jongere onderwijzers u wel in hunne Bondsvergaderingen of in hun Pers. Wij herinneren ons maar al te goed dat een hunner zek»re heer Robertus zich nu drie jaar geleden rond weg er over beklaagde dat hij niet gelijk zgn overtuiging was, op de openbare school Prins Willem I, den Zwijger, een schobbert mocht noemen. Dit is dan in elk geval nog een eerlijke zwijger. Maar een minder oprecht karakter ver toont het zwijgen van hen, die in de straks genoemde Bondsvergaderingen de verklaring aflegden dat of zij zeiven óf anderen met Oranje niets op hebben, maar dat zij geen captie zullen maken, mits de gemeentebesturen maar geen uitdagende houding aannemen. De voorzitter, Severijn, had gezegd „Velen zullen van ganscher harte aan de Kroningsfeesten moe doen maar velen ook niet. „Teneinde botsingen te voorkomen, zon den we aan j de Gemeentebesturen en de collega's willen toeroepen neemt geen uitdagende of uittartendehouding aan. Neemt geen lichtvaardig of ondoordacht besluit, maar laat u ook in niets dwingen. „De Nederlanders buigen den fleren nek niet. En mochten'er Gemeentebesturen gevonden worden, die onverdraagzaam te werk gingen, dan zal de Bond toonen, dat in de Vereenïging kracht ligt." (Vol gens het Handelsblad werden deze laatste woerden met applaus begroet). En de secretaris, het Kamerlid, Ketelaar zeide nog „dat sommigen van die feesten niets wilden weten, omdat zij geen liefde koesteren voor het Huis van Oranje anderen, omdat zij meenen een paedago- gisehe font te begaan, door deze quaestie in de school te brengen". Vooral dit laatste is teekenend. O, neutraliteit, wat solt men met je! O, openbare school wat raakt ge in de klem O, Nederland en Oranje, hoe wordt gij gebouwd door zoodanig onderwijs O, kroningsfeesten, hoe verheffend zal uw invloed zgn bij de gratie der hoe ren klasseonderwijzers Slot volgt.) Sommigen zeggen liever: „Inhuldigings feesten". Wg' echter houden ons aan de onder ons antirevolutionairen geldende uitdrukking. Zie "t artikel „Vaderlandsch Belang" in d6 Standaard van 29 October a. p. Leerplicht. De beschouwing over het al of niet wenschelijke van den leerplicht of liever leerdwang, het woord is van bet kamerlid mr. Pijnappel hangt geheel en al af van de beantwoording der vraag, hoe de ver houding moet zijn tusschen de macht der Overheid en het Ouderlijk gezag. De keer Heemskerk, het oud-kamerlid, heeft op d»n provincialen nniedag te Gro ningen, de poging van regeeringswege tot invoering van leeriwang betreurd a. uit een sociaal oogpunt, omdat leerplicht wel verre van sociale wonden te verminderen gevaar van vermeerdering doet ontstaan b met 't oog op den arbeid in het belang van het vrije Christelijk onderwijs, dewijl leerplicht ons bedreigt met steeds meerdere verspilling van de krachten van ons volk ten behoeve van het openbaar onderwijs, en ons, veor verweer daartegen, in ongnn- stigen toestand brengten c in verband met eene gezonde ontwikkeling der maat schappij, omdat leerplicht gevaar oplevert voor verzwakking van het verantwoorde lijkheidsbesef der ouders en veor onder mijning van het huisgezin. De elkaar zoo snel opvolgende branden in het land van Goes doen denken aan een geheim complot van brandstichters. Dat de landbouwers bij dit alle» zich zeer ongerust maken en dat, ook bij vol doende assurantie, de schade voor de be trokkenen zeer groot is, Iaat zich begrijpen. Aan dien toestand van spanning moet nochtan* een einde komea. En daarom hopen wij dat de 'justitie er ving bij zij om door nitloving van een belangrijke som aan hem die de daders aanwijst of inlichtingen verschaft die tot aanwijzing leiden, dit kwaad te stuiten. Bescherming voor den landbouw vragen wij, ook in dien>zin dat de bewoners onzer eenzame, afgelegen landhoeven en hun vee zoo veel mogelijk worden vrijgehouden van aanslagen als die den laatsten tijd de gemoederen zoodanig in beweging braehten. En voorts mogen ook onze landbou wers den 91stenpsalm lezen en betrachten dat is verreweg de beste assurantie. Dreyfus, Cavalotti, Yon Gautsch. Deze drie namen werden in de laatste dagen in de staatkundige wereld dikwijls genoemd en aan alle driejjjverbindt zich de droeve mare van den dood, den dood in zijne drie meest gangbare beteekenÏBsen. Dreyfus, dood in den zin van eerloos, terwijl hij onder 't moordend klimaat van Cayenne een langzamen dood tegemoet gaat en levend begraven mag heeten in zgn eenzame gevangenis op het Duivels eiland Cavalotti, dood in den meest letterlijken zin, vermoord in een duel en onverwacht uit dit leven geroepen voor den oppersten Rechter, die een iegelijk vergeldt naar zijn werk. Von Gantsch, dood inden zin van wer keloos, gevallen in den parlementairen strijd als eerste minister, teruggedrongen van zijn hooge plaats aan de zijde van Oosten rijks grijzen keizer. In betrekking tot deze drie nog eenige korte medeaeelingen. In de Rue de Sèvres te Parijs heeft een jongman zelfmoord gepleegd, hij is door den redacteur der Figaro herkend als de man die onder den naam Picard een valsch stuk bezwarend voor Esterhazy en naar het heette van het Dreyfus-syndicaat af komstig, aan zijn blad had willen verkoopen. Hij deed dit om de vrienden van Dreyfus te treffendoch hg werd ontmaskerd. In wiens dienst die man gestaan heeft, is niet met zekerheid bekend. Sommigen beweren dat de generale staf er meer van weet. In ieder geval ia zgn optreden een bewjje te meer van de verbittering over en weer tasscben- de aanhangers van den staf en de bewonderaars van den balling. De man zelf was een Elzasser en had tien straffen op zgn boekje dooï hem on dergaan wegens verschillende misdrijven. De regeering die by monde van Méline Donderdag 24 Febr. verklaarde dat het uit moest zijn, zal evenals zeker Neder- landsch Btaatsman die heel banaal in de tweede kamer uitriep dat de schoolstrijd uit moet zijn, ondervinden dat zulk» zoo maar niet gaat, dat eerst de harten en gewetens der menschen tot rust moeten komen, en dat 't eerst dan uit zal zgn. Van anderen aard is hetgeen wij omtrent Cavallotti hebben mee te deelen. Betreft 't eerste een drama met zelfmeord gepaard, spelende te Parijs 't tweede geval is een drama mei moord,' en 't stak speelt te Rome. Cavallotti was de leider der seeialrs- tische partij in het ïtaliaaneche parlement, en een heftig tegenstander der oneer lijke staatkunde van Crispy. Nn had hg in de Kamer een afgevaar digde beleedigd en zon hg deswege ge rechtelijk worden vervolgd. Hiervan stond een bericht in een der Romeinsche bladen en dit vertoornde den socialist zoodanig dat hij den redacteur van dat clericale blad uitdaagde tot een duel met de sabel. In goede lnim begaf hg zich met zgn getuigen naar het terrein het was zgn twee-en-dertigste en hg zag er derhalve niets tegen op. Toen hij tegenover den redacteur Maccola geplaatst was, viel hij dezen, die kalm bleef, heftig aan. Bg den derden uitval stak deze hem in den mond, zoodat de keelader werd afge sneden. Cavallotti gaf een golf bloed op en werd «aar een hui» in de buurt ver voerd, waar de dokter door een tracheo tomie lnchtpijpssnede hem nog traehtte te redden. Doch onder deze operatie be zweek hg. Hg was 55 jaar oud; en meet een ge- daeht tegenstander van den koning en van de ministers geweest zgn, die ten allen tijde in 't belang van het reaht tegen wil lekeur en omkooping, die beide maehten waarop Italië is gegrondvest, te velde trok. NiettenNn achtten zijn tegenstanders hem zeer hoog. De Koning ontroerde zeer op de tijding van zgn dood, en de Kamsr hief, na een bewogen toespraak des voorzitters, de zitting op. Omtrent den derden der bovengenoemde slachtoffers van de zucht om elkander naar het leven, ook naar het politieke leven, te staan Von Gantsch meldde» slechts dat deze minister en zgn staf ge vallen zijn onder de oppositie tegen de taalwet. Deze wet treedt 1 Mei in werking en aan hare doorzetting is de» Keizer al les gelegen. En daar nu de ministers er niet voor dorsten instaan dat 1 Mei alle» in orde zal zgn, gingen zij heen. Ook dit drama was in één nacht afgespeeld. Oostenrijk is een land met vele en velerlei jpartijen die een regeering den arbeid niet gemakkelijk maken. En ook thans schijnen de eigen vrienden de Czechen er niet weinig toe te hebbem bijgedragen om den Keizer dit nieuwe struikelblok op zgn weg te leggen. IntuBschen het nieuwe ministerie ia er alhet ministerie Thnn. Een soort concentratie-ministerie, uit conservatieve® en radicalen saamgesteld. Van een dergelyk soort ministerie heeft men (hier in Nederland ook wel eene gehoord. Het groote Dnitsoh-liberale orgaan Bo hemia schrijft er niet gunstig over. Het zegt„Een lijst die de namen Barnreither en Kaizl bevat, kan bij den tegenwoordigen stand van zaken haast niet els ernstig worden besohonwd". Men moet weten dff eerstgenoemde libel-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 1