NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Ho. 68. 1898.
Hitisifag 8 fflaarf.
iraaaffife laacgang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent'.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij die zich met I
April a. s. op ons blad
wenschen te abonneeren, ont
vangen de tot dien datum ver
schijnende nummers gratis.
Leerplicht.
Indien leerplicht tot het veertiende jaar
wordt ingevoerd voor alle lagere scholen,
dus ook voor de dorpsscholen dan zal men
voor de dorpsscholen een ander leerplan
moeten maken, 't onderwijs meer op zijp
stadsch moeten inriohten. Dan zal ook op
de dorpsscholen moeten worden gegeven
een onderwijs aan den toekomstigen arbei
der gelijk aan den toekomstigen rechtsge
leerde. Dit zou een dwaasheid zijn. Maar
wat dost dan een toekomstige boerenar
beider tot zijn veertiende jaar op schooi
Is voor hem lezen, schrijven, rekenen
en eenige algemeene kennis niet voldoende
heeft hij daar acht leerjaren voor noodig
en moet daar ook op onze dorpen 't leer
plan, 't aantal onderwijzers voor worden
uitgebreid. Wie zal dat betalen
De raad van den „Bond van Neder-
landsche Onderwijzers" aan de openbare
onderwijzers om bij de kroningsfeesten
geen „uittartende houding" aan te nemen
en aan de burgemeesters om niemand te
dwingen anders, enz." wordt door de Midd.
Crt., gelijk wij reeds vroeger het genoe
gen hadden op te merken, zeer gelaakt.
Ze vindt die redeneering zelve uittar
tend de Bond heeft een hoogen toonis
arrogant (aanmatigend), en toont niet genoeg
beschaving, kalmte, bezadigdheid. Het blad
vindt èa die vermaning èn die bedreiging
vreeselijk klein en verbazend aanstellerig.
In de Nieuwe Provinciale Courant lezen
wij naar aanleiding van deze afstraffing
het volgende
„En dat zegt een liberale courant.
„Schrijver dezes (de heer M. H. A. v. d.
Valk) moest zelt wel uit den mond van
een liberaal onderwijzer die een paar weken
geleden met hem in debat kwam in geen
onvermaarde stad in Noord Holland ver
nemen dat 't hem en de man werd door
de liberale luide toegejuicht' lood
omoudijzerwasof er e e n Oranje
vorst regeerde of Napoleon
maar zoo iets als de liberale M i d d e 1 b.
zegt is kras genoeg.
„En dan zal men ons nog willen dwin
gen (leerplicht) onze kinderen aan zulke
vreeselijk kleine, verbazende aanstellenige,
arrogante, hoogmoedigs onderwijzers toe te
vertrouwen."
Dit laatste kan de schrijver wel zeggen.
Immers Groningen is als bezaaid met
Christelijke scholen en de openbare on
derwijzers schijnen er rooder te zijn dan
in onze provincie waar 't aantal Christe
lijke scholen slechts een goede twintig
bedraagt; op Zuid-Beveland slechts drie.
Hoe gelukkig dat in Zeeland de meer
derheid der openbare onderwijzers van een
anderen geest schijnt.
Als men nagaat dat hier nog zoovele
rijke boeren wonen die gaarne den or
thodoxen christennaam voeren, doch geen
cent voor Christelij k onderwijs over hebbtn
°f deze zaak met een aalmoesje afschepen,
i' deze bezadigder gezindheid van vele
openbare onderwijzers in onze omgeving
nog een geluk bij een ongeluk te achten.
De oud-minister Van Houten is wel een
eerlijk staatsman, die geen wolf op zijn hart
smoren laat.
Dezer dagen schreef hij dat zijn toeleg
geen andere is dan om dr. Kuyper den
weg tot het torentje te versperren.
In verstaanbaar Nederlandsch wil dit
zeggen dat hij dr. Kuyper geen gelegen -
heid gunt om minister van binnenlandsche
zaken te worden.
Met groote openhartigheid heeft hij er
echter nog een toeleg bij genoemd. Hij
schrijft
„Staat slechts bij de liberalen van alle
schakeeringen vast, dat in geen geval
de Kuyperiaan gekozen moet worden
en erkent men, gelijk te Deventer, in elk
district, dat de vertegenwoordiging behoort
aan de schakeering, die er in de partij de
meerderheid heeft, dan is het met den
verontrustenden invloed van den begaafden,
maar voor de geheele moderne ontwikke
ling gevaarlijken gereformeerden agitator,
gedaan en de liberalen kunnen rustig
voortwerken aan hun taak, ook aan die vele
onderwerpen waar zij in conflict kunnen
komen met clericale inzichten."
Voor de rondheid van den heer Van
Houten koesteren wij grooten eerhied. Maar
wij houden 't ons voor gezegd De „cleri-
calen" moeten uit de Kamer opdat de
„liberalen" hunne inzichten kunnen doen
zegevieren
Het is 't oude woord van dien anderen
staatsman, waaraan wij herinnerd worden;
van Kappeijne: dan moeten de min
derheden maar onderdrukt, want dan zijn
zij de vlieg die de zalf des apothekers
stinkende maakt.
Een dreigement dat de liberale concen
tratie van '78 is opgebroken, en waarmee
die van '98 haar voordeel hebbe te doen,
alvorens naar den raad van den oud-
minister die in de Avondpost sohrijft, te
luisteren.
Want deze spreekt wel van „clericale
partijen", maar hij bedoelt de „antirevo
lutionaire partij" en even bang als hij
altijd was voor Lohmans antirevolutionair
staatsrecht, even afkeerig is hij nog van
Kuypers antirevolutionair beleid.
Een onzer lezers verzoekt ons uit een
van Calvijns geschriften nog eens over te
drukken, de woorden waarin deze ver
klaart de libertijnen nog gevaarlijker vij
anden van Staat en Kerk te achten dan de
Roomschen.
Wij doen dit bij deze gaarne, onder op
merking dat 't citaat een door dr. Kuyper
indertijd geleverde getrouwe vertaling is
van den latijnscheu tekst dien men vindt
in Calvijns Instructio adversus fanaticam
et furiosam sectam Libertinorum c. IV". Ed
Amst. 1667. Tom. VIII p. 377. coll. 1.
„Het zou wat fraais zijn, dat ik den
Paus en zijn genooten en dienaren naar
vermogen aanviel (wat ik wel moet doen,
omdat ik de kerk niet kan sterken, zonder
het zwaard te kruisen met wie haar on
dermijnen) en dat ik inmiddels hen door
de vingers zag, die nog veel verderfelijker
vijanden Gods zijn, en zijn Waarheid nog
zoo veel krasser aanranden. Neen, dan
laat de Paus ten minste nog eenige ge
stalte der religie staan hij vernietigt het
geloof aan een eeuwig leven niethij leert
dat God te vreezen zijhij stelt op eenige
wijze het onderscheid vast tusschen goed
en kwaadhij erkent Christus waarachtig
God en mensch te zijn en eert ten deele
de autoriteit van Gods Woord. Maar dis
anderen stellen zich aan als wilden ze den
hemel naar de aarde neertrekkenalle
godsvrncht vernietigenalle noogere aan
drift in den mensch uitbluescben en de
consciëntie in slaap wiegentot er ten
leste geen verschil hoegenaamd meer over
bleef tusschen mensch en dier."
Hiermede meenen wij aan het verlangen
van den heer B. te S. te hebben voldaan.
De openbare vergadering te Goes,
waarin de heer Kater van Amsterdam
een nieuwe afdeeling van Patrimonium
hielp in 't leven roepen, heeft in de
Zeeuwsche liberale pers de aandacht ge
trokken. Toch heeft zij er geen verslag
van gegeven. Dit zou al t« gevaarlijk
geweest zijn. Zij heeft slechts melding
gemaakt van een schermutseling tusschen
een der oprichters van Patrimonium en een
voorstander van den Ned. Herv. Werk
mansbond.
Deze, wat de zaak betreft, niets om 't
lijf hebbende woordenwisseling heeft men
opgeblazen tot een verwoeden broeder
strijd en er met verwijzing naar Psalm
133 allerlei leelijke opmerkingen aan
toegevoegd.
Het mooiste is dat van het heele standje
niets aan is.
Er is in de bewuste vergadering scherp
doch met inachtneming der vormen gede
batteerd. Het is nu eenmaal geen gewoonte
in Christelijk historische kringen dat men
by verschil van meening, het elkaar niet
flink en goed zeggen zou.
De bewuste vergadering is dan ook
een welgeslaagde geweest, en 't twistge
schrijf dat daarop is gevolgd, heeft niet
de Chr. werklieden, maar de liberale
pers geschaad.
Wat toch is er opnieuw door bewezen?
Dat men van die zijde den principieelen
strijd ontwijkt, de waarheid liefst ver
zwijgt en de feiten zijn lezers ont
houdt.
Indien èn van Katers rede èn van 't
debat, naar waarheid ware verslag ge
daan, allicht zouden de oogen van enkele
liberalen of onverschilligen zijn opengegaan
voor de deugdelijkheid der chr. historische
beginselen en 't goed recht der Chr.
werkliedenvereenigingen.
De verslaggever van de Midd. Crt. ver
klaarde zelf (zie 'tno. van 2 Maart) dat
zijn aan dat blad verzonden verslag groo-
ter was geweest, doch dat de redactie het
had ingekortwat deze toegeeft, onder de
opmerking nota bene „dat het (haar) niet
gewenscht voorkwam in allerlei details te
treden, en de hoofdquaestie (1) zich toch
bepaalde tot (het standje met) de heeren
Dekker en Plazier 1"
En het liberale schimporgaan de Nieuws
bode distilleerde uit het verzonnen verhaal
nog een ander met de nieuwe logen er by:
„Het ging er zoo weinig Christelijk toe
dat velen de zaal verlieten".
Men klaagt van die zijde over de
onbetrouwbaarheid der Fransche clericale
pers.
Maar is 't met de Zeeuwsche liberale
pers niet minstens even treurig gesteld
II. Nederlandsche Zendings-
vereeniging.
Deze vereeniging moet weer melding
maken van een tekort, groot ruim vijf-
dnizend golden. De rekening van 1896
heeft ook nog een tekort van f 1500.
Hiertegenover staat do prediking van de
macht der kleintjes de stuiverscollecten
brachten in 1897 f 7859,65 op nog f 100
meer dan een jaar te voren.
Tech blijft veel noodig. Te meer daar
Zendeling Van Eendenburg dit jaar weer
naar Pangharepan teruggaat en zendeling
Muller hem vergezellen zal om een nieu
wen zendingspost te vestigen.
De lezer herinnert zich wel dat tusschen
de heeren Donner en Kuyper eenerzyds,
de Visser en den minister van koloniën
anderzijds in de tweede kamer een belang
rijk debat is gevoerd over de noodzake
lijkheid van herziening van 't Indisch Re-
geerings Reglement.
Zendeling Verhoeven te Kadipaten, een
man van de practijk, lacht ze uit die dat
Reglement willen handhavenen geeft
daarvan rekenschap in een brief, die veel
goede tijdingen bevat over den zegen op
de prediking des Woords geschonken door
de bekeering en toebrenging van twee
echtparen, die jaren (lang in concubinaat
(„wilde echt") hadden geleefden door
de toebrenging der Mahomedaanscke Loe-
sina, op wie zoo treffend van toepassing
is wat in Joh. 140 en v. v. verhaald
wordt. Doch helaasaan de eenvoudige
menschen die uren ver loopen komen om
't Woord te hooren 'tzijn mohamedanen
werd door 't dorpsbestuur aangezegd
dat zulks niet meer mag, op straffe van
verbanning en verbeurdverklaring van bun
goedje, om hetwelk eigen te krijgen zij
hun heele leven hadden gezwoegd.
De zendeling merkt naar aanleiding
hiervan op
In dien afgelegen hoek zon zich eene
Christengemeente kunnen ontwikkelen, zoo
't hier niet was een Mohammedaansche
maatschappij, waar ieder dorpsbestuur,
met inbegrip van den Mohammedaansclien
dorpspriester, een by na onbeperkte macht
uitoefent over de dorpsbewoners, een macht
gesanctioneerd door artikel 71 van onze
Indische grondwetRegeeringsreglement.
Hier is misschien weer een bewijs ge
leverd dat een der moeilijkste bolwerken
tegen 't zendingswerk op Iest Java bestaat
in de door ons gesanctioneerde organisatie
van bet Mohammedaansche volk.
Dat zegt een zendeling, een ooggetuige,
zal men naar hem hooren
III. Zending der Cereformeer-
de Kerken.
Deze Zending heeft nog slechts weinige
zendelingen, maar die weinigen zorgen voor
degelijke berichten en hun arbeid verrich
ten zij met groote geestdrift.
Achtereenvolgens maakten wij dit jaar
weder kennis met een drietal brieven van
Zendeling Pos te Melolo, en van diens
echtgenooteen twee van ds. Adriaanse.
Al deze brieven zyn zeer belangrijk, waarom
wij 'tte meer betreuren dat wij er zoo
weinig aan ontleenen kunnen.
Zendeling Pos las in een liberaal blad
een zeer sympathiek getuigenis omtrent
het hospitaal te Djocja, uit hetwelk blij kt
dat de arbeid der beide zendelingen aldaar
ook by andersdenkenden waardeering vindt.
Wat deze (lib.) .correspondent schryft om
trent den voorgenomen bouw van een „groot
hospitaal voor inlanders en behoeftige Euro
peanen dat uit de ruime beurs van dr.
Scheurers missie door hem gebouwd wordt,
en waarvoor de steenen reeds aangedragen
zyn, een ware weldaad" moge tot aan
moediging strekken voor die vele gere
formeerde vrouwen onder ons die zich op
maken om gelden te verzamelen voor deze
broodnoodige stichting.
Wie gisteren te Goes den zendeling Zim-
merbeutel, van de Salatiga-zending, hoorde
over de krankheden en ellenden, ook op
Midden-Java, juist het terrein waar de
gereformeerde Zending slechts een zendeling
heeft, wonden die roepen en schreien om ge
nezing, die zullen allicht, uit den mond van
een ooggetuige geleerd, zich er toe vinden
laten om deze poging der gereformeerden,
die zich niet tot de gereformeerden alleen
behoeft te beperken, te steunen.
Laat 't de leuze aller Christenen zoo
kleinen als grooten wezenDr. Scheu-
rer moet spoedig zyn Zendingshospitaal
hebben
Zendeling Pos vertelt onder anderen
van een vrouw die een kranken voet had
en om die door hem te doen verbinden
en genezen een wandeling maken kwam
van vier uren heen en weer. De wond
schryft hij is op een plaats dat by
iederen stap het weefsel, dat zich, door
de medicijnen gevormd heeft, breekt. Ia
het een vereischte, vooral in Indië,nauw
keurig op eene wond te letten, en haar
vooral nauwgezet te behandelen en vooral
wanneer de wond aan been of voet is,
rust te geven aan dat zieke deel, wat moet
er dan wel plaats hebben als iemand met
zulk een ziek deel moet wandelen, en dan
zoo ver.
Zendeling Adriaanse, nog altijd alleen
staande voor een taak die wel honderd
krachten gelijk de zijne vorderen zou, heeft
maar aldoor in zyn brieven reden tot
klagen over gebrek aan geestelijke leiding
voor de arme Javaansche christenen. Alleen
reeds om de kleine christengemeenten te
boawen zou voortdurend onderwijs en op
zicht noodig zyn. De eene dwaling na de
andere zet zich vast, en 't onkruid is spoe
diger gegroeid dan geroeid. Waar zijn ze,
die willen overkomen en helpen
Een voorbeeld geeft Pagedongan, waar
een open deur is. Daar is een kring van
Javanen die gebroken hebben met de
Islamsche gewoonten en des Zondags samen
komen doch er is niemand die hun het
Woord kan ontsluiten. Yan de 30 lieden
die daar komen, kunnen slechts 2, en dan
nog zeer gebrekkig, lezen. De kinderen
worden in het geheel niet onderwezen.
Was dit 't geval geweest dan was er hoop
voor de toekomst. „Had het tweede ge
slacht leeren lezen, wy zouden ze nu
eenvoudige lectuur in handen kunnen
geven, om ze een rechte voorstelling te
geven van den weg der zaligheid en de
dwalingen te bestrijden die nu steeds
voortwoekeren", schryft deze zendeling
terecht.
Zyn omgang met Sadrach heeft op dezen
een gunstigen invloed gehad. Uit meer
dan een geval blijkt hoe deze schrandere
inlander uit onkunde en niet uit kwade
trouw tegen de rechtzinnige leer gezondigd
heeft. Hij schijnt een man van goeden
wil te zyn, die ernstig zoekt de waarheid
te dienen. Zendeling Adriaanse deed daar
laatst weer een nieuwe ervaring van op.
Hy had, gelijk bekend is, met Sadrach
een gesprek gehad over de geloovigen
voor Christus' komst en hem aangetoond
dat ook Abel, Abraham, e. a. waren inge
gaan door het geloof ia Christus. Nakwam
eenige dagen later des zendelinge helper
Timothens in een naburige plaats waar Sa
drach tweemalen in een kerkje waB op
getreden.
Toen Timotheus bij den Zendeling terug
kwam, vertelde hy hem dat Sadrach ia
de Koempoelan allerlei geleerd had, dat
hy van den Zendeling vernomen had.
„Want" zoo sprak hij toen bij den
laatsten keer hier was, heb ik, terwijl ik
in de zij kamer in uw huis zat te werken,
gehoord hoe u hem hebt uitgelegd dat er
maar één weg tot zaligheid is n. 1. door 't
geloof in Jezus Christus, en dat ook de
lieden voor de komst van Christus enkel
door dat geloof in den Zaligmaker zijn
behouden geworden.
En /ie, dat heeft Sadrach nu beide malen
dat ik hem hoorde, uitvoerig aan de lieden
uitgelegd, alsof hij dat zelf ontdekt had,
terwijl hij het pas van u geleerd heeft."
Voorwaar hier is slechts noodig dat de
weg der zaligheid hun slechts „onderschei
denlijk" wordt uitgelegd. Dit werk is daar
in goede handen.
Goes. Omtrent den heer Kater, voor
zitter van Patrimonium schryft Het Reclame
blad „Zoon van een melkboer in Am
sterdam die zeer achteruitging, kwam hij bij
het overlijden van zyn vader in het wees
huis. Tweemaal werd hij bestemd voor
de koopvaardij naar Indië; langen tijd
was hij boerenarbeider. Daarna colporteerde
hy eenigen tijd voor Ds. Budding en woonde
toen bij hem in het huis op de kade naast
bakker Cappon te Goes. Weer later werkte
hij aan de gasfabriek in Amsterdam en
werd eindelij k metselaar. Dat bleef hij tot
voor 11 jaar geleden, maar intusschen had
hij Patrimonium helpen tot stand brengen,
welke werkliedenvereeniging zeer toenam
in leden en afdeelingen door geheel het
land. En nu is hij een man die meermalen
bij de grooten der aarde de belangen der
arbeiders bepleitte (o.a. driemaal bij Ko
ning Willem III), een mam van veel kennis
en ontwikkeling, die de belangen van den
arbeider niet alleen kent, maar zijn heele
leven besteedt om die te bepleiten".
Goes. Op de algemeene vergadering
van de Voorschotvereeniging en Spaarbank
alhier waar Zaterdagavond het 29ste Jaar
verslag werd uitgebracht, was de opkomst
buitengewoon gering, want slechts twee
gewone leden waren buiten het bestuur
aanwezig. Het dividend werd voor het
afgeloopen jaar op 5 procent vastgesteld.
In de commissie van toezicht werd herko
zen de heer M. Hoogesteger en in plaats
van den heer G. v. d. Hoek die niet
meer in aanmerking wenschte te komen,
gekozen de heer J. Pilaar J.Mz,