NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Ho. 59. 1898.
$nmafftfe laatgang,
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Buitenlandsch Overzicht.
ZO LA.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maande» franco p. pf 0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent'.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Middelburg, ook voor St. Laurens 16,17,18,
22,23,24 en 26 Febr.l, 2,3,4, 9,10,11 Maart.
Leerplicht
Het (liberaal) Vaderland schrijft:
„Doch met bestaande opvattingen, met
vooroordeelen zelfs, mag tot op zekeie
hoogte worden gerekend, en om den tegen
stand tegen deze wet niet te sterk te
maken, mag deze ontheffing met gerust
geweten worden behouden en uitgebreid.
Moge men er in katholieke kringen althans
dankbaar voor zijn".
Hier is 't kennelijk om aanneming van
't wetsontwerp op den persoonlij ken dienst
plicht te doen.
Maar zal nu straks om de anti-rerolu-
tionairen te winnen voor het ontwerp
Leerplicht datzelfde liberale Vaderland
zeggen
Doch met bestaande opvattingen, met
vooroordeelen zelfs, mag tot op zdkere
hoogte worden gerekend, en om den tegen
stand tegen deze wet niet te sterk te
maken, mag deze ontheffing (voor de be
zwaarden tegen den vaccinedwang en de
openbare eehool) met geiust geweten wor
den verleend. Moge men erin de antirevo
lutionaire kringen althans dankbaar,voor zijn.
Nog eens, zal 't liberale blad, zal de
liberale party dat willen?
Wij hopen 't zeer.
Doch wij vreezen.
Wij vreezen gelijk de heer v. Asch v.
Wijck in de eerste kamer terecht reeds
heeft voorspeld, wij vreezen een ver
nieuwden schoolstrijdbij doordry ving van
een anti-nationale wet waarvoor, wie weet,de
heele liberale concentratie van Bastert
tot v. d. Zwaag zich zal laten vinden.
Wegens plaategebrek moeten wij de
agenda voor de Middelburgsche raadsver
gadering van a.s. Woensdag te 2 uur ter
zijde leggen. Als laatste punt (pnnt 16)
komt er op voor: Voorstel B. en W. be
treffende verkoop gasfabriek. Wy hopen
dat de argumenten van den heer Fokker
(zie 'tin ons vorig no. gegeven resnmé
van diens in de Midd. Crt. geplaatste ar
tikel) znllen worden ontzennwd of zoo niet,
dat dan 't voorstel ter nadere overweging
worde gerenvoyeerd naar B. en W. en de
behandeling aangehouden.
FEUILLETON.
Da stikstofvoeding en stikstof bemesting
der landbouwgewassen.
Alle planten, hoe verschillend van vorm,
van groeiwijze, van nut enz., zij ook wezen
mogen, komen daarin overeen, dat zij be
staan uit water en vaste bestanddeelen.
Verwjjdert men al het water uit eene
plant, dan houdt men de vaste bestand
deelen of droge stof over.
Deze droge stof is gedeeltelijk onver-
brandbaar.
De onverbrandbare bestanddeelen blijven
by verbranding dus als asch over en daarom
noemt men ze aschbestanddeelen. Wij
kunnen dns zeggen, dat de planten bestaan
nit water, verbrandbare bestanddeelen en
aschbestanddeelen.
Het water bestaat uit waterstof en zuur
stof, de verbrandbare bestanddeelen nit
stikstof, znnrstof, waterstof en koolstof,
de asch der planten bevat pbosphorznnr,
kali, kalk, magnesium, ijzer, kiezelznnr enz.
Deze stoffen zijn alzoo de bouwstoffen
voor de planten, en wanneer een dezer
stoffen ontbreekt, kan de plant of niet
groeien of sleobts een kommervol bestaan
voortsleepen.
Nu is bet evenwel niet noodzakelijk,
dat de landbouwer al deze stoffen in de
reeks der meststoffen opneemt, waterstof,
znnrstof, koolstof, ijzer, kiezelznnr enz.
ontvangen de planten door de lncht, den re
gen of zyn in voldoende mate in den jbodem.
Anders is dit met de stikstof, hetphos-
pborzunr, de kali en de kalk.
Al schijnt de zaak hopeloos, en al
kost 't bovenmenschelijke krachtsinspanning
om ook maar een tipje van den sluier op
te lichten die de waarheid in de Dreyfus-
qnaestie verbergt, toch is al veel gewon
nen voor wie weet dat 't publiek al meer
tegen Esterhftzy partij kiest en dat zelfs
twee oud-ministers (die de zaak Dreyfns
van 1895 hebben bijgewoond) thans zijn
gewonnen voor bet denkbeeld van herzie
ning van 't proces. Het zyn de beeren De-
velle en GHerin, die thans overtuigd zij n
dat de toenmalige minister van oorlog
Mercierde wettelijke procedure vervalscht
beeft.
Het pnbliek wordt overigens al woester.
Eerst tegeningenomen, later gespannen,
boos, woedend, fanatiek, moordzuchtig
het kookpunt schijnt bereikt, en nog is
er aan 't proces geen eind te bespeuren.
In een der galerijen heeft een aristo
cratische dame een journalist bij den arm
gepakt en hem toegeschreeuwdJe bent
omgekocht, vuile Jood, ik zal jedeoogen
uitkrabben. En dat zy haar plan niet vol
voerde ligt aan de politie die de fnrie
verwijderde.
Bij 't uiteengaan der zitting van Vrij
dag sloeg een hoofdofficier lid van den
krijgsraad die Esterhazy vrijsprak, een
jong advocaat met een stok op de hersens
zoodat dezen 't bloed nit gapende wonden
vloeide.
En onderwijl dreigt 't woedende grauw
nog steeds Zola en zyn advocaat bij bet
naar huis rijden in 't water te zullen
gooien.
Van den voorzitter der rechtbank af
tot den geringsten toehoorder toe is alles
in de zittingszaal tegen hen. Allen zyn
eren partijdig. Zelfs de veldwachters die
in de zaal de orde moeten bewaren, knik
ken heel vriendelijk goedkeurend als de
getuigen hoofdofficieren de schnld van
Dreyfus constateeren en den verdediger
van Zola een bak zetten, en doen dan of zij
de toejuiching niet boorendoch zoodra
er maar een 't waagt goedkeurend te kikken
over een uitlating van den verdediger,
bevelen zij terstond stilte onder bedreiging
van den manifestant er uit te znllen smij
ten. Alles om maar pressie op de jury
nit te oefenen. En daaraan doen ook sol-
Wij wenschen met voorbijgang der laatste
drie ons te bepalen tot de behoefte, welke
de planten aan stikstof hebben en op welke
wy'ze in die behoefte kan en |meet voor
zien worden.
Velerlei en talrijke proeven zyn geno
men, om op dit pnnt tot helderheid te
komen en deze vaak moeilijke arbeid is
met goed gevolg bekroond geworden, hoe
wel er in dezen nog veel onderzocht moet
worden. Die onderzoekingen hebben on
betwistbaar vastgesteld, dat al onze knl-
tnnrgewassen met uitzondering der vlinder
bloemigen, de noodige stikstof met behulp
barer wortels uit den bodem opnemen.
Wanneer wy zeggen, dat de vlinder
bloemigen hier eene nitzondering maken,
dan bedoelen wij hiermee niet, dat de
vlinderbloemigen (boonen, erwten, klavers,
wikken) geen stikstof met de wortels uit
den bodem opnemen, maar wy bedoelen
daarmede, dat de vlinderbloemigen het
vermogen bezitten, om met medewerking
van zekere bacteriën, de vrije stikstof der
lucht tot zich te nemen.
Den vlinderbloemigen staan dns twee
bronnen ten dienste nl. de bodemstikstof
en de lncbtstikstof. Van deze laatste, on
uitputtelijk rijke bron maken de vlinder
bloemigen echter dan eerst gebruik, wan
neer zij voor hare behoeften niet genoeg
stikstof in den bodem vinden.
Onder gewone omstandigheden is het
dns niet noodig, om de vlinderbloemigen
te bemesten met stikstofbondenden mest.
Dezen duren mest kan men beter ge
bruiken voor de halmgewassen, die niet,
daten mee.
Maar op die wijze zal toch de waarheid
niet altijd verborgen blijven.
Nu nog iets uit de zitting van Vrijdag
en Zaterdag.
De aankomende officieren werden met
een „Leve het J.eger I" begroet, maar toen
Picquart per rijtuig aan het paleis arri
veerde, hoorde men: „Weg met Picquart
Weg met den inbrekerOpgewonden
door deze vijandige kreten, wendde deze
zich tot het publiek en zeide „Vrienden,
ik ben den schandelijken laster, die in mijn
nadeel wordt verbreid, moede. Mijn getui
genis zal de uitspraak der waarheid zijn.
Maar ik ben van plan niemand te sparen
wat de gevolgen er ook van mogen wezen."
Dadelijk na de opening der zitting werd
generaal de Pellieux op nieuw opgeroepen.
Hij verklaarde vooraf, dat bet de minister
van oorlog is geweest, die bij de behan
deling van het proces-Esterbazy de Bluiting
der deuren eischte, èn hield vol dat het
dossier, waarvan Henry gesproken heeft
ea dat geopend werd, niet was het dossier
in zake Dreyfns, maar een dossier, dat op
de postduiven betrekking bad. En die liad
nota bene 't bewuste stuk aan Picquart
laten zien. Deze laatste verklaarde bet
volgendeOngeveer Mei 1896 kreeg ik
kennis van gedeelten van telegramkaarten,
waarin sprake was van Esterhazy. De
bewoordingen van die kaarten schenen aan
te duiden, dat Esterhazy in betrekking
stond met verdachte personen. Mijn naspo
ringen vielen niet ten voordeele nit van
dien officier, die een vreemdsoortige be
langstelling aan den dag legde voor zekere
geheime militaire aangelegenheden. Mijn
chefs, van mijn ontdekking onderricht,
zeiden mij, dat ik myn onderzoekingen
moest voortzetten. Vergelijkingen met het
schrift van dien officier met zekere andere
stukken bevestigden mijn vermoedens.
Yooral de gelijkenis van zyn handschrift
met dat van bet bekende borderel. Bertil-
lon, als deskundige gehoord, verklaarde
mij het is volkomen hetzelfde schrift als
dat van het borderel.
Hij deelde daarop de bijzonderheden
mede van de door hem ingestelde enquête
hij verhaalde hoe bij naar Tunis werd
gszonden, waar al zijn brieven werden
geopend. De Pellieux had hem bijv.
zeer onlangs een copie van een brief
getoond, dio aan hem geadresseerd, nooit in
zijn handen was gekomen. Hy verhaalde
zooals de peulgewassen, van de luchtstik-
stof kunnen profiteeren.
In bet eerste tijdperk van bun groei
kunnen de vlinderbloemigen geen gebruik
maken van de luebtstikstof en daarom
kan het noodig zijn, de vlinderbloemigen
bij bet zaaien of zetten te bemesten met
een snelwerkenden stikstofmest bijv. Chili-
sal peter.
Het spreekt van zelf, dat dit alleen
noodig is, als de bodem arm is aan op
neembare stikstof en dat men een geringe
boeveelheid moet gebruiken.
Maar noodig is het in dit geval, daar
anders de planten, eer zij van de lncbt
stikstof gebrnik kunnen maken, een hon-
gertijdperk moeten doorworstelen, waarin
menige plant ten gronde gaat.
Zooals wij boven reeds zeiden, hebben
de gewassen, behalve de vlinderbloemigen
stikstof in den bodem noodig, om te kun
nen gedijen.
Daarmede is echter nog niet bewezen,
dat bet daarom noodig is den bodem met
stikstofbondenden mest te bemesten.
De plant behoeft ook ijzer in den bodem
en toch is het niet noodig, om den bodem
met ijzer te bemesten, om de eenvoudige
reden, dat er in den bodem genoeg ijzer
aanwezig is, om in de behoefte te voorzien.
Dit is echter met de stikstof niet het
gevalen ook is de hoeveelheid stikstof,
die jaarlijks nit den dampkring door re
gen, dauw enz., den bodem ten goede komt
op verre na niet groot genoeg, om in de
behoefte te voorzien.
De boeveelheid stikstof, welke door
dat hij een telegram ontving, dat hem
toescheen afkomstig te zyn van personen
die op de hoogte zijn van de zaak-Esterbazy.
Daarna stond bij stil by zyn verboor
voor de Pellieux, waarbij hij als een echt
beschuldigde werd bejegend. Ik wees
niettemin zeide hij, tal van feiten aan, die
tegen Esterhazy getuigden, in bet bijzonder
de vervalschingen in stukken gemaakt.
Men nam echter van de door mij tegen hem
gedane aanwijzing geen notitie.Ook verklaar
de hij dat hij eerst kennis kreeg van het
bernehte geheime stnk toen de Pellieux
het hem liet zien. Hij weigerde omtrent
den aard van dat stuk eenigen uitleg te
geven zonder daartoe door den minister
van oorlog gemachtigd te zijn.
Picquart werd luide toegejuicht waar
over de hoofdofficieren zeer kwaad waren
de zitting werd opgeheven en de deaen
der advocaten ging zijn verontschuldiging
aanbieden, nota bene omdat een getuige
(en niet een beschuldigde) die den indruk
gat de waarheid te spreken en die voor
Esterhazy noodlottige onthullingen deed,
werd toegejuicht.
Na de heropening werden nog enkele
getuigen geboord. Bij bet naar huis gaan
was er groote oproerigheid. Enkele win
kelramen van Joodsche ingezetenen moesten
't ontgelden en 't volk zong dood aan de
verrader».
In de zitting van Zaterdag antwoordde
Picquart onder anderen op een desbetref
fende vraag dat de photographie van 't
bekende borderel zeer nauwkeurig was en
dat Henry nooit 't geheime stuk met de
woorden ce canaille de D, enz. heeft kannen
gezien hebben. Deze laatste beweert echter
van wel.
Men ziet bet aanhoudend maken de
hoogst geplaatsten zich in dit proces
schuldig aan logen en meineed.
Een der volgendo getuigen verklaarde
dat kolonel Mauve al de pbotographieën
van 't borderel heeft verbrand.
Henry en Picquart spreken elkaar tel
kens tegen. De president weigert op de
quaestie in te gaan en ontneemt aan den
verdediger Clemenceau het woord.
Dit wekt hevige ontroering. Eindelyk,
na talrijke rumoerige incidenten, eindigde
de kolonel Henry (door de verdediging
in 't nauw gebracht) met de verklaring,
dat nooit het stnk waarop de woorden
voorkomenCette canaille de D., iets
met de zaak-Dreyfus te maken had.
regen en dauw, in den vorm van ammo
niak en salpeterzuur per H. A. aan den
bodem wordt toegevoegd, wisselt af van
315 E.G. per jaar.
In de nabijheid van groote steden is
die toevoeging het grootst, op verre af
standen van groote steden het minst.
Stellen wy daartegenover de aanzien
lijke boeveelheden stikstof, welke door de
jaarlijksche oogsten aan den bodem ont
trokken worden, dan valt ons duidelijk in
het oog, dat de hoeveelheid stikstof, welke
nit den damkring den bodem toevloeit, op
verre na niet het stikstofverlies kan dekken.
Het volgende staatje diene ter verdui
delijking
14000 KG. aardappels onttrekken aan den bodem 58 KG
2500 koolzaad 78
2400 tarwekorrels 40
4000 tarwestroo 18
450® haverkorrels 80
2564 klaverhooi 60
stikstof
Deze berekeningen toonen glashelder
aan, dat zonder bemesting met stikstof de
bodem geen oogsten kan opleveren, die den
landbouwer bevredigen en dat het derhalve
noodig is, den bodem te bemesten met een
stikstof bondenden mest. Maar nog meer
zekerheid dan deze berekeningen leveren
de praktische proefnemingen van de beken
de landbouwkundigen Lawes en Gilbert te
Rothamstedt.
Deze hebben gedurende een lange reeks
van jaren de uitwerking van eene stik-
stofvrije bemesting vergeleken met die van
ee» stikstof houdende.
Dit verwekte nog grooter ontroering. Da
meineed was dan ook al te grof geweest.
Met allerlei slimheden moest de verdedi
ging manoenvreeren om tooh maar achter
de waarheid te komen in zake 't geheime
stuk.
Aan den advocaat Demange vroeg de
verdediger of bij niet steunt op een ver
trouwelijke mededeeling van den heer
Sallès, aan wien een lid van den krijgsraad
moet hebben gezegd, dat er een geheim
stuk was medegedeeld.
„Ja zeker!" roept de beer Demange uit.
(Emotie).
De president zegt, dat hij die vraag den
getuige niet zal doen. (Langdurig gelach).
De heer Labori vraagt den getuige, of
bet f .csimilé van bet borJerean, hetwelk
door de Matin is gepubliceerd, eene dui
delijke overeenkomst heeft met het origineel,
hetgeen is ontkend door den beer Pellieux.
De heer Demange antwoordt„Het was
treffend."
Na deze verklaring zijn velen van mee
ning geworden dat 't met anders ka» of
bet proces Dreyfns moet herzien worden.
Getnige Jaurès, de bekende sociaal de
mocratische afgevaardigde ter Earner sprak
rondweg als zyn meening nit, dat, als er
geen medeplichtigheid bestond tnsscben den
generalen staf en Esterhazy, men dezen
bad moeten arresteeren op den dag dat
hy triomfantelijk het geheime stnk aan
bet ministerie van oorlog bracht. Maar
hij werd door de hoofden beschermd. Het
schijnt vooral, alsof bet proces niet werd
gevoerd tot bet aan het licht brengen der
waarheid, maar ter rechtvaardiging van
de daden van sommige militairen.
Hij verklaarde nit mededeelingen van
ond minister Dupny te mogen opmaken dat
er behalve 't „bordereau" nog iets bestaat.
De verdedigervroeg, met 't oog op de
verklaring van Pellieux dat Esterhazy'»
schrift en 't bordereau niet op elkaar ge
lijken, dat van den minister van oorlog
overlegging van het bordereau zal gevor
derd worden, hetgeen de president weigerde.
Jaurès zei nog iets dat doet zien hoe
in Frankrijk de politiek de karakters beeft
bedorTen. Hij zei„In de Earner hebben
slechts 40 onzer vrienden mij onderstennd
maar in de conloirs hebben verscheiden
groepen tot mij gezegd „Gij hebt gelijk 1
Hoe jammer, dat de zaak niet na de ver
kiezingen te berde is gebracht"".
Aan den schriftonderzoeker Bertillon
Zij gaven aan eenige perceelen jaren
achtereen niets anders dan eene minerale
bemesting (phosphorzunr, kali enz.) en
aan eenige andere behalve deze bemes
ting ook een stikstofhondenden mest.
De eerste perceelen brachten gemid
deld slechts 1000 EG. tarwekorrels per
H. A. op en de laatste, welke ter
vergelijking dienden, gemiddeld 2400 EG.
per H.A.
Dit alles zal, dunkt ons, voldoende zyn,
om ons van het groote gewicht eener stik
stof bemesting te overtuigen.
Wij willen nu eens nagaan op welke
wijze de stikstof door de planten wordt
opgenomen, om zoodoende een ruimer blik
te verkrijgen in de stikstofvoeding der
planten en wat daarmee in verband staat.
De stikstof komt in meer dan één vorm
voor. Als bestanddeel van de lncbt komt
de stikstof in vrijen toestand voor d. w. x.
niet verbonden met eenige andere stpf dns
als element.
Yerder vormt de stikstof een bestand
deel van het eiwit en eiwitachtige stoffen.
En ten laagste komt zij nog voor in den
vorm van ammoniak en salpeterzuuram
moniak is eene verbinding van stikstof met
waterstof terwijl salpeterzuur bestaat nit
stikstof, waterstof en zuurstof.
Nn komen wij tot de vraag, in welken
vorm de stikstof door de planten wordt
opgenomen.
Talrijke proeven zyn genomen, om deze
vraag bevredigend te beantwoorden.
Nam men vroeger aan, dat de planten
de stikstof opnemen in den vorm van am-