NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH Ho. 56. 1898 3)iRSffftg 8 Mraati. fnmaffife faargimg. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Buitenlandseh Overzicht. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maande» franco p. p0,95. Enkele nummers0,02'. UITGAVE VAN EN vaai 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent'. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Leerplicht. Dat 't wetsontwerp op den Leerplicht al by den Raad van State is, weten wij. Maar niet, hoe het er uitziet. Tooh gaf de minister al iets er van te zien, in zijn antwoord aan den heerLoh- man in de Kamerzitting van Nov. a. p. Gelijk het Chr. Schoolblad terecht opmerkt de minister gaf toen alvast de hoofdsom, maar de opcenten big ven wij wachtende. Toch kan reeds opgemerkt dat de hou ding van den minister tegenover de min derheid die tegen leerplicht is, niet on welwillend was. De beginselen, waarvan de Minister bij het samenstellen van zijn wet op den leerplicht zal uitgaan, luiden aldus: 1. Leerplicht is niet als panaeee, niet als universeel geneesmiddel te beschou wen, maar is noodzakelijk in 't belang van de kinderen die niet, en ook van hen die wel vrijwillig ter schole gaan. 2. Bjj de invoering van den leer plicht cal rekening moeten gehouden worden 'mat bestaande schooltoestanden en met bestaande maatschappelijke toe standen, in dien zin dat kinderen van zekeren leeftijd niet gedurende een ge heel jaar aan zekere bedrijven knnnen worden onttrokken. 3. Boete en gevangenisstraf mogen Slechts als ultimum remedium (laatste middel) in dit stelsel worden toege past. 4. Het kwaad meet bestreden worden niet in de eerste plaats door het vol strekte schoolverzuim, maar door het relatieve, betrekkelijke sohoolverznim tegen te gaan. 5. De leerplicht leidt in zijn gevol gen voor de groote massa per se tot schooldwangmaar niet tot gewetens dwang, en bij regeling van den leer plicht is het plicht zooveel mogelgk met de gemoedsbezwaren rekening te houden. Hoe de Minister deze beginselen in de praktgk wenscht toe te passen, werd niet gezegd de nadere praotische toelichting hebben wij derhalve af ta wachten. Men mag het er evenwel voor houden dat die beginselen zeer zeker er hael anders zonden uitgezien hebben indien de radicale denkbeelden van Goeman Bor- geains en die van Lohman, en wie voor of na hem den leerplicht principiëel be streden, elkander niet hadden gekruist. Wij krijgen eene Rijwielbelastingwan neer de Kamers 't desbetreffend wetsvoor stel van de regeering aannemen. Personen die af en toe eens met een gehuurd rijwiel uitgaan, worden niet belast. Evenmin buitenlanders, die af en toe eens even over de grenzen komen. Eerst door het honden van een rjjwiel hier te lande, langer dan drie achtereen volgende maanden, worden zy belasting plichtig. De belasting wordt geheven naar het aantal ry wielen. Het hoofd van 't gezin wordt geacht ook de rijwielen van zijn (minderjarige inwonenden te hebben. Wie langer dan een week over een rjjwiel van een ander beschikt, onverschil lig ot dit al dan niet steeds hetzelfde ie, wordt te dier zake geacht een rjjwiel te honden. Geen belasting betaalt een rijwiel uit sluitend gebezigd voor den publieken dienst of voor 't bedrijf van besteller. Het bedrag der belasting is lVs ge lijkstaande aan dat geheven wordt voor een rjjtuig. Zoodat voor een rjjwiel met een verkoopwaarde van f 100 tot f130 een belasting van f2 moet betaald worden. De houders van rijwielen zyn verdeeld in vier klaseen. Wie niet in^ 't personeel is aangeslagen, wordt ook niet aangeslagen voor zijn rjjwielf0,50 wsrdt geheven wanneer dé houders pswoneel belastingplichtig zjjn voor een huurwaarde die meer is dan de som bij art. 12 van 't personeel bepaald en niet meer dan het tweevoud dier som f 1 wanneer 't tusschen tweevoud en viervoud in is en f 2 als 't daar boven is. Rijwielen van fabrikanten, verhuurders, instructeurs, bewaarders of winkelneringen worden belast met f 1,50 of f 1. Rg wielen voor meer dan één persoon met f 4. Rijwielen in strijd met de wet opgege ven worden verdubbeld. De wet treedt 1 Juli 1898 al in werking* Indien ooit een volk 't ophouden van zjjn stand, 't leven op breeden voet werd thuis gebracht, dan is dit met Italië 't geval. Dit groote rijk, dat in nog geen halve eeuw zijn perioden van opkomst, bloei en verval doormaakte, heeft nu 't geluk van bestuurd te worden door ministers die 't beheer al meer grootscheeps it rich ten en 't volk boven zgn kracht belasten, en dat alles om ook maar mee te kunnen optrek ken, zg 't ook met ietwat kreupelen voet nu en dan, in de rg der grrroote mogend heden. Ondanks de nederlagen in Abessinië geleden, gaat koning Humbert voort zgn leger op voet van een aanvallenden krijg in te richten, eene organisatie die maar al te veel van de geldelijke krachten der bur gers vergt en oorzaak is dat do goede, gegoede middenstand al meer tot lagere en laagste maatschappeljjke positie terugzinkt. Hr zgn streken in Italië wij denken daarbgaan de Campagna, Sardinië, Cicilië waar de ellende met die van 't Iersche volk gelyk staat. En evenals de regeering te Londen de door de geldmacht uitgezogen bevolking van „Green Erin" met geweld en overmacht stil weet te houden, zendt ook de regeering te Rome aan hare onderdanen in de binnenlanden eene dubbele soldatenmacht opdat zij niet van honger schreeuwen of tot geweld de toevlucht nemen zouden. Reeds jaren geleden werd door de regee ring een onderzoek ingesteld naar den oeconomischen toestand des rijks. De uit komsten waren vreeseljjk. Het rapport deed een rilling gaan door 't land. Het is een stuk martelaarsgeschiedenis van den Itali- aanschen boer of werkman. Er zgn in Italië 1500 gemeenten die geen of slechts brak water hebben; in 3600 gemeenten wordt geen apovheek ge vonden 600 gemeenten missen een be graafplaatsmen werpt de lij ken in putten of bergt ze op in knekelhuizen. In niet min der dan 1700 gemeenten eet de bevolking slechts by feestelijke gelegenheden of ziek tegevallen eenig brood. Het zout is te zwaar belast om 't te kunnen koopen. Reeds in 1883 vergeleek Emile de Lava- leye, de liberale protestant, professor aan devrjje universiteit teLuik, denltaliaanschen buitenman met de arme fellahin in Egypte. De arbeider verdient in Italië, daar waar de ellende nog het minst is, niet meer dan 80 centecimi (nog geen hal ven gulden I) daags. Het gebruik van vleesch is bijna op 't ge- heele platteland onbekend. Is 't wonder dat men wel eens hoort van bestorming der winkels om levensmid delen te rooven, die men zich niet aan schaffen kan Is 't wonder dat in niet minder dan 194 districten, met een bevolking van zes mil joen zielen onafgebroken de malaria heerseht? Is 't wonder dat 't volk verwildert door de lichamelijke ellende en dat de ondeugd toeneemt? Maar is 't geen schande dat de regeering hier niets tegen doet? Dat zij slechts dubbele troepenmachten zendtom de hongetigen 't zwaardop den mond te zetten en dat inmiddels Italië voort gaat met zich naar buiten te vertoonen als de rijk getooide, de machtige mogendheid die den Europeesehen vrede wil helpen beheerschen en met hare zusteren de zes- schaar spannen over de kleine mogend heden die zich misgaan Nog altijd wordt Oostenrijk geteisterd door een rassenstryd die op den duur de kracht van dit aan heterogeene bestand- deelen zoo rijke land breken zal. Onder de vele volksstammen die te zamen de Oostenrijksch Hongaarsche monarchie uit maken zgn de Slaven, naar 't aantal ge rekend, het sterkst daarna volgen de Duitschers en Romanen. Nu is de strijd tegen de Duitschers, die verreweg de minderheid vormen, voornameljjk gericht toch is deze strijd een ongeljjke in omgekeerden zin dat wil zeggen de minderheid is feitelijk de meerderheid de baas, in intellect, in taaleenheid, in beschaving. De invloed der Duitschers, die over 't geheele land verspreid zgn is zeer groot; terwijl hunne tegenstanders door 't spreken van ver schillende talen, het permanente verschijn sel der Babylonische spraakverwarring en krachtenverbrokkeling ondergaan. Toch zullen zij den strijd tot 't einde voortzetten. De Czechen vooral verzetten zich tegen de overmacht der Duitschers. In 't Oostenrjjksche parlement, in den Boheemscheu Landdag, in de Hongaarsche Kamer thans ook in Stiermarken, kwam de taal-quaestie de gemoederen verbitteren. De Slavenen verlangen voor zich hetzelfde recht dat den Duitschers gegund werd, namely k om zich in hunne eigene taal uit te drukken. De Duitschers op hunne beurt verdedigen de stelling dat het Dnitseh de officiëele taal big ven zal. Zg weten en gevoelen zeer goed, wan neer zg dit beginsel prysgeven, dat zg dan de zenuw huuner kracht hebben doorgesneden. De taal toch is gansch een volk. En nu zgn 't vooral de universiteiten die den strgd in 'de parlementen begon nen, met ongekende woede voortzetten. De studenten maakten het in de meeste uni versiteitssteden zoo bont, dat de hooge- scholen gesloten werden. Dit geschiedde te Weenen en te Praag thans ook in Stierenmarkens hoofdstad, Graz. In 't parlement te Graz kwatn hot tot grove handtastelgkhede-n tnsschen de afge vaardigden. Een der Slovenen las een interpellatie in zyr. volkstaal voor, een ander weigerde Duitsch te spreken. Duitsch! Duitsch bulderde men hem daarop van de overzyde tegen. Ten slotte werd men handgemeen en moest de zaal ontruimd worden. De Slo venen riepen daarbij „Zivio de Duit schers antwoordden met het zingen van den „Wacht am Rbein". Men ziet dat ook hier de binnenlanische twist nog niet bezworen is, en het er nog niet naar uitziet dat een kalme vrede den levensavond van den Keizer komt ver helderen. In Frankryk is inmiddels de rust terug gekeerd. Deanti-protestantsche,anti-joodsohe schreeuwers hebben uitgeraasd. De regee ring zit echter, bg hare volstandige wei gering om 't proces Dreyfus nog eens te herzien, deerlyk in het nauw. Staatslieden en vorsten hebben tot nogtoe tevergeefs getracht de Frausche regeering op dit punt te bekeeren. Twee ernstige, eigenlyk de eenige, be- wysstukken tegen Dreyfus zgn door de verklaring van twee regeeringen te niet gedaan. De Duitsche regeering heeft bg monde van den minister van buitenlandsche zaken nogmaals verklaard dat de gevaugene nimmer in verstandhouding gestaan heeft met eenige Duitsche autoriteit. De Italiaansehe regeering liet den on derstaatssecretaris Bomin in de Kamer be tuigen dat 't zoogenaamde geheime stuk dat zoogenaamd tot de veroordeeling van den kapitein besluiten deed een brief, gelgk men weet, van kolonel Panizzardi, den Italiaanschen attaché te Pargs, aan kolonel Schwarzkoppen, zijn Duitsehen col lega, in welken brief sprake was van de lastigheid van „ee canaille de Dnim mer betrekking heeft gehad op Dreyfus, dewyl noch de Italiaansehe militaire atta ché noch eenig ander agent of vertegen woordiger van de Italiaansehe regeering ooit direct of indirect met Dreyfus eenige zaak hebben verhandeld. ï!*Nu zegt de Fransche regeering natuur- lyk dat de beide straks genoemde lid zijn van 't haar vgandige driemanschap Oosten- rgkDuitschlandItalië. Doch te Czaar dan? Zelfs deze, Frankrgks vriend en bondgenoot, heeft het niet kunnen ver- zwggen dat hg 't een schande vindt, een onschuldige zoo lang te kwellen, en de onaantastbaarheid van leger en rechtspraak zoodanig op de spits te dryven, als de Fransche regeering dat doet. ^Heden Maandag begint 't proces tegen Zoiadeze is vol moed op verpletterende onthullingen die tot de herziening van 't proces zullen leiden. Het maakt een droe ven indruk dat de krijgsraad den kolonel Picquart, den hoofdgetuige a decharge, in voorloopige hechtenis houdt teneinde hem te beletten als getuige Zola te hulp te komen. Men ziet het, de sneeuwval is niet meer te stuiten. Hg heeft een vreeselgken om vang verkregen. Al watvryzinnig protestant, al wat Jood, al wat impressionist is, al wat met de leer van Zola en en zgn rea listische school op romantisch gebied mee gaat, maar ook onder en bniten die allen zg die voor 't recht in de bresse staan, gesteund door de velen die omtrent de onfeilbaarheid der rechtspraken Dreyfus, Esterhazy, Picquart, Zola en wie meer volgen mogen, eenigen twijfel koesteren of voorwenden, zg vormen èène groote macht die ten langen leste, gelgk de Panama-schandalen, het ministerie Méline, mogelgk ook wel den president, dat pa pieren hoofd van den Staat, ten val brengt. Omtrent de wijze, waarop Dreyfus op 't Duivelseiland behandeld wordt, meldt een yjes ds -Franaeiö tótifeïT Acrrf- r&)gwrd&: De bewaking is opgedragen aan twaalf opzichters van de koloniale straf-admini- stratie, geplaatst onder een chef. Het toe zicht wordt gehouden door twee hunner, die om de twee uur worden afgelost. Het is den wachters verboden, onder welk voorwendsel ook, hun gevangene aan te spreken of op vragen te antwoordeD. Alleen de hoofdopzichter mag over zaken van dienst zich met hem onderhouden. Had Dreyfus zich over zgn wachters te beklagen, dan zou kg zgn grieven kunnen schrijven op een der te zijner beschikking gestelde genummerde bladen, die alle naar de koloniale regeering teruggaan en alle door den gouverneur moeten worden geviseerd. Dreyfus kan naar goedvinden in- en uitgaan in zijn hut, van zonsopgang tot zonsonder gang ook kan hij derverkiezende wandelen of tuinwerk verrichten in een ingesloten ruimte van ten minste honderd meter middellijn. De banneling ontvangt de mondbehoeften die hij verlangt op zyne kosten, behoudens de door het reglement voorgeschrevene levensmiddelen. Hg houdt zelf zgn woning schoon en mag als bg verkiest zgn spy zen zelf bereiden. Hij slaapt op een ijzeren militaire brits met matras enz. velgens reglement. Hg is nooit gebonden geweest, maar de wachters verlaten hem geen oogenblik en waken bg zgn slaapstee. De gedeporteerde kan boeken, romang zoowel als wetenschappelijke werken ontf vangen op machtiging der Regeering, maai: geen pslitieke tydschriften en dagbladen. Dreyfus heeft zich nooit over slechte behandeling van de zijde zijner wachters beklaagd. Het is waar, dat hij de hem gezonden brieven niet anders ontvangt dan in afschrift. In geval van ziekte wordt telephonisch een geneesheer ontbo den en de zieke behoorlijk verzorgd. Zijne bewaking geschiedt krachtens een opzettelijk voor hem opgemaakt, door den minister'van Koloniën bekrachtigd reglement. Ons overzicht wordt te lang. Daarom stippen wy omtrent andere landen slechts een en ander aan. Omtrent de Chineesche aangelegenheden. Engeland zal aan China twaalf miljoen gulden leenen ook andere mogendheden stellen hunne kapitalen, of liever hunne geleende kapitalen beschikbaar. Het zal er wel niet van komen dat een hunner vasten voet krygt in 't land der lang staarten. Doch wat is een dergelyke leening, een hypotheek op 't Chineesche volk anders dan een begin van zeer vasten voet? Engeland is slim. Omtrent de Cubaansche aangelegenheden. Terwyl de Spaansche regeering vooit- gaat met zich weinig van de binnen- en buitenlandsche verwikkelingen aan te trekken, de byeenroeping van de nieuwe Cortes verdaagt en de gespannenheid der verhoudingen ontkent, duurt de oorlogs toestand op Cuba voort, steunt de Ameri- kaansche regeering de opstandelingen en dreigt de Russische regeering deze laatste met haar nee plus ultrawanneer zg met deze toepassing van de Monroe leer (geen ander dan Amerikaansche inmenging in Amerikaansche quaestiën) niet wenscht op te houden. Omtrent de Oostersche aangelegenheden. De Czaar dringt er sterk op aan dat Prins George van Griekenland gouverneur van Creta wordt. Be Sultan door den Christelyken Keizer van Duitschland ge steund, verzet zich heftig tegen dat plan. Inmiddels neemt de gisting tusschen de Balkanlanden onderling zeer toe. Bulgaren en Roemenen, Serviërs en Montenegrgnen, alles mokt onder en tegen elkaar. Doch de Sultan, sterk door de jongste gebeurte nissen, stoort zich daaraan niet en zal ook in zake de onaf hankelyk-verklaring van Creta niet spoedig toegeven, wyl Wilhelm op zgne hand is. 7 Feb.'98. Vlissingen. Benoemd tot conducteur der Brievenmalen J. van de Walle, thans brievenbesteller tevens conducteur-plaats vervanger alhier, wien als standplaats is aangewezen Rotterdam, ingaande 16 Fe bruari a. s. De heer A. H. Geluk, ryks-veearts te Serooskerke (S.) is met ingang vaa 1 Maart als zoodanig benoemd te Kou- dum. (Fr.) Benoemd tot ontvanger der directe belastingen te Stadskanaal A. Potjer, thans te Colynsplaat, wiens benoeming te Grouw is ingetrokken. Candidaten voor de verkiezing van een lid der tweede kamer in het kiesdis trict Deventer zgn de heeren mr. A. van Delden (oud-lib.), J. v. Loenen Martinet (rad.) en mr. Th. Heemskerk (a. en k.) alle drie mannen die den eandidatenman- tel reeds meermalen met eere gedragen hebben, en hoe ook geslagen zich telkens weer voor de party die hen hoogacht, ber schikbaar stellen. De radicale candidaat schynt de grootste kans te hebben, tenzy de populariteit van den 80-jarigen oud minister sedert zgn échec op 25 Juni sr op verbeterd zg. De Yereeniging tot Verbetering van den Volkszang te Amsterdam heeft door eene Commissie uit haar midden een hun- del "Vaderlandsche Liederen doen samen stellen met het oog op de a. s. Kronings feesten. De Vereeniging wil zooveel mo gelgk eenheid brengen in de keuze der liederen, welke bg die gelegenheid zullen worden gezongen. De bundel is thans ver schenen bg den Uitgever W. Versluys te Amsterdam. Hg bevat 8 liederen, waaron der het uit 183 ingezonden compositie's bekroonde „Kroningslied" van J.A Scholte, op tekst van P. J. Haverkamp. De liederen zgn gezet in cyfer- en notenschrift en op één na tweestemmig. Nogmaals richt de Vereeniging een opwekking tot samen werking aan allen, die het met haar van belang vinden, dat er zooveel mogefyk eenheid heersche in de keuze van Vaderj

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 1