u B ;k necht nieuwsblad voor zeeland. NECHT lEOHT IST60DE, CHRISTELIJK- HISTORISCH ITMEID seer solide 'cberp con- ;ven hierop ïlburg. Ho. 51. 1898. Honfafag fatiuau. het meest ïrtroffeii is. 'Ologne tekend. |TE, moodigd, todigd, ;kers ir-ScMe. VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Geen gelijkheid, wat dan? Buitenlandsch Overzicht. lelen. n aan van de en van de liddelburg. heele flefch 20 ct. halve flesch 12 ct. Delft G 9. (stond taan, bij lz., Vlissingen, ei een D, Arnemuiden. (enwoordige, met rE, Landbouwer een YARD, sedekenskerke. Mei een )ost-Souburg. I een IER te West-Sonburg.^ IEER—Siegees, verlangt mat strijken. erszoon, ond 20 bij het vak ge- !g met Maart of Brood- en Be- Zieiikzee. nm. 3,25d) )j n 3,55 l. 1,55 I, 2,15 n 3,25(f) 3,45 naakt. r Breskens hoog elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maande» franco p. p.0,95. Enkele nummers 0,026. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent'. Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Middelburgook voor St. Laurens 27 en 28 Januari, 1, 2, 3, 4, 8, 9, 10,11, 15,16,17,18, 22, 23, 24 en 26 Febr. 1, 2, 3, 4, 9, 10 en 11 Maart. De gelijkheid bestaat nergens en is ook nooit van God gewild. Noch in de na tuur noch in de menschenwereld. Inte gendeel daar bestaat de grootste ongelijk heid, en die is door God daarin gewild. De voordeelen zijn voor 'tgrijpen. Wij willen er enkele van vasthouden. Letten wij op de plantenwereld. Welk een verscheidenheid reeds alleen bij de bloemen. Bij de honderde soorten die wij aantreffen nog tal van verdeelingen en onderverdeelingen in familiën en klas sen, die ens de grootste verscheiden heid te zien geven. In het rijk van flora is geene eentonigheid, geene eenvormig heid; verscheidenheid is de grondwet van haar bestaan. Ook bij de sterren die men wel eens de bloemen des hemels heeft ge noemd, heersoht de grootste ongelijkheid. Hoe vele soorten. Wij noemen slechts de vaste sterren, de dwaalsterren, staart sterren, dubbele sterren, sterrebeelden, zonnen en zonnestelsels. Hoe gioot is het aantal der sterren De geleerden zeggen ons500.000 millioen en plaatsen achter dit cijfer een vraagteeken. Haar aantal is niet te bepalen. Waarom ook in het ster renrijk zooveel verscheidenheid en ve lerlei Bewonderen wij de wijsheid des Schep pers die hun getal weet en ze alle bij name telt. Eenzelfden indruk ontvangen wij van het dierenrijk. Bezie de insectenwereld. Hebt gij ooit schooner en grooter verscheidenheid ge zien dan onder de vlinders, onder de kevers, onder de vliegen Welk een soortverschil onder de vis- schen, onder de vogels. Ook zij zijn in allerlei familie en soort onderscheiden en waar men ten slotte tot het tweetal komt, tot het paar, hoe verschilt daar dan nog het mannetje van het wij/je in fraai heid van leest en kleur en veerentooi. En dan bij onze huisdieren Welk een ongelijkheid onder de hon denfamilie In natuur en aanleg en aard en kleur en grootte. En ook by den mensch, de bezielde schepping, is het al verscheidenheid dat uien aanschouwt. De mensch wordt onge lijk géboren, is ongelijk van aanleg, er zijn groote en kleine verstanden, er zjjn wijsgeeren, en wederom anderen die aanleg hebben voor kunst, handel, handenarbeid; wij vinden scherpzinnigen en stompzinni- gen, werkzamen en onwerkzamen, men- schea die eerste zeerobben zijn, andereu die den grootBten lust in zich openbaren op den akker, in de fabriek enz., werkzaam te zijn. Ieder mensch heeft daarbij zijn eigen karakter, zijn eigen gelaat; zoodat er geen twee precies gelijk zijn, ieder mensch is een persoonlijkheid. Waar is hier de gelijkheid Slechts van de uit zonderingen kan gezegd worden, dat zij niemand zijn. Nog grooter en grootscher dan bij sterren en bloemen treedt hier de verscheidenheid aan het licht. trouwens de mensch is meer dan de onbezielde schepping. Ieder mensch heeft bovendien een eigen geschiedenis. Niemand i« gelijk yan aanleg, vaa Vermogen er zg.n genieën en origineelen. Slaan wij een blik op de bijbelheiligen de patriarchen, ..P. ?*en.' apostelen. Geen hunner is gelijk. Er is maar éen Abraham, éen Mo- zes, éen David, éen Samuel, éen Maria, éen Paulus. Ieder hunner trekt zijn eigen spoor; elk heelt zyn eigen karakter zijn eigen temperament, voorzoover zij geschre ven hebben, zijn eigen stijl. Waar is bij hen de gelijkheid V Indien er gelijkheid der menschen bestond, zouden wij deze groote karakters, zonden wij deze voor beelden, zouden wij hunne geschiedenis moeten missen. In onze dwaasheid zouden wij alles gelijk willen maken, maar God in Zijne wijsheid schiep in de onnoemlijke verscheidenheid de grootste eenheid. De wedergeboorte. Heeft men ooit van twee gelijke bekeeringswegen gehoord'? God herschept ieder bekeerde naar zijnen aan leg. Het zou Godonteerend zijn, Hem eene armoede van scheppingsvermogen toe te schrijven. De predikers der gelijkheid geven ons eene gemeenschap, waarin geen geestdrift heerscht, die geene geschiedenis heeft. De ongelijkhetd schept daarentegen verscheidenheid, leven, beweging, persoon lijkbeden, zooals God zelf persoonlijk is, waarop het woord van den Apostel van toepassing is„O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennisse Gods, boe ondoorgrondelijk zijn Zijne oordeelen, hoe onnaspeurlijk Zijne wegen." De maatschappij zou dan ook bij ophef fing dezer ongelijkheid in den war ge stuurd worden. In den regel mag men zeggen, dat de menschen zich in hun hand werk, in hun beroep tehuis gevoelen; die aanleg komt voort uit de natuur zelve, waartegen de middelen der gelijkheids predikers onmachtig zijn. De slaaf, de gedwongene kent geene bezieling. De vrij heid, die den arbeider aanstaat, waarin hij met lust werkzaam is, adelt. Ook bij het oprichten van eene nieuwe maatschappij, eene kolonie, treedt de ongelijkheid we der aan het lioht. Ieder kiest het beroep zijner keuze; in zulk eene maatschappij 't stelsel der vrije keuze wegnemende, zon msn tot twist en tweedracht, tot verbit tering en burgeroorlog, tot onderdrukking van 't zwakke aanleiding geven. De eerste moeilijkheid zou reeds zijn: de vraag aan wie de opvoeding der kinderen zal worden toevertrouwd? Aan de mannen of aan de vrouwen? En wanneer straks de meerderheid zal beslist hebben, dan zal de geestdrift althans voor dezen arbeid bij velen zijn gebluscht. Zij zij nog verre, de revolutie die tot eene proefneming lei den zou. Wij willen liever nog de oude gebrekkige maatschappij behouden, dan onze eigene persoonlijke vrijheid prijsgeven. Helaas, onze maatschappij vertoont niet het beeld van eendrachtig samenwerken 50 jaren achtereen heeft men geroepen om vrijheid, gelijkheid en broederschap, en wat is van dit alles geworden De afstanden zijn grooter, de klove tusschen rijken en armer is dieper dan ooit. Maar gelukkig Er is een medicijn. Keeren wij nog even terug tot ons uitgangs punt de natuur. In het onmetelijk heelal heeft iedere ster haar eigen baan, zijn er twee groote krachten die door evenwicht met elkaar samenwerken. Dat evenwicht vinden wij terug in het menschelijk lichaam. De verschillende leden van het lichaam die ieder zijne eigene functie waarnemen, dering bewijzen elkander diensten. Dat is het, dat wij hebben moeten. Toenadering moet er komen, opdat de ongelijkheid der menschen niet tot een vloek maar tot een zegen mogen wezen. Slot volgt.) Onder het opschrift „Fiere houding" schrijft Het Centrum. In het onder redactie van het Kamerlid mr. P. J. Troelstra staande blad De Sociaal democraat wordt door een inzender de vraag gedaan of een sociaal-democratisch lid van de Tweede Kamer in September den dag van inhuldiging der koningin kan en mag verklaren „Wij ontvangen en huldigen in naam van het Nederlandsche volk en krachtens de Grondwet U als koningin, wij zweren (beloven) dat wij Uwe onschendbaarheid en de rechten Uwer Kroon zullen hand haven wij zweren [alles te zullen doen wat goede en getrouwe Staten-Generaal schuldig zijn te doen. „Zoo waarlijk helpe ons God almachtig. (Dat beloven wij). Op deze vraag wordt dodr de redactie het volgend antwoord gegeven. „Wij weten natuurlijk neg niet hoe onze soc. dem. Kamerleden over deze vraag denken. Onze meening is dat, zoo zij er niet om heen kunnenze deze en alle mo gelijke formaliteiten zullen vervullen, die van hen worden gevergd. Aan die forma liteiten moet geen de minste waarde gehecht worden." Dergelijke adviezen zijn zeker wel ge schikt om van de sociaal-democraten man nen van karakter te maken Men verfoeit het koningschap, maar ziet er niets in onder eede of belofte de verklaring af te leggen, dat men de rechten der kroon zal handhaven. Waarlijk een fiere houding En onwillekeurig rijst de vraag welke waarde men hechten kan aan het woord van mannen, die zelfs de plechtigste be loften als een bloote formaliteit van gee nerlei beteekenis achten De polemiek tusschen de Standaard en Amst. Crt. over 't min of meer kwetsende in de uitdrukking „pamflettistische", her innert ons dat in eene der zittingen van de tweede kamer de Handelingen van 1878/79 zouden het kunnen uitwijzen bij een debat naar aanleiding van de rapporten van minister Kappeijne aan den Koning inzake de volkspetitionementen tegen de schoolwet, met name dat der Roomschen, bij een debat tusschen den minis ter en het lid Haffmans gevoerd, de voorzit terder Kamer, de heer Dullert, den minister niet tot de orde riep toen deze den heer Haffmans verweet van te zijn een pamphlé- taire, maar dat wel de heer Haffmans door hem tot de orde geroepen werd, toen hij van de rapporten beweerde dat zij zouden zijn pamfletten en schotschriften. Zeer juist, dunkt ons, werd hier pam fletten doorgang verleend, en schotschriften teruggewezenen heeft toenmaals geheel ten onrechte de heer Haffmans in zijn repliek daartegen geprotesteerd. Den uitslag Tin Rotterdam IV kan men lezen in 't Binnenlandsch Nieuws. Het was te verwachten dat de komma punt achter Mees en niet achter niet zou terecht komen. Het is dus niet Mees niet; Van Asch van Wijck. Maar Mees; niet Van Asch van Wijck. Intusschen heeft men ook bij deze ver kiezing weer kunnen zien, hoe weinig de antirevolutionairen van het meerendeel der christelijk historischen te verwachten hebben. Wanneer de keuze staat tusschen een tegenstander en een voorstander der Vrije School, dan zal een goed antirevo lutionair, in gewone gevallen, niet aarzelen. Maar een christelijk historisch man redeneert dan eerst nog eens en eindigt dan met zijn vrienden aan te raden om te doen wat hnn goeddunkt, Neen maar, dan heeft de familie Heldt De Klerk het beter begrepen. Die begrepen dat 't niet op redeneeren maar op weren aankwam, en zij weerden den man die hun principiëel niets na stond, ook al stuurt hij met hen in demo cratische richting. En daarom was 't bij hen Meesniet Van Asch v. Wijck 1 Maar zoo hadden ook alle prineipiëele tegenstanders van het liberalisme moeten zeggen Mees nietVan Asch v. Wijck 1 Welk prozaïsch bericht doet nu toch in de groote pers de ronde „Nicolaas Beets heeft zich bereid ver klaard den tekst te vervaardigen van een stichtelijk lied voor de kerkplechtigheid in de Groote Kerk op den dag van den intocht van H. M. de Koningin te Amsterdam De dichter moet derhalve aan 't ver vaardigen. Voor de Muzen om van te blozen. Is dit nu het nationaal respect voor den Nederlandschen Zangberg Voor de Dicht kunst Voor Beets? De Parijsche correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant zegt in zijn verslag omtrent de jongste herrie in de Kamer van Afgevaardigden „In de open ruimte om het voorzitters gestoelte werd geworsteld als in een volksbuurt, waar alle bewoners naar een vechtpartij samenloopen om mee te schelden en klappen op te loopen." En dit geschiedt in een parlement, door de bloem der natie Wanneer wij de geschiedenis mogen ge- looven, hebben wij een mooien vrucht baren zomer te wachten. Immers de jaren 1607, 1609, 1613 en 1619 waren merk waardig door hunne zachte winters en overvloedige oogsten. In 1659 had men noch vorst noch sneeuw en in 1692 werd nergens een kachel gestookt. In den winter van 1778 op '79 zag men in het departement der marine in Februari een paradijsappelboom in bloei en den 30 Mei begon men reeds te maaien. De zachte winter van 1781 werd mede door een vruchtbaren zomer gevolgd. Op den zachten winter van 1807 volgde een jaar weder ongewoon gunstig voor den oogst van verschillende veldvruchten. In 1822 had men geen winter de luchtsge- steldheid bleef voortdurend zacht, en toch leverde dit jaar een ruimen graanoogst, en de wijn die reed* in Augustus gewonnen werd, was voortreffelijk. De winter van 1845 en '46 was onge meen zacht en begon zonder vorst en sneeuw, de maand Februari was zeer zacbt en groeizaamboomen botten uit en de madeliefjes prijkten, reeds van 16 Januari af, in de weiden. In 't laatst van Maart en begin April was 't steeds regenachtig waardoor de anders groen gebleven winter graan de kleur verloor en geel werd ook bracht dit een nadeeligen stilstand in den groei van het koolzaad te weeg, dat echter reeds voor half April bloeide, toen men ook hier en daar het rundvee in de weide zag. Het winterkoolzaad stond in de maand October, nu dezen vruchtbaren zomer, op al de daarmede bezaaide landen prachtig mooi, zoodat over 't geheel de zomer zeer vruchtbaar was. De winter van 1896/97 was ook niet streng en wij hadden een goeden oogst. Behalve de madeliefjes bloeien nu reeds winter-aconieten, elzen Jasminum, winter Heliotroop, terwijl de allerliefste sneeuw klokjes over een paar dagen met hunne zilveren klepjes het lentelied zullen ver kondigen. UD.) Gisteren gaf de Belgische Kamer van Afgevaardigden een staartje te genieten van het oproer der vorige week, waarbij de socialistische afgevaardigde Demblon voor 8 dagen naar buis gezonden werd, wegens zijn ongepaste houding, en 't uit spreken van grove beleedigingen tegen een minister en een oud minister. Men weet dat de zitting wegens de kloppartijen moest worden opgeheven. Nu was men nieuwsgierig om te ver nemen wat Demblon doen zou. Men had de 30 socialistische Kamerleden, met Dem blon in hnn midden, bij wijze van demon stratie, al door Brussels straten zien loopen. Eindelijk gingen zij 't gebouw binnen, Demblon ook, maar, meer slacht offer dan held was hij, hij zag doodsbleek. Nauwelijks deed hij een paar passen naar binnen of de luitenant van het piket linietroepen gaf hem te kennen dat hij terug moest. Toen had men de poppen aan het dansen. Da collega's van Dem blon protesteerden heftig, scheldende, slaande en groote woorden sprekende. Yooral Furnémont had den mond vol over schenning van de rechten des volks, en enkelen wilden dat de republiek leven zou. Eindelijk kreeg men de op gedrongen menigte van de trappen af en Demblon er uit. Toch was ook de daarna volgende Ka merzitting zeer rumoorig. Toen de minister van arbeid sprak over 't jongste ongeluk in de kolenmijn te War mes, begonnen de socialisten een groot lawaai te maken. Een hunner laakte 't optreden der soldaten van zoo even, en viel den voorzitter heftig aan. De een voor den ander schold en raasde. Ten laatste werd hunne motie van afkeuring over de „mishandeling" van Demblon met 86 tegen 29 stemmen en 9 onthou dingen verworpen. In de Fransche Kamer schijnt de rust hersteld. Maandag werd de zitting vrij kalm her opend. Ook de afgevaardigden die zooveel aanleiding tot de bekende tumulten ge geven hadden, waren present. Jaurès ver volgde zijn rede over de Dreyfus-quaestie; De Bernis luisterde. De Baudry d'Asson, de onstuimige afgevaardigde uit de Vendée, was in de vorige zitting af wezig en scheen nu zijn schade te willen inhalenge lukkig kalmeerden zijn vrienden hem, en hij zweeg. Maar toen Jaurès uitgepraat had, be gaf hij zich naar de tribune om zijne rede voor te lezen. Halverwege bezig, werd hij plotseling overvallen door een aanval van vallende ziekte, waaraan hij reeds jaren lang lijdende is. Hij strekte de armen uit en sloeg achterover. Dokter Grenier, de afgevaardigde in boernoe de quasi mahomedaan die den grond kust en .altijd in het ootje genomen wordt kon thans een» esn ernstige rol spelen. Men riep zijn hulp in en al hinkende verdween hij in zijn witte omhulling achter de groep van kamerdienaars en afgevaardigden die de Baudry d'Asson buiten de zaal droegen. Overigens liep alles kalm af. De minister Meline weigerde de inlich tingen, dewijl zij niet voor publiekmaking bestemd zijn, te geven en verklaarde zich ongezind de partij berekeningen van de socialistischen afgevaardigden te dienen. De Kamer hechtte met groote meerder heid haar zegel aan de verklaringen der ministers. Het is wel jammer dat deze quaestio door dit votum in den doofpot dreigt te raken. Het is best mogelijk dat de socialisten door hnn aandrang om meer licht zich meer door zucht naar populariteit bij de massa, dan door rechtsgevoel lieten leiden. Maar zij zijn 't dan toch maar die, gelijk ten onzent in de zaak Hogerhuis, de agitatie om rechtsheritel hebben levendig gehouden. En nu maakt de lichtschuwe houding der Fransche regeering een onaangename n indruk. Haar zwijgen is niet in 't belang des lands en ondermijnt de grondslagen der republiek. De regeering schijnt dan ook den toestand niet te vertrouwen en heeft het Parijsche garnizoen in de kazernes geconsigneerd, zeker om te voorkomen dat de troepen in de straatbetoogingen gemengd worden. De geschiedenis toch heeft geleerd dut deze zeer aanstekelijk zijn. Nergens beter dan op Frankrijke revolutionairen bodem teelt dit onkruid voort. Een geestig publicist liet zich eens ontvallen dat als Parijs verkouden is, heel Europa niest. Dit mag nu niet meer zoo wezenmaar de verkoudheid van Parys oefent over alle deelen van dit land nog grooten invloed. Voorzichtigheid schijnt derhalve ook hier geboden.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 1