NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH burg. iesche Stoomboot- appijen. ROTTERDAM igen plaatsen. 'foyesEAAr- Hulst-Vlake. ter-Schelde. Is. 50. 1898. Dinsdag 25 Januari. VERSCHIJNT PRIJS DER ADVERTENTIËN G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. De Staten van Zeeland. Isaac da Co sta. Middelburg (6 leden) 3898 kiezers. (1.) O».) Tholen (3 leden) 2445 kiezers. A. Hollestelle (a.) aftr. 1898. Goes (8 leden) 6991 kiezers. (a.) (a.) (i.; Sluis (6 leden) 3164 kiezers. Middelburg J. H. Snijders (1.) Vlissingen D. A. Dronkers (1.) Zierikzee Mr. A. J. F. Fokker (1.) Buitenlandsch Overzicht. •f 1TDIENST ELB.-ROTTERDAM n. Van Van ddellturg. Rotterdam. 8,15 >i 7 5n n 7,30 7,30 8,15 7.30 8,15 7,30 8.15 )TDIENST irg en Zierikzee. szee Spoorweg Goes n. Van Zierikzee: 'smorg. s midd Zater. 22 Zond. 23 Maan.24 Dins. 25 Woen26 Dond.27 Vrijd.28 5ater.29 Zond.30 Maan.31 V 7,50 7.50 7,50 7,50 6.30 7,50 7,50 7,50 7,50 2.— 2- 2- 2.— 2,- 2,— 2. Maan.31 11,30 Van Rotterdam: 'ater.22 iond. 23 Haan. 24 Dins. 25 Yoen26 )ond.27 frijd.28 later.29 lond. 30 laand31 9,30 9,30 9,30 9.30 9,30 9,30 9,30 10,— 10,- 10,30 DIENST E VEER—GOES, dering van Diiisdag. rertrek Veer's morg. "s avonds 5,nnr. morg. 8,37, 's namid. avonds 6,30. Des s morg. 9,'s av lot Ostende), 's nam -OPZOOM-THOLEN naar Tholen, 5,50, tief), 11,1,30, srgen-op-Zoom 6,25 9,35, 12,40, 2,10 >p-Zoom n. Halsteren naar Tholen 15 mi n M DIENST. IDDELBURG. se vm. 4,50, (alleen Van Zeilmarkt, 8, 30, nm. 1,15, 2, 5,55, 6,55, 7,45, ar Remise vm. 5,20 6,23., Naar Zeil- 50,12,35, nm. 1,20, 5,15, 6, 11,-. RDAM dag) 's morg. 7.n. 1RPEN dag) 's morg. 6.30 u BOOTDIENST DIENST. nin. na kloktijd) ar Vlake vm. 5,30 oorden onmiddellij k correspondeerenden 2,15, 5,15 uur. ENST. soorden vm. 7, ar. niddellijk na aan- veer vm. 9,en ic), nm. 3,25d) 'c)i n 3,55 nm. 1,55 2,15 3,25 d) 3,45 0. 0. emaakt. ar Breskens hoog i - UITGAVE VAN elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent'. Prijs per drie maanden franco p. p.f 0,95. en Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Het jaar 1898 zal op electoraal gebied vooral zijne beteekenis ontleenen aan de verkiezingen voor de provinciale staten. Alvorens ia haar geheel de kroning hunner beminde Koningin te vieren, zullen de Nederlanders, zullen de Zeeuwen bij de stembus nog eens in twee party en tegenover elkander staan om te trachten in de provinciale staten mannen der eigen lichting te kiezen of te herkiezen. Dat op den stembusstrijd bet liefelijke zachte morgenlicht vallen zal van de aanstaande kroning, zal, naar wij hopen en verwachten, aan dezen strijd den scher pen prikkel van den partij strijd ont nemen. En niets zal ons liever zijn dan te mogen waarnemen dat althans onzerzijds naar dezen regel wordt gewandeld. Toch ontslaat ook zelfs zoo gewichtige nationale feestdag in 't verschiet niet van den ernitigsn plicht dien de wet ons oplegt om getrouwelijk aan de verkie zingen voor de Provinciale Staten deel te nemen. 't Is daarom dat wij er zoo tijdig mogelijk de aandaeht op vestigen. Wy geven hierbij het navolgende lijstje der provinciën met daarachter 't aantal zielen, 't aantal dittricten en het aantal statenleden van elk. Aantal Aantal Pbovinciën. Bevolking, disteictbn. lbden. Groningen 292.834 7 45 Friesland 339.425 5 50 Drente 143.028 4 35 Overijsel 319.494 12 47 Gelderland 548.748 16 61 Utrecht 241.178 6 41 Noord-Holland 933.682 22 72 Zuid-Hollandl.082.6 78 21 82 Zeeland 211.617 7 42 N oord-Braband539.715 9 44 Limburg 276.239. 9 45 4.908.638 118 565 Alzoo zal de Juni-verkiezing plaats hebben in 118 districten, terwijl 282 of 283 (de helft van 565) leden der Staten moeten aftreden. Gaan we nu meer in bijzonderheden onze Provincie na, om de namen der districten en der leden afzonderlijk te noemen, terwijl daarbij de politieke kleur werdt aangeteekend. Die politieke kleur is voor een enkel lid niet j gemakkelijk te bepalen. Wij FEUILLETON. (2 (Vervolg). Da Costa had gedurende den hangen zielstrijd, die |zijn bekeering voorafging en volgde, meer dan eens uiting trachten te geven aan zijn hart in de taal der dichtkunst. Wij zullen ze niet gaan opsommen, de talrijke stukken, die tusschen zijn studie jaren en zijn doop aan zijn veder ont vloeiden: een dorre opnoeming der titels heeft voor de lezers, die }ze niet kennen, geen waarde en zij, die ze kennen behoeven ze niet. Hoe gaarne wij er enkelen zou den beschouwen en ontleden, helaas 1 ons volk is over 't algemeen te weinig dich terlijk, dan dat we zouden hopen, hiermee velen een dienst te doen. We zeggen helaas 1 want't is zeer te bejammeren, dat poëzie in den waren zin de meeste menschen houden wel van een „dichtje", maar er moet niet te veel poëzie in zitten dat ware poëzie ons volk zoo ongenietbaar schijnt. Want de dichtkunst is een schoone gave Gods en dichters als Da Costa brengen in hun poëzie een woord Gods tot hun volk. En wie voor onze eigen Vader- landsehe poëzie ge6a 00r of hart heeft, zal hij de heilige poëzie des Bijbels verstaan? honden ons eohter aan de sedert jaren gevolgde gewoonte om achter den naam van elk Statenlid, de politieke kleur der kiesvereeniging die hen candidaat stelde en er bracht aan te geven. De provincie Zeeland is voor de Staten verdeeld in 7 districten. (a.) (a.) (a.) (a.) aftr. 1898. 1898. 1898. 1901. 1901. 1901. (5 leden) 3334 kiezers. (1.) aftr. 1898. J. H. Snijders H. J. v. d. Meer D. J. Dronkers H. M. Kloppers W. Maas C. J. Huvers Vlissingen D. A. Dronkers W.A. graaf van Lijnden j C. L. v. Woelderen (1.) P. J. Siegers (a.) Jhr. C. J. J. A. v. Teylingen (1.) Zierikzee (6 leden) 3632 Mr. A. J. E. Fokker (1.) aftr. 1898. B. G. v. d. Have (1.) Mr. J. C. v. d. Lek de Clercq (1. J. H. C. Heijse ,(1.' M. Bolle Sr. (1.' Mr. J. A. Bolle (L Mr. J. H. L. v. Buren (a.) 1898. Jhr.mr.E.A. O. de Casembroot(l.) 1901. 1898. 1901. 1901. 1901. kiezers. 1898 1898 1901 1901 1901 B. M. den Boer (a.) aftr. Mr. C. Lncasse M. de Jonge Jz. J. M. Kakebeeke Jhr. mr. J. J. Pompe v. Meerderveort M. Noordijke D. J. Oggel W. J. Vader v. 's Graven polder (a.) (a.) (a.) (a.) 1898. 1898. 1898. 1898. 1901. 1901. 1901. 1901. W. C. de Smidt Mr. P. C. J. Hennequin Iz. van Houte H. G. Hammacher J. L. I. de Bats I. Erasmus (1.) aftr. 1898. (1.) 1898. (1.) 1898. (1.) 1901. (1.) 1901. (1.) 1901. Hulst (8 leden) 5896 kiezers. Mr. J. G. v. Deinse (1.) aft. 1898. L. J. M. v. Waesberghe Jansens (k.) 1898- A. Moerdijk (k.) 1898. J. A. v. Rompu (k.) 1898. P. Moes (a.) 1901. P. F. Fmytier (k.) 1901. C. Ysehaart (k.) 1901 F. C. O. M. Hombach (k.) 1901' Ook Mozes, ook David waren dichters en Jesaia, de groote profeet van Jnda, is de grootste zanger van 't Oosten. Al zullen we dus niet opsommen, noch ontleden, we moeten van twee der merk waardigste stukken iets zeggen. In de hymne (lofzang aan God) „Voor zienigheid" heeft de dichter geschetst (in de beroemde Inleiding) wat hij als zoodanig als zyn levensroeping beschonwde „Ik ben geen zoon der lauwe Wester- (stranden Mijn vaderland is daar de zon ontwaakt En als de gloed der Libyaansche zanden, Zoo is de dorst naar Dichtkunst, die mij (blaakt heet 't daar. Eu voor den zoon van 't Oosten is al 't aardsche niets meer,,'t misvormde lijk van 't uitgebloside Schoon". Hij zal een ander lied doen hooren, dan daL. dor Homerische luit of der zangers van Germania, een ander lieddat zijner Vaderen tot eere van hun God. En dan jubelt hij in den alleen zijnden God, uit Wien, door Wien en tot Wien alle dingen zyn. Als men dit lied aandachtig leest, voelt men hier en daar, dat de zoon van Abraham zijn Heiland reeds gevonden heeft, Dien hij toch nog niet belijden dorst, al is 't eveneens waar. Da Costa zag 't later zelf in dat zijn Gods begrip eerder Pan- Van de 42 leden waaruit de Staten van Zeeland bestaan zijn alzoo 19 leden libe raal 16 antirevolutionair6 Roomsch, terwijl 1 lid lot geen partij behoort. Daarvan treden af 10 Liberalen 7 Anti revolutionairen, 3 Roomsehen en de heer Van Lijndensamen 21. In Vlissingen treedt de kleinste, in Tholen de grootste helft af. Tot 1901 blijven zitting houden 9 Li beralen, 9 Antirevolutionairen en 3 Room- schen, samen 21. Wellicht is het onzen lezers niet onaan genaam de namen der aftredenden in Juni e. k. in één lijstje by elkander te hebben. Namen der Rich- s aftredenden, ting. H. J. v. d. Meer (a.) D. J. Dronkers (a.) W. A.graaf v. Lijnden B. G. v. d. Have (1.) Mr. J. C. v. d. Lek de Clercq (1.) Thoien A. Hollestelle (a). Mr. J. H. v. Buren (a.) Goes J. M. Kakebeeke (1.) B." M. den Boer (a.) M. de Jonge Jz. (a.) Mr. C. Lucasse. (a.) Sluis W. C. de Smidt (1.) Mr. P. J. Hennequin (1.) Iz. v. Houte (1.) Hulst Mr. J. G. v. Deinse (1.) L. J. M. v. Waes berghe Janssens (k.) A. Moerdijk (k.) I. A. v. Rompu (k.) Naar aanleiding van dit lijstje zou nog wel een en ander op te merken zijn. Wij wenschen echter daarmede nog eeni- gen tijd te wachten. Voorshands sta de herinnering die wij reeds enkele malen deden, dat toch een iegelijk die in den goeden gang van zaken in Gewest en Provincie belang stelt zich de moeite getrooste van zich te gaan aan geven voor 't kiesrecht. Dit moet vóór 15 Februari geschieden. En voor 1 Februari moeten de belastingen aangezuiverd zijn. Belastiugkiezers moeten nietloon- en woonkiezers wil zich aangeven. theïstisch dan Theïstisch mocht heeten. 't Ander belangwekkend stuk uit deze dagen is de vertaling van „een Tooneel" uit [den „Caïn" van den Engeischen dichter Lord Byron, „vrij gevolgd en met oor spronkelijke reien doorvlochten". Lord Byron, een der grootste zangers der gansche wereldlitteratuur, was toen de dichter, die, onder de jongelingschap uit de beschaafde kringen, zeer veel gelezen en met wien zeer veel gedweept werd. Deze leatnur nu was verre van onschuldig. Lord Byron heeft stukken geschreven, die m hooge mate zedeloos zyn. Doch 't zijn niet deze alleen, die den geest der lezers vergiftigen, mogelij k zelfs niet deze in de eerste plaats. Doch Byron predikt een pessimisme, een zonderlinge droef geestigheid, een wereldsmart en wereldhaat, die de krachten des geestes vermogen te verlammen en die, als men er aan toegeeft, tot misdaad, tot zelfmoord voeren. Byron maakt zich tolk van den hoogmoed dei- duivelen en niet weinige zijner verzen behelzen een aanklacht tegen den Al machtige, Die de zonde had kunnen ver hoeden en niet gedaan heeft. Deze Gods lastering nu komt zeer sterk uit in den „Caïn". Byron laat daar, onder meer, Lucifer, den opperste der gevallen Engelen, een gesprek voeren met den zoon Adams, waarin hij op de snoodste wijze lucht geeft aan zijn wrok tegen den Allerhoogste. En „jjioooniet Yan Asch v. Wijk", zoo begint een opstel van de Nieuwe Rotter- damsehe Crt. ter aanbeveling van den liberalencandidaat voor de Kamerverkiezing op morgen. Meesniet Van Asch v. Wijck. Wanneer dat maar geen verwarring brengt en de onnadenkende lezer er van maakt Mees nietVan Asch v. Wijck. Morgen zal blijken waarde kommapunt staan moet. De Nieuwe Rotterdamsche Crt, de can- didatuur Mees verdedigend in haar jongste aanbeveling, zegt dat de heer Yan Asch v. Wijk de candidaat is der „Kuyperianen en Roomschen". In 1894 werden de laatsten door haar „Katholieken" geheeten, mogelijk noemt zij de eersten mettertijd nog wel eens An tirevolutionairen. Intnsschen, waar de grooten zich niet ontzien, den politieke» tegenstander te smalen, moet 't ons niet verwonderen dat ook de kleintjes 'tdoen. Zy missen't voor deel van het goede voorbeeld. Overigens is dat „Kuyperianen" ook in de Nederlander schering en inslag. Omtrent den uitslag der Kamerverkie zing in Rotterdam IY zegt de Nieuwe Sprokkelaar o. a. „Verleden week vroegen wy of de Chr. Hist. Kiesvereeniging niet geacht zou moeten worden de verkiezing van dr. de Visser in '97 te desavoneeren door nu geen candidaat te stellen tegenover den heer Mees. Welnu de Kiesvereeniging heeft dat niet gedaan, maar ruim 200 Christ. Hist, hebben dat te nadrukkelijker gedaan. Dat is ons bitter tegengevallen zoo erg hadden wij 't niet verwacht. Dat er onder degenen, die verleden jaar tot de Chr. Hist. Kiesvereeniging toetraden, waren die slechts verkapte liberalen ge acht worden, die slechts binnen de muren der kerk een orthodox tintje vertoonen, was ons niet onbekend, doch dat men in zoo'n groot getal zou instemmen met het koor Leve het liberalisme 1 Leve de school waaraan de natie gehecht isnog eens, dat hadden we niet verwacht." De Twee Provinciën het plan der stich ting eener Hoogere Burgerschool te Hil versum besprekend en bestrijdend zegt o. a. „Het schoolgeld mag niet hooger dan f60 per jaar en per leerling zijn anders blijkbaar spreekt 's dichters hart juist in Lucifers woorden zich nil. Da Costa nu vertaalde dit stuk, doch tegenover de lastertaal van Lucifer die in haar diepsten grond de gedachte van de mannen der Omwenteling vertolkt laat hij een rei van Engelen optreden, niet om te weerleggener is eene Inste- riDg, waarvan een weerlegging onmogelijk, schier zondig wordt maar om den On- begrepene en Onbegrijpelijke lof te zingen en te laten zien, dat alleen onderwerping aan Zijn wil altoos den wil der hoogste Liefde waarlijk vrij en gelukkig maakt. „God te dienen, is te zijn Onafhankelijkheid is niet zijn Die te wenschen, folterpijn Zingt de Rei hooren wij niet een ruischen ale van jde hymne van 't Kruis Maar nog meeraan 't einde der tijden zal de Booze verwonnen worden „Als de Heere God in allen, en in (allen Alles is, „Zal het licht zyn, eeuwig licht zyn, (lieht uit licht en duisternis 1 Is dit niet een voorspel van de wijze, waarop de Dichter later de heerlijkheid zal bezingen, zooals die eenmaal door en met Christus zal geopenbaard worden We vervolgen de schets van Da Cos- ta'a leven na zyn Doop. Een aantal korte krijgt men geen Rijkssubsidie. Kost zij f16000 en er zyn 50 mensehen die znlk een school willen dan moet de gemeentekas voor elk hunner f 240 per jaar bijpassen. En daar hebben wij niet veel zin in". Het blad heeft daarin volkomen gelijk; maar 't zal haar niet veel baten. Er zijn meerdere gemeenten waar toch eene H. B. S. verrees, wy kennen er o. a. een die nauwelijks een derde telt van Hilversums zielentalen die nu, dank zij haar grootsteedsche schoon in haar soort niet weelderige inrichting, onder de nood lijdende gemeenten verlangt te worden opgenomen. Het algemeen stemrecht heeft onder anderen Frankrijk, België en Oostenrijk knn nen het bewijzen in de Kamers van Afge vaardigden sommige mannen doen verkie zen, wier beschaving en bezadigdheid, on bevangenheid en gezond verstand niet in verhouding staan tot de groote meerder heid, waarmede zij gekozen werden. De vorige week leverden België en Frankrijk daarvan weer eens een zeer tref fend staaltje. Allereerst had er een klein incident plaats in de Belgische Kamer van Afge vaardigden. Anseele, de socialistisch^ afge vaardigde uit Gent, sprak onder groote onoplettendheiddit wekte den toorn van een zijner geestverwanten Demblon die hevig begon te schelden op de leden der rechterzijde. Hij noemde hen lafaards, huichelaars, leugenaars, mannen met een vuil verleden en de voorzitter kreeg het verwijt dat hij indertijd als minister had geheuld met stille verklikkers als Pour- boixen dat hij in het tuchthnis thuis behoorde. De voorzitter stelde hierop voor de een suur op Demblon toe te passen, waartoe de Kamer besloot. Demblon weigerde eehter heen te gaan, waarop de voorzitter, om verder leven te voorkomen, de zitting op hief. (Gemompel rechts, gegrinnik links, gejuich op de tribune). Toch is wat daar voorviel, niets in ver gelijking met hetgeen de Frnnsche Kamer van Afgevaardigden te aanschouwen gaf. Daar was de opgewondenheid ontstaan tijdens de behandeling van de interpellatie Cavaignac omtrent de Dreyfus-qnaestie. De heer Cavaignac, de leider der oppositie, drong aan, ter geruststelling van de publieke meening, op overlegging van de verklaring welke naar beweerd wordt, Dreyfus inder- bezielde gedichten (aan ds. Egeling, aan Bilderdijk, aan Capadose) gaven in de eerste dagen lucht aan zijn te lang bedwon gen hart. Zy behelzen a. 't. w. een le vensprogram van den Christendichter, waar aan hy levenslang trouw gebleven is. Zy zyn eerst en meest een strijdkreet tegen den Eeuwgeest. Uit 't lied aan Capadose schryven wij een paar coupletten af „Dat de waarheid zegevier Ondergang aan 't rijk der logen 1 Onder Jezus' krijgsbanier Riep ons de Almacht uit den hoogen I Met Zijn vlekkloos bloed besproeid, Zyn wij ridders Gods geslagen, Om voor d'eernaam, dien wij dragen, d'Allerlaatsten drop te wagen, Die onze aderen doorgloeit Wel te wapen dan 1 te paard I Met het machtig woord des Heeren Eindeloozen krijg verklaard In den Naam, dien we eenwig eeren, (Yau den God van Israël, Yan den God der twee Verbonden, Yan den Kruisheld, in Wiens wouden We onze zielsgenezing vonden) Aan de in oproer staande Hel." Maar de Dichter zoo sprekende voelt zyn onmacht en voelt ook, hoe licht 't bewustzijn, een strijder voor Gods eer te zyn, 't eigen hoogmoedig hart verheft en

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 1