NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. SaMaij 22 I&nttim. CHRISTELIJK- HISTORISCH Mo. 49. 1898. fmaaffife laac^Mü. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN lerseke. Raadsvergadering van heden (Donderdag) 6 uur. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,02 6. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regal meer 5 cente Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Middelburgook voor St. Laurens 25, 26, 27 en 28 Januari, 1,2,3, 4,8, 9, 10,11, 15,16, 17,18, 22, 23, 24 en 26 Febr. 1, 2, 3, 4, 9, 10 en 11 Maart. Bij de stemming voor een ;Kamerlid te Rotterdam IV schijnt de halve christelijke historische party (linkervleugel) reeds bij eerste stemming naar de liberalen overge- loopen. Hieruit volgt dat de andere helft (rech tervleugel) zich bij de vrij antirevoluti onairen heeft aangeslotenzoodat waar immer van een tweedrachtig gezelschap sprake mag zijn; dat zeker geldt van den Christelijk historischen Kiezersboud. Trouwens van Van Karnebeek tot Van Herwaarden of van Bastert tot de Visser loopt men niet in één dag. Bij den uitgever W. Kirchner te Am sterdam verscheen het „Jaarboekje van het Nederlandsch Werkliedenverbond „Patri monium" over 1898. Voor de leden van Patrimonium is zeker een aanbeveling overbodig. Maar hen die buiten Patrimonium staan en toch de beginselen van Patrimonium deelen, raden wij aan om met deze veieeniging, door middel van dit jaarboekje kennis te maken. Het bevat een goed gelijkend portret van wijlen mr. Keuchenius, den vriend der werklieden, en de rede van dr. Kuyper by Keuchenius' graf. Voorts vindt men er velerlei wat in alle almanakken voorkomt, doch nog daarbij o. a. de Statuten van het Verbond, Verslag van Patrimo niums jongste jaarvergadering, Boaz, en verschillende statistieken omtrent afdeelin- gen van Patrimonium, ziekenfondsen, vak- vereenigingen, enz. die getuigen van Patri moniums bloei en van opgewekt sociaal vereenigingsleven onder de chr. werk lieden. 21 Jan. '98. Aan den minister van Waterstaat is een adres gericht door de Kamer van Koop handel te Bergen op Zoom, door een lid der Staten van Zeeland, de burgemeesters van Bergen op Zoom, Woensdrecht, Rll- land-Bath, Krabbendijke en Kruiningen en andere autoriteiten, ter verkrijging in 't belang van landbouw en handel, van een rij- en voetweg langs den Scheldedam ter verbinding van Zeeland en N. Brabant. Bij het 3e Teg. inf. te Middelburg is overgeplaatst de luit.-kolonel J. F. Meyer, van het 6e reg. inf. te Breda. De miliciens-verlofgangers der in fanterie van de lichtingen 1895 en 1896 zullen in den a.s. zomer voor herhalings oefeningen onder de wapenen worden ge roepen. In de Sociaal-democraat beschuldigt mr. P. J. Troelstra openlijk Allard Dijkstra, dat hij aan de inbraak bij Haitsma te Britsum, waarvoor de gebroeders Hooger- huis veroordeeld zijn, heeft deelgenomen. Hij verklaart een aanklacht wegens laster af te wachten, in te dienen by den officier van justitie te 's Gravenhage, waar mr. Troelstra woont, en voor de rechtbank aldaar te vervolgen. De heer J. Stoffel, radicaal lid voor Deventer, die in Junijl. zijn oud liberalen oom den oud minister Van Delden van zijn zetel verdrong en in de Witte Sociëteit werd gedebalotteerd, heeft wegens voort durende ongesteldheid zyn mandaat als volksvertegenwoordiger neergelegd. Hij heeft te kort zitting gehad om eenigen indruk als Kamerlid na te laten. Alleen vinden wy in een der nos. van De Klok uit den tijd kort na de opening der eerste zitting der Kamera, een opstel van Van der Zwaag, waaruit blijkt dat vriend Stoffel hem uit de verte een groet had toegeworpen. In de St. Crt. staat de wet van den 31sten December 1897, tot bekrachtiging van provinciale belastingen in Zeeland. De heffing zal bedragen a 28 opcenten op de hoofdsom van de grondbelasting op de gebouwde eigendommen en \an 32 op de hoofdsom van de grondbelasting ap de on gebouwde eigendommen over 1898, en b 18 opcenten op de hoofdsom bel. personeel. In de Woensdag gehouden zitting van den Raad van State, afdeeling voor ge schillen van bestuur, waren kon. besluiten ingekomen, o. a. een waarbij is gehandhaafd het besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland, waarbij P. J. Boogaart is vervallen verklaard van het lidmaatschap van den raad der gemeente Oesenisse, wegens aan neming van een werk ten behoeve dier gemeente en een waarbij de gemeente Rotterdam is aangewezen voor de betaling van de verplegingskosten ten behoeve van de arme krankzinnige J. Louwerse, over wier woonplaats geschil bestond tusschen de besturen van genoemde gemeente en van de gemeente Middelburg. Goes. Vergadering van den gemeente raad, Donderdagavond 8 uur. Voorzitter dhr. burgemeester. Afwezig met keunis- geving de heeren Ramondt en v. d. Peyl. De voorzitter herinnert er aan dat dit de eerste vergadering is in het Nieuwe- jaar, en herdenkt het afgeloopene, dat zegt Spr. wel zonder groote schokken is heengegaan, en ook over deze gemeente geen groote rampen bracht; toch is het feit dat op de plaats waar Spr. zit, dhr. de Witt Hamer met zijn beste krachten jaren lang de gemeente diende, en dat hij nu is heengegaan, stellig een groot verlies voor de gemeente. Het nieuwejaar treden de raads leden in, doch twee hunner zijn afwezig. Aanvankelijk opgericht van een vrij ern stige ongesteldheid, mogen zij spoedig ge heel hersteld zyn en Spr. wenscht allen kracht, moed en gezondheid toe om met dezelfde liefde die zij tot nog toe getoond hebben te bezitten de belangen der gemeente te behartigen. Ook de gemeente moge het voorspoedig gaan. Moge de eenige donkere wolk die dreigt aan den gezichteinder, dit jaar kunnen verdwijnen, moge de financi- ëele toestand zoodanig verbeteren dat drukkende belastingen kunnem verminderd wordeu. Applaus. De notulen worden gelezen en goed gekeurd. De voorzitter deelt mede dat in plaats van wijlen den heer Baardolf de heer P. Goedbloed, le onderwijzer aan school B naar C is overgeplaatstdat de heer C. J. Snouck bevorderd is tot le onderwijzer aan school B. en dat in zijn plaats een benoeming zal geschieden en een oproeping heeft plaats gehad 4 sollieitatiën zyn be reids ingekomen. Voorts wordt medegedeeld dat P. A. Knieriem is aangesteld tot bode bij de- Brandweer in plaats van wijlen zijn va der; dat de benoemde en herbenoemde leden in verschillende collegiën de benoe ming hebben aangenomen dat het kistje met hulpmiddelen tot redding van drenke lingen door d.en heer Adam is nagezien en aangevnld. Ingekomen zijn Van Gedep. Staten goedkeuring reke ning 96 id. 2e suppl. Kohier H. O. Van 't zelfde college mededeeling van goedkeu ring van 't raadsbesluit tot keffing van opcenten op 't personeelalsmede dat de goedkeuring van de begrooting over 1898 is verdaagd. (De goedkeuring is inmiddels ingekomen). En eindelijk van de Nieuwjaarscommis- sie verslag en rekening die goedgekeurd worden onder dankzegging voor de bewezen diensten. De heer H. Zondervan wordt op zijn verzoek eervol ontheven tegen 1 Maart a. van de lessen in de Geschiedenis aan de H. B. S. Besloten wordt vooralsnog geen oproeping te doen voor een vei vanger maar af te w&cbten wie te Bergen op Zoom zal worden benoemd. Aan A. de Wilde wordt vergunning verleend tegen een retributie van 50 cent 'sjaars om van zijn stuk groud een uitweg te maken over de sloot naar het zooge naamde Koolpadje. Teruggave aan hpt Rijk van 6172 cent verplegingskosten voor M. Verheule over 1896. wordt goedgekeurd. Besloten wordt de begrooting over 1897 te wijzigen als volgt: Hoofdstuk V afd. I en II opbrengst geldleeningen geraamd cp f 7000, te brengen op f 5500en ver koop boomen geraamd memorie te brengen op f1500. De geheeie opbrengst der boo men is f 2041,35, doch B. en W. nemen slechts zooveel als noodig is, de rest wordt gebracht op: beplanting van wegen, uitge trokken op f 215, en wordt f756,35 op de begrooting over 1898. Een post onderhoud wegen, enz. wordt van de rekening over 1896 overgeschreven op den dienst 1897, in overeenstemming met een opmerking van Gedep. Staten. De rekening 1897 der Gasfabriek met een zuivere winst van f2505,55 wordt goedgekeurd en bepaald dat deze som zal dienen in de plaats van de op de be grooting van 1898 voorkomende leeningen samen f 2300 en 2o tot verhooging met f 205,55» van den post Onvoorzien die in die begrooting slechts f 11,675 bedraagt. Op het verzoek van dr. R. M. Reinders om afschrijving op den H. O. van 1 maand, word-t in verband met 't advies der fin. commissie, op voorstel van B. en W. af wijzend beschikt, als zijnde 'tin strijd met art. 15 der verordening op de invordering van den H. O. Komt ter tafello. 't navolgende con cept adres aan H. M. de Regentes, van den Raad. dat hem is gebleken dat de gemeente krachtens de wet van 24 Mei 1897 (Stbl. 156) een bij .1 rage zou ontvan gen nog belangrijk lager dan het vroeger genotene krachtens de wet van 26 Juli 1885 (Stbl. 169). Dat nu wel bij art. 7 der bovenge noemde wet is bepaald dat de uitkeering krachtens art. 1 dier wet, niet daalt be neden de som, waarover de gemeente heeft kunnen beschikken, krachtens de wet van 26 Juli 1885 (Stbl. 169) maar dat daar door de gemeente geheel verstoken blijft van vergoeding voor het werk dat de ge meente voor het Rijk in het algemeen be lang verricht, uitvoerig aangetoond in de hierbij gaande Memorie van Toelichting. Dat dit te meer treft waar andere ge meenten, die veel minder deden voor hate minder met goederen bedeelde bewoners, ruime subsidie genieten, boven en behalve het vroeger uitgekeerde 4/5 van het .Per soneel. Dat hij in de M. v. T. heeft aangetoond dat de grondslagen der wet voor sommige gemeenten tot groot onrecht leiden en dus wijziging dier grondslagen hier zou kunnen baten. Dat hij evenwel zeer goed inziet dat wets wijziging, en vooral wijziging der classi ficatie voor de Personeele Belasting onmo gelijk zou zijn nu daarop de kieswet steunt. Dat in de M. v. T. op de wet gezegd wordt dat hetgeen op den grondslag der bevolking wordt genoten, kan geacht wor den te strekken tot vergoeding van een deel der kosten van het Gemeentebestuur, voorzoo veel dit als orgaan van het Rijks bestuur dienst doet en tot bestrijding van eenige uitgaven die ter vereenvoudiging aan de gemeente werden opgedregen als die bedoeld bij art. 205 g, i en k der gemeentewet. Dat de uitkeering naar de bevolking van Goes bedraagt f 6822. Dat in de M. v. T. bij de wet als mid del van redres wordt aangegeven eene subsidie krachtens art. 49 der onderwijswet. Dat evenwel deze gemeente fen het Mid Hier in te lasschen het amendement Dicke. delbaar onderwijs veel meer gebaat zou zijn met overname van de H. B. S. door het Rijk. Dat daardoor de gemeente outlast zou worden van de zorg voor middelbaar onder wijs aan niet ingezetenen, bedragende 47 pCt. der geheeie schoolbevolking. Dat mocht tegen dit denkbeeld overwe gend bezwaar bestaan de gemeente door verhooging van het thans genoten subsidie evenzeer gebaat zou worden. Redenen waarom hy Hare Majesteit verzoekt, op de in de M. v. T. aangevoer de gronden te willen besluiten de gem. H.B.S. tot Rijks H.B.S. te willen verhef fen, of het subsidie te verhoogeu met f 6500. 2o.Nog een concept adres,grootendeels eens luidend aan 't bovengenoemde, doch waarin wordt verzocht om een subsidie krachtens art. 49 der wet van 17 Aug. 1878 Stbl. 117 op het Lager Onderwijs tot een be drag van f 6500. B. en W. herinneren ter toelichting den Raad o. a. aan de nadeelen die de ge meente lijdt bij de nieuwe regeling van de financieele verhouding tusschen Rijk en gemeente, door afschaffing van de progres sie bij den Hoofdelykeu Omslag. De heer Buijse verklaart met B. en W. te verschillen van standpunt in zake de schoolzaak. Waar B. en W. zelve toegeven in de Memorie van Toelichting dat 't school geld voor kinderen van gegoeden op school A billy kerwijs kan worden verhoogd, had hij gaarnegezien dat B.enW.voor't geringe voor deel dat deze verhooging brengt niet waren afgeschrokken,doch tot die verhooging waren overgegaan. Spr. geeft o. a. niet toe dat de inrichting aan de Meisjesschool niet weelderig zou zijn, al is overigens de in richting van 't lager onderwys in deze gemeente niet duur. Doch waar een goed woord voor de meest gegoeden gedaan werd die bezwaard zyn door hooge belas ting en hoog schoolgeld welk laatste Spr. overigens niet beaamt, daar hij voor gegoeden een schoolgeld dat zoo ver af blijft van den kostenden prijs, niet duur vindt daar had in de Memorie von Toelichting zeker niet mogen ontbreken een goed woord of een blijk van attentie voor vele minder gegoeden iu onze stad die belasting betalen, waarvan de helft strekt tot onderhoud van 't openbaar onder wijs en zich daarna nog een uitgaaf van vrij wat meer dan 60 cents per maand veroor loven voor de Bijzondere School. Spr. vraagt echter alleen wijziging op een on- dergeschi et punt. De voorzitter had liever deze openbare bespreking niet gehad, al erkent hij 't recht om ze te voeren maar hij zou de bedoelde wijzigingen toch nog niet kunnen aanbren gen dewijl misschien de Raad er niet mede instemtmaar ün 't verband gelezen zijn de bezwaren ook zoo groot nieten wijzi ging vordert allicht zooveel tijd en arbeid dat 't de gehoopte bereiking van 't doel niet bevordert. De heer Buijse herneemt dat hy met zijn opmerkingen niet bedoelt zijn waar deering te onthouden aan het doorwrochte werk van B. en W., hij had gaarne de M. v. T. op deze punten anders gewild, doch ook zoo kan hij met het adres mee gaan, als een geoorloofd middel waardoor misschien de geeuwhonger onzer gemeente kas wordt gestild. De heer Dicke spreekt een woord van groote waardeering voor 't adres in zijn geheel en vindt dat alle kleinigheden moeten ter zijde gelaten. Toch heeft hij enkele bezwaren. In de Memorie sche mert de meening door dat de gemeente door de wet in e'en onrechtvaardige positie zou gekomen zijn, terwijl in 't adres wordt gewaagd van aanspraken op grond van art. 49 der Schoolwet. Op dit puntjbehooren Toelichting en Adres in overeenstemming te zijn en dient in 't Adres een clausule te worden ingelascht. Sprekers tweede bezwaar is, niet dat drieërlei vragen worden gedaan, en gezegd wordt dat zoo de gemeente niet op eene wijze is te helpen, zij ook gebaat zou zijn door iets anders de wenschelijkheid van dezen vorm laat hy in 't midden maar wel is hij tegen de mededeeling omtrent de H.B.S. Immers indien subsidie gegeven wordt teneinde aan die inrichting de noodige verbeteringen aan te brengen, dan is de gemeente financieel niet met 't subsidie gebaat. De voorzitter verwondert zich over deze bezwaren, daar 't request en de toelichting vrucht zijn van met de fin. commissie, waarvan de heer Dicke deel uitmaakt, gepleegd overleg. Er is een compromis getroffen, een en ander wordt in den breede door Spr. toegelicht en door de financieele commissie beaamd, alleen verschilt de heer Dicke met den Voorzitter hierin dat hij meent dat het compromis in dit stuk nieten de voor zitter meent dat het er wel in is neer gelegd. De heer van der Leeuw heeft alle respect voor de gehoorde aanmerkingen, maar is tegen wijzigingen, na al wat geschied is. Dat geeft versnippering en verwarriqg. Laten wij eenvoudig het adres met de memorie zoo opzenden, dit kan leidea lot eene goede oplossing. Wyzigingen zouden immers op hun beurt bij anderen weer de beboette tot wijzigen doen ontstaan. Gebreken blijven altijd bestaan. Laten wij 't adres mot algemeene stemmen goedkeuren. De voorzitter dankt dezen Spr. voor zijn aanbevelend woord, doch hij acht dat de zaak niet. Wil de Raad verbeteringen aanbrengen, Spr. zal gaarne 't geheeie stuk opnieuw in bewerking nemen't is het belang der gemeente, en niet 't gemak of ijdelheid dat B. en W. bezielt. Maar Spr. toont aan dat de gewenschte wyzigingen zijn aangebracht en nu een nieuwe wijzi ging in debat kwam, diehij gaarne zal ge formuleerd zien. Overigens heeft 't stuk een maand ter visie gelegen. Nadat de heeren Ochtman en de Jonge 't denkbeeld van den heer Dicke hebben toegelicht en gesteund, schorst de voor zitter voor eenige oogenblikken de verga dering om den leden gelegenheid te geven de wijzigingen te formuleeren. Na herope ning der vergadering stelt de heer Dicke voor om in 't adees in te lassehen de woorden dat deze gemeente door de uitgave tot een behoorlijke inrichting van haar lager onderwijs vereischt, in verhouding bot hare middelen en andere uitgaven onbillijk wordt bezwaard, gelijk in de bijgaande Memorie breeder is aangetoond. Spr. refereert zich, tot toelichting van zyn voorstel, aan 't door hem gesprokene en zegt zynjtweede bezwaar niet iu'een voor stel te hebben belichaamd, wijl dat bij B. en W. geen bijval vindt, en derhalve lei den zou tot lang uitstel. De Voorzitter verklaart zich voor de wijziging. De heer Lenshoek is er tegen. Met 10 tegen 1 stem wordt zij aange nomen, daarna gaat 't geheeie adres er met algemeene stemmen door. De voorzitter sluit de vergadering. Tegenwoordig 11 leden, voorz. de Bur gemeester. Ingekomen van de heeren J. de Schipper en C. Hartoog, kennisgeving dat zy hunne benoeming tot lid van het Burgerl. Arm bestuur aannemen, en van Ged. St., dat zij de beslissing omtrent de goedkeuring der begrooting tot 1 April verdaagd hebben. Aan de orde is een adres van den ont slagen veldwachter Koster, waarin deze verzoekt om eenig pensioen en verhooging van zijn traktement als bode. Hoewel B. en W. vreezen, dat de pensioneering bezwaar zal vinden, stellen zij, erkennende de langdurige nuttige diensten van Koster, voor hem een pensioen van f 150 toe te staan en zyn salaris

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 1