niet rusten voor Nederland van Oranje zal zijn losgemaakt. Alleen op de Christe lijke school komt het drievoudig snoer God, Oranje en Nederland tot zijn recht. Daar is men om met professor Naber geen der onzen maar van de overzij te spreken, niet veroordeeld tot een huichelachtig zwijgen. (Zie Nabers werk over A. Pierson). Jenevervérbruik. De accijns op het gedistilleerd brack* in 1891 bijna 26 Vs millioen op. In 1895 daalde die opbrengst tot 26'A millioen. In 1897 was dat treurige cijfer even daarboven. De bevolking des rijks nam echter in die jaren toe met ongeveer 650.0ÜÜ zielen, d. i. circa 14 pCt. Wanneer de opbrengst van den accijns van 26Vs in 1894 ware gestegen tot 30V4 millioen in 1897, dan zou deze stijging dus eenvoudig gelijken tred hebben ge houden met die der bevolking. Nu er, in plaats van dO'/i slechts 26V4 is ontvan gen, schijnt dit dus te duiden op een inderdaad sterke afneming van het jene- ververbruik, ook als men plaats laat voor smokkelarij en minderen uitvoer Voor hen, die den volkskanker bestrijden een inderdaad bemoedigend resultaat. Het portret van Balthazar Gerards, den moordenaar van Princ Willem I. Een onzer lezers schrijft ons hierom trent het volgende Onlangs stond in „de Zeeuw" een me- dedeeling over een gevonden portret van Balth. Gerards. Dit portret toch schijnt reeds vroeger bekend geweest te zijn. 't Is te vinden in de Geschiedenissen der Ver. Nederl. voor de Vaderl. jeugd. Amst. 17831795. Anoniem, doch toegeschre ven aan Eokke. (Een patriottisch teudenz- werk, dat wel vorstenmoord niet prijst, maar toch de moordenaars in gedachtenis houdt; er staat ook een portret van Ger- rit van Velzen, den moordenaar van Fio- ris V in.) Men kan vragen, hoe dit por tret echt kan zijn. Er zal toch wel geen portret van den booswicht gemaakt zijn na zijn gruweldaad, 'k Vermoed, dat't zal voorkomen in een der Roomsche boek jes, die over zijn „doorluchtige martelisa- tie" handelen en die 't konden hebben van zijn familieleden, die immers met zijn daad ingenomen waren, 't Portret is in elk geval ('k spreek op dat bij Fokke) niet geflatteerd de dweeper en fielt spreekt uit iederen trek van zijn gelaat. 17 Jan. '98 De provinciale keuringen van dek hengsten zullen plaats hebbente Goes Dinsdag 1 Februari om 12 uur (Beesten markt), te Middelburg Woensdag 2 Februari 9 uur (Rijschool), te St. Maartensdijk Don derdag 3 Februari om 9 uur (Marktplein), te Hulst Maandag 7 Februari 9 uur (Groote Markt), te Oostburg Dinsdag 8 Februari 9 uur (bij Wed. M. Luteijn-Mazure), te Zierikzee Woensdag 16 Februari 9 uur (Havenplein), te Cortgcne Donderdag 17 Februari 9 uur, (bij Wed. Noordhoek) Voor 1898 is als keuringsmerk bepaald de letter 0; terwijl de Keurings-commissie bestaat uit de heeren districtsveeartsen- plaatsvervangers C. Fauël te Nieuwenhoorn, voorzitter M' C. van Buuren, te Zuid- land, secretaris W. F. Altevogt, te Klaas waal lid en H. L. Ellerman, te Dordrecht, plaatsvervangend lid en de Commissie voor de herkeuringen uit de heeren H. de Jong, gediplomeerd veearts te Barendrecht, voorzitter, en de districtsveeartsen-plaatsvervanger C. Rood- zant, te Oude Tonge, secretaris en J. J. Hendrikse, te Groot-Ammers, lid Van 1 Maart 1898 af is 't verboden hengsten tot dekking van merriën te ge- is hem geen schande, 't zou zulks geweest zijn zonder den adelbrief van 't genie, dien hij sinds zijn prille jeugd den zijnen noemen mocht. Hij had als dichter reeds naam verwor ven, toen hij op 16 jarigen leeftijd Neer- lands „Verlossing" bezongen had, een naam met eere opgehouden door zijn vertalingen van den Griekschen treurspeldichterAischy- los, dien merkwaardigen zanger, die Hei den als hij was, toch misschien meer dan al zijn broederen, de stem Gods verstaan- en vertolkt heeft, die in zijn harte sprak van onkreukbaar Goddelijk recht, van verzoening door bloed, van vereeniging met den Onzienlijke. Ook in een oorspron kelijk treurspel, (Alfonsus de Eerste), dat in 't zoo geliefd Iberisch schiereiland speel de, had hij de dichtgave, die in hem was, geopenbaard en de kunstkenners dier dagen hadden hem niet ongunstig bejegend, al was hij in alles een trouw volgeling van den somberen, zoo vaak onbegrepen eD miskenden Bard, die een Paradijsvogel zwevende onder 't Goddelijk oog, aange- grimd door een zevenkoppig monster tot zijn zinnebeeld koos. Toch was da Costa allerminst in een stemming van voldaanheid in deze jaren. Was 't alleen wijl hij, de geestelijke zoon van Bilderdijk, ook bij bewondering zoo weinig instemming vond Wijl hij niet naar den lust zijns harten de groote denk beelden van zijn meester aan de wereld verkondigen mocht, wijl zij geen oor voor die tonen had en wellicht ook zijn nati onaliteit hem in den weg stond? Zeker droeg dit een en ander veel tot zijn on voldaanheid bij. En toch de eigenlijke grond daarvan lag dieper. Beluisteren wij, bruiken, niet gekeurd overeenkomstig de voorschriften van het Reglement, tenzij de hengst en de merrie aan denzelfden eige naar toebehooren. De Nederl. meldt dat den Haag de vorige week 14 Januari zijn Da Costa's avond had, toen ds. Pierson uitZetten in de Gioote Kerk een gedachtenisrede uitsprak in een stampvol gebouw over da Costa, wiens dochter benevens twee kleinzoons van hem, de samenkomst bijwoonden. Ds. Pierson beschouwde Da Costa als Jood-Israeliet, als dichter-profeet en als Hollander-Christen. Goes- In de Raadsvergadering van a. s. Donderdagavond te 8 uren zijn aan de ordeNotulen. Mededeelingen. Inge komen stukken. Verzoek A. de Wilde om een uitweg van zijn land. Wijziging be grootingen 1897 en 1898. Rekening gas fabriek over 1897. Verzoek afschryving H. O. Adres in zake den financiëelen toestand der gemeente. Tot plaatsvervangend voorzitter van den Raad van Beroep op de vermogens belasting te Middelburg is benoemd mr. J. M. Isebree Moens te Zierikzee en tot plaatsvervangend voorzitter van den Raad van Beroep op de personeele belasting te Middelburg, mr. C. Lucasse, aldaar. Door Gedeputeerde Staten van Zee land is met 1 April, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als commies-chef der eerste afdeeling ter provinciale griffie aan den heer jhr. mr. P. D. van Citters jr. en in zijne plaats benoemd de heer H. J. G. Hartman, tot dusver adjunct-com mies van de eerste klasse aan die afdeeling Tot aljunct-commies der tweede klasse aan dezelfde afdeeling is benoemd de heer C. L. van Noppen, tot dusver eerste klerk. De heer dokter Smit Sibinga, arts te Serooskerke, schrijft aan het Maand blad tegen de Kwakzalverij 't volgende Hierbij vermeld ik U in 't kort de lij densgeschiedenis van een patiënt van Win delincx K. de J. kreeg nog geen twee jaar geleden tengevolge van een nieuw tabaks pijpje een blaar aan de onderlip, die al lengs een knobbeltje werd. Daar dit lang zamerhand groeide begreep de man dat dit wel eens kanker kon wezen en stelde po gingen in 't werk daarvan genezen te wor den. Een vriendelijke buurman diende hem alvast van raad Dokter Windelincx genas kanker zonder operatie. Hiernaar had de patiënt wel ooren en wist, door in de ge meente rond te gaan, de noodige guldens bijeen te krijgen. In 't begin van (1897) vertrok hij naar Rotterdam en werd met open armen door Windelincx ontvangen. Al dadelijk kreeg hij een aanzienlijk aantal attesten van ge nezing te zien, zoodat hij goedsmoeds met zijn medicamenten (a contant) naar huis trok. Deze bestonden in zuiveringzout, pillen en korrels en bovendien pleisters op den kankerknobbel. Een en ander heeft zijn werk gedaan zooals ik onlangs gelegenheid had mij te overtuigen. Bij mijn bezoek vond ik een man van 52 jaar met opgezette en gezwol len bovenkaak, het onderste deel van het gelaat door doeken bedekt. Toen die doeken verwijderd waren zag ik een etterend op pervlak dat naar achteien grensde aan de tong, de tanden waren uitgevallen, aan weerszijden van den hals waren openingen en verdikkingen zichtbaar (doorgebroken en gezwollen klieren). Ternauwernood was de man te verstaan en, zooals te begrijpen is, had hij een ondragelijke lucht by zich; af en toe kreeg hij koortsaanvallen. Hij kon niet anders dan vloeibaren kost met een klein lepeltje tot zich nemen. Sinds eenigen tijd was patiënt niet meer onder behandeling. Toen het knobbeltje was doorgebroken en gaandeweg verer gerde, was het verlangen van Windelincx hoe hij zelf later zijn zieleleven in dezen tijd teekent In diepte verzonken van leed en ellende. Het hart in bedwelmende droomen ver aard, Door prikkels van onrust, wier bron ik (niet kende, Gedreven, gefolterd tot eindlooze smart Heeft de aarde mij lang in mijn dorheid (gedragen, In morrende wanhoop aan wereld en lot; Een knagend verlangen verteerde mijn dagen Een woede van honger naar zielengenot Ik zocht het, ik riep wat dit hart zich (verbeeldde, In alles, wat de a irde verlokkendst belooft In brandende driften, in bruischende weelde, In ridderverdienste, die 't maagdenhart (rooft, In palmen, gewassen voor wereldbedwin- (geren, In zangen,bewonderd door 't luistrend ge- (welf, Maar 'tschaduwbeeld vluchtte voor d'indruk (der vingeran, 't Was ijdelheid, ijdler dan de ijdelheid (zelf I In diepten des onheils verzonken, verloren, Versmachtte mijn ziel naar den levenden (God Maar ach I in de blindheid der zonde geboren Bleef rnstlooze woeling mijnpijnigend lot Er was in Da Cosla's hart een onbestemd gevoel van ledigheid ontstaan, dat hem zoo sterk aangreep, dat hij ernstig krank werd, Bilderdijk, wiens diepe menschen- kennie zeker zijn kweekeling doorzag, sprak hem moed in en wees hem behoedzaam den weg. Behoedzaam want hij wist, dat geweest dat pat. zich te Brussel in 't zie kenhuis zon begeven, daar nu 't geval da gelij ksche behandeling eischte. Hiertoe ontbrak hem de moed, daar de pleisters op zijn wonden hem ondragelijk pijn deden. Thans vroeg hij mij raad. Dat deze zijn lijden niet meer kan baten behoeft wei geen betoog. Van de ter inlijving opgeroepen mi- litieplichtigen, behoorende tot deze provin cie en de lichting 1897, zijn achtergeble ven s J. van der Loos, geb. te 's Graven- hage, die vermoedelijk verblijf houdt in Zuid-AfrikaH. G. Feringa, geb. te Ant werpen, die in Maart 1897 met een schip te Melbourne was J. A. Folderman, geb. te Vlissingen, die in den zomer van 1896 naar New-York is vertrokken M. Boor, geb. te Colijnsplaat, die te Grand-Rapids (N. A.) woont en J. van der Weele. geb. te Cortgene, die te Kalamazoo (N. A.) woont. Bi) circulaire, vervat in Prov. blad no. 1, verzoeken Gedeputeerde Staten aan de colleges van burg. en weth. de opsporing van deze personen te bevorderen. KEKKN1EÜWS. Ned. Herv. Kerk. Bedankt voor Barsingerhorn c. a. door ds. H. G. Oldeman te Üuwerkerk. Beroepen te Aalsum (toez.) ds. H.Visser te Idsegakuizen te Purmerend (toez.) ds. A. Stamrood te Ursemte Maas land dr. E. J. Posthumus Meijjes te Heinenoord. Bedankt voor Ootmarsum door W. A. Eerdbeek cand. te 's Gravenhage voor Maassluis door ds. H. v. Selms te Kralingen. Heinkenszand- Zonnagnamiddag hield ds. J. D. van Spankeren zijn rede ter herdenking van zijn 40-jarige ambts bediening, naar aanleiding van 1 Cor. 19. Niettegenstaande de epidemisch heerschende influenza, was een talrijk gehoor saamgekomen. Aan het einde werd hem door de gemeente toegezongen Ps. 134 3. Als bijzonderheid kan worden gemeld dat ZEerw. slechts .tweemaal door lichte ongesteldheid was verhinderd op te treden. Bij de Ned. Herv. Kerk waren op 1 Jan. jl. 312 predikantsplaatsen vacant, tegen 331 op 1 Jan. 1897, en wel in Gelderland 24, Zuid-Holland 49, Noord- Holland 35, Zeeland 38, Utrecht 10, Friesland 61, Overijsel 18, Groningen 38 N.-Brabant 22, Limburg 4 en Drente 13, plaatsen. Over het afgeloopen jaar zijn derhalve de vacaturen met 19 verminderd. Geref. kerken. Beroepen te Rijswijk ds. J. H. M. G. Wolf te Maasland. Bedankt voor Scharendijke door ds. T. Bouma te Doorn voor Geldermalsen door ds. J. C. v. Schelven te Dieren voor Molenaarsgraaf door ds. J. W. Gunst te Woerden. De candidaat K. Bakker, van de theologische school te Kampen, is geslaagd voor het préparatoire examen en alzoo beroepbaar gesteld. SGHOOLNIEUWS. Voordracht voor hoofd van school A te Sluis de heeren G. don Toom, onderwijzer aau de Rijksleerschool te Middelburg; Meijer, hoofd der school te Kadzaud Huijsman, id. te Stadskanaal. hKjr'^r Middelburg. In de Vrijdag gehouden vergadering van stemgerechtigde deelnemers in de Kederlandsehe Handelsmaatschappij, tot het kiescollege Middelburg behoorende is tot commissaris plaatsvervanger in het in Da Costa's hart de verwachting der Vaderen leefde, maar met al 't vooroordeel van 't oude IsraëlDa Costa's oog blikte steeds op naar de bergen, of de Gezalfde niet nederk wam om zijn volkeer en heerlijk- heid te brengen maar vooralsnog gruwde zijn ziel van 't Kruis En toch ook dat zon hij niet leeren verstaan, want wie verstaat't, dan Hij die 't droeg dat zou hij leeren aangrijpen als den Boom des levens, de Rots der ontkoming. De schellen vielen hem van de oogen de oorzaak zijner onvergenoegd- heid, zijner „wereldsmart" werd hem helder, hij zag zijn zonde, zijn verlorenheid voor God Maar nu ook zag hij, dat niet de Messias zijner trotsche verwachting zijn Heiland kon zijn, dat den zondaar geen andere Hoogepriester betaamt dan zulkeen die zijn eigen bloed ten offer bracht voor de zoude Zijns Volks. i,Die Eenige Zyn hand heeft mijn (oogen bestreken, En 't hartenbewindsel des ongeloofs viel. Ik zag Hem, ik gaf mij De hel is ge- (weken De hemel ging op uit Uw woord in (mijn ziel Een tijd lang bleef echter noch de groote omkeer, die in Da Costa plaats gegrepen had voor allen, behalve voor Bilderdijk, verborgen. In 1820 deed hij zijn examen in de letteren en bij die gelegenheid ont moette hij weder den leidsman zijner stu- diejare d,e hem als een vader was. Hoe 't hart van den rijze jnbelde: niet ver geefs had hij met wijze en voorzichtige band 't zaad des Evangelies gestrooid 1 het was ontkiemd. Maar nu mocht het zich ook college van commissarissen dier Maatschappij, in plaats van den heer J. P. Fokker, die commissaris werd, benoemd de heer A. H. G. Fokker. Te Middelburg is, op aansporing van de vereeniging „Uit het VolkVoor het Volk", in eene Donderdag gehouden bijeenkomst waartoe bestuursleden van alle vereenigingen te dier plaatse en voorts alle belangstellenden in de feesten bij de kroning van Koningin Wilhelmina waren uitgenoodigd eene commissie voor die feestviering samengesteld. Op deze ver gadering, welke druk bezocht was, deelde het bestuur bij monde van den heer J. J. H. Doorenbos mede, dat het wenschelijk voorkwam, dat ditmaal eene uitgebreide commissie de regeling van die feesten zou op zich nemen. Alle bestuursleden van „Uit het Volk Voor het Volk" waren bereid in die com missie zitting te nemen, en uit de kas dier vereeniging werd f 500 voor de feestvie ring beschikbaar gesteld. Tot eere-voor- zitters werden aangewezen Jhr. Mr. L. Schorer, burgemeester, en Mr. G. N. de Stoppelaar. Verder werden tal van namen genoemd van allerlei richting meest van hen die in besturen van verschillende vereenigin gen zitting hebben uit den boezem der vergadering werden nog meer personen op die voorloopige lijst geplaatst, en ten slotte die eommissie voor geconstitueerd ver klaard nadat de benoemden, voor zoover tegenwoordig, in die keuze hadden toe gestemd. In die commissie hebben zitting een vijftigtal personen, waaronder de pastoor, verschillende predikanten en ingezetenen van iedere richting. Zijn nog meerdere krachten noodig, dan heeft de commissie het recht nog andere leden daarin op te nemen. Waarin die feestviering zal bestaan wordt geheel aan haar oordeel overgela ten niet de dag der Kroning is als feest dag aangewezen, maar het werd wensche lijk geacht de gebeurtenis te herdenken op den dag, dat volgens de wet H. M. de Koningin de Regeering zal aanvaarden. Coes. Omtrent het rookvleesch dat door twee landloopers van hier, Woeasdag 1.1. bij den landbouwer J. V. te Heinkenszand van den muur aldaar is weggenomen, is het den brigadier der rij ksveld wacht A. Pover mogen gelukken den dader F. de J. en diens kameraad J. B., alhier op te sporen, en eerstgenoemde tot bekentenis te brengen het vleesch te hebben wegge nomen in tegenwoordigheid van zijn met gezel J. B. Van een en ander wordt proces-verbaal opgemaakt. Waarde. Door den heer directeur generaal der posterijen, is op het verzoek van eenige ingezetenen van Waarde om dagelijks een tweede postbestelling te hebben afwijzend beschikt. Men schrijft ons: De heer P. Zan- dijk te Waarde heeft zijn benoeming tot lid v. h. burgerlijk armbestuur aange nomen. Wemeldinge. Zaterdag werd er rekening en verantwoording gedaan van ontvangst en uitgaaf van de weegbrug alhier. Gewogen werden 2.891.000 kilo peeën, 515000 k. aardappels. 18000 k. ajuin, 42000 k. hooi en stroo enz. Als dividend werd uitgekeerd 22%. Zierikzee. In de heden Maandag ge- lioudun raadsvergadering werden .benoemd: le. Tot regent van bet burgerweeshuis, le heer Jhr. Mr. J. W. C. de Jonge van Ellemeet. 2e. Tot lid der plaatselijke school commissie, de heer G. van der Werff. 3e. Tot geraeentebouwmeester de heer L. C. Dumont, bouwkundig ingenieur te Utrecht. Vreemde vangst. Twee heeren te Haamstede hebben op de dui nen een volwassen otter gevangen in niet in de aarde verborgen houden „word Christensprak Bilderdijk en herhaalde 't straks in een gloeiend lied. Nog aarzelde de jongeling, die juist kort te voren zijn verloving met zyn nicht, jonkvrouwe Han nah Belmonte gevierd had. Wat kon die stap voor hem niet ia zich sleepen 1 Hij maakte zyn vriend Capadose deel genoot van zijn geheim. Ook deze streed zijn strijd, op zijn wijze. Capadose was geheel afgedoold op de paden des onge- loofs. Maar 't ongeloof had hem geen vrede ge geven. Eerst toornend op zijn vriend, toen hij hem deelgenoot maakte van wat in hem omging eindigde hij met voor te slaan, te zamen de Schrift te onderzoeken. Ook Capadose vond zijn Heer. Eu nog een andere zegen was hem in die dagen van aarzeling bereid. Niet vóór den dag van zyn huwelijk had hij zyn Hannah durven zeggen, dat hg Hem ge vonden had, van wien Mozes en de Pro feten gesproken hebben. En toen zij had hem niet afgestooten, zij had hem begre pen, ook haar hart vond in de Synagoge geen vrede meer. Straks zou ook zij hem volgen tot den Heer. In Februari 1822 overleed Da Costa's vader. Om den wille van hem, die reeds lang lijdende was, had hij zijn openlijken overgang tot 't Christendom nog uitgesteld, maar niet om hem alleen. Da Costa bere kende de kosten, eer hij een toren bouwde eerst moest zijn leven als 't ware met zijn geloof samengegroeid zijn, eer hij voor dit laatste bij de wereld uit dorst komen. In die dagen van voorbereiding en afwach ting is hem de omgang en broederlijke vriendschap van onzen eenigen improvisa- een konijnenhol. Wat zoo'n waterdier be wogen heeft om het zoo in de hooge duinen te zoeken, is onverklaarbaar. Te Stamprooi werd bij een land bouwer onder het eten een 4 jarig kind door een kleiner broertje met een vork in het oog gestoken met het noodlottig ge volg dat het oog voor altijd verloren zal zijn. In de steendrukkerij van Fadde- gon Co., te Amsterdam, werd een 14 jarige jongen door een drijfriem ge grepen, door een luik gesleurd en met zijn hoofd tegen de balk geslingerd, waarop de assen der st. endrukpers rusten. Zyn her senpan werd verbrijzeld en de arme jon gen bleef op de plaats dood. Te Utrecht haalde een heer, terwijl hij zat te lezen, een (sigarenzakje ait zijn zak, nam er de laatste sigaar welke er in zat uit, frommelde daarna het zakje ineen en wierp het in den brandenden haard. Nauwelijks had hij dit echter gedaan of hij herinnerde zich op eens dat in dat zakje een muntbiljet van f 10 geborgen was, dat by by het koopen van sigaren, waarbij hij een bankbiljet van f 25 in betaling had gegeven, had ontvangen en gemakshalve in dit zakje had gestoken, zouder er daarna meer aan te deuken. Natuurlijk viel aan redden niet meer te denken daar het zakje met inhoud in weinige oogenblikken door het vuur was verteerd. De moord te Leur. Omtrent den af- grijselijken moord te Leur (Noord-Brabant) zijn nog de volgende bijzonderheden te melden De verslagene was een eerzame, oppas sende boerenmeid, Jaan Smits genaamd. Sinds een tijdje werkte zij als helpster bij den groenteuboer en spekslager F., in het bebouwde gedeelte van het dorp Leur wo nende. Somtijds gebeurde het, dat zy daar eenige nachten ging slapen, zeker om zich de moeite te besparen, eiken dag heen en weer naar huis te loopen, daar haar ouders op Attaiaken woonden, en dit was een kwartier van haar werkhuis verwijderd. Zondagmiddag nu, omstreeks half vijf ging zij naar F., thuis zeggende, dat zij daar dezen avond heenging, om kaart te spelen. Evenwel daar zou de ongelukkige niet meer komen en ook nooit meer na dit oogenblik zou zij hare familieleden kunnen aanschouwen 1 Waar 't meisje toen heengegaan is, alleen of in gezelschap, achtervolgd of medege- sleurd weet men niet. Zoo is er ruim lVs dag verloopen, eer iemand iets bemerkte van de afwezigheid van 't meisje. Natuurlijk, by F. dacht men dat zij thuis was, en thuis, dat zij te F. was. Den volgenden dag, Maandag vraagt de groentenboer, waar Jaan blijft aan een harer beide broers, waarop het jongetje antwoordt, dat zij natuurlijk bij hem was. Zoo be merkte men, dat 't meisje verdwenen was. Overal werd gevraagd, of zij niet gezien is, doch niemand kon eenige inlichting ver strekken. 't Werd Dinsdag, en nog hoorde men van 't meisje niets. De ouders begon nen nu het ergste te vreezen, en de vader, vergezeld van zyn zoontje, besloot den polder in te gaan, of zijn dochter soms daar gevonden zou worden. Na op verschil lende plaatsen gezocht te hebben, komt hij ook in een beploegden akker, rondom door heggen begrensd, en ongeveer een paar honderd meter verwijderd van een weg, die door den polder loopt. Zijn blikken over den akker latende weiden, bemerkt hij in een hoek van 't veld, daar waar twee heggen een reohten hoek vormen een schijnbaar menschelijk lichaam. Steeds meer naderbij komende, ondervindt hij de koude werkelijkheid. E11 daar voor de oogen van den vader ligt voorovergevallen 't lijk van een meisje met loshangende haren, den arm in den nek, geheel en al met bloed be smeurd O, wat een afschuwelijke aanblik! tor Willem de Clercq tot grooten zegen geweeBt. Die man met zijn warm geloovig hart, begreep den zoon van 't Oosten en Da Costa hem en leerde uit zijn mond 't eerst in al zijn diepte dat Johannes-evan- gelie verstaan, van al de vormen waarin de Openbaring van den Christus ons over geleverd is, voor den Jood 't duisterst. Steeds moeilijker viel 't hem langer te toeven. Een ruwe spotternij van een Jood- schen knaap met den gekruisigde, die Da Costa zwijgend moest aanhooren, zou hij zich niet verraden, en die hem de ziel doorsneed, bracht hem er toe, zijn moeder van zijn bekeering in kennis te stellen. Zij schrikte, doch stootte hem niet af. Veel feller was de weerstand en de vijandschap, die Capadose van de zijde zijner betrek kingen te dragen had. Doch ook hij bleef getrouw. Op raad van Bilderdijk ontvingen de beide broederen uit Israël, gelijk ook Da Costa's gade, 't dooponderwys van den eerwaarden Ds. Lucas Egeling, die hun dan ook 20 October 1822 gezamenlijk 't zegel des Verbonds bediende, ten aanzien eener kleine schare, te Leiden. Van deze stonde dagteekent een arbeid en strijd, die ons volk tot grooten zegen geweest is en nog is. Een arbeid en strijd, wisselend in vorm, doch steeds de eer zoekend van den Heer, Dien de zonen Abrahams gevonden had den neen, Die hen gevonden had, toen zij Hem niet kenden. Wordt Vervolgd.) B. K. W;

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 2