niet rusten voor Nederland van Oranje
zal zijn losgemaakt. Alleen op de Christe
lijke school komt het drievoudig snoer
God, Oranje en Nederland tot zijn
recht. Daar is men om met professor
Naber geen der onzen maar van de
overzij te spreken, niet veroordeeld
tot een huichelachtig zwijgen.
(Zie Nabers werk over A. Pierson).
Jenevervérbruik.
De accijns op het gedistilleerd brack*
in 1891 bijna 26 Vs millioen op.
In 1895 daalde die opbrengst tot 26'A
millioen. In 1897 was dat treurige cijfer
even daarboven. De bevolking des rijks
nam echter in die jaren toe met ongeveer
650.0ÜÜ zielen, d. i. circa 14 pCt.
Wanneer de opbrengst van den accijns
van 26Vs in 1894 ware gestegen tot 30V4
millioen in 1897, dan zou deze stijging
dus eenvoudig gelijken tred hebben ge
houden met die der bevolking. Nu er,
in plaats van dO'/i slechts 26V4 is ontvan
gen, schijnt dit dus te duiden op een
inderdaad sterke afneming van het jene-
ververbruik, ook als men plaats laat voor
smokkelarij en minderen uitvoer
Voor hen, die den volkskanker bestrijden
een inderdaad bemoedigend resultaat.
Het portret van Balthazar Gerards, den
moordenaar van Princ Willem I.
Een onzer lezers schrijft ons hierom
trent het volgende
Onlangs stond in „de Zeeuw" een me-
dedeeling over een gevonden portret van
Balth. Gerards. Dit portret toch schijnt
reeds vroeger bekend geweest te zijn. 't
Is te vinden in de Geschiedenissen der
Ver. Nederl. voor de Vaderl. jeugd. Amst.
17831795. Anoniem, doch toegeschre
ven aan Eokke. (Een patriottisch teudenz-
werk, dat wel vorstenmoord niet prijst,
maar toch de moordenaars in gedachtenis
houdt; er staat ook een portret van Ger-
rit van Velzen, den moordenaar van Fio-
ris V in.) Men kan vragen, hoe dit por
tret echt kan zijn. Er zal toch wel geen
portret van den booswicht gemaakt zijn
na zijn gruweldaad, 'k Vermoed, dat't
zal voorkomen in een der Roomsche boek
jes, die over zijn „doorluchtige martelisa-
tie" handelen en die 't konden hebben van
zijn familieleden, die immers met zijn daad
ingenomen waren, 't Portret is in elk
geval ('k spreek op dat bij Fokke) niet
geflatteerd de dweeper en fielt spreekt
uit iederen trek van zijn gelaat.
17 Jan. '98
De provinciale keuringen van dek
hengsten zullen plaats hebbente Goes
Dinsdag 1 Februari om 12 uur (Beesten
markt), te Middelburg Woensdag 2 Februari
9 uur (Rijschool), te St. Maartensdijk Don
derdag 3 Februari om 9 uur (Marktplein),
te Hulst Maandag 7 Februari 9 uur (Groote
Markt), te Oostburg Dinsdag 8 Februari
9 uur (bij Wed. M. Luteijn-Mazure), te
Zierikzee Woensdag 16 Februari 9 uur
(Havenplein), te Cortgcne Donderdag 17
Februari 9 uur, (bij Wed. Noordhoek)
Voor 1898 is als keuringsmerk bepaald
de letter 0; terwijl de Keurings-commissie
bestaat uit de heeren districtsveeartsen-
plaatsvervangers C. Fauël te Nieuwenhoorn,
voorzitter M' C. van Buuren, te Zuid-
land, secretaris W. F. Altevogt, te Klaas
waal lid en H. L. Ellerman, te Dordrecht,
plaatsvervangend lid
en de Commissie voor de herkeuringen
uit de heeren H. de Jong, gediplomeerd
veearts te Barendrecht, voorzitter, en de
districtsveeartsen-plaatsvervanger C. Rood-
zant, te Oude Tonge, secretaris en J. J.
Hendrikse, te Groot-Ammers, lid
Van 1 Maart 1898 af is 't verboden
hengsten tot dekking van merriën te ge-
is hem geen schande, 't zou zulks geweest
zijn zonder den adelbrief van 't genie,
dien hij sinds zijn prille jeugd den zijnen
noemen mocht.
Hij had als dichter reeds naam verwor
ven, toen hij op 16 jarigen leeftijd Neer-
lands „Verlossing" bezongen had, een naam
met eere opgehouden door zijn vertalingen
van den Griekschen treurspeldichterAischy-
los, dien merkwaardigen zanger, die Hei
den als hij was, toch misschien meer dan
al zijn broederen, de stem Gods verstaan-
en vertolkt heeft, die in zijn harte sprak
van onkreukbaar Goddelijk recht, van
verzoening door bloed, van vereeniging
met den Onzienlijke. Ook in een oorspron
kelijk treurspel, (Alfonsus de Eerste), dat
in 't zoo geliefd Iberisch schiereiland speel
de, had hij de dichtgave, die in hem was,
geopenbaard en de kunstkenners dier dagen
hadden hem niet ongunstig bejegend, al
was hij in alles een trouw volgeling van
den somberen, zoo vaak onbegrepen eD
miskenden Bard, die een Paradijsvogel
zwevende onder 't Goddelijk oog, aange-
grimd door een zevenkoppig monster tot
zijn zinnebeeld koos.
Toch was da Costa allerminst in een
stemming van voldaanheid in deze jaren.
Was 't alleen wijl hij, de geestelijke zoon
van Bilderdijk, ook bij bewondering zoo
weinig instemming vond Wijl hij niet
naar den lust zijns harten de groote denk
beelden van zijn meester aan de wereld
verkondigen mocht, wijl zij geen oor voor
die tonen had en wellicht ook zijn nati
onaliteit hem in den weg stond? Zeker
droeg dit een en ander veel tot zijn on
voldaanheid bij. En toch de eigenlijke
grond daarvan lag dieper. Beluisteren wij,
bruiken, niet gekeurd overeenkomstig de
voorschriften van het Reglement, tenzij de
hengst en de merrie aan denzelfden eige
naar toebehooren.
De Nederl. meldt dat den Haag de
vorige week 14 Januari zijn Da Costa's
avond had, toen ds. Pierson uitZetten in de
Gioote Kerk een gedachtenisrede uitsprak
in een stampvol gebouw over da Costa,
wiens dochter benevens twee kleinzoons
van hem, de samenkomst bijwoonden.
Ds. Pierson beschouwde Da Costa als
Jood-Israeliet, als dichter-profeet en als
Hollander-Christen.
Goes- In de Raadsvergadering van
a. s. Donderdagavond te 8 uren zijn aan
de ordeNotulen. Mededeelingen. Inge
komen stukken. Verzoek A. de Wilde om
een uitweg van zijn land. Wijziging be
grootingen 1897 en 1898. Rekening gas
fabriek over 1897. Verzoek afschryving
H. O. Adres in zake den financiëelen
toestand der gemeente.
Tot plaatsvervangend voorzitter van
den Raad van Beroep op de vermogens
belasting te Middelburg is benoemd mr.
J. M. Isebree Moens te Zierikzee en tot
plaatsvervangend voorzitter van den Raad
van Beroep op de personeele belasting te
Middelburg, mr. C. Lucasse, aldaar.
Door Gedeputeerde Staten van Zee
land is met 1 April, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als commies-chef
der eerste afdeeling ter provinciale griffie
aan den heer jhr. mr. P. D. van Citters
jr. en in zijne plaats benoemd de heer H.
J. G. Hartman, tot dusver adjunct-com
mies van de eerste klasse aan die afdeeling
Tot aljunct-commies der tweede klasse
aan dezelfde afdeeling is benoemd de heer
C. L. van Noppen, tot dusver eerste klerk.
De heer dokter Smit Sibinga, arts te
Serooskerke, schrijft aan het Maand
blad tegen de Kwakzalverij 't volgende
Hierbij vermeld ik U in 't kort de lij
densgeschiedenis van een patiënt van Win
delincx
K. de J. kreeg nog geen twee jaar
geleden tengevolge van een nieuw tabaks
pijpje een blaar aan de onderlip, die al
lengs een knobbeltje werd. Daar dit lang
zamerhand groeide begreep de man dat dit
wel eens kanker kon wezen en stelde po
gingen in 't werk daarvan genezen te wor
den. Een vriendelijke buurman diende hem
alvast van raad Dokter Windelincx genas
kanker zonder operatie. Hiernaar had de
patiënt wel ooren en wist, door in de ge
meente rond te gaan, de noodige guldens
bijeen te krijgen.
In 't begin van (1897) vertrok hij naar
Rotterdam en werd met open armen door
Windelincx ontvangen. Al dadelijk kreeg
hij een aanzienlijk aantal attesten van ge
nezing te zien, zoodat hij goedsmoeds met
zijn medicamenten (a contant) naar huis
trok. Deze bestonden in zuiveringzout,
pillen en korrels en bovendien pleisters op
den kankerknobbel.
Een en ander heeft zijn werk gedaan
zooals ik onlangs gelegenheid had mij te
overtuigen. Bij mijn bezoek vond ik een
man van 52 jaar met opgezette en gezwol
len bovenkaak, het onderste deel van het
gelaat door doeken bedekt. Toen die doeken
verwijderd waren zag ik een etterend op
pervlak dat naar achteien grensde aan de
tong, de tanden waren uitgevallen, aan
weerszijden van den hals waren openingen
en verdikkingen zichtbaar (doorgebroken
en gezwollen klieren). Ternauwernood was
de man te verstaan en, zooals te begrijpen
is, had hij een ondragelijke lucht by zich;
af en toe kreeg hij koortsaanvallen.
Hij kon niet anders dan vloeibaren kost
met een klein lepeltje tot zich nemen.
Sinds eenigen tijd was patiënt niet meer
onder behandeling. Toen het knobbeltje
was doorgebroken en gaandeweg verer
gerde, was het verlangen van Windelincx
hoe hij zelf later zijn zieleleven in dezen
tijd teekent
In diepte verzonken van leed en ellende.
Het hart in bedwelmende droomen ver
aard,
Door prikkels van onrust, wier bron ik
(niet kende,
Gedreven, gefolterd tot eindlooze smart
Heeft de aarde mij lang in mijn dorheid
(gedragen,
In morrende wanhoop aan wereld en lot;
Een knagend verlangen verteerde mijn dagen
Een woede van honger naar zielengenot
Ik zocht het, ik riep wat dit hart zich
(verbeeldde,
In alles, wat de a irde verlokkendst belooft
In brandende driften, in bruischende weelde,
In ridderverdienste, die 't maagdenhart
(rooft,
In palmen, gewassen voor wereldbedwin-
(geren,
In zangen,bewonderd door 't luistrend ge-
(welf,
Maar 'tschaduwbeeld vluchtte voor d'indruk
(der vingeran,
't Was ijdelheid, ijdler dan de ijdelheid
(zelf I
In diepten des onheils verzonken, verloren,
Versmachtte mijn ziel naar den levenden
(God
Maar ach I in de blindheid der zonde geboren
Bleef rnstlooze woeling mijnpijnigend lot
Er was in Da Cosla's hart een onbestemd
gevoel van ledigheid ontstaan, dat hem
zoo sterk aangreep, dat hij ernstig krank
werd, Bilderdijk, wiens diepe menschen-
kennie zeker zijn kweekeling doorzag, sprak
hem moed in en wees hem behoedzaam
den weg. Behoedzaam want hij wist, dat
geweest dat pat. zich te Brussel in 't zie
kenhuis zon begeven, daar nu 't geval da
gelij ksche behandeling eischte. Hiertoe
ontbrak hem de moed, daar de pleisters
op zijn wonden hem ondragelijk pijn deden.
Thans vroeg hij mij raad.
Dat deze zijn lijden niet meer kan baten
behoeft wei geen betoog.
Van de ter inlijving opgeroepen mi-
litieplichtigen, behoorende tot deze provin
cie en de lichting 1897, zijn achtergeble
ven s J. van der Loos, geb. te 's Graven-
hage, die vermoedelijk verblijf houdt in
Zuid-AfrikaH. G. Feringa, geb. te Ant
werpen, die in Maart 1897 met een schip
te Melbourne was J. A. Folderman, geb.
te Vlissingen, die in den zomer van 1896
naar New-York is vertrokken M. Boor,
geb. te Colijnsplaat, die te Grand-Rapids
(N. A.) woont en J. van der Weele. geb.
te Cortgene, die te Kalamazoo (N. A.) woont.
Bi) circulaire, vervat in Prov. blad no.
1, verzoeken Gedeputeerde Staten aan de
colleges van burg. en weth. de opsporing
van deze personen te bevorderen.
KEKKN1EÜWS.
Ned. Herv. Kerk.
Bedankt voor Barsingerhorn c. a. door
ds. H. G. Oldeman te Üuwerkerk.
Beroepen te Aalsum (toez.) ds. H.Visser
te Idsegakuizen te Purmerend (toez.)
ds. A. Stamrood te Ursemte Maas
land dr. E. J. Posthumus Meijjes te
Heinenoord.
Bedankt voor Ootmarsum door W. A.
Eerdbeek cand. te 's Gravenhage voor
Maassluis door ds. H. v. Selms te Kralingen.
Heinkenszand- Zonnagnamiddag
hield ds. J. D. van Spankeren zijn rede
ter herdenking van zijn 40-jarige ambts
bediening, naar aanleiding van 1 Cor.
19. Niettegenstaande de epidemisch
heerschende influenza, was een talrijk
gehoor saamgekomen. Aan het einde werd
hem door de gemeente toegezongen Ps.
134 3.
Als bijzonderheid kan worden gemeld
dat ZEerw. slechts .tweemaal door lichte
ongesteldheid was verhinderd op te treden.
Bij de Ned. Herv. Kerk waren op
1 Jan. jl. 312 predikantsplaatsen vacant,
tegen 331 op 1 Jan. 1897, en wel in
Gelderland 24, Zuid-Holland 49, Noord-
Holland 35, Zeeland 38, Utrecht 10,
Friesland 61, Overijsel 18, Groningen 38
N.-Brabant 22, Limburg 4 en Drente 13,
plaatsen. Over het afgeloopen jaar zijn
derhalve de vacaturen met 19 verminderd.
Geref. kerken.
Beroepen te Rijswijk ds. J. H. M. G.
Wolf te Maasland.
Bedankt voor Scharendijke door ds. T.
Bouma te Doorn voor Geldermalsen
door ds. J. C. v. Schelven te Dieren
voor Molenaarsgraaf door ds. J. W. Gunst
te Woerden.
De candidaat K. Bakker, van de
theologische school te Kampen, is geslaagd
voor het préparatoire examen en alzoo
beroepbaar gesteld.
SGHOOLNIEUWS.
Voordracht voor hoofd van school A te
Sluis de heeren G. don Toom, onderwijzer
aau de Rijksleerschool te Middelburg;
Meijer, hoofd der school te Kadzaud
Huijsman, id. te Stadskanaal.
hKjr'^r
Middelburg. In de Vrijdag gehouden
vergadering van stemgerechtigde deelnemers
in de Kederlandsehe Handelsmaatschappij,
tot het kiescollege Middelburg behoorende
is tot commissaris plaatsvervanger in het
in Da Costa's hart de verwachting der
Vaderen leefde, maar met al 't vooroordeel
van 't oude IsraëlDa Costa's oog blikte
steeds op naar de bergen, of de Gezalfde
niet nederk wam om zijn volkeer en heerlijk-
heid te brengen maar vooralsnog gruwde
zijn ziel van 't Kruis
En toch ook dat zon hij niet leeren
verstaan, want wie verstaat't, dan Hij die
't droeg dat zou hij leeren aangrijpen
als den Boom des levens, de Rots der
ontkoming. De schellen vielen hem van
de oogen de oorzaak zijner onvergenoegd-
heid, zijner „wereldsmart" werd hem helder,
hij zag zijn zonde, zijn verlorenheid voor
God Maar nu ook zag hij, dat niet de
Messias zijner trotsche verwachting zijn
Heiland kon zijn, dat den zondaar geen
andere Hoogepriester betaamt dan zulkeen
die zijn eigen bloed ten offer bracht voor
de zoude Zijns Volks.
i,Die Eenige Zyn hand heeft mijn
(oogen bestreken,
En 't hartenbewindsel des ongeloofs viel.
Ik zag Hem, ik gaf mij De hel is ge-
(weken
De hemel ging op uit Uw woord in
(mijn ziel
Een tijd lang bleef echter noch de groote
omkeer, die in Da Costa plaats gegrepen
had voor allen, behalve voor Bilderdijk,
verborgen. In 1820 deed hij zijn examen
in de letteren en bij die gelegenheid ont
moette hij weder den leidsman zijner stu-
diejare d,e hem als een vader was. Hoe
't hart van den rijze jnbelde: niet ver
geefs had hij met wijze en voorzichtige
band 't zaad des Evangelies gestrooid 1 het
was ontkiemd. Maar nu mocht het zich ook
college van commissarissen dier Maatschappij,
in plaats van den heer J. P. Fokker, die
commissaris werd, benoemd de heer A. H.
G. Fokker.
Te Middelburg is, op aansporing
van de vereeniging „Uit het VolkVoor
het Volk", in eene Donderdag gehouden
bijeenkomst waartoe bestuursleden van
alle vereenigingen te dier plaatse en voorts
alle belangstellenden in de feesten bij de
kroning van Koningin Wilhelmina waren
uitgenoodigd eene commissie voor die
feestviering samengesteld. Op deze ver
gadering, welke druk bezocht was, deelde
het bestuur bij monde van den heer J. J.
H. Doorenbos mede, dat het wenschelijk
voorkwam, dat ditmaal eene uitgebreide
commissie de regeling van die feesten zou
op zich nemen.
Alle bestuursleden van „Uit het Volk
Voor het Volk" waren bereid in die com
missie zitting te nemen, en uit de kas dier
vereeniging werd f 500 voor de feestvie
ring beschikbaar gesteld. Tot eere-voor-
zitters werden aangewezen Jhr. Mr. L.
Schorer, burgemeester, en Mr. G. N. de
Stoppelaar.
Verder werden tal van namen genoemd
van allerlei richting meest van hen die
in besturen van verschillende vereenigin
gen zitting hebben uit den boezem der
vergadering werden nog meer personen op
die voorloopige lijst geplaatst, en ten slotte
die eommissie voor geconstitueerd ver
klaard nadat de benoemden, voor zoover
tegenwoordig, in die keuze hadden toe
gestemd.
In die commissie hebben zitting een
vijftigtal personen, waaronder de pastoor,
verschillende predikanten en ingezetenen
van iedere richting. Zijn nog meerdere
krachten noodig, dan heeft de commissie
het recht nog andere leden daarin op te
nemen. Waarin die feestviering zal bestaan
wordt geheel aan haar oordeel overgela
ten niet de dag der Kroning is als feest
dag aangewezen, maar het werd wensche
lijk geacht de gebeurtenis te herdenken
op den dag, dat volgens de wet H. M.
de Koningin de Regeering zal aanvaarden.
Coes. Omtrent het rookvleesch dat door
twee landloopers van hier, Woeasdag 1.1.
bij den landbouwer J. V. te Heinkenszand
van den muur aldaar is weggenomen, is
het den brigadier der rij ksveld wacht A.
Pover mogen gelukken den dader F. de
J. en diens kameraad J. B., alhier op
te sporen, en eerstgenoemde tot bekentenis
te brengen het vleesch te hebben wegge
nomen in tegenwoordigheid van zijn met
gezel J. B.
Van een en ander wordt proces-verbaal
opgemaakt.
Waarde. Door den heer directeur
generaal der posterijen, is op het verzoek
van eenige ingezetenen van Waarde om
dagelijks een tweede postbestelling te hebben
afwijzend beschikt.
Men schrijft ons: De heer P. Zan-
dijk te Waarde heeft zijn benoeming
tot lid v. h. burgerlijk armbestuur aange
nomen.
Wemeldinge. Zaterdag werd er
rekening en verantwoording gedaan van
ontvangst en uitgaaf van de weegbrug
alhier. Gewogen werden 2.891.000 kilo
peeën, 515000 k. aardappels. 18000 k.
ajuin, 42000 k. hooi en stroo enz.
Als dividend werd uitgekeerd 22%.
Zierikzee. In de heden Maandag ge-
lioudun raadsvergadering werden .benoemd:
le. Tot regent van bet burgerweeshuis,
le heer Jhr. Mr. J. W. C. de Jonge van
Ellemeet. 2e. Tot lid der plaatselijke school
commissie, de heer G. van der Werff. 3e.
Tot geraeentebouwmeester de heer L. C.
Dumont, bouwkundig ingenieur te Utrecht.
Vreemde vangst. Twee heeren te
Haamstede hebben op de dui
nen een volwassen otter gevangen in
niet in de aarde verborgen houden „word
Christensprak Bilderdijk en herhaalde
't straks in een gloeiend lied. Nog aarzelde
de jongeling, die juist kort te voren zijn
verloving met zyn nicht, jonkvrouwe Han
nah Belmonte gevierd had. Wat kon die
stap voor hem niet ia zich sleepen 1
Hij maakte zyn vriend Capadose deel
genoot van zijn geheim. Ook deze streed
zijn strijd, op zijn wijze. Capadose was
geheel afgedoold op de paden des onge-
loofs.
Maar 't ongeloof had hem geen vrede ge
geven. Eerst toornend op zijn vriend, toen
hij hem deelgenoot maakte van wat in
hem omging eindigde hij met voor te
slaan, te zamen de Schrift te onderzoeken.
Ook Capadose vond zijn Heer.
Eu nog een andere zegen was hem in
die dagen van aarzeling bereid. Niet vóór
den dag van zyn huwelijk had hij zyn
Hannah durven zeggen, dat hg Hem ge
vonden had, van wien Mozes en de Pro
feten gesproken hebben. En toen zij had
hem niet afgestooten, zij had hem begre
pen, ook haar hart vond in de Synagoge
geen vrede meer. Straks zou ook zij hem
volgen tot den Heer.
In Februari 1822 overleed Da Costa's
vader. Om den wille van hem, die reeds
lang lijdende was, had hij zijn openlijken
overgang tot 't Christendom nog uitgesteld,
maar niet om hem alleen. Da Costa bere
kende de kosten, eer hij een toren bouwde
eerst moest zijn leven als 't ware met zijn
geloof samengegroeid zijn, eer hij voor dit
laatste bij de wereld uit dorst komen. In
die dagen van voorbereiding en afwach
ting is hem de omgang en broederlijke
vriendschap van onzen eenigen improvisa-
een konijnenhol. Wat zoo'n waterdier be
wogen heeft om het zoo in de hooge
duinen te zoeken, is onverklaarbaar.
Te Stamprooi werd bij een land
bouwer onder het eten een 4 jarig kind
door een kleiner broertje met een vork in
het oog gestoken met het noodlottig ge
volg dat het oog voor altijd verloren zal
zijn. In de steendrukkerij van Fadde-
gon Co., te Amsterdam, werd een
14 jarige jongen door een drijfriem ge
grepen, door een luik gesleurd en met zijn
hoofd tegen de balk geslingerd, waarop de
assen der st. endrukpers rusten. Zyn her
senpan werd verbrijzeld en de arme jon
gen bleef op de plaats dood.
Te Utrecht haalde een heer, terwijl
hij zat te lezen, een (sigarenzakje ait zijn
zak, nam er de laatste sigaar welke er in
zat uit, frommelde daarna het zakje ineen
en wierp het in den brandenden haard.
Nauwelijks had hij dit echter gedaan of hij
herinnerde zich op eens dat in dat zakje
een muntbiljet van f 10 geborgen was, dat
by by het koopen van sigaren, waarbij
hij een bankbiljet van f 25 in betaling had
gegeven, had ontvangen en gemakshalve in
dit zakje had gestoken, zouder er daarna
meer aan te deuken. Natuurlijk viel aan
redden niet meer te denken daar het
zakje met inhoud in weinige oogenblikken
door het vuur was verteerd.
De moord te Leur. Omtrent den af-
grijselijken moord te Leur (Noord-Brabant)
zijn nog de volgende bijzonderheden te
melden
De verslagene was een eerzame, oppas
sende boerenmeid, Jaan Smits genaamd.
Sinds een tijdje werkte zij als helpster bij
den groenteuboer en spekslager F., in het
bebouwde gedeelte van het dorp Leur wo
nende. Somtijds gebeurde het, dat zy daar
eenige nachten ging slapen, zeker om zich
de moeite te besparen, eiken dag heen en
weer naar huis te loopen, daar haar ouders
op Attaiaken woonden, en dit was een
kwartier van haar werkhuis verwijderd.
Zondagmiddag nu, omstreeks half vijf ging
zij naar F., thuis zeggende, dat zij daar
dezen avond heenging, om kaart te spelen.
Evenwel daar zou de ongelukkige niet
meer komen en ook nooit meer na dit
oogenblik zou zij hare familieleden kunnen
aanschouwen 1
Waar 't meisje toen heengegaan is, alleen
of in gezelschap, achtervolgd of medege-
sleurd weet men niet.
Zoo is er ruim lVs dag verloopen, eer
iemand iets bemerkte van de afwezigheid
van 't meisje. Natuurlijk, by F. dacht men
dat zij thuis was, en thuis, dat zij te F. was.
Den volgenden dag, Maandag vraagt de
groentenboer, waar Jaan blijft aan een harer
beide broers, waarop het jongetje antwoordt,
dat zij natuurlijk bij hem was. Zoo be
merkte men, dat 't meisje verdwenen was.
Overal werd gevraagd, of zij niet gezien
is, doch niemand kon eenige inlichting ver
strekken.
't Werd Dinsdag, en nog hoorde men
van 't meisje niets. De ouders begon
nen nu het ergste te vreezen, en de vader,
vergezeld van zyn zoontje, besloot den
polder in te gaan, of zijn dochter soms
daar gevonden zou worden. Na op verschil
lende plaatsen gezocht te hebben, komt hij
ook in een beploegden akker, rondom door
heggen begrensd, en ongeveer een paar
honderd meter verwijderd van een weg,
die door den polder loopt. Zijn blikken
over den akker latende weiden, bemerkt
hij in een hoek van 't veld, daar waar
twee heggen een reohten hoek vormen een
schijnbaar menschelijk lichaam. Steeds meer
naderbij komende, ondervindt hij de koude
werkelijkheid. E11 daar voor de oogen van
den vader ligt voorovergevallen 't lijk van
een meisje met loshangende haren, den arm
in den nek, geheel en al met bloed be
smeurd
O, wat een afschuwelijke aanblik!
tor Willem de Clercq tot grooten zegen
geweeBt. Die man met zijn warm geloovig
hart, begreep den zoon van 't Oosten en
Da Costa hem en leerde uit zijn mond 't
eerst in al zijn diepte dat Johannes-evan-
gelie verstaan, van al de vormen waarin
de Openbaring van den Christus ons over
geleverd is, voor den Jood 't duisterst.
Steeds moeilijker viel 't hem langer te
toeven. Een ruwe spotternij van een Jood-
schen knaap met den gekruisigde, die Da
Costa zwijgend moest aanhooren, zou hij
zich niet verraden, en die hem de ziel
doorsneed, bracht hem er toe, zijn moeder
van zijn bekeering in kennis te stellen.
Zij schrikte, doch stootte hem niet af. Veel
feller was de weerstand en de vijandschap,
die Capadose van de zijde zijner betrek
kingen te dragen had. Doch ook hij bleef
getrouw. Op raad van Bilderdijk ontvingen
de beide broederen uit Israël, gelijk ook
Da Costa's gade, 't dooponderwys van den
eerwaarden Ds. Lucas Egeling, die hun
dan ook 20 October 1822 gezamenlijk 't
zegel des Verbonds bediende, ten aanzien
eener kleine schare, te Leiden.
Van deze stonde dagteekent een arbeid
en strijd, die ons volk tot grooten zegen
geweest is en nog is.
Een arbeid en strijd, wisselend in vorm,
doch steeds de eer zoekend van den Heer,
Dien de zonen Abrahams gevonden had
den neen, Die hen gevonden had, toen
zij Hem niet kenden.
Wordt Vervolgd.)
B. K. W;