NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
lo. 46. 1898
Mecifag 15 lanuaxt.
imaafftfe faargang.
ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKKRK, te Goes
EN
vaai 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent'.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Alle betalingen dit
blad betreffende gelie
ve men te doen voor Walche
ren uitgezonderd Viissingen bij den
heer F. P. D'HUIJ te Middelburg.
Alles buiten Walcheren bij den heer
C. ORANJE Lz, te Goes.
De Administratie.
Middelburg, ook voor St. Laurens
18, 19, 20. 21, 25, 26, 27 en 28 Januari,
1, 2,3, 4,'8, 9,10,11,15, 16, 17,18,22,
23, 24 en 26 Eebruari, 1, 2, 3, 4, 9, 10 en
11 Maart.
Dene herinnering aan belasting-belalenden.
Misschien is het voor sommige belasting
schuldigen nu de tijd aangebroken is voor
de invulling van de aangift-bi!jetten van
het Personeel, nuttig hun de volgende
bepalingen omtrent de haardsteden in
herinnering te brengen
Voor elk vertrek, dat verwarmd wordt,
wordt één haardstede gerekend.
Een kenkeu is een vertrekde zich
daarin bevindende haardstede is niet vrij.
Een vertrek, waarin een kachel of ander
kooktoestel is geplaatst en waarin zich een
rooknitgang bevindt, wordt als verwarmd
beschouwd, ook al wordt er nimmer gestookt.
Daarentegen worden een vertrek met een
rookuitgang, maar zonder kachel of stook-
toestel, en een kamer met een kachel, maar
met een dicht gemetselden of bepleisterden
rookuitgang, niet als verwarmd beschouwd.
Het eenvoudig wegnemen van de kachel
pijp is daartoe niet voldoende.
De kamer of alkoof, verwarmd worden
de door een stookgelegenheid in een aan
grenzend vertrek, is geen verwarmd vertrek.
Buizen of andere toestellen, door stoom
water of heete lucht verwarmd, worden
als haardsteden aangemerkt.
Gas- en petroleumkachels, wier ver
brandingsproducten buiten het vertrek
worden geleid door een schoorsteen, pijp
of andere daarvoor opzettelijk gemaakte
opening, zijn haardsteden. Badkachels
moeten in dien zin ook als haardsteden
worden aangegeven.
Wordt een kachel geplaatst in de af
scheiding tnsschen twee vertrekken, dan
wordt elk disr vertrekken als verwarmd
beschouwd.
Plaatst men in den loop van het jaar
een kachel of kooktoestel in eenig oor
spronkelijk niet verwarmd lokaal, dan
moet daarvan onmiddellijk voor de
plaatsing zelfs aangifte worden gedaan
ten kantore van den ontvanger. Niet-aan-
geven van alle aanwezige haardsteden ef
stookgelegenheden, of van het hij plaatsen
van dusdanige inrichtingen in den loop
van het jaar, is strafbaar. I)e boete kan
tot f 100 gaan en beloopt, als er meer
dan f 20 wordt ontdoken, tot het vijfvoud
daarvan.
Vrij zijn in deze de woningen met slechts
één haardstede.
De Minister van Marine..
De gepensioneerde viee-admiraal jhr. J.
A. Roëll is bij Koninklijk besluit benoemd
en gisteren door de Regentes beëedigd als
minister van marine.
De nieuwe titularis heeft den leeftijd van
60 jaren bereikt.
In 1851 werd hij ter opleiding voor
den zeedienst geplaatst bij de academie te
Breda en in 1856 werd hij van adelborst
le klasse bevorderd tot luitenant ter zee
2e kl. In verschillende rangen was hij
a. a. commandant van den monitor „Hei-
ligerlee", van het stoomschip „Kijkduin",
de „Aruba", de „Marnix",de „Van Speyk."
"Voor de beleidvolle wijze waarop door
hem de zending met de „Aruba" naar de
westkust van Afrika is volbracht, ver
wierf hij de goedkeuring van 's Konings
Regeering.
Sedert 1890 sobout-bij-nacht, werd bij in
1892 bevorderd tot viee-admiraal. Midde
lerwijl was hij in 1891 opgetreden als
oommandant der zeemacht en chef van het
departement van marine in Nederl.-Indië
ter vervanging van den viee-admiraal,
thans staatsraad Ten Bosch. Hij vervulde
die hooge betrekking tot 1894, in wtlk
jaar bij met 1 Nov. op zijn verzoek werd
gepensioneerd.
De nieuwe Minister was in 1876 tot
1879 adjudant van Z. K. H. prins Hendrik
en ging in 1879 als adjudant in gewonen
dienst ran Z. M. Koning Willem 111 over.
Sedert 1 Mei 1891 is hij adjudant in
buitengewonen dienst van H. M. de Ko
ningin.
De heer Röell heeft in verschillende
vereenigingen voor maritieme en krijgs
kundige belangen getoond veel ervaring
in het debat te hebben en heeft ook vaak
in de pers en geschriften zijn meening
over maritieme zaken uiteengezet.
Het benoemde hoofd van bet departe
ment van marine is de broeder van den
minister van bultenlandsche zaken in het
vorige Kabinet. N, B. C.
Leerplicht.
Het wetsontwerp op den Leerplicht moet
al gereed zijn. Het is bij den {Raad van
State, ter beoordeeling. Gelijk men weet
wordt door de Koningin over ieder wets
ontwerp „de Raad van State gehoord".
Inhuldiging
De hoofden onzer missiën in het Buiten
land hebben bericht ontvangen van wege
H. M. de Regentes dat zij aan de Hoven
hebben kennis te geven dat H. M. geen
vreemde vorsten noch een buitengewone
vertegenwoordiging wenscht te ontvangen.
Enkele vreemde vorsten, tot de familiebe
trekkingen beboorende, zijn uitgezonderd.
Naar men verneemt zal Koningin Vic
toria van Engeland zich bij de inhuldi
ging doen vertegenwoordigen door den
prins en de prinses van Wales.
In Rotterdam IV werden op 15 Juni
uitgebracht de navolgende aantallen stem
men.
Hintzen (lib.) 1511 Van Staveren (an-
tir.) 1166De Visser (Chr. bist.) 448
Helsdingen (soo.) 98.
Bij de herstemming verkreeg Hintzen
1980 en Van Staveren 1355.
Uit de cijfers bij de herstemming kun
nen wij zien op wien de stemmen der
chr. historiseben zijn overgegaan. En nu
heet 't dat de spelbreker^ van de antire
volutionairen komt, dewijl ze niet op den
nhrist. historischon maar op een eigen
candidaat zullen stemmen.
Te Sneek is een werkstaking onder tim
merlieden en metselaars uitgebroken.
De zaak is deze.
De timmerlieden te Sneek verdienen 14
cent per uur. Twee vakmannen door den
Raad aangewezen, maakten uit dat het 16
cent per uur moest zijn.
De Raad besloot dat voortaan de knechts
bij aanneming van stadswerken dat loon
hebben zouden.
Maar nu verdienden de knechts bij een
zelfden baas 16 of 14 cent al naar gelang
Z1j voor de stad of voor particulieren
werkten.
Een commissie uit Patrimonium en an
dere werkliedenvereenigingeu drong bij de
patroonsvereeniging er op aan dat dit loon
overal en altijd als minimumloon zou gel
den bij een werkdag van 11 uur. Eenige
patroons en vele ingezetenen waren 't met
dit verzoek eens.
De onderhandelingen hierover hebben
van 1896 af geloopen doch de sympathie
verminderde gaandeweg en ten laatste werd
in een vergadering, door mr. Okma gepre
sideerd doch waarin de patroons afwezig
bleven, juist daardoor een motie aange
nomen uitsprekende dat men zoo niet ver
der kwam en tot werkstaking zou worden
overgegaan.
Het meerendeel der patroons heeft ech
ter reeds toegegeveu zoodat er alle kans
bestaat dat de werkstaking spoedig uit is.
Hier zou een Kamer van Arbeid nuttig
kunnen zijn.
A propos, wat hooren wij toch weinig
van Kamers van Arbeid.
Het nieuwe jaar zag reeds weder ver
schillende menschen vallen, wier naam
door bun optreden een zekere bekendheid
had bekomen.
Onder anderen overleed deze week de
heer mr. J. B. A. J. M. Verheijen, oud
lid van de tweede kamer en lid dei-
eerste kamer en inspecteur van het Lager
Onderwijs in de eerste inspectie (Noord-
Brabant, Limburg en Gelderland). In zijn
kring hij was van 1866 80 onaf
gebroken lid. der Kamer voor Tilburg
was hij meer bekend onder den populairen
naam Jan Verheijen.
Toen in 1866, na de bekende Kamer
ontbinding door Minister Heemskerk, de
beer Verheijen als nieuw lid der Kamer
zijnr intrede deed, en de geloofsbrieven
doo twee commissiën uit twee helften
werden nagezien, wat toen iets vreemds
was, dewijl om de twee jaar slechts de
helft der Kamerleden aftrad en derhalve
steeds een commissie uit de zittende helft
de geloofsbrieven der leden tot de aftre
dende helft beboorende had na te zien
was 't de heer Verheijen die al dadelijk
het woord verkreeg om zich te mengen
in de discussie over zijn eigen toelating.
Er waren verschillende stembriefjes in
de bus gevonden met den naam Jan Yer
heijen, en er waren leden die deswege
bezwaar hadden tegen de toelating van
mr. J. B. A. J. M. Doch hij zelf kwam
de bezwaren opheffen door te zeggen dat
men in Tilburg hem niet anders kende
dan onder den naam Jan Yerheijen en dat
men 't kleinste {kind maar eens vragen
moest naar Jan Yerheijen, men zou dan
wel zien dat Spreker de bedoelde was.
Uit deze speech spreekt een zekere
goedmoedigheid die trouwens 't openbare
leven en de redevoeringen van dezen „ge
matigd Katholieken" Staatsman aldoor
gekenmerkt heeft.
Vele onderwijzers, zoo „openbare" als
„bijzondere", zullen omtrent hem de
aangenaamste herinneringen kunnen be
waren.
Een maget resultaat.
Bijna alle in onze provincie verschijnende
bladen, van allerlei kleur, hebben ten
vorigen jare door ruime, breede en veel
vuldige toelichting getracht de meerder
jarige mannelijke ingezetenen te bewegen
om zich te gaan aangeven voor huur-
kiezer, loonkiezer, examenkiezer, enz.
Dit is geschied bij de behandeling van
het kiesrechtentwerp en bij de voorbe
reiding voor de aangifte.
Met 't gevolg dat van 'tgeheele aantal
kiezers slechts 1 op de 23 aangiftekiezers
waren.
Na Noord-Brabant gaf Zeeland wat poli
tiek leven betreft de treurigste uitkomsten.
Dit is niet bemoedigend, om opnieuw
met onze waarschuwingen aan te komen.
Toch wenschen wij ook thans weder
een beroep te doen op de levensvatbaar
heid van allen die den 25 jarigen leeftijd
hebben bereikt, en, schoon geen belasting
betalendetoch uit oorzaak van bun huis-
fiuur, hun weekloon, hun spaarbankboekje
of hun loon als inwonende zoon, kiesrecht
willen hebben.
Wij noodigen ben dringend uit voor 15
Februari naar de secretarie te gaan en zich
daar aan te melden.
De besturen der Kiesvereenigingen weten
den weg en zullen u dien wijzen.
En den leden der kiesvereenigingen roe
pen wij toehelpt dezulken voort als gij
kunt,j of geeft hunne namen op bij 't be
stuur allicht zou dit er een vergeten.
Het zal dit jaar verkiezing zijn voor
de Provinciale staten waarbij de twee
partijen zich zullen in te spannen hebben,
om de in de Staten verkregen positie te
versterken of de verloren positie te her
winnen.
En onze tegenpartij slaapt riet, waar ze
gelijk in heeft.
Maar dan moeten wij ook altemaal doen
wat wij kunnen.
1798 14 Januari 1898.
Twee groote mannen werden op den
14 Januari 1797 geboren.
Te Zwolle zag op dien dag mr. Jan
Rudolf Thorbeeke het levenslicht.
Te Amsterdam werd op dienzelfden dag
het aanzijn geschonken aan mr. Isaak da
Costa.
Twee mannen die kan vaderland harte
lijk lief hadden, doch in de keuze en de
waardeering der middelen om 't Volk ge
lukkig te maken diametraal tegen elkander
over stonden.
Thorbeeke de grondvester der liberale
partij. Da Costa de vriend van Groen
v. Prinsterer den stichter der antirevolu
tionaire school in Nederland.
Over beiden is reeds veel geschreven.
Beiden zijn op hun terrein groot ge
weest, doch oogstten daarvoor zeer ongelij-
ken dank.
Tegelijkertijd aai de liberale partij den
een letterlijk vergoodde, schold zij, bij monde
van een harer beste organen, de Arnhem-
sche Crtden ander een ellendeling
Wie van beiden het ware volksbelang 't
meest gediend heeft, zal eens Een die
rechtvaardig oordeelt, uitmaken.
Voor Thorbeeke verrees een standbeeld
in da Costa's geboortestad. Aan de Costa
werd geen enkel gedenkteeken gewijd.
Maar hij heeft door zijn zangen, zijn
brieven aan Groen, zijn bijbellezingen,
kortom door zijn ijver voor den Heere,
zich een blijvende eerezuil gesticht in de
harten van ons Christenvolk.
In enkele volgende nommers wenschen
wij eenige opstellen aan dezen Zanger uit
Israël te wijden.
Naar aanleiding van de ook door ons
gemelde feiten van wonderlijke bewaring
waarop dhr. Ruys van Dugteren, le luite
nant der infanterie in Indië, mag terug
zien, roept de Middelburgsche Crt., die
ze insgelijks vermeldt, uit
„Zou men nu niet gaan gelooven aan
een voorbeschiktbeid
Onzes inziens zeer juist.
De feiten spreken dan ook te sterk.
Doch ook zonder deze mag 't woord
van Job wel in de gedachte blijven:
„Dewijl zijne dagen bestemd zijn, het
getal zijner maanden bij U is, en Gij zijne
bepalingen gemaakt hebt, die hjj niet
overgaan zal". (Job. 14:5).
Terwijl Daniël sprak van „dien God in
Wiens hand uw adem is en bij Wien al
uwe paden zijn". (Daniël 5 23.)
Een ontzettende ramp beeft een onzer
Oost-Indische bezittingen het Eiland Am-
boina (Ambon) getroffen.
Daar heeft j.l. Donderdag een aard
beving de hoofdstad (Ambon, aan de baai
van Ambon) schromelijk geteisterd, waar
bij ruim 50 personen gedood en ruim
200 zwaargewond werden. Onder de doo-
den ziju tien militairen.
De verwoeste hoofdplaats heet ook Am-
bon. Het eiland zelf bestaat uit twee
doelen de schiereilandjes Hitoe en
Leitiinor, door een zeer smalle landengte
aan elkander verbonden. Het geheele eiland,
vooral Hitoe, is zeer bergachtig, terwijl
de meeste bergen er van vulkaiiischen aard
zijn. Onmetelijke bosseben worden er
gevormd door den sagoboom, terwiji het
land een rijke opbrengst geeft van anan-
nassen, kruidnagelen enz. Toch is er de
bevolking, tengevolge van huar vadsigen
aard, armoedig.
Ambon ligt in de Molukken en behoort
tot de residentie van denzelfden naam.
Het ligt in de buurt van de twee grootere
eilanden Ceram en Boeroe en heeft slechts
een oppervlakte van 14V4 vierkante geogra
fische mijlen dat is nog niet zoo groot
als half Zeeland. De bevolking wordt ge
schat op 30 duizend zielen, meest Chris
tenen en bestaat uit Europeanen, kleur
lingen, vreemde Oosterlingen, en inlanders,
de laatslen, onder den naam Burgers be
kend, wonen meest in de hoofdstad, eu
onder hen zal de ramp wel 't grootste aan
tal slachtoffers gemaakt hebben.
Prof. v. d. Lith zegt in zijn Ned.
Oost-Indië
„Bij uitstek schoon is de ligging der
hoofdplaats Ambon, aan het stran 1 op
eene vlakte gebouwd, die door de liefelij
ke heuvelen van Batoe Gadjab en Soja
begrensd wordt. Men nadert haar door de
scboone zeer diepe baai, die tot ver land
waarts in zich uitstrekt en, aan den in
gang ongeveer een geographitfche mijl
breed, allengskens nauwer wordt, terwijl
zij aan beide zijden door het lachend heu
velland wordt ingesloteu, dat meestal met
steile hellingen naar de zee afdaalt, maar
op sommige plaatsen welbebouwde vlakten
openlaat. Dientengevolge is de reede van
Ambon eene wel beschutte ligplaats voor
schepen, zelfs van het grootste kaliber, die
de plaats tot het ver uitgebouwde zee
hoofd kunnen naderen.
Er is hier ruimte genoeg voor een ge
heele vloot die echter, zoolang de handel
op Ambon niet aanmerkelijk toeneemt, wel
tot de vrome wenschen zal behooren. Am-
bon wordt door dr. van Ryckevorsel
(Brieven uit Insulinde, 's-Grav. 1878) be
paald leelijk genoemd eeii gedeelte der
plaats wordt door een groot, dor plein
ingenomen, terwijl het fort Nieuw-Victo-
ria, dat alleen tegen een Ialandschen vij
and. bruikbaar is, tusschen het plein en
de baal ligt. De plaats bestaat uit de eigen
lijke stad, met nauwe straten, waarop
kleine buizen uiJtkomen, en die hoofdza
kelijk door Europeanen eu hunne afstam
melingen bewoond wordtuit de Chi-
neesche wijk en voorts uit een aantal
wegen, welke elkander rechthoekig krui
sen en door hagen van bloeiende heesters
worden afgesloten, waarachter hutten vau
Inlanders en Europeesche landhuizen onder
dicht geboomte verscholen zijn.
Gebouwen van beteekenis worden er niet
aangetroffen bet residentie-huis munt al
leen door zijn schoone ligging te Batoe
Gadjah uit. Een uitstapje in het gebergte
Soja is aanbevelenswaardig èn om de
stalactietengrot Batee Lobang, èn om het
bij uitnemendheid schoone gezicht, dat men
van het heuvelland op de stad, de baai
en het hooge land van Hitoe geniet en
aldus geschilderd wordtDe baai doet zich
aau onze oogen voor als een meer, overal
door groenend heuvelland en door het ge
karteld gebergte van Hitoe ingesloten, welks
hoekige toppen scherp uitkomen in do
thans nog onbenevelde lucht. De grootere
en kleinere vaartuigen ter reede, langs
bet strand der hoofdplaats geschaard, ziju
alle met het bloots oog zichtbaar.
Het fort en de Enropeesche en de Ghi-
neesobe wijken, onbesshaduwd als zij zijn,
vertoonen er hare naakte daken, terwijl
de woningen der Inlandsche bevolking
grootendeels verscholen zijn in het lommer
barer vruchtboomen. Blikt men van de
heuvels naar de landzijde dan stuit het
oog op hooger heuvelland, door breede
ravijnen of kleine valleien van de lagere
toppen gescheiden en grootendeels gestof
feerd door een schrale vegetatie en de
witbepleisterde graven der Cbineezen, maar
meer op den achtergrond ook door hooger
geboomte en kajoepoetih-aanplantingen en
in de ravijnen met een frisch, krachtig
plantenkleed.
De ramp van 6 Januari roept verschil
lende aardbevingen in 't geheugen die in
vroeger jaren dit eiland teisterden.
Bij die van 12 Mei 1644 viel het fort
Victoria gedeeltelijk in puin. In 1671 tot